pw
maïwm
DE ROZENMAAGD
IrM.
ïfmm
ELLENDELINGEN. 1 Het leven en looi van den
Cuban Cecil Modes.
KONIJNENKWEEKERS
8e Jaargang. Nr 370.
5 CENTIEMEN HET NUMMER.
Zaterdag 3 April 1902.
Inschrij
vingsprijs
Een schat van
kolen in Belgie.
Aankondi-
gingsprijs.
Slechte Gazetten.
Aboanementapnj
▼oor gansch België,
franco te huis, 2.60.
Voor d» vreemde
landen, 6,00. 6
centiemen het num
mer. Pakken en
brieven hoeven
vrachtvrij toegezon
den te worden.
Alle briefwisselin
gen moeten den
aijnadag avond op
onze bureelen toe
gekomen zyn, het
blad den woensdag
avond terpers gaan
de. Ongeteekende
brieven worden in
de scheurmand ge
worpen. Alle
postbureelen ont
vangen inschrijvin
gen, op alle tijd
stippen van het jaat
De onkosten der
kwij tingbriefj es zij u
ten laste van den
bestemmeling. Men
gelieve, by veran
dering van woonst,
het juist terechtwijs
tt zenden.
öruhhcr-wilflmr
n UufM-Bt ®tnto, Bapéltatraat, 13, tt Aalat
3an Da
Meer en meer blijkt het, dat de roode kop
stukken 't onmogelijke zullen beproeven om
bloed te doen storten.
Ze weten echter dat de verantwoordelijkheid
van dat bloedvergieten zwaar zou gerekend wor
den door het volk en daarom schrijven zij op
▼oorhand hunne eigene ellendige slechtheid aan
hunne tegenstrevers toe.
Zoo schrijft VooruitAls de regeering nu
kwaadaardig, wetens en willens, tot oproer
drijft Wat dan
En de Peuple zegt van zijnen kant, dat de
bloeddorstige roactiounairen 't bloed der werk
lieden willen doen storten
Wie het niet hoort en ziet, zou niet kunnen
gelooven dat er zulke laag gevallen ellendelin
gen bestaan als daroode volksdrijvers.
De regeering%iyjft tot oproer en wil het
werkmansbloed doen storten
Om zulke bewering te kunnen vooruitzetten,
moet ge tot het laatste greintje eergevoel verlo
ren hebben.
Iedereen, de socialisten zoowel als wij, weten
dat het juist de regeering en de katholieken
zijn, die geen oproer willen, cerwijl deze dage
lijks gevraagd, gestookt en aan kunne volgelin
gen bevolen wordt door de roode ellendelingen.
Verbeeld u eene samenwerkende maatschap
pij van twaalf bazen-meubelmakers natuurlijk
gesticht om samen meubels te vervaardigen.
Veronderstel nu dat drie der leden afkomen met
de verklaring, dat zij een jaar lang gereedschap
pen willen doen vervaardigen door de maat
schappij en hunne knechten in oproer zullen
brerrgen nis de meerderheid niex*gehooTzaatnt
De negen andere leden der maatschappij zul
len daar natuurlijk niet aan toegeven. Maar dan
jagen die drie eigenzinnige leden hunne knech
ten op en doen hen, in de maatschappij alles
kort cn klein slaan. I)e negen andoren verdedi
gen hun eigendom en hun leven een gevecht in
regel heeft plaats en er wordt bloed gestort. Wie
zyn schuldig aau deze bloedstorting
De drie onwilligen, die slechts 't vierde der
maatschappij uitmaken, zeg 't gezond verstand.
Neen, de drij vierden der leden, die niet heb
ben willen toegeven aan den schadelijken eisch
van het andere één vierde en aldus naar den op
roer gedreven hebben, verklaren de roode kop
stukken aan hunne snullen van lezers.
Want juist gelijk die drij van de twaalf, zoo
handelen de socialisten tegenover het land, voor
hetwelk de Kamers ernstige wetten te maken
hebben, die dringend noodzakelijk zijn, gelij k
de wet op de arbeidsongevallen, op de zondag -
rust, op de regeling van den arbeid der volwas -
senen, op het alkolism, enz.
De socialisten, die slechts 't vierde zijn van
de wetgevende macht, roepen echter het land
toe Neen, geen ernstige wetten voor het volk
wij willen alle wetgeving beletten en 's lands
geld en tijd verbeuzelen aan ongevraagde grond
wetsherziening. En als gy aan onzen wil niet
gehoorzaamt, zullen wij onze slaven in oproer
brengen tegen het land, maar gij, die ons niet
wilt gehoorzamen, zult de schuld dragen van het
bloed dat er zou kunnen gestort worden.
Zoo spreken de socialisten en daarom schrij
ven zij in de Peuple en in Vooruit, dat de re
geering tot oproer drijft en werkmansbloed wil
doen storten.
j Ei n telegram uit de Kaap meldt dat Cecil
1 Rhodes, de groote goudman, de Napoleon van
de K up, woensdag overleden is. In de laatste
j tijden werd zijn naam nog al eens herhaald om
dat men hem aanzag als de ergste aanstoker van
den 'iransvaalschen oorlog.
De groote Rijkaard was overigens een zonder-
j ling persoon, hij bekommerde zich weinig met
hetgt en er in de wereld omging, hij leefde alleen
voor zich zelve, goud goud en nog goud was
zijn eeuwige droom, zijn drift, laat ons zeggen
I zijne ziekte. Streng en brutaal was hij tegenover
anderen, en hij bekommerde er zich niet het
minste om. Beleefd zijn, aanzag hij eenvoudig
voor dwaasheid. Van zijne kleeding maakte hij
niets, een oud versleten hoed, korte vest waren
zijn onveranderlijk kostuum, nooit droeg hij
geld op zak, brieven beautwoordde hij nooit, wel
1 eens een telegram, doch dit was alles,
j In 1871 kwam hij arm, mager en bleek in de
1 Kaap aan, de dokters hadden hem veroordeeld
daar zij hem aan de tering dachten te lijden en
raadden hem aan eene andere luchtstreek in te
gaan. Zoo kwam hij bij zijn broeder die eene
hoef bcteulde te Natal, denkende dat het klimaat
van Afrika hem zou genezen. Diezelfde magere
teedere jongeling was Cecil Rhodes, nauwelijks
was hij in Natal of hij hoorde het rare nieuws
vertellen dat de zwartin diamanten gevonden
hadden, aan gene zijde van Natal.
De jougc Rhodes, en zijn oudere broeder noch
geld noch middelen hebbend, besloten hunne
lioe\4e te'vëFfcoöpftïf en met het' geld Tochten zy
j een groot terrein waar het goud was ontdekt,
De oudere broeder meer waaghals dan de jon-
!- gere, trok nog altijd hooger en hooger in 't uoor-
i den waar hij zijne dood vonl, Cecil Rhodes
bleef dus alleen, hij was toen nog maar 20 ja-
reu, gansch alleen meester en eigenaar van do
goudmijn.
De gevonden mijnen ontginnen was niet moei
lijk, een dozijn negers groeven den put eu kap
ten op zekere diepte gekomeu de -harde blauwe
grondlaag met piochen van een, het was in deze
blauwe harde steenen dat het goud was ontdekt.
Deze steenen werden aan Cecil Rhodes, den
mijnkoning gebracht, welke onder eene eenvou
dige teut aan eene groote tafel met zijn nagels
de blauwe brokken zorgvuldig onderzocht, om er
het goud of de diamanten te ontdekken. Droevig
stieltje zou men zeggen, maar als men er zijnen
kost maar mee wint. Veel gewag werd er in het
eerst niet van gemaakt.
Op twee jaren was hij rijk, het eerste gebruik
dat bij van zijn rijkdom maakte was zijne op
voeding en geleerdheid te voltrekken. Uit de
opgedane kennissen trok hij later alle voordee-
len om zijne goud- en diamantmijnen ten nutte
te makeu, hoe meer zyue schatten op fabelach
tige wijze aangroeiden, hoe heviger zijn drift
werd, en zoo werd hij moedig de Cresus, de
groote geld koning van de Kaap. Goud I Goud
altoos goud waren het «enige streven van Cecil
Rhodes, zijn fabelachtige rijkdommen hadden
hem eene macht gegeven en eenen invloed op de
geldkoersen van Amerika en Europa, dat hij
even als een Rotschild, nog meer zelfs, de koer
sen op do beurzen kon doen dalen en klimmen
naar willekeur. Eens op die hoogte geraakt was
het niet moeilijk meer zyne rajkdommen gedurig
hooger eu hooger op tejagen^
Om de waarheid te zeggen,*Cecil Rhodes was
een werker, van zes ure 's iRorgeus was hij te
been, las zijne correspondenties, pmn trok hij op
jacht met zijnen hond of dffed eene groote rij-
koers te paard. Van die toctót teruggekeerd, na
een goed maal en een glas champagne genomen
te hobben, trok hij aan het *werk en kon den
ganschen dag voortwerken zonder dat zijne zenu
wen ooit overspannen geraakten.
In 1884 werd Cecil Rhode^ algeftneene schat
bewaarder der Kaapkolonie en bestierde als dus
danig alle financieelo en po'fitieke werken der
Kaap. Laat ons zeggen dat hfj in de laatste vijf
jaren eenen buiteugewonen zegepraal heeft be
haald, het terrein waarover hij het gebied uit
oefende bestond uit een half millioen vierkante
mijlen en was dus grooter dan Frankrijk en
Duitschland te zamen.
De Sociëteit John Cockerill te Seraing heeft
op hare beurt eene aanvraag tot vergunning
van koolmijnen gedaan beslaande 1876 hecta
ren onder de gemeente Wijshaegen, Asch, Op-
glabbeek en Genck. Thans bevindt sich onder
het grondgebied Opglabbeek^geen voet grond
meer die niet tot benuttiging der koolnijver
heid is aangevraagd. Zoo de opzoekingen langs
den Donderslag en te Gruittbde goede uitsla
gen geven, dan is het duidelijk bewezen dat
het gansch grondgebied dezer gemeente aan de
brandbare delfsiof rijk is.
Daarenboven blijkt uit de ontledingen, "cL
bijna telkens bij iedere ontdekking, zelfs bij
iedere koollage derzelfde opening gedaan
wordt, de brandkool van de beste hoedanig
heid is. Er werd vastgesteld dat de koolmijn
van S1® Margeurite bij Luik voor het ijzersme
den gebruikt wordt, dus vet is.
Wij legden vroeger bloot dat de zoo gezegde
koolstreek eene ongeveer rechte lijn vormt,
aanvang nemende (tot heden altijd) onder de
gemeente Opglabbeek tusschen den alomge-
kenden Aulsberg en het kasteel de Schans
(Opoeteren) om den waterloop die oorsprong
neemt te Waterschei, Genck, te volgen, en
van dit punt volgt de koolstreek in ongeveer
rechte lijn op Houthalen, Zolder en Beeringen.
In deze gemeente is de grond tot de proefbo
ring verledene week aangekocht geworden.
Nu vroeg men zich welke breedte zal die
koolstreek hebben De proefnemingen geven
den gunstigsten uitval omtrent die vraag. De
boring in de breedte heeft kool doen ontdek
ken op het grondgebied van Mechelen a/m wel
is waar op de scheiding dier gemeente en der
gemeente Asch, anderhalve uur gaans naar
Mechelen, maar toch drie kilometers en half
van de voornoemde rechte li]n. Dat er een ein
de aan de breedte komt is aldaar bewezen,
men heeft zonder uitslag boringen begonnen
meer dicht op Mechelen. Men is er opgebroken
omdat de steenlagen geen gunstigen uitval be
loofden. Van de overzijde, heeft de booreige-
naar Verbunt, directeur Mizka te Opglabbeek
ter plaatse genaamd J oosten -Vijver, niet ver
re van de welgekende Moorsbergen, op drie
kilometers der voornoemde rechte lijn deze
dagen rijke koolgroeven ontdekt. Verleden
Maandag bestatigde de Hoofdingenieur der
mijnen de i6c lage ter dikte van 1 m. 05 centi
meters. Proefnemingen zijn thans ondernomen
op eene meer verwijderde breedte, aan den
j Dondeslag en te Gruitrode, zijnde beide plaat
sen op anderhalve uur verwijderd van de voor
bepaalde rechte lijn. Zoo de ondernemingen op
deze twee plaatsen goeden uitslag geven dan
is, altijd tot heden, eene breedte bepaald van
twee uren gaans op eene lengte van ongeveer
zeven uren gaans.
Oordeelen wij thans over de hoeveelheid
kool die aan de nieuwe nijverheid kan gele
verd worden. Laat ons eene oppervlakkige be
rekening maken, tot grondslag nemende de
proefplaats op de Hoef te Opglabbeek.
Aldaar is te beginnen op eene diepte van 506
meters ontdekt 13 lagen, samengenomen dik
te van 7 meters, dat maakt onder eene hectare
10,000 V M maal 7 V M is gelijk aan 70,000
kubiek meters steenkool per hectare.
Opglabbeek kan dan aan kool rijk zijn 2500
maal 70.000 k. m. makende het verbazend ge
tal 175,000.000 kubieke meters steenkool zeg
ge honderd vijf en zeventig millioen kub. me
ters.
Iets wat te verwonderen is, is dat, de mis
lukking te Mechelen a/M uitgenomen, (en dat
kan nog beteren) men overal, waar de boor
werktuigen geworden, tot den besten uitslag is
geraakt.
Wij mogen ook niet nalaten in het Duitsche
volk vernuft en wilskracht in die harde en
straffe werken te erkennen. Zij strijden met
onversaagdheid, en tevens met het fijnste be
leid, tegen de meest weerstandbiedende steen-
van den ondergrond
Vonnissen I rr.
den kleineu regel.
Aankondigingen
tusschen de nieuws
tijdingen 20 cen
tiemen per regel.
Aankondigingen op
de 3® blz.10 cen
tiemen den regel.
Annoncen op de 4*
bladz. worden bere
kend volgen» plaats
ruimte. Voor de
advertentiën buiten
de provincie Oost-
V laanderen zich uit
sluitend te wenden
tol bet OJlce de Pu-
blicité, Rue da Ia
Madeleine, Brussel.
De geabonneer
de» hennen 't recht
een maal per jaar
eene annonce van 5
regels te plaatsen*
die viermaal achter
eer volgens zal ver
schijnen. Rucht-
baarmakingen in te
zenden vóoc 's
Maandaags.
meê niets meer te verdienen is, zal ik aan oen
ander zeel trekken.
Opgepast dus met de slechte gazetten en boe
keu Zij doen oneindig veel kwaad, zij bederven
de lezers, brengen opstand en wanorde in de
huisg ezinnen en zij zijn de ondergang der fami-
liën.
Zij zijn daarom ook streug verboden. Zelfs de
heidenen begrepen bet gevaar der slechte ge
schriften. Valerius Maximus verhaalt dat, op
bevel van den Roomschen Senaat, de geschriften
tegen den heidenschen godsdienst uitgegeven,
publiek voor de oogen van 't volk verbrand
werden.
Hoeveel ongelukkigen hebben op 't schavot
niet bekend, dat de lezing van slechte boeken
eu gazetten de oorzaak was geweest van hunne
misdaden en van bun ongeluk
Nooit werden de Religie, de Kerk, de Paus en
de Priesters gemeener en trouweloozer aange
rand dan heden door de gazetten, die liegen en
lasteren, en die weten dat zy liegen en lasteren
en toch doen omdat zij daarvoor betaald zijn.
Hoeveel slechte schrijvers zouden wij niet
kunnen aanhalen, die hunne eigeno schriften
schandvlekken
De vuile Voltaibe schryft als volgt
Ik heb mijn leven doorgebracht met een hoop
voddeboeken te schrijven, waarvan de helft nooit
het licht had mogen zien.
Een advokaat zegde dat zijn zoon de hoeken
van Voltaire gelezen had. Voltaire antwoordde
hem op verwijtenden toon Ge hadt beter ge
daan uwen zoon den catechismus te leeren.
J. J. Rousseau zegde dat de jonge dochter
die eene bladzijde leest van zijn boek over de
opvoeding, bedorven is en verloren, en hij voeg
de er nog bij Ik kan geen enkel mijner boe
ken zonder ijzing aanschouwen.
Didebot, een vriend van Voltaire, schreef
slechte boeken, maar verborg ze zorgvuldig voor
zijne dochter en verbood haar zo aan te raken.
Alexander Dumas zegt van een zijner too-
neelstukken Wee de dochter die dit stuk zal
zien spelen 1 Zij is zedelijk verloren.
De opstelleb van een slecht gazetje bekende
rechtuit dat hij geen woord geloofde van al wat
hij tegen Kerk en Priesters schreef, dat hij wist
dat hij leugens en laster verspreidde, maar zoo
ging hy voort, tegen de Pastoors blaffen, dat
doet htden centen in 't zaksken rollen, als daar-
Verledene week is in al de bladen van de
rood-blauwe vuilpers een epistel verschenen van
een drietal typen, wien, in hunne eigene omge
ving, nog slechts bespotting ten deel valt.
Dat stuk was tot M. Woeste gericht.
Waarom Daar weten wij niets van en de on
derteekenaars heel zeker ook niet.
Het bevat echter de volgende domheden.
Sedert 1884 werden meer dan 1000 goede
scholen afgeschaft
n 400 gemeenten werden van alle gemeente
onderwijs beroofd
ti 1200 scholen voor volwassenen verdwenen
n 200 kindertuinen werden afgeschaft
Het gevolg daarvan was dat 1500 onderwij
zers iii beschikbaarheid werden gesteld bij af
schaffing van bediening
3500 onderwijzers zagen hun reeds mager
loon nog verminderd
1500 onderwijzers verloren hunne wedde
voor de leergangen voor volwassenen
200 frcebel-onderwijzeressen werden in be
schikbaarheid gesteld
n Meer dan 5000 menschen in hunne brood
winning getroffen zonder nog te spreken van de
onnoemelijke ellende, de vervolgingen der vijan
den van het openbaar onderwijs, de tallooze pla
gerijen aan dewelke de officieele onderwijzers
bloot stonden van wege de papen en hurr.o
knechten.
De bladen der vuilpers, die dezeu rimram op
namen, hielden eenvoudig hunne lezers voor
den aap.
Het vertelseltje der liberale onderwijzers, die
het slachtoffer zouden geweest zijn van de kleri
kale regeering is een versleten grap geworden.
De liberale regeering van 1879 plaatste de
katholieke onderwijzers tusschen de miskenning
hunner gewetensplichten of hun ontslag en
wierp hen zonder eenige hulpmiddels aan de
deur. De katholieke regeering heeft integendeel
vette wachtgelden toegekend aan de liberale on
derwijzers, die in beschikbaarheid gesteld wa
ren, door het afschaffen van hunnen nutteloo-
zen post. Velen van deze begrootingslikkers ge
bruikten maar hunne ledige school om er konij -
nen in te kweeken. Hunne aanstelling was, van
wege de liberale regeerders, niets anders dan
eene schandelijke uitbuiting van de Staatskas
geweest.
Wat de bewering aangaat, als zou de katho
lieke regeering moedwillig het getal onderwij-
14 Mbhsblwkkk.
Vebboden kabbuk.
Verhaal uit de Fransche Revolutie
DOOR
Petras VAN NUFFEL.
KI
Onverschillig 1 hernam de jonge vrouw
gij, evenals ik, ik ben er van overtuigd, moet de
aangeboden diensten van Bonvalet met verach
ting van de hand stooten... Doch kunnen we niet
ontsnappen We zijn immers verwittigd en bij
machte des nachts het kasteel te ontvluchten om
ons verdoken te houden tot na deze troebele tij
den...
O, mijn kind, antwoordde de gravin, ware
zoo'n ontwerp kunnen uitgevoerd worden, ik
iad de eerste geweest om het voor te stellen.
Verbeeld u echter de vlucht van een lammen
grijsaard, van mijn kranken echtgenoot, van een
minderjarig kind 1 En dan, geen twee mijlen ver
zouden we geraken zonder in de handen des vij-
ands te vallen. Ten andere, werwaarts zouden
we onze schreden richten en eene schuilplaats,
etn onderkomen vinden, dat ons genoegzaam be
schut tegen de vervolgingen des bloeddorstigen
oproerling
Ah 1 kreet Mev. Lodewijk, ware mijn man
en zijn broeder thans hier om ong te bescher
men
Helaas 1 mijn kind, wat vermogen mijne
brave kinderen alleen tegen eene sterke bent ge
wapende gendarmenen soldaten?..
Zij zouden, in den ongelijken strijd, den dood
vinden, zonder ons de minste hulp te kunnen
gunnen. Beter is het, dat ze ny, de tegenstand
nog niet geregeld zijnde, van hier verwijderd zijn
want hunne tegenwoordigheid ware ons meer
schadelijk dan voordeelig... Onderwerpen wij
ons-aan het lot; stellen wij onze hoop en betrou
wen op God, op Hem, die ons geen kruis zal
overzenden, zoo zwaar, dat wij het niet zullen
kunnen torsen.
VIJFDE HOOFDSTUK.
Onder het Schrikbewind.
Terwijl de gravin de Boisdesmares hare
schoondochter voorbereidde op de gebeurtenis
sen, die zouden volgen en vanwelke ze bereids
verwittigd was geworden, waren al de uitgangen
van het kasteel reeds bezet door de Nationale
wachten en de gendarmen van Ancenis. De ge
wapende macht wachtte nog slechts op de komst
van den Kommissaris van het Uitvoerend be
wind, om het slot te overweligen en het van on
der tot boven te doorzoeken. Eindelijk verscheen
de hooggeplaatste ambtenaar, vergezeld van zij -
nen geheimschrijver en eenige onbekenden, die,
met fierheid, eene roode politiemuts op het eene
oor droegen en met de optelling gelast waren of,
liever, als spionnen dienst deden. Deze schaar
zette zich op weg, drong door het neêrhof en be
klom den grooten trap.
De gravin eindigde juist den zin waarmeê
wij het laatste hoofdstuk sloten, wanneer zij
verward gerucht hoorde,
Schep moed, mijne dochter zei ze waar
schijnlijk het bezoek, waarvan ik u kom te spre
ken.
Aireede 1 kreet de jonge edel vrouw. En zy
verbleekte.
Terzelfder tijd vloog de deur van het salon
open, en de Kommissaris der Republiek ver
scheen op den dorpel... Het was Bonvalet 1...
Burgeressen, sprak deze, zonder groeten,
zonder het hoofd te ontblooten ge zult mij ver
ontschuldigen zoo ik mij zonder voorafgaande
verwittiging aanbied edoch....
Burger-kommissaris, onderbrak eenén der
roode mutsen op barschen toon men heeft geen
verontschuldiging van noode, wanneer men in
den naam der eene en onverdeelbare Republiek
aanklopt, ten einde de wetten en besluiten van
't Comiteit voor 't openbaar Heil te voeren.
En vooral, wanneer men zich aanbiedt bij
gewezen edelen, niet ten onrechte verdacht van
oproerige complotten te smeden en pogingen aan
te wenden om Lodewijk Capet uit zijn gevang te
verlossen.
Citoyen Brutus, beet Bonvalet den onbe-
§choften Jacobijn toe ik weet op welke wijze
de bevelen van hot Comiteit uit te voeren zijn
naar de letter zal ik mij voorgeschreven orders
volbrengen en het is aan u niet, boort ge mij
te leeren hoe ik mijnen plicht en de mij toever
trouwde zendiug moet vervullen gy zijt hier
mijn knecht, gesteld om orders te outvuugen,
geenszins om er my te geven.
Brutus grommelde iets onverstaanbaar tus
schen de tanden, net ais een bulhond, door de
stem zyns meesters den muil gestopt, die nog
eenige oogenblikken grijnt alvorens te zwijgen.
Zonder meer belang aan dit tusschengeval te
hechten, deed Bonvalet teeken aan het gevolg,
in den gang stil te blijven. Daarna trad hij in
het salon eenige stappen vooruit, eu zich tot de
gravin wendende
Burgeres Boisdesmares, zegde hij ik ben
gelast over te gaan tot de aanhouding van u,
van uwe schoondochter, en uwe dochter, die ik
hier tegenwoordig zie, alsmede tot de gevangen
neming van burger Lorgères, uw vader, en deze
der burgers Boisdesmares, uw echtgenoot en uw
zoon, vooraleer eenig onderzoek te doen, verzoek
ik u, mij te zeggen waar deze burgers zich be
vinden.
Mijnheer, stamelde de gravin... Maar te-
naawernood was dit woord uit haren mond, of
een afkeurend gemompel kwam van den kant
der deur, en men hoorde de schimpende stem
van Brutus
Hé ze noemt hem mijnheer Zijn er
nog heeren ik ken er geen eenen meer dan
mijnen hond, wien ik dezen naam gaf.
Wij heeten onze kat gravin schertste
een soldaat.
Stilte schreeuwde Bonvalet, cn hy sloeg
een grammoedige blik op de bent. Dau ging hij
voort
Burgeres, ge vergeet dat de benamingen
mevrouw mijnheer, jonkvrouw, afgeschaft
zijn, even als alle andere titels van dien aard
een vrijvelk waardig, noemt men iedereen bur
ger of burgeres Ik verzoek u dus, wanneer
ge mij het woord toestuurd, zulks in acht te ne
men.
Ge zult mij die misslag der gewoonte wel
willen vergeven, antwoordde de gravin kalm
in het vervolg zal ik pogen mij naar de nieuwe
voorschriften te schikken.
('t Vervolgd).