Het mimoflrania van &roeninglie.
DE ROZENMAAGD
LEVENSVERZEKERING
LANDROUWERS.
NIEUWS VAN KOZIJN POLIDOOR.
8' Jaargang. Nr 362.
5 CENTIEMEN HET NUMMER.
Zaterdag 8 Februari
Inschrij
vingsprijs.
i'
Aankondi-
gingsprijs
U
EENE LES.
iti0.n.in.Qt>l-inJTn;ir
fuich Belgii, '<™c°
Klii, 2.60. Voorde Treem-
de lu.de», 5,00. - 5
ütmen h«t nummer.
Pakken en brieven hoeven
vrachtvrij toegezonden te
„orden. -
■elingen moeten den dijni
du/ avond op onze buree-
len toegekomen zijn, het
blad den woemdMT avond
ter peri gaande. Ongetee-
kende brieven worden m
de icheurmand geworpen.
Alle poitbureelen ont
vangen michrijvingen, op
alle tijditippen van het
iaar. De onkosten der
kwytingbriefjei zijn ten
laste van den bestemme
ling. Men gelieve, bij ver
andering van woonst, het
jiistterechtwijs te zenden.
•rukkfr-Mitg«fr
3an ban Saptllrstraat, 13, tc Xalet
Vonnissen 1 frank del
kiemen regel. Aankon
digingen tnsschen df
nieuwstijdingen 90 cenT
tiemen per regel. Annl
kondigingen op de 3* blz.
10 centiemen aen regel. -1
Annoncen op de ibladzl
worden berekend volgen!
plaatsruimte. Voor dl
adverteutiën buiten dl
provincie Oost-Vlaanderel
zich uitsluitend te wende!
tot het OJlce de PubliciU
Rue de la Madeleine, Brui
tel. De geabonneerde!
hebben ket recht een meur
per jaar eene annonce val
regels te plaatsen, difl
viermaal achtereenvolgen!
zal verschijnen. Rockt!
baarmakingen in te sen|
den vóór 'sMnnndnags.
VOOR DE
Het sterven en vooral het ontijdig sterven van
eenen landbouwer kan voor zijne vrouw en kin
deren veel nadeel of verlies veroorzaken in hun
vermogen of bestaanmiddelen, ja, zelfs de ou
derdom kan voor den landbouwer zeiven in dit
opzicht zeer nadeelig zijn. Welnu, de landbou
wer kan die nadeeleu en verliezen voorkomen of
verzachten met eene levensverzekering aan te
gaan.
Dikwyls echter dient de levensverzekering
maar om een zeker vermogen of gelds om bijeen
te verzamelen en dan is zij eene soort van spaar
kas.
't Is dus wel verstaan, evenals gij u kunt ver
zekeren tegen brandschade eu tegen sterlte on
der uw vee, zoo kunt gij u ook verzekeren tegen
de verliezen welke uwe dood in het vermogen
van uwe nagelaten vrouw en kinderen zou ver-
oorzake' en tegen de nadeelen welke uw oude
dag vooi uw eigene bestaanmiddelen zou mede
brengen.
De levensverzekering kan op tweeërlei wijzen
geschieden i° alleenlijk voor het sterfgeval, i°
tegelijk voor het sterfgeval en voor een bepaal
den ouderdom. Deze laatste soort van levens
verzekering heet gemengde levensverzekering.
In het eerste geval wordt de volle som welke
men verzekerd heeft door de verzekeringsmaat
schappij slechts na den dood, onverschillig of
deze vroeg of laat gebeurt, aan de erfgenamen
uitbetaald. In het tweede geval, krijgt de
persoon zelf, die eene levensverzekering aange
gaan heeft, de volle som, zoohaast hij den be
paalden ouderdom bereikt heeltmaar sterft hij
vooraleer dien ouderdom bereikt te hebben, dan
trekken seffens zijne erfgenamen de verzekering
som.
Men kan de eerste soort van verzekering de
verzekering alleen voor het sterfgeval op twee
manieren aangaan, te weten met zoo lang men
leeft de jaarlijksche premie te betalen, ofwel
met eene jaarlijksche premie te betalen tot op
een bepaalde ouderdom, waarna de jaarlijksche
premiebetaling ophoudt. Deze laatste wijze van
premiebetaling is voor de landbouwers de beste
en veelal de eenige die mogelijk is.
De levensverzekering alleen voor het sterfge
val met premiebetaling tot op eenen bepaalden
ouderdom, is dus de beste verzekeringsvorm
voor al degenen, die enkelijk, voor hunne erfge
namen willen zorgen, en daarbij niet bekommerd
hoeven te zijn met hen eigen zelve of met hun
nen ouden dag, omdat zij weten dat ze in hooge-
re jaren geenen nood zullen lijden.
Doch, als gij niet alleenlijk voor uwe vrouw
en kinderen of voor andere erfgenamen, maar
daarbij nog voor uwe' eigene latere levensjaren
wilt zorgen, dan moet gij de gemengde levens
verzekering kiezen, bij welke op eenen vooraf
bepaalden ouderdom, gij geene premie meer
hoeft te betalen en de verzekerde som u uitbe
taald wordt.
Een voorbeeld zal u dit klaarder make n gij
hebt eene leening op hypotheek aangegaan van
5000 frank, tegen 4 °/0 intrest zoo lang als gij
leeft en werken kunt, zult gij den intrest met zelfs
eene jaarlijksche aflossing wel kunnen betalen,
maar als gij vroegtijdig kwaamt te sterven, dan
zou die schuldelast nog al zwaar op uwe vrouw
en kinderen kunnen, ja misschien de oorzaak
zijn dat de belaste ouderlijke eigendom moet ver
kocht worden en uwe vrouw en kinderen ge
dwongen worden het erfgoed te verlaten. Om
dit alles te voorkomen sluit gij eene levensver
zekering ten bedrage van 5000 fr. voor den ou
derdom van 60 jaren.
Wat hebt gij nu met die levensverzekering ge
wonnen, of welke zijn er de uitslagen van
als gij het jaarlijksch verzekergeld (premie) be
taalt. hebt gij van 't oogenblik af dat u het ver-
zekeringbewijs (polis) overhandigd is, de zeker
heid dat uwe vrouw en kinderen, na uwen dood
al gebeurde ze bin 1 het eerste jaareer verzeke
ring, seffens 5000 fr. optrekken daarenboven
indien gij den ouderdom van zestig jaar bereikt,
dan trekt gij zelf de 5000 fr.
En hoe zal de achtergelaten weduwe met hare
kinderen niet getroost zijn, als zij om zoo te zeg
gen van den anderen kant van 't graf, van haren
vroegtijdig ontrukten man, nog een kapitaal van
5000 fr. ontvangt. Daarmede zal ze de,schuld
betalen die ze mogelijk nog heeft, of zij zal de
som op intrest kunnen uitzetten.
Daarbij Je levensverzekering heeft nog een
anderen goeden kantzij is voor den verzekerde
eene aanmoediging en uitnoodiging tot vlijt en
spaarzaamheid. Men arbeidt en spaart immers
geerne, als men weet dat men daardoor met
volle zekerheid voor zijn huisgezin een bepaald
kapitaal in klinkende munt kan bijeenkrijgen.
Welnu, wie eene levensverzekering aangaat
heeft die volle zekerheid, die de dood zelf hem
niet kan ontrooven.
Het is voor een zorgzamen vader zoo aange
naam en troostend, na de betaling der jaarlijk
sche verzekeringspremie, bij zich zeiven te kun
nen zeggen met betaling van deze kleine som
heb ik wederom voor één jaar mij zeiven, of in
dien ik kwam te sterven, mijn huisgezin eene
som van zoo en zooveel duizend frank verzekerd.
Ook wordt er niets zoo gemakkelijk en geerne
betaald als dit verzekergeldDe Boer.
Wat bekomt meer bijval, wat heeft meer aan
trekking op onze dagen, dat al wat onzedelyk is
Het is voldoende dat iets den stempel der onzede
lijkheid drage, om het in zekere gezelschappen gre
tig te doen onthalen en dadelijk opgehemeld te
worden.
Inderdaad, niets is er dat meer aanzien verwerft,
niets dat meer indringd tusschen het volk en im
mer aan veld wint, dan hetgeen strijdig is met de
goede zeden. Werpt een enkel blikje op 't geen
rond u gebeurd. Hoeveel echte moddorbroeken,
vuile schriften, ontuchtige prenten worden er niet
verspreid Zij zijn ontelbaar geworden 1 wat al
slechte gazetten worden er niet dagelijks met drift
verslonden
Ongelooflijk, ja, verschrikkelijk groot is het ge
tal van sommige slechte nieuwsbladen, waarin tal
van onnoozele rnensclien huunen zoo brandenden
als verfoeilijken dorst uaar vuiligheid trachten te
lesschen. Men ziet er geen erg in een onzedig boek
deel aan geburen en vrienden te overhandigen.
Het schijnt dat sommigen er maar op uit zijn om
de pest van zedenbederf, die hen heeft aangetast,
aan anderen mede te deelen.
Zekere dagbladen achten zich verplicht de wal
gelijkste schryvcrs te loven, te verdedigen, ja zelfs
hunne oproepen tot ontucht en moord goed te keu
ren en met uitzinnigen geestdrift toe te juichen.
Moet men de maatschappy naar de losbandig
heid en naar de verrotting der hedendaagsche let
terkunde beoordeelen, dan staan we verschrikke
lijk laag wait de verbiddelyke wet van het even
wicht stemt t.e stroom van vuilnis en ontaarding
noodlottig overeen met de verdrukking en de uit
wijking van al wat gezond, edel en zuiver is.
Gy hebt alreeds, lieve lezers, onze groote steden
bezocht Viel daar uw oog nooit op eene dier
vuige eu vervloekte schouwvensters of toonbanken
waarde ondeugd, dikwijls ongestraft, op honderd
voudige wijze ten toon gespreid wordt Zeg my,
gy die waarlyk afkeer koestert voor walgelijke
ontucht, voeldet gy uw hert uiet bonzen toen ge
zaagt hoe diep een mensch, de koning der
schepping, vallen kan
Daar, vóór u ligt een lange rij boeken, die alles
behalve... zuiver zijn. Verder eene verzamoling
van allerlei prenteQ en beelden, die... Maar neen,
ik spreek immers aan menschen die eeregevoel in
het hert hebben Wellicht vroegt gy nu af
Kan daar iets anders dan verderf uit voortsprui
ten Waarom toch dat kwaad niet belet En
toch tot kleine kinderen zelfs komen daar, by 't
ontkiemen van hun verstand, het gift met volle
teugen opslorpen. Het goddelooze Frankrijk, door
de besmettelijke ziekte aangetast is de schuld van
vele slachtoffers iu ons land vandaar komt de
pestende ademide onze steden vervult...
Is het dan niet met recht dat zekere moedige
zielen zoo weinig in getal, helaas alle po
gingen aanwenden om het ryk der vuiligheid in
ruimer mate te beperk 1 .1In sommige steden
worden lysten rondgestuurd, lijsten waarop chris-
tene huisvaders hunnen eeuwigen haat teekenen
tegen het onzedelijke. Bonden en allerhande ver-
eenigingen worden gesticht tegen het zedenbe
derf. n
't Is gedaan. De inwoners van Roubaix hebben
het dwangjuk afgeschud dat sedert tien jaar op
hunne schouders woog.
Tien jaren lang hebben zij ondervonden wat het
is van door socialisten bestierd te worden.
Den 15 Mri 1892, als M. Julien Lagache, meier
van het voorgaand bestier, zyne machten overgaf
aan zijnen opvolger, citoyen Carrette, hij zei dat
de geldelijke toestand vau Roubaix op dien dag
eenen overschot liet van 446,780 fr. 21 c., en zulks
ondanks de aanzienelijke werken van bestrating en
gezondmaking van de stad.
Tien jaren zijn verloopen. Tien jaren hebben
de socialisten, die redders van het menschdom,
het bewind iu handen gehad. Van dien overschot
van tegen de vijf honderd duizend trank en blyft
er geen blende kluite over. Als citoyen Carrette
over eenige weken, gedwongen door den krot,
het stadhuis verliet, sloot de geldelijke toestand
met een wezentlijk tekort van boven de 800,000 fr.
zonder de steertjes die men zal ontdekken,
en zulks zonder dat er bijzondere werken van be
strating of van gezondmakiug waren uitgevoerd
geweest.
Niets en is beter, om de bevolking eenen afkeer
te geven van het socialismus, dan onder het bestier
te staan der socialisten. Roubaix heeft het onder
vonden, heeft zijne nijverheid zien verlanden, zy
ne bevolking verminderen, zijn stadhuis verande
ren in eene vergadering van herbergiers en kwak-
bazea.
Dat is in korte woorden wat die mannen kun
nen aan't hoofd van eene stad. Wat zouden zy
doen aan 't hoofd van een land
't Was voor een talryk en uitgelezen publiek
dat de Eerw. Heer Flamen, pastoor van Meetker-
ke, Dijnsdag achternoen, in de zittingzaal van den
Gemeenteraad van Kortrijk lezing gaf van zijn mi-
modrama dat een der grootste aantrekkelijkheden
van de eeuwfeesten van Oogstmaand zal ziju. Na
een voorwoord dat kort en bondig geheel de ge
schiedenis van don Gulden Sporenslag weorgeeft,
begint de lezing van de verschillige tafereelen.
Het. eerste tafereel gebeurt op de Groote Markt
te Brugge, op een marktdag de burgers redeka
velen over de gebeurtenissen dat tafereel, zeer
levendig, wordt onderbroken door de vlaamsche
minnezangers. Het tooneel sluit met de aankomst
van Breidel en de Coninck. Het tweede eu het
derde tafereel verbeelden het kasteol van Male.
De aanval en de brandstichting van 't kasteel. Dan
komen de vlaamsche ouderlingen, vrouwen en hin
ders uit Brugge verjaagd die om hulp en troost
komen. De legerbenden staan op eu vertrekken
naar Brugge. Het vierde tafereel brengt ons terug
naar Brugge waar wij de intrede bijwonen van
Willem van Juliers en van Gwyde van Namen,
legeroversten van de vlaamsche gemeentemannen.
Het vijfde, zesde en zevenste tafereel hebben de
velden in 't omliggende der Abdij van Groeninghe
voor tooneel. Die tafereelen alleen zouden den vol
len uitslag van het werk verzekeren, 't ls eerst de
aankomst van het vlaamsche leger, de zegening
der soldaten doör den priester, het vertrek naar 't
slagveld. Terwijl meu in de verte het gerucht van
den slag hoort, komen de vlaamsche vrouwen op 't
tooneel, zy gaan de maagd van Groeniughe aan
roepen om de zegepraal aan de vlaamsche leger
benden te verzekeren. Het tafereel eindigt met de
verheerlijking van de zegepraal.
Dat is in 't kort dö uitleg van 't mimodrama.
Blijft de uitvoering ervan eu alles ten goeden ein
de te brengen, "t ls het werk van de inrichters die
borgzyn voor den uitslag.
Dinsdag was het lotingsdag te Aalst, ik zien
altoos die noodlottige dag met het meeste onge
noegen te gemoet, omdat het op dien dag is dat
er het meeste onrust geleden, het meeste gebrast,
en gevloekt wordt. Ik breng hier een woord van
dank toe aan de Gendarmen en hunnen Wacht
meester welke des morgens op het stadhuis de
orde hebben gehandhaafd, ook aan onze Policie
die zoo streng geweest is, op het zingen van on-|
zedige liederen, dat ik mag zeggen dat er bijnal
geene gezongen zijn geweest. Het is te hopen I
dat de nieuwe legerwet, die de dienstjaren vr-
k°rt' de gunsten en de aanwervingen van vr .j-
willigers meer bevordert en hun getal van het I
jaarlijksch contingent aftrekt, allengs die ongc
lukkige bloedwet uit ons land doet verdwijnen,
en met er tijd België een vrijwilligers leger zal I
verschaffen, dat hen eenigste ideaal is v<»ur een I
vrij onzijdig land lijk het onze. Het sp>or eg
bestuur heeft besloten, indetre;ns 'c svcr^lie-1
den met wekelijksche abonnem» -n 1 scheiden
van de andere reizigers. Des uv,oda zullen in do
vertrekstaties de treins, waarvan die werklieden l
zich 's morgens en 's avonds bedienen, verdub-1
beid worden. In andere treins zullen bijzondere I
wagons voor die werklieden voorbehouden wor-1
den. en des noods zullen c wagons bij de treins I
f»evot„'l worden. Die maatregel zal toegepast I
worden van af 15 dezer maand. Maandag I
avond, op den trein, uit Brussel vertrekkende I
ten 6 ure 30, bevond zich de heer Desiré Fobert, I
oud 24 jaren, woonachtig te Leupegem. Omtrent I
Lledekerke, heeft hij zich, in een aanval van I
heete koorts, een revolverschot in het hoofd ge-1
lost. Men heeft zijn lijin d.- statie van Dender- I
leeuw gelegd. De pruts* redering heeft I
aan de katholieke sen n»1 a MVesfhen del
jaarlijksche toelage van 5400 mark ontrokken, I
omdat het godsdienstig onderwijs er aan del
poolsche kinderen in hunne moedertaal gegeven
wordt. De onderwijzers-ontslaggevers van I
1879 vergaderden Zondag te Brasael. Zij heb-1
ben vooreerst eene afgevaardiging gezonden I
naar M. de Trooz, die den achtbaren minister I
een album aanbood en in eene redevoering de
erkentelijkheid uitdrukte van de slachtoffers der I
ongelukswet Ten n ure had de betooging I
plaats ter eere van M. Woeste. Deze nam plaats I
op het verhoog tusschen Mej. Magnette, van I
Brussel en M. Claes, van Brugge, de twee oudste I
ontslaggevers. Cantaten werden uitgevoerd, re-1
de voeringen uitgesproken door MM. Claeys, I
Fichefet en kanunik Noël, een album werd den I
achtbaren Staatsminister aangeboden en ten
slotte bedankte M. Woeste voor de hem bewezen
hulde. Donderdag namiddag hebben al de
personen, die zich in de Kamer bevonden, volks
vertegenwoordigers, dagbladschrijvers, bedien
den, nieuwsgierigen, enz. tien minuten lang I
gevangengezeten. Inderdaad de voorzitter had
voor den eersten keer de nieuwe alarmbel doen
klinken, door op een knop in het bureel te du
wen. Zoodra die bel weerklinkt, doen de portiers
en bewakers al de deuren op slot en de soldaten
der wacht komen, met de bajonnet op het ge
weer, post vatten aan de uitgangen. Het verbod
is uitdrukkelijk niemand mag buitengaan.
Dank aan die maatregelen zou men, indien zulks
noodig was, onmiddelijk al de personen kunnen
onderhooren, die zich in gebouwen der Kamer
bevinden. Te Brussel, had een schilder, een
proces ingespannen tegen den Doudou, door
wiens steert hij tijdens den Reuzenstoet aan het
hoofd gekwetst geweest was, heeft zijn proces
verloren de vrederechter verklaart dat het
slachtoffer maar het hoofd had moeten buipen
gelijk de andere toeschouwers. 'k Wil myne
brief niet sluiten, zonder nog eens geroepen
hebben Leve het vrijwilligersleger
Uwen verkleefden Kozijn,
POLIDOOR.
Miiulwhi.
Vbkbodib ■AJDBCK.
Verhaal uit de Fransche Revolutie
d 0 0
Petrus VAN NX Af'EL.
Bedaar, kind, fluisterde hare moeder zij
heeft u waarschijnlijk niet meer bemerkt dan mij
en ik ben nochtans hare voedsterlinge dit be
let niet, dat zij ons niet meer liefheeftedoch,
mijne dochter, thans is Leonia groot geworden en
zij zal ten onzen opzichte dezellde niet meer zijn
dan ten tijde dat gij als zusters te zamen speeldet.
Heden wordt zy jonkvrouw, uwe meesteresse, ge-
heeten, en wij zijn slechts eenvoudige boeren, aan
haren dienst gehecht.
Het gezond verstand van Magdalena deed haar
het gegronde dezer opmerkingen begrypen en
toch, ondanks haarzelren, verzette het hart zich
tegen eeno zoo pijnlijke ontgoocheling heel den
dag, van uur tot uur, hoopte ze, de zuster, de
vriendin harer jeugd weer te vinden. Doch, de twy-
fel, de hoop, die haar afgewisseld bijbleven, hel
derden zich weldra op en de werkelijkheid van
den toestand was gauw klaar afgeteekend.
Eenige dagen na de aankomst van Leonia, daal
de deze met twee vriendinnen de stoep van het slot
af en trad in den hof na eenige zwenkingen be-
vondt zich het drietal nabij een prieel, waarvan
Magdalena de bloemen besprenkelde. Deze staak
te het werk en groette eerbiedig, wanneer het ge
zelschap aankwam.
Leonia bleef stil.
Weihoe, zyt gij het, Magdalena? kreet ze.
Hoe gj-oot zijtge geworden Ik herkende u bijna
niet meer.
Alhoewel deze woorden al lachende en op be
schermenden toon werden uitgegalmd, was Mag-
daleua er pijnlijk door aangedaan, en antwoordde
zij, niet verwijtend, maar op elk woord druk
kende
O, jonkvrouw, ik had u seffens herkend, hoe
groot gij ook geworden zijt.
Zulks bewijst, dat ik min veranderd ben dan
gij, hernam Leonia, met denzelfden welwillenden
lach, en zij zette haren weg en hare onderhande
ling met het gezelschap voort.
Wanneer zij ver verwijderd was, zuchtte Magda
lena, alsof Leonia nog vóór haar stond
En ik beweer dat gy, Leonia, veranderd zijt..
Anders had gij niet gezegd gijge zouut my, lijk
voorheen, MagdaUna genoemd hebben gij hadt
mij eenen kus afgesmeekt, of liever gij zelf had
mij hartig in de armen gedrukt... O ja, ik had wel
gelijk bij uw afscheid te zeggen, dat, zelfs al
kwaamt ge terug, ik in u mijne zuster niet zou
weêrgevonden hebben...
Hier zullen onze jeugdige lezeressen waarschijn
lijk geneigd zijn, Leonia van trots en ondankbaar
heid te beschuldigen. Zij misgrypen zich evenwel
Leonia had eene edele inborst, een hart tot de
grootste verkleefdheid veil, zooals wij er later het
bewijs zullen van zien doch ze was ongemeen
zwak van aard het mangelde heur volstrekt aan
toegeving, aan stoutheid en moed. Ware zij met
Magdalena alleen geweest, en deze groote deerne
ziende, in plaats van het kind, met hetwelk zij
vroeger speelde, misschieD had zy haar niet dur
ven aanspreken gelijk weleer, en dit niet uit hoog
moed, maar uit verlegenheid en nochtans, indien
Magdalena haar in dit geval had het woord toege-
richt met die vervoering en aaohaligheid van vroe
gere jaren, vliegens had Leonia met opengesprei-
de armen aan hare liefkozingen beantwoord. Edoch
deze gelegenheid deed zich niet voor. Leonia was
te eeniger tijde van hare jonge vriendinnen uit het
pensionnaat vergezeld, en nimmer zou zy zich te
gemeenzaam durven inlaten met eene arme dorpe-
linge en ziehier de reden By hare komst in het
klooster handen de nieuwe gezellinnen den draak
gestoken met heure gewestspraak en de platte-
landsche uitdrukkingen^ die zy, zoo zegde men,
aangenomen had met het verkeer der boerin, in
wier midden zij werd grootgebracht. Ten andere,
wanneer zij, in het bijzijn der vriendinnen, met
Magdalena moest kouten, zou deze natuurlijk die
uitspraak bezigen eu eenige dier gemeene uitdruk
kingen gebruiken, die zoo zeer den lachlust der
leerlingen hadden verwekten deze, heden op
Lorgères verblijvende, zouden waarschijnlyk op
rekening der jeugdige boerin hartelijk lachen
en tot Leonia zeggen
Naar hetgeen wij hooren, zou men mogen
veronderstellen, dat zij het was die u leeren Fransch
spreken heeft.
En het schaamrood zou Leonias wezen bekleu-
ren zij zou blozen voor haar en voor hare... zus
ter.
Zooals men ziet bestond hier hoegenaamd geen
kwade wil. Doch de verloftijd zon die staat van
zaken niet veranderen daarmede moest de tijd
zich gelasten. Metterdaad, de volgende vacantic
kwam Leonia alleen te Lorgères doorbrengen, en
de betrekkingen met hare oude vriendin werden
nu talryk en zeer gemoedelijk. Magdalena, ge
leerd door de overweging en de ondervinding, ver
stond evenwel dat er geen spraak meer kon zijn
van de innige vriendschapsbetrekking der eerste
kinderjaren. Gelukkig als zij was eene oprechte
verkleefdheid, welke zij verloren waande, terug te
vinden, wist zy zich zonder al te veel slaafschheid,
in de laagte te houden, waarin de geboorte haar
tegenover des gravin dochter gesteld had.
Zonder meldenswaardige ve^nderug was die
toestand gebleven, tot op het oogenblik dat deze
geschiedenis ontrolt, 't is te zeggen tot by het hu
welijk van M. Lodewijk de Boisdesmares. Alleen
lijk waren de twee kinderen tot vrouwen opgewas
sen. Volgens grootvaders' oordeel mocht Leonia
een '-eldschoon meisje worden genoemd, met fris-
sche, beroosde wangen, bevallig en zedig van vor
men, slank van leest, het haar waterig blond, de
zaohtblauwe oogappels als twee vlasbloemekens.
Magdalena was eene flinke en struische deerne
zy had ravenzwart haar, zwarte oogappels, roos
kleurige lippen, sneeuwwitte tanden de tint van
het wezen, een ziertje door de zon verzengd, was
hoogrood hare gestalte was w-1 gebouwd de
gang een weinig zwaai-, bleek vast en zeker alles
ademde in haar levenslust <-n Jhud.
Het onderscheid in de uaruu hjkt samenstelling
der twee jonge dochters had waarschijnlyk niet
weinig bijgebracht tot het verschil, dat men in hun
karakter opmerkte. Leonia, zooals wij her bereids
schreven, was zwak, schuchter, wispelturig. Het
verblijf in de abdy had aan deze hare gebreken
niets veranderd neen, de geest had de ontwikke
ling niet bekomeu, die men, vergeleken by het ge
noten onderricht, onderricht, alhoewel zeer on
derscheiden, te veel onderscheiden, welhJat ra aar
nog ver van volledig te zijn ervan mocht ver
wachten. (Vervolgt).