Het mimoflrania van &roeninglie. DE ROZENMAAGD LEVENSVERZEKERING LANDROUWERS. NIEUWS VAN KOZIJN POLIDOOR. 8' Jaargang. Nr 362. 5 CENTIEMEN HET NUMMER. Zaterdag 8 Februari Inschrij vingsprijs. i' Aankondi- gingsprijs U EENE LES. iti0.n.in.Qt>l-inJTn;ir fuich Belgii, '<™c° Klii, 2.60. Voorde Treem- de lu.de», 5,00. - 5 ütmen h«t nummer. Pakken en brieven hoeven vrachtvrij toegezonden te „orden. - ■elingen moeten den dijni du/ avond op onze buree- len toegekomen zijn, het blad den woemdMT avond ter peri gaande. Ongetee- kende brieven worden m de icheurmand geworpen. Alle poitbureelen ont vangen michrijvingen, op alle tijditippen van het iaar. De onkosten der kwytingbriefjei zijn ten laste van den bestemme ling. Men gelieve, bij ver andering van woonst, het jiistterechtwijs te zenden. •rukkfr-Mitg«fr 3an ban Saptllrstraat, 13, tc Xalet Vonnissen 1 frank del kiemen regel. Aankon digingen tnsschen df nieuwstijdingen 90 cenT tiemen per regel. Annl kondigingen op de 3* blz. 10 centiemen aen regel. -1 Annoncen op de ibladzl worden berekend volgen! plaatsruimte. Voor dl adverteutiën buiten dl provincie Oost-Vlaanderel zich uitsluitend te wende! tot het OJlce de PubliciU Rue de la Madeleine, Brui tel. De geabonneerde! hebben ket recht een meur per jaar eene annonce val regels te plaatsen, difl viermaal achtereenvolgen! zal verschijnen. Rockt! baarmakingen in te sen| den vóór 'sMnnndnags. VOOR DE Het sterven en vooral het ontijdig sterven van eenen landbouwer kan voor zijne vrouw en kin deren veel nadeel of verlies veroorzaken in hun vermogen of bestaanmiddelen, ja, zelfs de ou derdom kan voor den landbouwer zeiven in dit opzicht zeer nadeelig zijn. Welnu, de landbou wer kan die nadeeleu en verliezen voorkomen of verzachten met eene levensverzekering aan te gaan. Dikwyls echter dient de levensverzekering maar om een zeker vermogen of gelds om bijeen te verzamelen en dan is zij eene soort van spaar kas. 't Is dus wel verstaan, evenals gij u kunt ver zekeren tegen brandschade eu tegen sterlte on der uw vee, zoo kunt gij u ook verzekeren tegen de verliezen welke uwe dood in het vermogen van uwe nagelaten vrouw en kinderen zou ver- oorzake' en tegen de nadeelen welke uw oude dag vooi uw eigene bestaanmiddelen zou mede brengen. De levensverzekering kan op tweeërlei wijzen geschieden i° alleenlijk voor het sterfgeval, i° tegelijk voor het sterfgeval en voor een bepaal den ouderdom. Deze laatste soort van levens verzekering heet gemengde levensverzekering. In het eerste geval wordt de volle som welke men verzekerd heeft door de verzekeringsmaat schappij slechts na den dood, onverschillig of deze vroeg of laat gebeurt, aan de erfgenamen uitbetaald. In het tweede geval, krijgt de persoon zelf, die eene levensverzekering aange gaan heeft, de volle som, zoohaast hij den be paalden ouderdom bereikt heeltmaar sterft hij vooraleer dien ouderdom bereikt te hebben, dan trekken seffens zijne erfgenamen de verzekering som. Men kan de eerste soort van verzekering de verzekering alleen voor het sterfgeval op twee manieren aangaan, te weten met zoo lang men leeft de jaarlijksche premie te betalen, ofwel met eene jaarlijksche premie te betalen tot op een bepaalde ouderdom, waarna de jaarlijksche premiebetaling ophoudt. Deze laatste wijze van premiebetaling is voor de landbouwers de beste en veelal de eenige die mogelijk is. De levensverzekering alleen voor het sterfge val met premiebetaling tot op eenen bepaalden ouderdom, is dus de beste verzekeringsvorm voor al degenen, die enkelijk, voor hunne erfge namen willen zorgen, en daarbij niet bekommerd hoeven te zijn met hen eigen zelve of met hun nen ouden dag, omdat zij weten dat ze in hooge- re jaren geenen nood zullen lijden. Doch, als gij niet alleenlijk voor uwe vrouw en kinderen of voor andere erfgenamen, maar daarbij nog voor uwe' eigene latere levensjaren wilt zorgen, dan moet gij de gemengde levens verzekering kiezen, bij welke op eenen vooraf bepaalden ouderdom, gij geene premie meer hoeft te betalen en de verzekerde som u uitbe taald wordt. Een voorbeeld zal u dit klaarder make n gij hebt eene leening op hypotheek aangegaan van 5000 frank, tegen 4 °/0 intrest zoo lang als gij leeft en werken kunt, zult gij den intrest met zelfs eene jaarlijksche aflossing wel kunnen betalen, maar als gij vroegtijdig kwaamt te sterven, dan zou die schuldelast nog al zwaar op uwe vrouw en kinderen kunnen, ja misschien de oorzaak zijn dat de belaste ouderlijke eigendom moet ver kocht worden en uwe vrouw en kinderen ge dwongen worden het erfgoed te verlaten. Om dit alles te voorkomen sluit gij eene levensver zekering ten bedrage van 5000 fr. voor den ou derdom van 60 jaren. Wat hebt gij nu met die levensverzekering ge wonnen, of welke zijn er de uitslagen van als gij het jaarlijksch verzekergeld (premie) be taalt. hebt gij van 't oogenblik af dat u het ver- zekeringbewijs (polis) overhandigd is, de zeker heid dat uwe vrouw en kinderen, na uwen dood al gebeurde ze bin 1 het eerste jaareer verzeke ring, seffens 5000 fr. optrekken daarenboven indien gij den ouderdom van zestig jaar bereikt, dan trekt gij zelf de 5000 fr. En hoe zal de achtergelaten weduwe met hare kinderen niet getroost zijn, als zij om zoo te zeg gen van den anderen kant van 't graf, van haren vroegtijdig ontrukten man, nog een kapitaal van 5000 fr. ontvangt. Daarmede zal ze de,schuld betalen die ze mogelijk nog heeft, of zij zal de som op intrest kunnen uitzetten. Daarbij Je levensverzekering heeft nog een anderen goeden kantzij is voor den verzekerde eene aanmoediging en uitnoodiging tot vlijt en spaarzaamheid. Men arbeidt en spaart immers geerne, als men weet dat men daardoor met volle zekerheid voor zijn huisgezin een bepaald kapitaal in klinkende munt kan bijeenkrijgen. Welnu, wie eene levensverzekering aangaat heeft die volle zekerheid, die de dood zelf hem niet kan ontrooven. Het is voor een zorgzamen vader zoo aange naam en troostend, na de betaling der jaarlijk sche verzekeringspremie, bij zich zeiven te kun nen zeggen met betaling van deze kleine som heb ik wederom voor één jaar mij zeiven, of in dien ik kwam te sterven, mijn huisgezin eene som van zoo en zooveel duizend frank verzekerd. Ook wordt er niets zoo gemakkelijk en geerne betaald als dit verzekergeldDe Boer. Wat bekomt meer bijval, wat heeft meer aan trekking op onze dagen, dat al wat onzedelyk is Het is voldoende dat iets den stempel der onzede lijkheid drage, om het in zekere gezelschappen gre tig te doen onthalen en dadelijk opgehemeld te worden. Inderdaad, niets is er dat meer aanzien verwerft, niets dat meer indringd tusschen het volk en im mer aan veld wint, dan hetgeen strijdig is met de goede zeden. Werpt een enkel blikje op 't geen rond u gebeurd. Hoeveel echte moddorbroeken, vuile schriften, ontuchtige prenten worden er niet verspreid Zij zijn ontelbaar geworden 1 wat al slechte gazetten worden er niet dagelijks met drift verslonden Ongelooflijk, ja, verschrikkelijk groot is het ge tal van sommige slechte nieuwsbladen, waarin tal van onnoozele rnensclien huunen zoo brandenden als verfoeilijken dorst uaar vuiligheid trachten te lesschen. Men ziet er geen erg in een onzedig boek deel aan geburen en vrienden te overhandigen. Het schijnt dat sommigen er maar op uit zijn om de pest van zedenbederf, die hen heeft aangetast, aan anderen mede te deelen. Zekere dagbladen achten zich verplicht de wal gelijkste schryvcrs te loven, te verdedigen, ja zelfs hunne oproepen tot ontucht en moord goed te keu ren en met uitzinnigen geestdrift toe te juichen. Moet men de maatschappy naar de losbandig heid en naar de verrotting der hedendaagsche let terkunde beoordeelen, dan staan we verschrikke lijk laag wait de verbiddelyke wet van het even wicht stemt t.e stroom van vuilnis en ontaarding noodlottig overeen met de verdrukking en de uit wijking van al wat gezond, edel en zuiver is. Gy hebt alreeds, lieve lezers, onze groote steden bezocht Viel daar uw oog nooit op eene dier vuige eu vervloekte schouwvensters of toonbanken waarde ondeugd, dikwijls ongestraft, op honderd voudige wijze ten toon gespreid wordt Zeg my, gy die waarlyk afkeer koestert voor walgelijke ontucht, voeldet gy uw hert uiet bonzen toen ge zaagt hoe diep een mensch, de koning der schepping, vallen kan Daar, vóór u ligt een lange rij boeken, die alles behalve... zuiver zijn. Verder eene verzamoling van allerlei prenteQ en beelden, die... Maar neen, ik spreek immers aan menschen die eeregevoel in het hert hebben Wellicht vroegt gy nu af Kan daar iets anders dan verderf uit voortsprui ten Waarom toch dat kwaad niet belet En toch tot kleine kinderen zelfs komen daar, by 't ontkiemen van hun verstand, het gift met volle teugen opslorpen. Het goddelooze Frankrijk, door de besmettelijke ziekte aangetast is de schuld van vele slachtoffers iu ons land vandaar komt de pestende ademide onze steden vervult... Is het dan niet met recht dat zekere moedige zielen zoo weinig in getal, helaas alle po gingen aanwenden om het ryk der vuiligheid in ruimer mate te beperk 1 .1In sommige steden worden lysten rondgestuurd, lijsten waarop chris- tene huisvaders hunnen eeuwigen haat teekenen tegen het onzedelijke. Bonden en allerhande ver- eenigingen worden gesticht tegen het zedenbe derf. n 't Is gedaan. De inwoners van Roubaix hebben het dwangjuk afgeschud dat sedert tien jaar op hunne schouders woog. Tien jaren lang hebben zij ondervonden wat het is van door socialisten bestierd te worden. Den 15 Mri 1892, als M. Julien Lagache, meier van het voorgaand bestier, zyne machten overgaf aan zijnen opvolger, citoyen Carrette, hij zei dat de geldelijke toestand vau Roubaix op dien dag eenen overschot liet van 446,780 fr. 21 c., en zulks ondanks de aanzienelijke werken van bestrating en gezondmaking van de stad. Tien jaren zijn verloopen. Tien jaren hebben de socialisten, die redders van het menschdom, het bewind iu handen gehad. Van dien overschot van tegen de vijf honderd duizend trank en blyft er geen blende kluite over. Als citoyen Carrette over eenige weken, gedwongen door den krot, het stadhuis verliet, sloot de geldelijke toestand met een wezentlijk tekort van boven de 800,000 fr. zonder de steertjes die men zal ontdekken, en zulks zonder dat er bijzondere werken van be strating of van gezondmakiug waren uitgevoerd geweest. Niets en is beter, om de bevolking eenen afkeer te geven van het socialismus, dan onder het bestier te staan der socialisten. Roubaix heeft het onder vonden, heeft zijne nijverheid zien verlanden, zy ne bevolking verminderen, zijn stadhuis verande ren in eene vergadering van herbergiers en kwak- bazea. Dat is in korte woorden wat die mannen kun nen aan't hoofd van eene stad. Wat zouden zy doen aan 't hoofd van een land 't Was voor een talryk en uitgelezen publiek dat de Eerw. Heer Flamen, pastoor van Meetker- ke, Dijnsdag achternoen, in de zittingzaal van den Gemeenteraad van Kortrijk lezing gaf van zijn mi- modrama dat een der grootste aantrekkelijkheden van de eeuwfeesten van Oogstmaand zal ziju. Na een voorwoord dat kort en bondig geheel de ge schiedenis van don Gulden Sporenslag weorgeeft, begint de lezing van de verschillige tafereelen. Het. eerste tafereel gebeurt op de Groote Markt te Brugge, op een marktdag de burgers redeka velen over de gebeurtenissen dat tafereel, zeer levendig, wordt onderbroken door de vlaamsche minnezangers. Het tooneel sluit met de aankomst van Breidel en de Coninck. Het tweede eu het derde tafereel verbeelden het kasteol van Male. De aanval en de brandstichting van 't kasteel. Dan komen de vlaamsche ouderlingen, vrouwen en hin ders uit Brugge verjaagd die om hulp en troost komen. De legerbenden staan op eu vertrekken naar Brugge. Het vierde tafereel brengt ons terug naar Brugge waar wij de intrede bijwonen van Willem van Juliers en van Gwyde van Namen, legeroversten van de vlaamsche gemeentemannen. Het vijfde, zesde en zevenste tafereel hebben de velden in 't omliggende der Abdij van Groeninghe voor tooneel. Die tafereelen alleen zouden den vol len uitslag van het werk verzekeren, 't ls eerst de aankomst van het vlaamsche leger, de zegening der soldaten doör den priester, het vertrek naar 't slagveld. Terwijl meu in de verte het gerucht van den slag hoort, komen de vlaamsche vrouwen op 't tooneel, zy gaan de maagd van Groeniughe aan roepen om de zegepraal aan de vlaamsche leger benden te verzekeren. Het tafereel eindigt met de verheerlijking van de zegepraal. Dat is in 't kort dö uitleg van 't mimodrama. Blijft de uitvoering ervan eu alles ten goeden ein de te brengen, "t ls het werk van de inrichters die borgzyn voor den uitslag. Dinsdag was het lotingsdag te Aalst, ik zien altoos die noodlottige dag met het meeste onge noegen te gemoet, omdat het op dien dag is dat er het meeste onrust geleden, het meeste gebrast, en gevloekt wordt. Ik breng hier een woord van dank toe aan de Gendarmen en hunnen Wacht meester welke des morgens op het stadhuis de orde hebben gehandhaafd, ook aan onze Policie die zoo streng geweest is, op het zingen van on-| zedige liederen, dat ik mag zeggen dat er bijnal geene gezongen zijn geweest. Het is te hopen I dat de nieuwe legerwet, die de dienstjaren vr- k°rt' de gunsten en de aanwervingen van vr .j- willigers meer bevordert en hun getal van het I jaarlijksch contingent aftrekt, allengs die ongc lukkige bloedwet uit ons land doet verdwijnen, en met er tijd België een vrijwilligers leger zal I verschaffen, dat hen eenigste ideaal is v<»ur een I vrij onzijdig land lijk het onze. Het sp>or eg bestuur heeft besloten, indetre;ns 'c svcr^lie-1 den met wekelijksche abonnem» -n 1 scheiden van de andere reizigers. Des uv,oda zullen in do vertrekstaties de treins, waarvan die werklieden l zich 's morgens en 's avonds bedienen, verdub-1 beid worden. In andere treins zullen bijzondere I wagons voor die werklieden voorbehouden wor-1 den. en des noods zullen c wagons bij de treins I f»evot„'l worden. Die maatregel zal toegepast I worden van af 15 dezer maand. Maandag I avond, op den trein, uit Brussel vertrekkende I ten 6 ure 30, bevond zich de heer Desiré Fobert, I oud 24 jaren, woonachtig te Leupegem. Omtrent I Lledekerke, heeft hij zich, in een aanval van I heete koorts, een revolverschot in het hoofd ge-1 lost. Men heeft zijn lijin d.- statie van Dender- I leeuw gelegd. De pruts* redering heeft I aan de katholieke sen n»1 a MVesfhen del jaarlijksche toelage van 5400 mark ontrokken, I omdat het godsdienstig onderwijs er aan del poolsche kinderen in hunne moedertaal gegeven wordt. De onderwijzers-ontslaggevers van I 1879 vergaderden Zondag te Brasael. Zij heb-1 ben vooreerst eene afgevaardiging gezonden I naar M. de Trooz, die den achtbaren minister I een album aanbood en in eene redevoering de erkentelijkheid uitdrukte van de slachtoffers der I ongelukswet Ten n ure had de betooging I plaats ter eere van M. Woeste. Deze nam plaats I op het verhoog tusschen Mej. Magnette, van I Brussel en M. Claes, van Brugge, de twee oudste I ontslaggevers. Cantaten werden uitgevoerd, re-1 de voeringen uitgesproken door MM. Claeys, I Fichefet en kanunik Noël, een album werd den I achtbaren Staatsminister aangeboden en ten slotte bedankte M. Woeste voor de hem bewezen hulde. Donderdag namiddag hebben al de personen, die zich in de Kamer bevonden, volks vertegenwoordigers, dagbladschrijvers, bedien den, nieuwsgierigen, enz. tien minuten lang I gevangengezeten. Inderdaad de voorzitter had voor den eersten keer de nieuwe alarmbel doen klinken, door op een knop in het bureel te du wen. Zoodra die bel weerklinkt, doen de portiers en bewakers al de deuren op slot en de soldaten der wacht komen, met de bajonnet op het ge weer, post vatten aan de uitgangen. Het verbod is uitdrukkelijk niemand mag buitengaan. Dank aan die maatregelen zou men, indien zulks noodig was, onmiddelijk al de personen kunnen onderhooren, die zich in gebouwen der Kamer bevinden. Te Brussel, had een schilder, een proces ingespannen tegen den Doudou, door wiens steert hij tijdens den Reuzenstoet aan het hoofd gekwetst geweest was, heeft zijn proces verloren de vrederechter verklaart dat het slachtoffer maar het hoofd had moeten buipen gelijk de andere toeschouwers. 'k Wil myne brief niet sluiten, zonder nog eens geroepen hebben Leve het vrijwilligersleger Uwen verkleefden Kozijn, POLIDOOR. Miiulwhi. Vbkbodib ■AJDBCK. Verhaal uit de Fransche Revolutie d 0 0 Petrus VAN NX Af'EL. Bedaar, kind, fluisterde hare moeder zij heeft u waarschijnlijk niet meer bemerkt dan mij en ik ben nochtans hare voedsterlinge dit be let niet, dat zij ons niet meer liefheeftedoch, mijne dochter, thans is Leonia groot geworden en zij zal ten onzen opzichte dezellde niet meer zijn dan ten tijde dat gij als zusters te zamen speeldet. Heden wordt zy jonkvrouw, uwe meesteresse, ge- heeten, en wij zijn slechts eenvoudige boeren, aan haren dienst gehecht. Het gezond verstand van Magdalena deed haar het gegronde dezer opmerkingen begrypen en toch, ondanks haarzelren, verzette het hart zich tegen eeno zoo pijnlijke ontgoocheling heel den dag, van uur tot uur, hoopte ze, de zuster, de vriendin harer jeugd weer te vinden. Doch, de twy- fel, de hoop, die haar afgewisseld bijbleven, hel derden zich weldra op en de werkelijkheid van den toestand was gauw klaar afgeteekend. Eenige dagen na de aankomst van Leonia, daal de deze met twee vriendinnen de stoep van het slot af en trad in den hof na eenige zwenkingen be- vondt zich het drietal nabij een prieel, waarvan Magdalena de bloemen besprenkelde. Deze staak te het werk en groette eerbiedig, wanneer het ge zelschap aankwam. Leonia bleef stil. Weihoe, zyt gij het, Magdalena? kreet ze. Hoe gj-oot zijtge geworden Ik herkende u bijna niet meer. Alhoewel deze woorden al lachende en op be schermenden toon werden uitgegalmd, was Mag- daleua er pijnlijk door aangedaan, en antwoordde zij, niet verwijtend, maar op elk woord druk kende O, jonkvrouw, ik had u seffens herkend, hoe groot gij ook geworden zijt. Zulks bewijst, dat ik min veranderd ben dan gij, hernam Leonia, met denzelfden welwillenden lach, en zij zette haren weg en hare onderhande ling met het gezelschap voort. Wanneer zij ver verwijderd was, zuchtte Magda lena, alsof Leonia nog vóór haar stond En ik beweer dat gy, Leonia, veranderd zijt.. Anders had gij niet gezegd gijge zouut my, lijk voorheen, MagdaUna genoemd hebben gij hadt mij eenen kus afgesmeekt, of liever gij zelf had mij hartig in de armen gedrukt... O ja, ik had wel gelijk bij uw afscheid te zeggen, dat, zelfs al kwaamt ge terug, ik in u mijne zuster niet zou weêrgevonden hebben... Hier zullen onze jeugdige lezeressen waarschijn lijk geneigd zijn, Leonia van trots en ondankbaar heid te beschuldigen. Zij misgrypen zich evenwel Leonia had eene edele inborst, een hart tot de grootste verkleefdheid veil, zooals wij er later het bewijs zullen van zien doch ze was ongemeen zwak van aard het mangelde heur volstrekt aan toegeving, aan stoutheid en moed. Ware zij met Magdalena alleen geweest, en deze groote deerne ziende, in plaats van het kind, met hetwelk zij vroeger speelde, misschieD had zy haar niet dur ven aanspreken gelijk weleer, en dit niet uit hoog moed, maar uit verlegenheid en nochtans, indien Magdalena haar in dit geval had het woord toege- richt met die vervoering en aaohaligheid van vroe gere jaren, vliegens had Leonia met opengesprei- de armen aan hare liefkozingen beantwoord. Edoch deze gelegenheid deed zich niet voor. Leonia was te eeniger tijde van hare jonge vriendinnen uit het pensionnaat vergezeld, en nimmer zou zy zich te gemeenzaam durven inlaten met eene arme dorpe- linge en ziehier de reden By hare komst in het klooster handen de nieuwe gezellinnen den draak gestoken met heure gewestspraak en de platte- landsche uitdrukkingen^ die zy, zoo zegde men, aangenomen had met het verkeer der boerin, in wier midden zij werd grootgebracht. Ten andere, wanneer zij, in het bijzijn der vriendinnen, met Magdalena moest kouten, zou deze natuurlijk die uitspraak bezigen eu eenige dier gemeene uitdruk kingen gebruiken, die zoo zeer den lachlust der leerlingen hadden verwekten deze, heden op Lorgères verblijvende, zouden waarschijnlyk op rekening der jeugdige boerin hartelijk lachen en tot Leonia zeggen Naar hetgeen wij hooren, zou men mogen veronderstellen, dat zij het was die u leeren Fransch spreken heeft. En het schaamrood zou Leonias wezen bekleu- ren zij zou blozen voor haar en voor hare... zus ter. Zooals men ziet bestond hier hoegenaamd geen kwade wil. Doch de verloftijd zon die staat van zaken niet veranderen daarmede moest de tijd zich gelasten. Metterdaad, de volgende vacantic kwam Leonia alleen te Lorgères doorbrengen, en de betrekkingen met hare oude vriendin werden nu talryk en zeer gemoedelijk. Magdalena, ge leerd door de overweging en de ondervinding, ver stond evenwel dat er geen spraak meer kon zijn van de innige vriendschapsbetrekking der eerste kinderjaren. Gelukkig als zij was eene oprechte verkleefdheid, welke zij verloren waande, terug te vinden, wist zy zich zonder al te veel slaafschheid, in de laagte te houden, waarin de geboorte haar tegenover des gravin dochter gesteld had. Zonder meldenswaardige ve^nderug was die toestand gebleven, tot op het oogenblik dat deze geschiedenis ontrolt, 't is te zeggen tot by het hu welijk van M. Lodewijk de Boisdesmares. Alleen lijk waren de twee kinderen tot vrouwen opgewas sen. Volgens grootvaders' oordeel mocht Leonia een '-eldschoon meisje worden genoemd, met fris- sche, beroosde wangen, bevallig en zedig van vor men, slank van leest, het haar waterig blond, de zaohtblauwe oogappels als twee vlasbloemekens. Magdalena was eene flinke en struische deerne zy had ravenzwart haar, zwarte oogappels, roos kleurige lippen, sneeuwwitte tanden de tint van het wezen, een ziertje door de zon verzengd, was hoogrood hare gestalte was w-1 gebouwd de gang een weinig zwaai-, bleek vast en zeker alles ademde in haar levenslust <-n Jhud. Het onderscheid in de uaruu hjkt samenstelling der twee jonge dochters had waarschijnlyk niet weinig bijgebracht tot het verschil, dat men in hun karakter opmerkte. Leonia, zooals wij her bereids schreven, was zwak, schuchter, wispelturig. Het verblijf in de abdy had aan deze hare gebreken niets veranderd neen, de geest had de ontwikke ling niet bekomeu, die men, vergeleken by het ge noten onderricht, onderricht, alhoewel zeer on derscheiden, te veel onderscheiden, welhJat ra aar nog ver van volledig te zijn ervan mocht ver wachten. (Vervolgt).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1902 | | pagina 1