D« vrede jtltetaJ nscta
Eigeland ei Transvaal.
ONZE TRAM.
DE ROZENMAAGD
Een Koning zonder Kroon
KOLEN IN LIMBURG.
8" Jaargang. l\Tr 379
5 CENTIEMEN HET NUMMER.
Zaterdag
7 Juni 1902.
Inschrij
vingsprijs
•rukKer-DCttgeinr
3nn ton Huffel-ïe 0tnM, lUptlleatnut, 13, tt 2UI<t.
Aankondi-
gingsprijs
Een vriendelijke raad.
Troepenbeweging.
Abonnementsprijs
oor gansch België,
ianeo te huis, 2.50.
foor de vreemde
•landen, 6,00. 5
centiemen het num
mer. Pakken en
brieven hoeven
riachtvrij toegezon
den te worden.
Jlle briefwisselin
gen moeten den
1. T'nsdag avond op
r .ze bureelen toe-
j jekomen zyn, het
rflad den woensdag
avond terpers gaan
de. Ongeteekende
brieven worden in
de scheurmand ge
worpen. Alle
postbureelen ont
vangen inschrijvin
gen, op alle tijd-
j slippen van het jaar
De onkosten der
kwijtingbriefjes zijn
ten laste van den
bestemmeling. Men
Selieve, by veran-
ering van woonst,
bet juist terechtwijs
te zenden.
Tonnissen 1 fr.
den kleinen regel.
Aankondigingen
tusschen de nieuws
tijdingen 20 cen
tiemen per regel.
Aankondigingen op
de 3* blz.10 cen
tiemen den regel.
Annoncen op de 4*
bladz. worden bere
kend volgensplaats-
ruimte. Voor de
advertentiën buiten
de provincie Oost-
Vlaanderen zich uit
sluitend te wenden
tot het Office de Pu
blicity, Rue de la
Madeleine, Brussel.
De geabonneer-
den hebben 't recht
een maal per jaar
eene annonce van 5
regels te plaats»»,
die viermaal achter
eenvolgens zal ver
schijnen. Rucht-
baarniakingen in te
zenden vóór 'a
Maandaags.
De vrede tusschen Engeland en de Zuid-
Afrikaansche republieken is eindelijk gesloten.
Ecne depeche van lord Kitchener uit Preto-
ria, zondag te Londen aangekomen, meldt dat j
het vredesverdrag zaterdag avond ondertee-
kend is.
Eene depeche zaterdag avond ten n 1/4
ure uit Pretoria afgestuurd, meldde dat het
document de voorwaarden der overgave be-
vattend ten 10 1/2 ure geteekend was door
de Boerenafgeveerdigden, lord Milner en lord
Kitchener.
De vredesvoorwaarden.
Te midden eener plechtige stilte heeft de
minister Balfour maandag namiddag in het
engelsch Lagerhuis de volgende verklaring af-
1/ legd
Binnen twee of drie dagen zullen wij aan
h t Parlement officieele documenten voorleg-
n, die de volledige voorwaarden van de
rl liting van den vrede en van de voorafgaan-
o lijke onderhandelingen zullen opgeven. Ik
•1 uk echter dat het Lagerhuis tevreden zal
zijn den algemeenen uitslag der onderhande
lingen te vernemen. Ziehier vooreerst de tekst
van de overgave der Boeren, zaterdag onder-
teekend
I. Z. Exc. lord Kitchener en Z. Exc. lord'
Milner, in naam der engelsche regeering, en
Z. ExC. M. Steyn, generaal Bremmer, gene-
raai De Wet en rechter Hertzog, handelende
als gouverneur van den Oranje-Vrijstaat, als-
0 k president Schalk-Burger en de generaals
l'citz, Louis Botha en Delarey, in den naam
tl r Burghers van Transvaal, een einde wil-
1 nde stellen aan de tegenwoordige vijande-
ljtheden, verklaren hunne wapens neer te
1 :gen, hunne kanons, geweeren, wapens en
1.ijgsvoorraad over te geven aan de engelsche
overheid en allen verderen tegenstand aan
het gezag van Z. M. koning Edward VII op te
geven, in wien zij hunnen wettigen vorst er
kennen. De vorm en de bijzonderheden dier
overgave zullen geregeld worden tusschen lord
Kitchener en generaal Botha, bijgestaan van
generaal Delarey en van den generaal-bevel-
hebber De Wet.
II. Al de Burghers te veld, buiten de
grenzen van Transvaal en Oranje, en al de
krijgsgevangen Boeren, thans buiten Afrika,
- zullen, na verklaard te hebben den staat van
onderdanen van Zijne britsche Majesteit te
aan veerden, naar hunne heerdsteden terugge
zonden worden, zoodra de vervoermiddelen
zullen ingericht en de bestaanmiddelen hun
zullen verzekerd zijn.
III. De Burghers, in Afrika weerkeerend,
zullen noch van hunne persoonlijke vrijheid,
uoch van hunne goederen beroofd worden.
IV. Er zullen tegen de teruggekeerde
Burghers geene vervolgingen ingespannen
worden "*oor de krijgsverrichtingen, uitgeno
men dw, >ten strijdig met de oorlogsgebrui-
ken. Die feiten zullen door een krijgsraad ge
oordeeld Worden.
V. De hollandsche taal zal onderwezen
worden in de openbare scholen van Trans
vaal en Oranje, daar waar de ouders zulks
verlangen, en zij zal voor de rechtbanken
toegelaten worden waar zulks noodig geacht
wordt.
VI. Het bezit van geweeren zal in Trans
vaal en Oranje toegelaten zijn voor de perso
nen die er noodig hebben voor hunne bescher
ming en zich zullen voorzien van een verlof
do< r de policie af te leveren.
VII. Het krijgsbestuur in de kolonies van
Transvaal en Oranje zal zoo spoedig mogelijk
do» r een burgerlijk bestuur vervangen wor
den, en zoodra de omstandigheden het toela
ten, zullen parlementaire instellingen tot
stand gebracht worden, bestemd om tot het
zelfbestuur te geraken.
VIII. Het stemrecht zal aan de inboor
lingen eerst mogen verleend worden na in
voer van het zelfbestuur.
IX. Er zal geene bijzondere taks op den
grondeigendom in Transvaal en Oranje inge
steld worden om de kosten van den oorlog te
dekken.
X. Er zullen maatregelen genomen wor
den om nieuwe woonsten, vee, gereedschap
pen, enz. te verschaffen aan de Burghers, die
zich ten gevolge van den oorlog zonder midde
len van bestaan bevinden. De engelsche regee
ring stelt daartoe eene som van 3 milloen p. st.
ter beschikking. Er zullén bovendien daar
voor nog voorschotten en leeningen gedaan
worden. De vreemde strijders en de rebellen
zijn van die voordeelen uitgesloten.
Wat deze laalsten betreft, volgens eene de
peche van lord Milner, zullen de rebellen van
de Kaapkolonie en van Natal behandeld wor
den overeenkomstig de wetten hunner streek.
In de Kaapkolonie nochtans, is de regeering
van zin, hen enkel van het kiesrecht te be-
rooven de veldkornetten en notabelen zullen
voor landverraad geoordeeld worden, doch in
geen geval zal de doodstraf worden uitgespro
ken. In Natal is de regeering van oordeel dat
de rebellen met al de strengheid der wetten
mo-ten gestraft worden,
Het Staatsblad van Woensdag 4 Juni 1902,
bevat het volgende
't Heeft zeker onz'blauwtjes wel deerlijk verwonderd.
Zij immers, zij droomden de zege in 't verschiet,
Nu liggen zij piettrend te neder gedonderd,
Aan ons toch, Mijnheeren. verwonderdt dit niet,
Het Vlaamsche volk is getrouw aan 't verleden,
En Altaar en Troon zijn hun duurbaarste schat,
Zij waren, zij zijn en zij blijven lijk heden,
En gij liberalen, onthoudt nu eens dat.
Wij dachten vooral dat gij waart van uw zinnen,
Want goed overwogen met eer en fatsoen,
j Gij laakt al hetgene wij vurig beminnen,
I Wat zoudt gij voor ons dan te Brussel gaan doen
Dit is nu de waarheid, maak u maar niet nijdig,
S Gij vraagt aan de Vlamingen voor een mandaat,
1 En al uw betrachten is gansch tegenstrijdig,
Verschiet ge er dan van dat ze u werpen op straat
Een buis meer of minder, kan juist u niet schaden,
Want Gustaafje bezit er een vol magazijn,
Maar, als ik u toch om ter beste mag raden
Wil dan in 't vervolg wat omzichtiger zijn,
Vindtgij somtijds lust in de Kamer te komen,
O maak u dan vriend, ja, van Altaar en Troon,
Zoohaast als de kiezers dat hebben vernomen,
Dan vagen zij zelve het paadjen u schoon.
Buurtspoorwegen.
Assche-Aalst-Oordegcin. Verguuulug.
LEOPOLD II, Koning der Belgen,
Aan allen, tegenwoordigen en toekomen
den, Heil
Gezien de w«t van 24 Juni 1885, op de
buurtspoorwegen
Gezien artikel 86 van de provinciale wet
van 30 April 1836
Gezien artikel 76 van dejgemeentewet van
30 Maart 1836, gewijzigd bij artikel 2 van de
wet van 30 Juni 1865
Gezien Ons besluit van 22 Juli 1885, tot re
geling van de vergunningen te verleenen aan
de Nationale Maatschappij van Buurtspoor
wegen
Gezien de vraag tot vergunning ingediend
door die maatschappij, betreffende den buurt
spoorweg Assche-Aalst-Qprdegem
Gezien de door Onzen Minister van Spoor
wegen, Posterijen en Telegrafen goedgekeurde
plans van dien spoorweg
Gezien de stukken die vaststellen dat, bij
toepassing van lid 2 van artikel 3 van voor
melde wet van 24 Juni 1883, nopens het nut
der onderneming, den ioop der baan en de
vervoerprijzen, een onderzoek werd ingesteld
en dat het oo'-deel van de betrokken gemeen- j
teraden en van de Bestendige Deputatie van
de provincieraden van Oost-Vlaanderen en j
van Brabant ingewonnen .verft, overeenkoms- i
tig lid 1 van datzelfde artikel
Gezien navermelde beraadslagingen van ge- I
meenteraden, betreffende de deelneming der J
gemeenten in het vormen van het kapitaal, ten
bedrage van 1,410,000 frank, voorbedoelde
buurtlijn
i° Erembodegem, 29 September 1900
20 Oordegem, 22 October 1900
3° Assche, 23 October 1900
4° Hekelgem, 7 December 1600
50 Aalst, 28 December 1900
Gezien de gunstige adviezen over deze be
raadslagingen uitgebracht, ieder wat haar
aangaat, door de Bestendige Deputatie van
den provincieraad van Oost-Vlaanderen, op
19 Januari 1901 en door de Bestendige Depu
tatie van den provincieraad van Brabant op
16 Januari 1901
Gezien het besluit op 19 October 1900 door
de Bestendige Deputatie van den provincie
raad van Oost-Vlaanderen genomen tot uitvoe
ring eener beslissing van dien raad, betreffen
de de deelneming van deze provincie in het
vormen van het kapitaal voor bedoelde buurt
lijn
Gezien het besluit op 6 Augustus 1901 door
de Bestendige Deputatie van den provincie-
j raad van Brabant genomen tot uitvoering
j eener beslissing var. dien raad, betreffende de
j deelneming van deze provincie in het vormen
j van het kapitaal voor bedoelde buurtlijn
J Overwegende dat, met deelneming van den
j Staat, zooals hierna bepaald, het bewezen is
dat een voldoend getal aandeelen genomen is
om de baan te bouwen en het trek- en ver-
voermaterieel, bestemd voor de exploitatie
van dien buurtspoorweg, aan te koopen
Op voorstel van Onzen Minister van Spoor
wegen, Posterijen en Telegrafen en van Onzen,
Minister van Financiën en Openbare Werken.
Wij hebben besloten en Wij besluiten
Art. 1. De Nationale Maatschappij van
Buurtspoorwegen is vergunninghoudster ver
klaard van den buurtspoorweg Assche-Aalst-
Oordegem, welke dient aangelegd, onderhou
den en geëxploiteerd volgens de door Onzen
Minister van Spoorwegen, Posterijen en Tele
grafen goedgekeurde plans en volgens de be
palingen en voorwaarden van het algemeen
lastkohier, vastgesteld op 20 Maart 1886, en
gewijzigd op 27 Februari 1890 en 6 Augustus
1892 door Onzen Minister van Landbouw,
Nijverheid en Openbare Werken, en op 19
Juni 1897 en xo December 1900 door Onzen
Minister van Spoorwegen, Posterijen en Te
legrafen, en aangevuld, wat betreft de grond
slagen der vervoerprijzen, door het bijzonder
lastkohier voor bedoelde lijn.
Art. 2. Bovenbedoelde beraadslagingen van
gemeenteraden zijn goedgekeurd.
Art. 3. De Staat zal, in het vormen van het
nominaal kapitaal voor dien buurtspoorweg,
deelnemen voor 705,000 frank (zevenhonderd
vijfduizend fratk), en zijne schuld delgen door
middel van negentig annuïteiten van 25,380
frank (vijf en twintigduizend driehonderd
tachtig frank) ieder.
Art. 4. De termijn van uitvoering, bedoeld
bij artikel 2, 3, van voormelde wet van 24
Juni 1885, is bepauld op drie jaar, te rekenen
van de dagteekening van dit besluit.
Art. 5. Indien het voor de exploitatie van
dien buurtspoorweg noodig wordt bevonden,
op sommige plaatsen, den steenweg of zelfs
do bedding der gebruikte openbare wegen te
verbreeden, moet de Nationale maatschappij,
op hare kosten, de werken uitvoeren, die Onze
Minister van Spoorwegen, Posterijen en Tele
grafen haar zal voorschrijven.
Onze Minister van Spoorwegen, Posterijen
en telegrafen, en Onze Minister van Financiën
en Openbare Werken zijn, ieder wat hem be
treft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, den 27 Mei 1902.
LEOPOLD
Van 's Konings wege
De Minister van Spoorwegen, Posterijen enz.,
J. Liebaert.
De Minister van Financiën enz.,
P. de Smet De Naeyer.
(Zie op het 2* blad het bijzonder lastkohier).
Voor Maandag, Dinsdag en Woensdag wor
den de volgende troepenbewegingen aangekon
digd
De 5'compagnie van den trein gaat van Ant
werpen naar Aarlen de regimentsschool der
carabiniers van Waver naar Aarlen de school
van het'2'jagers te voet, van Sint-Truiden naar
Leopold-Burg de school van het 7" linie, van
Philippeville Leopold-Burg de school van het
8" linie, van Mariemburg naar Leopold-Burg
een batailjon van het 3' linie, van Ieperen naar
Aarlen twee batailjons en de staf van het 3*
linie, van Oostende naar Aarlen het regiment
carabiniers, van Brussel naar Aarlen een ba
tailjon en de staf van het 1* jagers te voet, van
Bergen naar Aarlen het 7" en het 8* linieregi
ment, van Antwerpen naar Leopold-Burg.
Onderhoud «nel M. Andre Diiinoul.
De Belgiqne Financiére deelt een intervieuw
of onderhoud mee van M. André Dumont, pro
fessor aan de koogesckool van Leuven.
Op dit oogenblik is er in België geen enkel
nijveraar, geen enkel financier, geen enkel ka
pitalist, die zijne bijzondere aandacht niet leent
aan de ontdekking van het nieuw kolenbekken
in het Noorden onzes lands en aan de gevolgen
die deze ontdekking voor 's lands nijverheid en
den nationalen rijkdom kan hebben.
Tot hiertoe had het publiek, om keunissen
over de zaak op te doen, enkel de meeningeu
van ingenieurs en aardkundigen, maar niet van
mannen, die rechtstreeks belang hebben in de
zaak.
Daarom is gezegd blad naar MAndré Du
mont gegaan en heeft hem zelfs uitleggingen ge
vraagd over zijne werken en over de opzoekin
gen, die onder zijne hooge leiding gebeurden.
We vroegen hem, zegt het blad, ons den juis-
ten toestand zijner opzoekingen, mee te deelen.
Wij hebben antwoordde M. André Du
mont, nu een 20 tal boringen ondernomen
Zij werden derwijze gedaan dat wij mogen ge-
looven nu de juiste te bezitten van het kolen
bekken in Belgisch Limburg.
Het was mijn eigen professor, M. Guillaume
Lambert, die de eerste en reeds in 1867, het be
staan bevestigde, in de provincie Limburg van
een verlenging van het Westfaalsche kolenbek
ken.
Slechts weinigen zijner toehoorders hechtten
evenwel geloof aan zijne woorden en, toen ik een
10 tal jaren nadien, zijne bevestiging herhaalde
en tot de mijne maakte, liet men niet na, mij
van overdrijving te beschuldigen. Dit belette
niet, dat ik volharde in mijne zienswijze en stil
aan mijne overtuiging door mijne vrienden deed
deelen.
't Is aldus dat ik er in gelukt ben, eene maat
schappij van opzoekingen te stichten, wier kapi
taal voor onze eerste werken diende, doch die
ongelukkiglijk uitliepen op de boringen te Ee-
len* welke de uitslagen niet gaven, die ik er van
verwachtte.
Na dien tegenslag was er maar ééne stem om
uit te roepen Ziet ge wel dat het dwaasheid
was. n
Maar nu, als ik met eindelooze pogingen er in
gelukt ben, eene maatschappij-tot stand te bren
gen om boringen te doen, die op onweerlegbare
wijze het bestaan der kolenlagen bewijzen, nu
hoort men ook maar eene stem om te zeggen r
Wij hebben er nooit aan getwijfeld. fc.
Alhoewel het bijna altijd zoo gaat cn we filo
soof genoeg zij om ons door die onbeschaamd
heid niet te laten van de wijs brengen, zal men
ons, zoowel mijne vrienden die mij met hun geld
als hunne aanmoedigingen ondersteunden, als
mij zei ven, het recht herkennen, luide de ver
dienste op te eischen eener ontdekking, wier ge
volgen zoo ontzaglijk zijn voor de fortuin van
ons land.
Heeft dc beschuldiging van algemeene bin-
nenpalraing, tegen u uitgebracht, en waarvan
M. Hanrez zich den tolk maakte in den Senaat,
u niet verontrust vroeg de opsteller der i
que Financiére.
22 Mengelwerk.
Verboden nadruk.
Verhaal uit de Fransche Revolutie
d o o E
Petrus VAN NUFFEL.
Ziedaar 'n flauwe grap De zoon eener
boerin willen doen doorgaan voor den erfgenaam
van eenen edelman, is 't belachelijk genoeg
Maar niemand zijner omgeving antwoordde,
en niemand ook vond de zaak «belachelijk».
Wanneer hij zag datde flauwe grap ernstiger
dan hij meende, ontstak hij in hevige woede.
Hij vroeg afschrift van den akte, en eindigen
moest hij met het hoofd te buigen en zich te on
derwerpen. De dwaze morde hij tot zich
zei ven, Magdalena bedoelende had ze mij dit
stuk willen verkoopen, ik had het haar vijftig
duizend franken betaald
De valsche overlijdensakte, te Lorgères be
rustend, werd door een rechterlijk vonnis ver
nietigd.
Hendrik de Boisdesmares nam bezit van zijne
nalatenschap en van zijne titels. Magdalena
kwam bij hem inwonen Hij noemde haar zijne
Rozenmoeder en zij bleef haren Hendrik
omringen met de liefde en de zorgen van de tee-
derste der moeders.
EINDE
1 Mengelwerk:
Verboden nadruk.
Verhaal uit de Fransche Revolutie
DOOE
PETRUS VAN NUFFEL.
EERSTE HOOFDSTUK.
Het is onmogelijk in de geschiedenis het ver
haal te vinden van eene ongelukkiger Konink
lijke Hoogheid, van een korter, ellendiger leven
dan dit van dit arm kind, van dit onschuldig
lam, in een woord, van den ongelukkigen Lode-
wijk XVII, deze Koning zonder kroon, «die,
zegt M. de Beauchêne, voor troon een' stroo-
zak had, voor paleis een gevang en voor kroon
deze der martelie
Drie tijdstippen m dit kort leven het paleis
van Versailles, de Tempel, het Kerkhof.
Den zeven-en-twintigsten dag van Maart
1785, om 7 uren 5 minuten 's avonds, werd in
het paleis van Versaille geboren Lodewijk-Ka-
rel van Frankrijk, tweede zoon van Lodewijk
XVI, Koning van Frankrijk, en vaa Maria-An-
tonia-Josefa-Joanna van Lorreinen, aartsherto
gin van Oostenrijk, koniDgin van F/ankrijk.
Ondanks het gebruik, werd het koninklijk
wicht den dag zijner geboorte gedoopt.
Zyn peter en meter waren Lodewijk-Stanis-
laus-Xaverius, graaf van Provence, broeder des
konings, en Maria-Charlotta-Louiza van Lor
reinen, aartshertogin van Oostenrijk, koningin
der Twee-Ciciliën, vertegenwoordigd door Mev.
Elisabeth.
Het nieuws der geboorte van Lodewijk-Karel
werd door de kanonnen van Parijs aangekon-r
digd en in dezelfde stad, die hem later zijne
beulen moest verschaffen, vereenigden zich on
middellijk de rechters op Chatelet, besluitende
dat alle werk en openbare verkooping, op mark
ten en werven, zou worden gestaakt, een Te
Deunt in O. L. Vrouwkerk en openbare feeste
lijkheden bevelende. Het stadhuis werd schitte
rend verlichthet was vuurwerk eene uitdee-
lingvan wijnen en eetwaren geschiedde; het
opwekkende muziek deed het volk tot laat in
den nacht dansen, ditzelfde Parijsche volk, zoo
wispelturig en lichtzinnig, dat bij de martel
dood van den jongen prins zou juichen en jube
len met evenveel uitspatting als bij zijne ge
boorte.
Den 24 Mei, ging Marie-Antoinette God be
danken voor hare gelukkige verlossing, en het
volk van Parijs voor zijne liefde jegens den
nieuwgeboren.
Ten 9 uren kondigde het gebulder van 't ka
non der Invalieden de komst der koningin aan
wanneer de deur van haar rijtuig geopend was,
trad de stadswacht vooruit, en opgeleid door
den gouverneur, zette zij een knie ter aarde. De
provoost der kooplieden las een gulhartige ge-
lukwensch.
De koningin antwoordde met hare gekende
lieftalligheid en bekoorlijken glimlach, ging
daarna tot de kerken van O. L. Vrouw en der
H. Genoveva, ontbeet om 2 uren in do Tuille-
riën, ging naar het opera en daarna naar den
Tempel, waar zij avondmaalde en eindelijk naai
de Place Louis XV, waar zij het vuurwerk bij
woonde, dat, op orde van den Spaanschen ge
zant, te middernacht werd afgestoken.
Ziehier onder welke vooruitzichten het leven
van den jeugdigen prins begon. Zijn oudste
broeder alsdan levende, was hij nog de Kroon
prins niet. L&ter (4 Juni 1789), bekwam hij bij
den dood van dezen dien titel.
Hij was nog tejongomte begrijpen welke
waardigheid hem dit overlijden schonk. Hij wist
en verstond alleenlijk dat hij ging erfgenaam
worden van een hondje, dat zijn broeder toebe--
hoorde en Moufflet heette.
Zelden zag men schooner kind groote blau
we oogen, van satijnen wimpers omzoomd, de
rooskleurige lippen zijner moeder, breed en
open voorhoofd, gebogen wenkbrauwen, goud
blond haar, rank van leest, statige gang. Hij
had iu gansch zijne houding, iets van de waar
digheid van Marie-Antoinette, iets van de goed
heid van Lodewijk XVI. Dit voor de lichaams
gesteltenis.
Eenige trekken zullen den zedelijken kant
schilderen. Zijn mond opende zich enkel om de
vriendelijkste bemerkingen te laten hooren hij
was bemind van al wie hem naderden. De her
togin van Polignac, vriendin der koningin, nam
zorg voor zyne eerste kindschheid eenige jaren
nadien, volgde de markiezin de Tourzei haar in
dit ambt op. Dan zei de koningin Ik geef aan
de deugd datgene wat ik aan de vriendschap
had toevertrouwd. Hij leerde lezen in het
Leven van den Hertog van Bourgonjeoudste
broeder zijns vaders. Eene menigte kentrekken
gaven bewijs zijner uitmuntende hoedanighe
den.
Op eenen avond zong hij, begeleid van zijne
moeder, de romance van Berquin
Dorsmon enfant, ta pauvre mere
A bien assez de ses douleurs.
Mevrouw Elisabeth, hem niet meer hoorende,
fluisterde
Ik geloof, dat Karei slaapt.
Waarop het kind, nog onder den indruk der
woorden arme moederantwoordde
('t Vervolgt).