D« vrede jtltetaJ nscta Eigeland ei Transvaal. ONZE TRAM. DE ROZENMAAGD Een Koning zonder Kroon KOLEN IN LIMBURG. 8" Jaargang. l\Tr 379 5 CENTIEMEN HET NUMMER. Zaterdag 7 Juni 1902. Inschrij vingsprijs •rukKer-DCttgeinr 3nn ton Huffel-ïe 0tnM, lUptlleatnut, 13, tt 2UI<t. Aankondi- gingsprijs Een vriendelijke raad. Troepenbeweging. Abonnementsprijs oor gansch België, ianeo te huis, 2.50. foor de vreemde •landen, 6,00. 5 centiemen het num mer. Pakken en brieven hoeven riachtvrij toegezon den te worden. Jlle briefwisselin gen moeten den 1. T'nsdag avond op r .ze bureelen toe- j jekomen zyn, het rflad den woensdag avond terpers gaan de. Ongeteekende brieven worden in de scheurmand ge worpen. Alle postbureelen ont vangen inschrijvin gen, op alle tijd- j slippen van het jaar De onkosten der kwijtingbriefjes zijn ten laste van den bestemmeling. Men Selieve, by veran- ering van woonst, bet juist terechtwijs te zenden. Tonnissen 1 fr. den kleinen regel. Aankondigingen tusschen de nieuws tijdingen 20 cen tiemen per regel. Aankondigingen op de 3* blz.10 cen tiemen den regel. Annoncen op de 4* bladz. worden bere kend volgensplaats- ruimte. Voor de advertentiën buiten de provincie Oost- Vlaanderen zich uit sluitend te wenden tot het Office de Pu blicity, Rue de la Madeleine, Brussel. De geabonneer- den hebben 't recht een maal per jaar eene annonce van 5 regels te plaats»», die viermaal achter eenvolgens zal ver schijnen. Rucht- baarniakingen in te zenden vóór 'a Maandaags. De vrede tusschen Engeland en de Zuid- Afrikaansche republieken is eindelijk gesloten. Ecne depeche van lord Kitchener uit Preto- ria, zondag te Londen aangekomen, meldt dat j het vredesverdrag zaterdag avond ondertee- kend is. Eene depeche zaterdag avond ten n 1/4 ure uit Pretoria afgestuurd, meldde dat het document de voorwaarden der overgave be- vattend ten 10 1/2 ure geteekend was door de Boerenafgeveerdigden, lord Milner en lord Kitchener. De vredesvoorwaarden. Te midden eener plechtige stilte heeft de minister Balfour maandag namiddag in het engelsch Lagerhuis de volgende verklaring af- 1/ legd Binnen twee of drie dagen zullen wij aan h t Parlement officieele documenten voorleg- n, die de volledige voorwaarden van de rl liting van den vrede en van de voorafgaan- o lijke onderhandelingen zullen opgeven. Ik •1 uk echter dat het Lagerhuis tevreden zal zijn den algemeenen uitslag der onderhande lingen te vernemen. Ziehier vooreerst de tekst van de overgave der Boeren, zaterdag onder- teekend I. Z. Exc. lord Kitchener en Z. Exc. lord' Milner, in naam der engelsche regeering, en Z. ExC. M. Steyn, generaal Bremmer, gene- raai De Wet en rechter Hertzog, handelende als gouverneur van den Oranje-Vrijstaat, als- 0 k president Schalk-Burger en de generaals l'citz, Louis Botha en Delarey, in den naam tl r Burghers van Transvaal, een einde wil- 1 nde stellen aan de tegenwoordige vijande- ljtheden, verklaren hunne wapens neer te 1 :gen, hunne kanons, geweeren, wapens en 1.ijgsvoorraad over te geven aan de engelsche overheid en allen verderen tegenstand aan het gezag van Z. M. koning Edward VII op te geven, in wien zij hunnen wettigen vorst er kennen. De vorm en de bijzonderheden dier overgave zullen geregeld worden tusschen lord Kitchener en generaal Botha, bijgestaan van generaal Delarey en van den generaal-bevel- hebber De Wet. II. Al de Burghers te veld, buiten de grenzen van Transvaal en Oranje, en al de krijgsgevangen Boeren, thans buiten Afrika, - zullen, na verklaard te hebben den staat van onderdanen van Zijne britsche Majesteit te aan veerden, naar hunne heerdsteden terugge zonden worden, zoodra de vervoermiddelen zullen ingericht en de bestaanmiddelen hun zullen verzekerd zijn. III. De Burghers, in Afrika weerkeerend, zullen noch van hunne persoonlijke vrijheid, uoch van hunne goederen beroofd worden. IV. Er zullen tegen de teruggekeerde Burghers geene vervolgingen ingespannen worden "*oor de krijgsverrichtingen, uitgeno men dw, >ten strijdig met de oorlogsgebrui- ken. Die feiten zullen door een krijgsraad ge oordeeld Worden. V. De hollandsche taal zal onderwezen worden in de openbare scholen van Trans vaal en Oranje, daar waar de ouders zulks verlangen, en zij zal voor de rechtbanken toegelaten worden waar zulks noodig geacht wordt. VI. Het bezit van geweeren zal in Trans vaal en Oranje toegelaten zijn voor de perso nen die er noodig hebben voor hunne bescher ming en zich zullen voorzien van een verlof do< r de policie af te leveren. VII. Het krijgsbestuur in de kolonies van Transvaal en Oranje zal zoo spoedig mogelijk do» r een burgerlijk bestuur vervangen wor den, en zoodra de omstandigheden het toela ten, zullen parlementaire instellingen tot stand gebracht worden, bestemd om tot het zelfbestuur te geraken. VIII. Het stemrecht zal aan de inboor lingen eerst mogen verleend worden na in voer van het zelfbestuur. IX. Er zal geene bijzondere taks op den grondeigendom in Transvaal en Oranje inge steld worden om de kosten van den oorlog te dekken. X. Er zullen maatregelen genomen wor den om nieuwe woonsten, vee, gereedschap pen, enz. te verschaffen aan de Burghers, die zich ten gevolge van den oorlog zonder midde len van bestaan bevinden. De engelsche regee ring stelt daartoe eene som van 3 milloen p. st. ter beschikking. Er zullén bovendien daar voor nog voorschotten en leeningen gedaan worden. De vreemde strijders en de rebellen zijn van die voordeelen uitgesloten. Wat deze laalsten betreft, volgens eene de peche van lord Milner, zullen de rebellen van de Kaapkolonie en van Natal behandeld wor den overeenkomstig de wetten hunner streek. In de Kaapkolonie nochtans, is de regeering van zin, hen enkel van het kiesrecht te be- rooven de veldkornetten en notabelen zullen voor landverraad geoordeeld worden, doch in geen geval zal de doodstraf worden uitgespro ken. In Natal is de regeering van oordeel dat de rebellen met al de strengheid der wetten mo-ten gestraft worden, Het Staatsblad van Woensdag 4 Juni 1902, bevat het volgende 't Heeft zeker onz'blauwtjes wel deerlijk verwonderd. Zij immers, zij droomden de zege in 't verschiet, Nu liggen zij piettrend te neder gedonderd, Aan ons toch, Mijnheeren. verwonderdt dit niet, Het Vlaamsche volk is getrouw aan 't verleden, En Altaar en Troon zijn hun duurbaarste schat, Zij waren, zij zijn en zij blijven lijk heden, En gij liberalen, onthoudt nu eens dat. Wij dachten vooral dat gij waart van uw zinnen, Want goed overwogen met eer en fatsoen, j Gij laakt al hetgene wij vurig beminnen, I Wat zoudt gij voor ons dan te Brussel gaan doen Dit is nu de waarheid, maak u maar niet nijdig, S Gij vraagt aan de Vlamingen voor een mandaat, 1 En al uw betrachten is gansch tegenstrijdig, Verschiet ge er dan van dat ze u werpen op straat Een buis meer of minder, kan juist u niet schaden, Want Gustaafje bezit er een vol magazijn, Maar, als ik u toch om ter beste mag raden Wil dan in 't vervolg wat omzichtiger zijn, Vindtgij somtijds lust in de Kamer te komen, O maak u dan vriend, ja, van Altaar en Troon, Zoohaast als de kiezers dat hebben vernomen, Dan vagen zij zelve het paadjen u schoon. Buurtspoorwegen. Assche-Aalst-Oordegcin. Verguuulug. LEOPOLD II, Koning der Belgen, Aan allen, tegenwoordigen en toekomen den, Heil Gezien de w«t van 24 Juni 1885, op de buurtspoorwegen Gezien artikel 86 van de provinciale wet van 30 April 1836 Gezien artikel 76 van dejgemeentewet van 30 Maart 1836, gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 30 Juni 1865 Gezien Ons besluit van 22 Juli 1885, tot re geling van de vergunningen te verleenen aan de Nationale Maatschappij van Buurtspoor wegen Gezien de vraag tot vergunning ingediend door die maatschappij, betreffende den buurt spoorweg Assche-Aalst-Qprdegem Gezien de door Onzen Minister van Spoor wegen, Posterijen en Telegrafen goedgekeurde plans van dien spoorweg Gezien de stukken die vaststellen dat, bij toepassing van lid 2 van artikel 3 van voor melde wet van 24 Juni 1883, nopens het nut der onderneming, den ioop der baan en de vervoerprijzen, een onderzoek werd ingesteld en dat het oo'-deel van de betrokken gemeen- j teraden en van de Bestendige Deputatie van de provincieraden van Oost-Vlaanderen en j van Brabant ingewonnen .verft, overeenkoms- i tig lid 1 van datzelfde artikel Gezien navermelde beraadslagingen van ge- I meenteraden, betreffende de deelneming der J gemeenten in het vormen van het kapitaal, ten bedrage van 1,410,000 frank, voorbedoelde buurtlijn i° Erembodegem, 29 September 1900 20 Oordegem, 22 October 1900 3° Assche, 23 October 1900 4° Hekelgem, 7 December 1600 50 Aalst, 28 December 1900 Gezien de gunstige adviezen over deze be raadslagingen uitgebracht, ieder wat haar aangaat, door de Bestendige Deputatie van den provincieraad van Oost-Vlaanderen, op 19 Januari 1901 en door de Bestendige Depu tatie van den provincieraad van Brabant op 16 Januari 1901 Gezien het besluit op 19 October 1900 door de Bestendige Deputatie van den provincie raad van Oost-Vlaanderen genomen tot uitvoe ring eener beslissing van dien raad, betreffen de de deelneming van deze provincie in het vormen van het kapitaal voor bedoelde buurt lijn Gezien het besluit op 6 Augustus 1901 door de Bestendige Deputatie van den provincie- j raad van Brabant genomen tot uitvoering j eener beslissing var. dien raad, betreffende de j deelneming van deze provincie in het vormen j van het kapitaal voor bedoelde buurtlijn J Overwegende dat, met deelneming van den j Staat, zooals hierna bepaald, het bewezen is dat een voldoend getal aandeelen genomen is om de baan te bouwen en het trek- en ver- voermaterieel, bestemd voor de exploitatie van dien buurtspoorweg, aan te koopen Op voorstel van Onzen Minister van Spoor wegen, Posterijen en Telegrafen en van Onzen, Minister van Financiën en Openbare Werken. Wij hebben besloten en Wij besluiten Art. 1. De Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen is vergunninghoudster ver klaard van den buurtspoorweg Assche-Aalst- Oordegem, welke dient aangelegd, onderhou den en geëxploiteerd volgens de door Onzen Minister van Spoorwegen, Posterijen en Tele grafen goedgekeurde plans en volgens de be palingen en voorwaarden van het algemeen lastkohier, vastgesteld op 20 Maart 1886, en gewijzigd op 27 Februari 1890 en 6 Augustus 1892 door Onzen Minister van Landbouw, Nijverheid en Openbare Werken, en op 19 Juni 1897 en xo December 1900 door Onzen Minister van Spoorwegen, Posterijen en Te legrafen, en aangevuld, wat betreft de grond slagen der vervoerprijzen, door het bijzonder lastkohier voor bedoelde lijn. Art. 2. Bovenbedoelde beraadslagingen van gemeenteraden zijn goedgekeurd. Art. 3. De Staat zal, in het vormen van het nominaal kapitaal voor dien buurtspoorweg, deelnemen voor 705,000 frank (zevenhonderd vijfduizend fratk), en zijne schuld delgen door middel van negentig annuïteiten van 25,380 frank (vijf en twintigduizend driehonderd tachtig frank) ieder. Art. 4. De termijn van uitvoering, bedoeld bij artikel 2, 3, van voormelde wet van 24 Juni 1885, is bepauld op drie jaar, te rekenen van de dagteekening van dit besluit. Art. 5. Indien het voor de exploitatie van dien buurtspoorweg noodig wordt bevonden, op sommige plaatsen, den steenweg of zelfs do bedding der gebruikte openbare wegen te verbreeden, moet de Nationale maatschappij, op hare kosten, de werken uitvoeren, die Onze Minister van Spoorwegen, Posterijen en Tele grafen haar zal voorschrijven. Onze Minister van Spoorwegen, Posterijen en telegrafen, en Onze Minister van Financiën en Openbare Werken zijn, ieder wat hem be treft, belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, den 27 Mei 1902. LEOPOLD Van 's Konings wege De Minister van Spoorwegen, Posterijen enz., J. Liebaert. De Minister van Financiën enz., P. de Smet De Naeyer. (Zie op het 2* blad het bijzonder lastkohier). Voor Maandag, Dinsdag en Woensdag wor den de volgende troepenbewegingen aangekon digd De 5'compagnie van den trein gaat van Ant werpen naar Aarlen de regimentsschool der carabiniers van Waver naar Aarlen de school van het'2'jagers te voet, van Sint-Truiden naar Leopold-Burg de school van het 7" linie, van Philippeville Leopold-Burg de school van het 8" linie, van Mariemburg naar Leopold-Burg een batailjon van het 3' linie, van Ieperen naar Aarlen twee batailjons en de staf van het 3* linie, van Oostende naar Aarlen het regiment carabiniers, van Brussel naar Aarlen een ba tailjon en de staf van het 1* jagers te voet, van Bergen naar Aarlen het 7" en het 8* linieregi ment, van Antwerpen naar Leopold-Burg. Onderhoud «nel M. Andre Diiinoul. De Belgiqne Financiére deelt een intervieuw of onderhoud mee van M. André Dumont, pro fessor aan de koogesckool van Leuven. Op dit oogenblik is er in België geen enkel nijveraar, geen enkel financier, geen enkel ka pitalist, die zijne bijzondere aandacht niet leent aan de ontdekking van het nieuw kolenbekken in het Noorden onzes lands en aan de gevolgen die deze ontdekking voor 's lands nijverheid en den nationalen rijkdom kan hebben. Tot hiertoe had het publiek, om keunissen over de zaak op te doen, enkel de meeningeu van ingenieurs en aardkundigen, maar niet van mannen, die rechtstreeks belang hebben in de zaak. Daarom is gezegd blad naar MAndré Du mont gegaan en heeft hem zelfs uitleggingen ge vraagd over zijne werken en over de opzoekin gen, die onder zijne hooge leiding gebeurden. We vroegen hem, zegt het blad, ons den juis- ten toestand zijner opzoekingen, mee te deelen. Wij hebben antwoordde M. André Du mont, nu een 20 tal boringen ondernomen Zij werden derwijze gedaan dat wij mogen ge- looven nu de juiste te bezitten van het kolen bekken in Belgisch Limburg. Het was mijn eigen professor, M. Guillaume Lambert, die de eerste en reeds in 1867, het be staan bevestigde, in de provincie Limburg van een verlenging van het Westfaalsche kolenbek ken. Slechts weinigen zijner toehoorders hechtten evenwel geloof aan zijne woorden en, toen ik een 10 tal jaren nadien, zijne bevestiging herhaalde en tot de mijne maakte, liet men niet na, mij van overdrijving te beschuldigen. Dit belette niet, dat ik volharde in mijne zienswijze en stil aan mijne overtuiging door mijne vrienden deed deelen. 't Is aldus dat ik er in gelukt ben, eene maat schappij van opzoekingen te stichten, wier kapi taal voor onze eerste werken diende, doch die ongelukkiglijk uitliepen op de boringen te Ee- len* welke de uitslagen niet gaven, die ik er van verwachtte. Na dien tegenslag was er maar ééne stem om uit te roepen Ziet ge wel dat het dwaasheid was. n Maar nu, als ik met eindelooze pogingen er in gelukt ben, eene maatschappij-tot stand te bren gen om boringen te doen, die op onweerlegbare wijze het bestaan der kolenlagen bewijzen, nu hoort men ook maar eene stem om te zeggen r Wij hebben er nooit aan getwijfeld. fc. Alhoewel het bijna altijd zoo gaat cn we filo soof genoeg zij om ons door die onbeschaamd heid niet te laten van de wijs brengen, zal men ons, zoowel mijne vrienden die mij met hun geld als hunne aanmoedigingen ondersteunden, als mij zei ven, het recht herkennen, luide de ver dienste op te eischen eener ontdekking, wier ge volgen zoo ontzaglijk zijn voor de fortuin van ons land. Heeft dc beschuldiging van algemeene bin- nenpalraing, tegen u uitgebracht, en waarvan M. Hanrez zich den tolk maakte in den Senaat, u niet verontrust vroeg de opsteller der i que Financiére. 22 Mengelwerk. Verboden nadruk. Verhaal uit de Fransche Revolutie d o o E Petrus VAN NUFFEL. Ziedaar 'n flauwe grap De zoon eener boerin willen doen doorgaan voor den erfgenaam van eenen edelman, is 't belachelijk genoeg Maar niemand zijner omgeving antwoordde, en niemand ook vond de zaak «belachelijk». Wanneer hij zag datde flauwe grap ernstiger dan hij meende, ontstak hij in hevige woede. Hij vroeg afschrift van den akte, en eindigen moest hij met het hoofd te buigen en zich te on derwerpen. De dwaze morde hij tot zich zei ven, Magdalena bedoelende had ze mij dit stuk willen verkoopen, ik had het haar vijftig duizend franken betaald De valsche overlijdensakte, te Lorgères be rustend, werd door een rechterlijk vonnis ver nietigd. Hendrik de Boisdesmares nam bezit van zijne nalatenschap en van zijne titels. Magdalena kwam bij hem inwonen Hij noemde haar zijne Rozenmoeder en zij bleef haren Hendrik omringen met de liefde en de zorgen van de tee- derste der moeders. EINDE 1 Mengelwerk: Verboden nadruk. Verhaal uit de Fransche Revolutie DOOE PETRUS VAN NUFFEL. EERSTE HOOFDSTUK. Het is onmogelijk in de geschiedenis het ver haal te vinden van eene ongelukkiger Konink lijke Hoogheid, van een korter, ellendiger leven dan dit van dit arm kind, van dit onschuldig lam, in een woord, van den ongelukkigen Lode- wijk XVII, deze Koning zonder kroon, «die, zegt M. de Beauchêne, voor troon een' stroo- zak had, voor paleis een gevang en voor kroon deze der martelie Drie tijdstippen m dit kort leven het paleis van Versailles, de Tempel, het Kerkhof. Den zeven-en-twintigsten dag van Maart 1785, om 7 uren 5 minuten 's avonds, werd in het paleis van Versaille geboren Lodewijk-Ka- rel van Frankrijk, tweede zoon van Lodewijk XVI, Koning van Frankrijk, en vaa Maria-An- tonia-Josefa-Joanna van Lorreinen, aartsherto gin van Oostenrijk, koniDgin van F/ankrijk. Ondanks het gebruik, werd het koninklijk wicht den dag zijner geboorte gedoopt. Zyn peter en meter waren Lodewijk-Stanis- laus-Xaverius, graaf van Provence, broeder des konings, en Maria-Charlotta-Louiza van Lor reinen, aartshertogin van Oostenrijk, koningin der Twee-Ciciliën, vertegenwoordigd door Mev. Elisabeth. Het nieuws der geboorte van Lodewijk-Karel werd door de kanonnen van Parijs aangekon-r digd en in dezelfde stad, die hem later zijne beulen moest verschaffen, vereenigden zich on middellijk de rechters op Chatelet, besluitende dat alle werk en openbare verkooping, op mark ten en werven, zou worden gestaakt, een Te Deunt in O. L. Vrouwkerk en openbare feeste lijkheden bevelende. Het stadhuis werd schitte rend verlichthet was vuurwerk eene uitdee- lingvan wijnen en eetwaren geschiedde; het opwekkende muziek deed het volk tot laat in den nacht dansen, ditzelfde Parijsche volk, zoo wispelturig en lichtzinnig, dat bij de martel dood van den jongen prins zou juichen en jube len met evenveel uitspatting als bij zijne ge boorte. Den 24 Mei, ging Marie-Antoinette God be danken voor hare gelukkige verlossing, en het volk van Parijs voor zijne liefde jegens den nieuwgeboren. Ten 9 uren kondigde het gebulder van 't ka non der Invalieden de komst der koningin aan wanneer de deur van haar rijtuig geopend was, trad de stadswacht vooruit, en opgeleid door den gouverneur, zette zij een knie ter aarde. De provoost der kooplieden las een gulhartige ge- lukwensch. De koningin antwoordde met hare gekende lieftalligheid en bekoorlijken glimlach, ging daarna tot de kerken van O. L. Vrouw en der H. Genoveva, ontbeet om 2 uren in do Tuille- riën, ging naar het opera en daarna naar den Tempel, waar zij avondmaalde en eindelijk naai de Place Louis XV, waar zij het vuurwerk bij woonde, dat, op orde van den Spaanschen ge zant, te middernacht werd afgestoken. Ziehier onder welke vooruitzichten het leven van den jeugdigen prins begon. Zijn oudste broeder alsdan levende, was hij nog de Kroon prins niet. L&ter (4 Juni 1789), bekwam hij bij den dood van dezen dien titel. Hij was nog tejongomte begrijpen welke waardigheid hem dit overlijden schonk. Hij wist en verstond alleenlijk dat hij ging erfgenaam worden van een hondje, dat zijn broeder toebe-- hoorde en Moufflet heette. Zelden zag men schooner kind groote blau we oogen, van satijnen wimpers omzoomd, de rooskleurige lippen zijner moeder, breed en open voorhoofd, gebogen wenkbrauwen, goud blond haar, rank van leest, statige gang. Hij had iu gansch zijne houding, iets van de waar digheid van Marie-Antoinette, iets van de goed heid van Lodewijk XVI. Dit voor de lichaams gesteltenis. Eenige trekken zullen den zedelijken kant schilderen. Zijn mond opende zich enkel om de vriendelijkste bemerkingen te laten hooren hij was bemind van al wie hem naderden. De her togin van Polignac, vriendin der koningin, nam zorg voor zyne eerste kindschheid eenige jaren nadien, volgde de markiezin de Tourzei haar in dit ambt op. Dan zei de koningin Ik geef aan de deugd datgene wat ik aan de vriendschap had toevertrouwd. Hij leerde lezen in het Leven van den Hertog van Bourgonjeoudste broeder zijns vaders. Eene menigte kentrekken gaven bewijs zijner uitmuntende hoedanighe den. Op eenen avond zong hij, begeleid van zijne moeder, de romance van Berquin Dorsmon enfant, ta pauvre mere A bien assez de ses douleurs. Mevrouw Elisabeth, hem niet meer hoorende, fluisterde Ik geloof, dat Karei slaapt. Waarop het kind, nog onder den indruk der woorden arme moederantwoordde ('t Vervolgt).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1902 | | pagina 1