pw maïwm DE ROZENMAAGD IrM. ïfmm ELLENDELINGEN. 1 Het leven en looi van den Cuban Cecil Modes. KONIJNENKWEEKERS 8e Jaargang. Nr 370. 5 CENTIEMEN HET NUMMER. Zaterdag 3 April 1902. Inschrij vingsprijs Een schat van kolen in Belgie. Aankondi- gingsprijs. Slechte Gazetten. Aboanementapnj ▼oor gansch België, franco te huis, 2.60. Voor d» vreemde landen, 6,00. 6 centiemen het num mer. Pakken en brieven hoeven vrachtvrij toegezon den te worden. Alle briefwisselin gen moeten den aijnadag avond op onze bureelen toe gekomen zyn, het blad den woensdag avond terpers gaan de. Ongeteekende brieven worden in de scheurmand ge worpen. Alle postbureelen ont vangen inschrijvin gen, op alle tijd stippen van het jaat De onkosten der kwij tingbriefj es zij u ten laste van den bestemmeling. Men gelieve, by veran dering van woonst, het juist terechtwijs tt zenden. öruhhcr-wilflmr n UufM-Bt ®tnto, Bapéltatraat, 13, tt Aalat 3an Da Meer en meer blijkt het, dat de roode kop stukken 't onmogelijke zullen beproeven om bloed te doen storten. Ze weten echter dat de verantwoordelijkheid van dat bloedvergieten zwaar zou gerekend wor den door het volk en daarom schrijven zij op ▼oorhand hunne eigene ellendige slechtheid aan hunne tegenstrevers toe. Zoo schrijft VooruitAls de regeering nu kwaadaardig, wetens en willens, tot oproer drijft Wat dan En de Peuple zegt van zijnen kant, dat de bloeddorstige roactiounairen 't bloed der werk lieden willen doen storten Wie het niet hoort en ziet, zou niet kunnen gelooven dat er zulke laag gevallen ellendelin gen bestaan als daroode volksdrijvers. De regeering%iyjft tot oproer en wil het werkmansbloed doen storten Om zulke bewering te kunnen vooruitzetten, moet ge tot het laatste greintje eergevoel verlo ren hebben. Iedereen, de socialisten zoowel als wij, weten dat het juist de regeering en de katholieken zijn, die geen oproer willen, cerwijl deze dage lijks gevraagd, gestookt en aan kunne volgelin gen bevolen wordt door de roode ellendelingen. Verbeeld u eene samenwerkende maatschap pij van twaalf bazen-meubelmakers natuurlijk gesticht om samen meubels te vervaardigen. Veronderstel nu dat drie der leden afkomen met de verklaring, dat zij een jaar lang gereedschap pen willen doen vervaardigen door de maat schappij en hunne knechten in oproer zullen brerrgen nis de meerderheid niex*gehooTzaatnt De negen andere leden der maatschappij zul len daar natuurlijk niet aan toegeven. Maar dan jagen die drie eigenzinnige leden hunne knech ten op en doen hen, in de maatschappij alles kort cn klein slaan. I)e negen andoren verdedi gen hun eigendom en hun leven een gevecht in regel heeft plaats en er wordt bloed gestort. Wie zyn schuldig aau deze bloedstorting De drie onwilligen, die slechts 't vierde der maatschappij uitmaken, zeg 't gezond verstand. Neen, de drij vierden der leden, die niet heb ben willen toegeven aan den schadelijken eisch van het andere één vierde en aldus naar den op roer gedreven hebben, verklaren de roode kop stukken aan hunne snullen van lezers. Want juist gelijk die drij van de twaalf, zoo handelen de socialisten tegenover het land, voor hetwelk de Kamers ernstige wetten te maken hebben, die dringend noodzakelijk zijn, gelij k de wet op de arbeidsongevallen, op de zondag - rust, op de regeling van den arbeid der volwas - senen, op het alkolism, enz. De socialisten, die slechts 't vierde zijn van de wetgevende macht, roepen echter het land toe Neen, geen ernstige wetten voor het volk wij willen alle wetgeving beletten en 's lands geld en tijd verbeuzelen aan ongevraagde grond wetsherziening. En als gy aan onzen wil niet gehoorzaamt, zullen wij onze slaven in oproer brengen tegen het land, maar gij, die ons niet wilt gehoorzamen, zult de schuld dragen van het bloed dat er zou kunnen gestort worden. Zoo spreken de socialisten en daarom schrij ven zij in de Peuple en in Vooruit, dat de re geering tot oproer drijft en werkmansbloed wil doen storten. j Ei n telegram uit de Kaap meldt dat Cecil 1 Rhodes, de groote goudman, de Napoleon van de K up, woensdag overleden is. In de laatste j tijden werd zijn naam nog al eens herhaald om dat men hem aanzag als de ergste aanstoker van den 'iransvaalschen oorlog. De groote Rijkaard was overigens een zonder- j ling persoon, hij bekommerde zich weinig met hetgt en er in de wereld omging, hij leefde alleen voor zich zelve, goud goud en nog goud was zijn eeuwige droom, zijn drift, laat ons zeggen I zijne ziekte. Streng en brutaal was hij tegenover anderen, en hij bekommerde er zich niet het minste om. Beleefd zijn, aanzag hij eenvoudig voor dwaasheid. Van zijne kleeding maakte hij niets, een oud versleten hoed, korte vest waren zijn onveranderlijk kostuum, nooit droeg hij geld op zak, brieven beautwoordde hij nooit, wel 1 eens een telegram, doch dit was alles, j In 1871 kwam hij arm, mager en bleek in de 1 Kaap aan, de dokters hadden hem veroordeeld daar zij hem aan de tering dachten te lijden en raadden hem aan eene andere luchtstreek in te gaan. Zoo kwam hij bij zijn broeder die eene hoef bcteulde te Natal, denkende dat het klimaat van Afrika hem zou genezen. Diezelfde magere teedere jongeling was Cecil Rhodes, nauwelijks was hij in Natal of hij hoorde het rare nieuws vertellen dat de zwartin diamanten gevonden hadden, aan gene zijde van Natal. De jougc Rhodes, en zijn oudere broeder noch geld noch middelen hebbend, besloten hunne lioe\4e te'vëFfcoöpftïf en met het' geld Tochten zy j een groot terrein waar het goud was ontdekt, De oudere broeder meer waaghals dan de jon- !- gere, trok nog altijd hooger en hooger in 't uoor- i den waar hij zijne dood vonl, Cecil Rhodes bleef dus alleen, hij was toen nog maar 20 ja- reu, gansch alleen meester en eigenaar van do goudmijn. De gevonden mijnen ontginnen was niet moei lijk, een dozijn negers groeven den put eu kap ten op zekere diepte gekomeu de -harde blauwe grondlaag met piochen van een, het was in deze blauwe harde steenen dat het goud was ontdekt. Deze steenen werden aan Cecil Rhodes, den mijnkoning gebracht, welke onder eene eenvou dige teut aan eene groote tafel met zijn nagels de blauwe brokken zorgvuldig onderzocht, om er het goud of de diamanten te ontdekken. Droevig stieltje zou men zeggen, maar als men er zijnen kost maar mee wint. Veel gewag werd er in het eerst niet van gemaakt. Op twee jaren was hij rijk, het eerste gebruik dat bij van zijn rijkdom maakte was zijne op voeding en geleerdheid te voltrekken. Uit de opgedane kennissen trok hij later alle voordee- len om zijne goud- en diamantmijnen ten nutte te makeu, hoe meer zyue schatten op fabelach tige wijze aangroeiden, hoe heviger zijn drift werd, en zoo werd hij moedig de Cresus, de groote geld koning van de Kaap. Goud I Goud altoos goud waren het «enige streven van Cecil Rhodes, zijn fabelachtige rijkdommen hadden hem eene macht gegeven en eenen invloed op de geldkoersen van Amerika en Europa, dat hij even als een Rotschild, nog meer zelfs, de koer sen op do beurzen kon doen dalen en klimmen naar willekeur. Eens op die hoogte geraakt was het niet moeilijk meer zyne rajkdommen gedurig hooger eu hooger op tejagen^ Om de waarheid te zeggen,*Cecil Rhodes was een werker, van zes ure 's iRorgeus was hij te been, las zijne correspondenties, pmn trok hij op jacht met zijnen hond of dffed eene groote rij- koers te paard. Van die toctót teruggekeerd, na een goed maal en een glas champagne genomen te hobben, trok hij aan het *werk en kon den ganschen dag voortwerken zonder dat zijne zenu wen ooit overspannen geraakten. In 1884 werd Cecil Rhode^ algeftneene schat bewaarder der Kaapkolonie en bestierde als dus danig alle financieelo en po'fitieke werken der Kaap. Laat ons zeggen dat hfj in de laatste vijf jaren eenen buiteugewonen zegepraal heeft be haald, het terrein waarover hij het gebied uit oefende bestond uit een half millioen vierkante mijlen en was dus grooter dan Frankrijk en Duitschland te zamen. De Sociëteit John Cockerill te Seraing heeft op hare beurt eene aanvraag tot vergunning van koolmijnen gedaan beslaande 1876 hecta ren onder de gemeente Wijshaegen, Asch, Op- glabbeek en Genck. Thans bevindt sich onder het grondgebied Opglabbeek^geen voet grond meer die niet tot benuttiging der koolnijver heid is aangevraagd. Zoo de opzoekingen langs den Donderslag en te Gruittbde goede uitsla gen geven, dan is het duidelijk bewezen dat het gansch grondgebied dezer gemeente aan de brandbare delfsiof rijk is. Daarenboven blijkt uit de ontledingen, "cL bijna telkens bij iedere ontdekking, zelfs bij iedere koollage derzelfde opening gedaan wordt, de brandkool van de beste hoedanig heid is. Er werd vastgesteld dat de koolmijn van S1® Margeurite bij Luik voor het ijzersme den gebruikt wordt, dus vet is. Wij legden vroeger bloot dat de zoo gezegde koolstreek eene ongeveer rechte lijn vormt, aanvang nemende (tot heden altijd) onder de gemeente Opglabbeek tusschen den alomge- kenden Aulsberg en het kasteel de Schans (Opoeteren) om den waterloop die oorsprong neemt te Waterschei, Genck, te volgen, en van dit punt volgt de koolstreek in ongeveer rechte lijn op Houthalen, Zolder en Beeringen. In deze gemeente is de grond tot de proefbo ring verledene week aangekocht geworden. Nu vroeg men zich welke breedte zal die koolstreek hebben De proefnemingen geven den gunstigsten uitval omtrent die vraag. De boring in de breedte heeft kool doen ontdek ken op het grondgebied van Mechelen a/m wel is waar op de scheiding dier gemeente en der gemeente Asch, anderhalve uur gaans naar Mechelen, maar toch drie kilometers en half van de voornoemde rechte li]n. Dat er een ein de aan de breedte komt is aldaar bewezen, men heeft zonder uitslag boringen begonnen meer dicht op Mechelen. Men is er opgebroken omdat de steenlagen geen gunstigen uitval be loofden. Van de overzijde, heeft de booreige- naar Verbunt, directeur Mizka te Opglabbeek ter plaatse genaamd J oosten -Vijver, niet ver re van de welgekende Moorsbergen, op drie kilometers der voornoemde rechte lijn deze dagen rijke koolgroeven ontdekt. Verleden Maandag bestatigde de Hoofdingenieur der mijnen de i6c lage ter dikte van 1 m. 05 centi meters. Proefnemingen zijn thans ondernomen op eene meer verwijderde breedte, aan den j Dondeslag en te Gruitrode, zijnde beide plaat sen op anderhalve uur verwijderd van de voor bepaalde rechte lijn. Zoo de ondernemingen op deze twee plaatsen goeden uitslag geven dan is, altijd tot heden, eene breedte bepaald van twee uren gaans op eene lengte van ongeveer zeven uren gaans. Oordeelen wij thans over de hoeveelheid kool die aan de nieuwe nijverheid kan gele verd worden. Laat ons eene oppervlakkige be rekening maken, tot grondslag nemende de proefplaats op de Hoef te Opglabbeek. Aldaar is te beginnen op eene diepte van 506 meters ontdekt 13 lagen, samengenomen dik te van 7 meters, dat maakt onder eene hectare 10,000 V M maal 7 V M is gelijk aan 70,000 kubiek meters steenkool per hectare. Opglabbeek kan dan aan kool rijk zijn 2500 maal 70.000 k. m. makende het verbazend ge tal 175,000.000 kubieke meters steenkool zeg ge honderd vijf en zeventig millioen kub. me ters. Iets wat te verwonderen is, is dat, de mis lukking te Mechelen a/M uitgenomen, (en dat kan nog beteren) men overal, waar de boor werktuigen geworden, tot den besten uitslag is geraakt. Wij mogen ook niet nalaten in het Duitsche volk vernuft en wilskracht in die harde en straffe werken te erkennen. Zij strijden met onversaagdheid, en tevens met het fijnste be leid, tegen de meest weerstandbiedende steen- van den ondergrond Vonnissen I rr. den kleineu regel. Aankondigingen tusschen de nieuws tijdingen 20 cen tiemen per regel. Aankondigingen op de 3® blz.10 cen tiemen den regel. Annoncen op de 4* bladz. worden bere kend volgen» plaats ruimte. Voor de advertentiën buiten de provincie Oost- V laanderen zich uit sluitend te wenden tol bet OJlce de Pu- blicité, Rue da Ia Madeleine, Brussel. De geabonneer de» hennen 't recht een maal per jaar eene annonce van 5 regels te plaatsen* die viermaal achter eer volgens zal ver schijnen. Rucht- baarmakingen in te zenden vóoc 's Maandaags. meê niets meer te verdienen is, zal ik aan oen ander zeel trekken. Opgepast dus met de slechte gazetten en boe keu Zij doen oneindig veel kwaad, zij bederven de lezers, brengen opstand en wanorde in de huisg ezinnen en zij zijn de ondergang der fami- liën. Zij zijn daarom ook streug verboden. Zelfs de heidenen begrepen bet gevaar der slechte ge schriften. Valerius Maximus verhaalt dat, op bevel van den Roomschen Senaat, de geschriften tegen den heidenschen godsdienst uitgegeven, publiek voor de oogen van 't volk verbrand werden. Hoeveel ongelukkigen hebben op 't schavot niet bekend, dat de lezing van slechte boeken eu gazetten de oorzaak was geweest van hunne misdaden en van bun ongeluk Nooit werden de Religie, de Kerk, de Paus en de Priesters gemeener en trouweloozer aange rand dan heden door de gazetten, die liegen en lasteren, en die weten dat zy liegen en lasteren en toch doen omdat zij daarvoor betaald zijn. Hoeveel slechte schrijvers zouden wij niet kunnen aanhalen, die hunne eigeno schriften schandvlekken De vuile Voltaibe schryft als volgt Ik heb mijn leven doorgebracht met een hoop voddeboeken te schrijven, waarvan de helft nooit het licht had mogen zien. Een advokaat zegde dat zijn zoon de hoeken van Voltaire gelezen had. Voltaire antwoordde hem op verwijtenden toon Ge hadt beter ge daan uwen zoon den catechismus te leeren. J. J. Rousseau zegde dat de jonge dochter die eene bladzijde leest van zijn boek over de opvoeding, bedorven is en verloren, en hij voeg de er nog bij Ik kan geen enkel mijner boe ken zonder ijzing aanschouwen. Didebot, een vriend van Voltaire, schreef slechte boeken, maar verborg ze zorgvuldig voor zijne dochter en verbood haar zo aan te raken. Alexander Dumas zegt van een zijner too- neelstukken Wee de dochter die dit stuk zal zien spelen 1 Zij is zedelijk verloren. De opstelleb van een slecht gazetje bekende rechtuit dat hij geen woord geloofde van al wat hij tegen Kerk en Priesters schreef, dat hij wist dat hij leugens en laster verspreidde, maar zoo ging hy voort, tegen de Pastoors blaffen, dat doet htden centen in 't zaksken rollen, als daar- Verledene week is in al de bladen van de rood-blauwe vuilpers een epistel verschenen van een drietal typen, wien, in hunne eigene omge ving, nog slechts bespotting ten deel valt. Dat stuk was tot M. Woeste gericht. Waarom Daar weten wij niets van en de on derteekenaars heel zeker ook niet. Het bevat echter de volgende domheden. Sedert 1884 werden meer dan 1000 goede scholen afgeschaft n 400 gemeenten werden van alle gemeente onderwijs beroofd ti 1200 scholen voor volwassenen verdwenen n 200 kindertuinen werden afgeschaft Het gevolg daarvan was dat 1500 onderwij zers iii beschikbaarheid werden gesteld bij af schaffing van bediening 3500 onderwijzers zagen hun reeds mager loon nog verminderd 1500 onderwijzers verloren hunne wedde voor de leergangen voor volwassenen 200 frcebel-onderwijzeressen werden in be schikbaarheid gesteld n Meer dan 5000 menschen in hunne brood winning getroffen zonder nog te spreken van de onnoemelijke ellende, de vervolgingen der vijan den van het openbaar onderwijs, de tallooze pla gerijen aan dewelke de officieele onderwijzers bloot stonden van wege de papen en hurr.o knechten. De bladen der vuilpers, die dezeu rimram op namen, hielden eenvoudig hunne lezers voor den aap. Het vertelseltje der liberale onderwijzers, die het slachtoffer zouden geweest zijn van de kleri kale regeering is een versleten grap geworden. De liberale regeering van 1879 plaatste de katholieke onderwijzers tusschen de miskenning hunner gewetensplichten of hun ontslag en wierp hen zonder eenige hulpmiddels aan de deur. De katholieke regeering heeft integendeel vette wachtgelden toegekend aan de liberale on derwijzers, die in beschikbaarheid gesteld wa ren, door het afschaffen van hunnen nutteloo- zen post. Velen van deze begrootingslikkers ge bruikten maar hunne ledige school om er konij - nen in te kweeken. Hunne aanstelling was, van wege de liberale regeerders, niets anders dan eene schandelijke uitbuiting van de Staatskas geweest. Wat de bewering aangaat, als zou de katho lieke regeering moedwillig het getal onderwij- 14 Mbhsblwkkk. Vebboden kabbuk. Verhaal uit de Fransche Revolutie DOOR Petras VAN NUFFEL. KI Onverschillig 1 hernam de jonge vrouw gij, evenals ik, ik ben er van overtuigd, moet de aangeboden diensten van Bonvalet met verach ting van de hand stooten... Doch kunnen we niet ontsnappen We zijn immers verwittigd en bij machte des nachts het kasteel te ontvluchten om ons verdoken te houden tot na deze troebele tij den... O, mijn kind, antwoordde de gravin, ware zoo'n ontwerp kunnen uitgevoerd worden, ik iad de eerste geweest om het voor te stellen. Verbeeld u echter de vlucht van een lammen grijsaard, van mijn kranken echtgenoot, van een minderjarig kind 1 En dan, geen twee mijlen ver zouden we geraken zonder in de handen des vij- ands te vallen. Ten andere, werwaarts zouden we onze schreden richten en eene schuilplaats, etn onderkomen vinden, dat ons genoegzaam be schut tegen de vervolgingen des bloeddorstigen oproerling Ah 1 kreet Mev. Lodewijk, ware mijn man en zijn broeder thans hier om ong te bescher men Helaas 1 mijn kind, wat vermogen mijne brave kinderen alleen tegen eene sterke bent ge wapende gendarmenen soldaten?.. Zij zouden, in den ongelijken strijd, den dood vinden, zonder ons de minste hulp te kunnen gunnen. Beter is het, dat ze ny, de tegenstand nog niet geregeld zijnde, van hier verwijderd zijn want hunne tegenwoordigheid ware ons meer schadelijk dan voordeelig... Onderwerpen wij ons-aan het lot; stellen wij onze hoop en betrou wen op God, op Hem, die ons geen kruis zal overzenden, zoo zwaar, dat wij het niet zullen kunnen torsen. VIJFDE HOOFDSTUK. Onder het Schrikbewind. Terwijl de gravin de Boisdesmares hare schoondochter voorbereidde op de gebeurtenis sen, die zouden volgen en vanwelke ze bereids verwittigd was geworden, waren al de uitgangen van het kasteel reeds bezet door de Nationale wachten en de gendarmen van Ancenis. De ge wapende macht wachtte nog slechts op de komst van den Kommissaris van het Uitvoerend be wind, om het slot te overweligen en het van on der tot boven te doorzoeken. Eindelijk verscheen de hooggeplaatste ambtenaar, vergezeld van zij - nen geheimschrijver en eenige onbekenden, die, met fierheid, eene roode politiemuts op het eene oor droegen en met de optelling gelast waren of, liever, als spionnen dienst deden. Deze schaar zette zich op weg, drong door het neêrhof en be klom den grooten trap. De gravin eindigde juist den zin waarmeê wij het laatste hoofdstuk sloten, wanneer zij verward gerucht hoorde, Schep moed, mijne dochter zei ze waar schijnlijk het bezoek, waarvan ik u kom te spre ken. Aireede 1 kreet de jonge edel vrouw. En zy verbleekte. Terzelfder tijd vloog de deur van het salon open, en de Kommissaris der Republiek ver scheen op den dorpel... Het was Bonvalet 1... Burgeressen, sprak deze, zonder groeten, zonder het hoofd te ontblooten ge zult mij ver ontschuldigen zoo ik mij zonder voorafgaande verwittiging aanbied edoch.... Burger-kommissaris, onderbrak eenén der roode mutsen op barschen toon men heeft geen verontschuldiging van noode, wanneer men in den naam der eene en onverdeelbare Republiek aanklopt, ten einde de wetten en besluiten van 't Comiteit voor 't openbaar Heil te voeren. En vooral, wanneer men zich aanbiedt bij gewezen edelen, niet ten onrechte verdacht van oproerige complotten te smeden en pogingen aan te wenden om Lodewijk Capet uit zijn gevang te verlossen. Citoyen Brutus, beet Bonvalet den onbe- §choften Jacobijn toe ik weet op welke wijze de bevelen van hot Comiteit uit te voeren zijn naar de letter zal ik mij voorgeschreven orders volbrengen en het is aan u niet, boort ge mij te leeren hoe ik mijnen plicht en de mij toever trouwde zendiug moet vervullen gy zijt hier mijn knecht, gesteld om orders te outvuugen, geenszins om er my te geven. Brutus grommelde iets onverstaanbaar tus schen de tanden, net ais een bulhond, door de stem zyns meesters den muil gestopt, die nog eenige oogenblikken grijnt alvorens te zwijgen. Zonder meer belang aan dit tusschengeval te hechten, deed Bonvalet teeken aan het gevolg, in den gang stil te blijven. Daarna trad hij in het salon eenige stappen vooruit, eu zich tot de gravin wendende Burgeres Boisdesmares, zegde hij ik ben gelast over te gaan tot de aanhouding van u, van uwe schoondochter, en uwe dochter, die ik hier tegenwoordig zie, alsmede tot de gevangen neming van burger Lorgères, uw vader, en deze der burgers Boisdesmares, uw echtgenoot en uw zoon, vooraleer eenig onderzoek te doen, verzoek ik u, mij te zeggen waar deze burgers zich be vinden. Mijnheer, stamelde de gravin... Maar te- naawernood was dit woord uit haren mond, of een afkeurend gemompel kwam van den kant der deur, en men hoorde de schimpende stem van Brutus Hé ze noemt hem mijnheer Zijn er nog heeren ik ken er geen eenen meer dan mijnen hond, wien ik dezen naam gaf. Wij heeten onze kat gravin schertste een soldaat. Stilte schreeuwde Bonvalet, cn hy sloeg een grammoedige blik op de bent. Dau ging hij voort Burgeres, ge vergeet dat de benamingen mevrouw mijnheer, jonkvrouw, afgeschaft zijn, even als alle andere titels van dien aard een vrijvelk waardig, noemt men iedereen bur ger of burgeres Ik verzoek u dus, wanneer ge mij het woord toestuurd, zulks in acht te ne men. Ge zult mij die misslag der gewoonte wel willen vergeven, antwoordde de gravin kalm in het vervolg zal ik pogen mij naar de nieuwe voorschriften te schikken. ('t Vervolgd).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1902 | | pagina 1