Prachtige Kerst- en Nieuwjaarskaarten, ten bureeie dezer.
Joseph Haydn
tofaiiÉsrweerppi.
er
NIEUWS UIT DE STRIEK
ApoMersbond,
DEN BEER.
EENE KUNSTENAARSLOOPBAAN
Nieuwerkerken.
Erondeghem-
Hundelgheui. - B, Df Clercq
STADSNIEUWS.
Zondagrust.
Zoo erg ging het daar weer toe, dat de jonge
vrouw voor haar leven bedacht, in het huis
eener buurvrouw, Mad. Vandebeuque vluchtte,
en daar weeneud vertelde hoe bittor het leven
voor haar was.
Edward had haar geslageD, verhaalde zij, en
bedreigd haar de keel af te steken. Terwijl zij
nog aan 't vertellen was, kwam de woestaard
binnen.
Hij grendelde de deur en onder de oogen
dezer echtgenoote sloeg bij haar baldadig af.
Dan wilde hy haar met geweld naar huis doen
terugkeeren, maar zij weigerde bepaald.
't Is gedaan, riep zy uit, zoo een leven
verdraag ik niet langer. Hij nam haar de eenige
centen af die zy op zak had en vroeg haar weer
of zij met hem medewilde. Haar antwoord
klonk even beslist neen
Hy ging aan zinnend op moord, roepend dat
het niet lang meer duren zou. Zy ging naar Ten
Brielen toe waar hare ouders verblijven en baar
kindje was besteed.
ne misdaad. Nauwelijks was zij
een paar honderd meters verder gekomen of
haar man stapte nevens haar.
Men zag ze samen vooruitkomen, denkelijk
tegen elkaar spiekend. Een melkboer, zekere
August Huygebaert, volgde het koppel op den
voet, en whs aldus de onvrijwillige getuige van
hel schrikkelijk drama, dat
nu zou vervuld wordeD, eu fiJii'ltf/l*
bekroning tras ran vroege
re lichtzinnig he itlen plicht
miskennen.
Daar greep de jaloerschaard zyne vrouw
by de haren, rukte haar ten gronde en knielde
op hare borst.
- Eduard, Eduard, laat my toch los smeekte
de jonge vrouw in radeloozen angst.
Hy sprak geen woord maar tastte zenuw
achtig in zijne zakken. Daarna haalde hij een
scheermes voor den dag en doorkorf den hals
van degene, die hij eens liefde en bijstand had
gezworen.
Terwijl zijn slachtoffer in stuiptrekkingen
den laatsten adem uitblies, sprong haar beul
recht, zwaaide zijn schrikkelijk wapen en
huilde:
Dood is ze, dood is ze, en dac heb ik, ik
gedaan
lie zelfmoord. Huygebaert, de
getuige dier schrikkelijke gebeurtenis stond
aan den grond genageld vau schrik. Een oogen-
blik meende hy dal de moordenaar zich op hem
en zyne vrouw werpen zou. Beiden vluchtten
dan ook hunne woon in waar zy juist aange
komen waren. De man wapende zien met eenen
dikken kluppel en liep dan terug naar de akeli
ge plaats toe, waar de akeligste der misdaden
kwam voltrokken te worden.
Hij zag den dader teenemaal onder den ii
druk vau bloed vergieten en moordzucht, den
hals van zyn slachtoffer opnieuw doorkerven,
en hoorde üem tevens schreeuwen en huilen
als een wild dier. Andere buren naderden
ook het moordtooneel.
Zy zagen eensklaps den dader rechtspringen,
zwaaien met zijn mes en zich eeue schrikke
lijke wonde in den hals toebrengen. Met wan
kelend hoold, ter wij' een bloedstraal uit de
gapende wonde gulpte, draaide de man zich
tot het lyk, viel op de knieën als besefte hij du
eerst hoe plichtig hij was en wilde hij de arme
vrouw vergiffenis verzoeken.
Daarna borg hij zijn hoofd gedeeltelijk onder
haren halsdoek, viel op eene zij en lag daar
een stond onbeweeglijk. Huygebaert was on
der tusschen aangekomen en sloeg met zijnen
knuppel het wapen uit 's moordenaars vuist.
De dader lag daar snorkend te zieltogen in een
afzichtelijke bloedplek, op zya vrouws borst.
Dan vloog de schnkkelyke mare rond, en snel
de iedereen naar de twee lijken tee.
Twee gendarmen,die het allereerst verwittigd
werden, hadden groote moeite om de nieuws
gierigen in eenen kring rond het lyk te houden
staanTwee dokters van Wervicq, Wijsen en
d'Hont boden hunne diensten aan den onge-
lukkigen stichter van al dat jammer.
Het lijk van Julie Beaghe was afzichtelijk
om aan je zien. Niet alleen hield haar hals nog
enkel met een vezel vast, maar haar gezicht
was doorkorven en het rechteroor letterlijk af.
Het lijk en de stervende dader bracht men
naar het gaBthuis nadat de geneeshteren ter
plaatse zelve het hoofd van den ongelukkige in
windels hadden gedraaid. Tydens die bewerking
werd dokter Wysen door Grymonprez in de
hand gebeten.
In het gasthuis poogde een pviSHiCV
laatstgenoemde tot gevoelens van berouw over
te halc-n, maar zyne laatste kracht gebruikte de
ongelukkige om den priester te beteekenen dat
hy hem niets te zeggen had.
En zoo ging hij de eeuwigheid in en moest hy
de rechtveerdigheid zeker te woord staan.
IJselijke herinnering. Over
twee jaar werd een broer van den muui denaar
Cyricl, door eenen anderen broer Louis dood
gestoken. Laatstgenoemde die niets van zyn
loon afgaf, was gemaand geworden de oudei-
iyke woon te veriaten. Dat weet hij zijn broer
Cyriel toe en zekeren avond dat beiden de
herberg huDS vaders buiten kwamen, stak
Louis zijnen broeder 't hert af en vluchtte tot
zrja nieuw verblijf, waar hy des anderendaags
door den onderzoeksrechter aangehouden, en
6' Vervolg.
Een muzikant 1 herhaalde Joseph Haydn
met een vroolijken lach. Neen, moeder, een
muzikant word ik niet. Misschien dwingen my
gebrek en honger het een tydlang te zyn; want
ook de bontgekleurde vlinder is toch eerst
eene leelyke rups, eene pop; maar ik wil wor
den gelijk uwe ziel, als zij in het gebedenboek
de troostvolle, vrome verzen leest, en er zich
•en geheelen hemel uit droomt: zoo wil ik ook
myn geheel denken en gevoelen in weeke, volle
klanken uitstorten, en elk lied zal troost en
vreugde voor myne ziel zijn en lof en verheer-
lykiog van God, en gemoedelyke zang, dien,
ik duizenden monschen in mond en hart zal
geven, opdat zij by die klanken hun leed ver
geten en met nieuwen moed vervuld worden.
De goede vrouw schudde zacht het hoofd.
Joseph, sprak zy moedig, van alles, wat
gy daar gezegd hebt, begrijp ik bitter weinig. j
Een ding is my duidelijk geworden: dat gij de j
roeping van uw hart volgen moet en volgen
moogt, want gy wilt het goede. Maar zie, lievr-
ling, gij moet my plechtig beloven, dat gy uw
in 't bezit gevonden werd van een bebloed mes.
Nu jammeren vador en moeder Grymonprez
over al het bloed dat bon familieboom eene
zoo akelige vermaardheid komt bezorgen.
- Nooit hebben wij iemand een strooi in
den weg gelegd, kermde de oude man, en toch
wordt ik door 't noodlot vervolgd als ware ik
een Caïn of een Judas.
Ook de moeder is in diepe neerslachtigheid
gedompeld dat men voor hare rede vreest.
God hebbe medelyden met deze ongeluk-
kigen die twee zonen moordenaars, een zelf
moordenaar, een vermoorde zoon en schoon
dochter hebben. Het is al te veel gruwel om
door twee oude menschen beleefd te worden.
Ouders Ouders welke
les toch in dat akelige
bloedbad Boezemt uwe 7one ro
luchter» do vreeze God« in bewaakt zo en
'toudt ze onder de roede.*§Otèfje ftodi-
té?Ê*8 welke les ook voor u I... Welke
dwaasheid, welke uitziunigheid eenen jongeling,
die niet godvreezend is, tot echtgenoot te ne
men I...
l il de Kaapkolonie schrijven ze
ons over eenen Kempenaar van
fly woont te Quee> stown. Het is M. Cornelia
VIesdom, te Bree (Limburg) geboren in 1805.
Hij veiblylt sinds 1857 onafgebroken in Zui'-
Afrika. Lie eerbiedweerdige ouderling, ondanks
zijne 102 jaar, is nog kloek en gezond en on
derhoudt met veel kennis en smaak een bloe-
menholje, dat iedereens bewondering opwekt.
En a propos ran vreemde
landen, men schryft en zegt dat er zoo-
velen onder degenen,die in de laatste jaren naar
A merika vertrokken, nu in groote ar
moede wederkeeren, terwijl anderen het aldaar
zoo krab en armoedig hebben, dat ze 't geld
niet meer byeenkrygen kunnen om naar hun
Vaderland terug te komen. Ach 1 't is zoo dik
wijls bewaarheid, het aloude spreekwoord
Oost, West. 'T huis, best.
Voor de vogelvangers is er
nieuws I De vaugsi met netten eu strikken der
kleine vogelen is na den 14 November verbo
den. De patrijzen- en kwakkeijacht, is den
25 November gesloten. Opletten en de wet
onderhouden dat is de boodschap, Vrienden
zooniet valt er straf eD boet.
Imoddankeerlijke men
seken komt men nog ttgen. Eene Gentscho
dame had Vrijdag te Mariakerke op straat haren
geldbeugel verloren, 62 fr. inhoudende. Haar
adreskaartje zat er in.
Bertha Van VoreD, een jong meisje, die met
bare moeder naby de kerk van Mariakerke
woont, vond den geldbeugel en gat hem aan de
eigenares terug. Dat ïstreffelyk gehandeld.
Een stoomschip is ge
strand te Xee-Rrnggei Op
zee en te lande biaasde de wind stormachtig
deze week. Een erg tempeest woedde op de
Noord-Zee. Zondag namiddag, rond 2 ure, is
een Duitsche stoomboot, de Cugo Clara, aan
den inkom der haven Zee-Brugge gestrand. De
Cugo Clara was op weg van Antwerpen naar
Middlesbro ^Engeland), met eene lading ijzeren
balken.
In volle zee kreeg de Cugo Clara lek. Hij
had te worstelen met hevigen wiud en storm.
Door het schudden schoof de lading los en
helde. Een ijzeien balk drong door den wand
van het schip, alzoo een aanzienlyk lek veroor
zakende.
De stoomboot vluchtte zoo spoedig hij kon,
naar de kust. Men vreesde alle oogenblikken
dat hij zou zinken. De overheid der haven gaf
bevel aan het schip koers te zetten op de kust
om daar te stranden. Anders had de Cugo
Clara in het vaarwater der haven kunnen zin
ken en alzoo de zeevaart in de haven stremmen.
Nu ligt het stoomschip geheel buiten het gat
zooals de zeevaarders zeggen.
Maandag, om 8 ure 's morgends, kon men
droogvoets de Cugo Clara bereiken. De be
manning is er op gebleven. Men tracht het lek
te stoppen. Tuilbooten kwamen uit Antwerpen
om de stoomboot weer vlot te brengen, hetgeen
na eenen dag w»-rkens gelukte.
Een i/seli/ke hongersnood
bedreigt de Zuiu-Oostelyke provincie van
Rusland, ten gevolge van het bovenmatig stij
gen der graanprijzen. Men denkt dat in plaats
van 7 miljoen, door den heer kokovzolf voor
zien, er 75 miljoen zullen noodig zyQ, om de
hongerlijdende bevolking tor hulp te komen....
Ach Heere I...
Oe eerste sneeuw is in de
Belgische Ardeneun verschenen. Het sneeuwde
gansch den nacht goed door, en maandag rnor-
gend was alles met eene dikke laag bedekt....
Welaan. Vrienden, ginder in de Ardennen be
ginnen, zal alhier voortzetten zyn welhaast.
Dan op eens gaat den nood en 't gebrek aan
vangen in honderden arme huishoudens. Hoe
edelmoedig en christelijk ware het niet, dat de
begoede lieden van nu af eens goed hunne
kleederkassen nazagen en al 't geen mag weg
gegeven worden goed aan kant legden. Ik ben
zeker, dat niet een onzer welstellende Lezers
zich aan die edele daad zal onttrekken. Ook zal
de goede God, de God der aimen, het hun dui
zendmaal loonen.
Vrij naar Recht en Vrijheid
Wijze van Pierlala.
1.
Ik ken 'nen ouden ruigen tiep,
'Nen beer,
Die razig ligt op 't katholiek.
Dien beer, -
Omdat hij kreeg een felle buis
Die hem verpletterd heeft tot gruis
Dien beer, dien beer, dien beer, (bis).
2.
Uw wieg was eene groenselmand,
O beer
Die eenen pastoor bracht bij d'hand,
O beerl
De pastoor gaf u kost en kleed
En liet u leeren, zoo men weet,
O beer, o beer, o beer, (bis).
3.
Uw vader droeg een dienstknechtkiel,
O beer
Hij had een christene werkmansziel,
O Beer
Maar gij die weet dat nu niet meer
Sedert gij werd 'nen geuschen beer
O beer, o beer, o beer, (bis)
4.
Hij is zoo braaf en volksgezind,
Den beer,
En van het volk zoo zeer bemind,
Den beer,
Dat hij beschaamt en afgedruipt
Vol buizen langs de straten sluipt,
Dien beer, dien beer, dien beer, (bis).
5.
Kent gij een Fiesken Jan Ambras
Zeg beer?
Die eertijds veel te wakker was,
Zeg beer?
En die daarom zijn passe-port kreeg
Nadat men trok zijn vestjen leeg
Zeg beer zeg beer P zeg beer (bis).
6.
Wie houdt er veel van pot en smeer,
Zeg beer?
Wie drinkt er geerne Kempeneer
Zeg beer
Wie is er fijn gepommadeerd
Zoo dat er niets dan moes mankeert
Zeg beer zeg beer zeg beer (bis)
7.
De pastoor had het nooit gedacht,
O beer
Wanneer hij u tot welstand bracht,
O beer
Dat gij dan papen vreten zoudt
Als zaat ge nog in 't donker woud
Neen beer, neen beer, neen beer (bis).
8.
En of 't u zoet is of wel leed,
O beer
Dat ik u van den beer verweet,
O beer
't Is gelijk, want die dit lieken miek
Veegt zwierig aan de beerenkliek
Ja beer I ja beer ja beer
'Nen Uil.
Dp Kloosterzusters moeten weg uit Frankrijk,
zoo dekreteerde Combes iodertijd, en al wat
ook maar eenigzins op de hoogte was van voor
uitgang, beschaving, vrijheid en dergelyke,
verklaarde hetzelfde met deskundig gebaar I
Thans zijn ze weg anderea doen hun werk.
Hoe die anderen dat doen.
Dezer dagen kwamen 17 teringlijders,
ontsnapt uit het sanatorium van Brevaunes,
kuchende en hoestende hun beklag doen bij den
bestuurder van den Openbaren Bijstand te
Parijs Zy, de sterksten nog, waren daartoe
door hun zwakkere lotgenooten afgevaardigd.
Door den verbaasden bestuurder ondervraagd
over het doel van hunne komst, antwoordden zij
het volgende
«Wij komen vragen om leven en om gezond
heid. Te Brevannes is hetgeen leven. Het voed
sel is onvoldoende en slechtde luchtkuur,
waarvan men ons zooveel heil voorspelde, be
staat niet.
In den kelder staan tal van ligstoelen, leun
stoelen enz opgestapeld, maar het bestuur
vindt het beter, deze voorwerpen te laten ver
rotten dan ze ons te geven. Onze gemeenschap
pelyke spuwbakken worden slechts tweemaal
per week schoongemaakt en ontsmet. De ge
neeskundige dienst is beneden alles. Wy zijn
overgeleverd aan een dokter, die onlangs typhus
heeft.gehad. Een van ons door den dokter her
haaldelijk onderzocht kreeg straf, omdat hy den
geneesheer niet had meegedeeld dat hij een
houten been had
Ziedaar wat er gebeurt, als christelijke liefde
door een burgerlyk beheer vervangen wordt.
Het parket van Toulouse begaf zich verleden
week naar 't verwereldlijkt gasthuis dier stad
in de cliniek der geestpskranken. Een zieke
zekere Vldnl, vond er In zeer verdachte
omstandigheden den dood.
Drie ziekenverplegers, die verdacht worden
nooit slecht worden zult. Lacht u het geluk toe,
dan loopt gy gevaar, u zeiven in plaats van
Oozen Lieven Heer te aanbidden; reeds menig
mensch heeft bij het eerste gunstig gevolg zijn
God en geloof weggeworpen al3 iets, wat hy
niet meer noodig heeft. Ofwel armoede en ge
brek blijven uw deel en dan bestormen andere
slechte gezellen uwe ziel. De arme twijfelt licht
aan Gods liefde, om Jat hij zyn honger niet kan
stillen en gaat dan langs duistere wegen. Bit
terheid des harten volgt al zijne schreden, be
stuurt al zyne behandelingen, de liefde sterft,
en is deze gestorven, dan is de mensch ver
loren
Weinige dagen later verliet Haydn het ouder-
lyk huis. De vader was yskoud van gelaat en
karig in woorden.
Ga cn volg uw hoofd, als gy daarmede
uw geluk denkt te vinden 1 ik bezit zelf niets.
Doo den naam van Haydn geene schande aan,
anders brengt gij uw vader vóór den tijd in het
graf. Nog iets Als gy soms met reizende muzi
kanten door het land trekt, vermijd dan
Robrau I Ik wil u niet als zoodanig zien. Gij
hebt het overigens alleen aan uwe moeder te
danken, dat ik u in plaats van het schootsvel
van den handwerksman, mijn zegen op reis
medegeef. Met mijn wil gaat gij niet in den
vreemde.
Geheel anders de moeder.
ders en zag hem lang in het vochtige oog.
Daarop nam zij wy water en, terwyl zy haren
zoon daarmfê besprenkelde, bewogen zich lip
pen in een vurig gebed.
Vervolgens kuste zij hem op voorhoofd en
wangen.
Geweend heeft zy, gezegd echter niets, toen
haar Joseph zich uit hare armen losscheurde
en de wijde wereld inging.
Of dp arme jongen wel bemerkt heeft, dat
hoog boven hem in de lucht een leeuwerik flad
derde en hem zingend uit de geboorteplaats
begeleidde
III.
De Bedevaart.
De zon brandt gloeiend heet op het stof van
den straatweg. Geen koeltje, geen zuchje zelfs
verfrischt de verzengde lucht. De planten en
kruiden liggen byna verwelkt tegen de uitge
droogde aarde, het loof der boomen is grauw
en hangt slap naar beneden, als wilde het voor
den tyd afvallen.
Zelfs de boek, die bijkans uitgedroogd langs
den kant van den straatweg kabbelt, is lauw en
traag.
Daar staat een groep hazelaars, en onder
hun dicht lommer ligt een zestienjarige knaap,
niets minder dan schoon, maar hy heeft oogen
in hiiir)
de dood van den ongelukkigen te hebben ver
haast, werden door de magistraten onderhoord.
Zy loochenen echter halsstarrig en bewereD dat
de zieke zich zelf drie ribben brak. Het feit door
den dienstoverste aangeklaagd, verwekt veel
ergernis. Er werd eene lijkschouwing bevo
len. Zietdaar, arme menschenzietdaar wat
droevig lot de Belgische goddeloozen.
P»|\a Dijnsdag vierde ons troepje mu
J r siekanten hun jaarlijks Ceciliafeest
Of 't leutig was? Van voor den middag waren er
reeds verschillige mismeesterd, en hoe kon het
anders, als de brouwers aan het hoofd zyn. Na
vele kapellekeDS bezocht te hebben kwam ein
delijk bet uur van grand diner De spy zen
smaakten zoo goed dat er eenen moest buiten
waan om eens goed te pompen. Men heeft voor
den feilen jongen zelfs den doktoor moeten
roepen.
Des namiddags hebben de mannen nog me
nige uitstapjes gedaan met de eereleden, en de
felste waren wederom van voren. Bert en
onze Gust bleven niet ten achter. De frakken
zwaaiden op de flauwe beenen van velen. Toen
het laat in den avond was heeft men nog wat
geschreeuw en andere dansairbons gehoord, tot
verontwaardiging der rustige geburen.
Waarlijk, 't is leutig niet waar, menschen
In den namiddag moest op een hof eene koei
kalven, en er was Diemand te buis. Toen de
geburen het werk verricht hadden kwamen
twee zoons geloopen met hun koperen trompet
en legden er nog een K... bij.
Het zijn hier geen bokken, ziet ge wel 1
In eene herbergBesprek tusschen D. en ff.
D. Kijk, Kijk l Zijt gij daar ook Geef eens een
rondeken, het mag er nu toch wel af, gij zijt nu in de
wet.
H. En waarom zou ik dat moeten doen
D. - Och heere, zijt gij ook al in de wet, hoe is dat
mogelijk Ik versta niet hoe een man zooals gij in de
wet kan gekozen zijn. Allons sedert dat gelder hier
gekomen zijt heb ik geen werk meer van de gemeente
of van de kerk vroeger had ik het al te doen.
H. Zwijg zattem... waart gij het niet, ge kreegt
een flatter, met nw gezicht -laar tegen den muur.
D.Ja, ja, de handteekens zijn bewaard. Maar nu
niets meer te krijgen en zoo zijn er hier nog. Ik zal ik
voor ulder toch niet meer kiezen, dat moogt ge weten
voor de naaste keer, zulle.
Als D maar zijn woord houdtals hij nuchter is, is
het nog een brave jongen.
Erembodegem.-^t^rt™
den feestdag van hunnen heiligen Patroon Algemeene
communie onder de eerste Mis en tnsschen vespers en
lof sermoen. Wij twijfelen niet of al de leden zullen er
aanbonden deze viering door hunne tegenwoordigheid
op te luisteren.
|\jiiiAVp Vrydag avond, rond 7 uren,
muuvtr. kwam A D c vaQ Buda Moer_
beke met zijne vrouw do Burgstraat af al twis
tende over eene kar, die bij in den loop van den
daggekoebt had. Op de Dender brug gekomen,
verliet hij eensklaps zijoe vrouw en sprong in
den Dender. De vrouw liep bij den brugdraaier,
die met de redboei kwam toegeloopen, doch de
drenkeling weigerds ze te nemen. Het was
eerst door de luide protestatie der menigte dat
hij op het ondiepe kwam, waar twee schippers
hem met een boot kwamen halen. Zijne vrouw
en zyn kind waren getuigen van het gebeurde.
Th. Van Bever, in het naar huis keeren van
Aalst overreden door zijn gerij, het wiel is
hem over het lijf gerold, zya toestand ie na
betrekkelijk goed. Het paard is op hol gegaan
en is wei een half uur van do plaats van 't onge
val in Aalst tegengehouden, gelukkiglijk zonder
verdere onheilen te veroorzaken
Verleden zondag kwamen er drij kerels uit de
Vijf Ezels van Aalst naar den wijk Maal afgedreveld,
om zich eens uit te rekken van hunne klopping, en op
den buiten wat troost te zoeken, Maarbittere
teleurstelling 1 enkel eenige masti-kmafters, wat jonge
snottere waren er tegenwoordig, en daarmee eene
liberuile vereeniging moeten stichten, 't is koud
't Was waarlijk de moeite niet voor die drij framas-
sons om daarvoor van 't stad te komen,en hunne gal uit
te spuwen tegen de hoeren Burgemeester, Callebaut,
Valery Baeten en de heeren geestelijken en te spreken
over personen en dingen, die ze nog van ver of nabij en
kenr.en. 't Was komiek om een baasaen zijn aireken
te hooren afgeven op kapitalisten ('t gouden Blieksken
wierd bleek van koleire) op kasteelheer^n, over hun
▼nilblad, en 't lokaal der Vijf Ezels, over winkeliers en
stielemans hun brood te onttrekken ne geheelen hut
sepot waar niemand wijs uit wierd..,.
Die fijne heeren geroken weldra dat hunnen haring
nieten braadde en rolden alrap hunne matten op.
Als die drij broeders hier nog komen politiek
maken tegen de aanstaande kiezing van Mei, en politie
ke bondekens stichten,dat ze dan niet komen twist sto
ken en werkmenschen doen broodrooven, zulk politiek
kent men hier niet op Nieuwer kerken, aan dit juk der
loge Is men hier niet gewoon, en slaven znlt gij hier
niet vinden. Ge hebt al genoeg, heeren met uw politiek
van Aalst, wy zullen ons lijnwaad wel wasschen onder
elkander, en omdat ge te Aalst den g'hol op zijt. moet
ge hier geen afleiding zoeken aan uwe tel* urstelling.
Katholiek.
er brand ontstaan by onzen heer Burgemeester.
Eene schoone koren mijt is de prooi der vlam
men geworden. De oorzaak van den brand
schrijft men toe aan kwaadwilligheid. Dank aan
het moedig optreden der geburen en vrienden
is de brand kunnen beperkt worden.
Vg IS i CU U GZaterdag is er brand ont-
M staan in de woning van M.
Everaerts Het huis, de schuur en de stalliDgen
stonden weldra in licbtlaaie vlam. De meubelen
kleederen en ingeoogste vruchten, 2500 kilos
hooi, 3000 kilos strooi, het landbouwalam, enz.
zyn de prooi der vlammen geworden. De schade
door verzekeriug gedekt, is aanzienlyk.
H moest zaterdag gaan
op de boetstrafielyke rechtbank van Audenaar-
de. Hij vertrok per rijwiel. Te Eenaeme geko
men stapte hij ai en viel plotseling dood. Men
schrijft het overlijden toe aan eene hartader-
br< uk. Het lyk werd naar Hundelghem gevoerd,
lipllhl^k^ Zekeren Petrus Standaert,
rondreizende uurwerkmaker,
heeft men zaterdag dood gevonden op de plaats
waar hy voor dien nacht onderkomen had ge
kregen.
Zondag I Dec. zal de
dienstdoende apoth. van
M. Bonner in de Bis
schopstraat alleen open
blijven te beginnen var
12 ure 's middags.
Creeiuhoter. Markt var
U ymii i Zaterdag 30 novemb 10 kil,
ter markt. Prijs 3,20 per kilo
Oavldsfondt Aalst en
Omstreken. Boekerijen.
,In St.-Carmllusscbool, (OSBROEK.'
Open alle Zondagen van 10 tot 11
ore voormiddag.
In de Jongensschool, (MOOR8EL
BAAN,) Mijlbeek Open alle Zond»
gen van 10 tot 11 aren voormiddag
Verkiezing van 15 December I0O7
voor een toegevoegd gemeenteraadslid. De
kandidaat der Katholieke Vereeniging is den
heer Th. De Naeyer, Nijveraar.
De kandidaat voor de liberalen is M. G.
Boeykens, drukker.
Katholieken stemt allen
Onder J\° 1
'I /.and van Riem
heeft Zondag verleden eens te meer zijn reeds verwor
ven roem, hooger en hooger doen stijgen.
De Armen van Parijs Een tooneelstuk dat in het
schouwburg de la porte St-Martin van de Fransehe
hoofdstad zooveel bijval verwierf werd hier door de
vrienden van 't Land op meesterlijke wijze weergege
ven. niettegenstaande wij, den diepbetreurden Voor
zitter en diens rouwdragenden zoon, echte kunstenaars
op het tooneelkundig gebied, nu niet konden toe
juichen.
Heeft men wel ooit in de stadsschouwburg zooveel
toeschouwers gezien Heeft men wel ooit zooveel
toejuichingen gehoord, zooveel voldoening bij het volk
mogen aanstippen Is dit niét zeggen dat allen zon
der eenige uitzondering met kunstgevoel hunnen moei-
lijken rol hebben vertolkt 1
Wie zou er in den geldzuchtigen bankier Villebrun
den heer Jozef Quintyn erkend hebben Wie zou
durven beweeren hebben dat de heer Gust. Pape een
ellendigen Plaatroos vertoonde I... en de rol van
Andró Barnier, zoo meesterlijk vertolkt door den jon-
gen heer Em. Van Lierde I en was het den lustigen
Bigot (H. De Smeth) niet, die na de har trot rende too-
neelen, wederom onze gemoederen opwekte en...
maar 't is onmogelijk hier de opsomming te maken van
al dezen die aan de opvoering het hunne hebben bij-
gedragen, zeggen wij maar terstond dat allen zonder
onderscheid onze beste gelukwenschen verdienen.
Prachtig en oprecht welgelukt mag de vertooning van
't Land van Riem geheeten worden.
'K mag niet vergeten, een bioemken voor den Heer
Jozsf Oammaert, die als Bestuurder der Symphonie,
ons tijdens de tU9schenpoozen met lieve aria's vergastte.
Bravo 1 mannen van 'tLand, gij haalt eere van uw
werk. Ga voort op den ingeslagen weg, met moed en
volharding, en andere lauweren wachten U.
Terloops zij gezegd dat Aalst zijn eigen volk. zijn
eigcn zeden mint en alswanneerde nood zich nogmaals
voordoet, 'i Land van Riem, zich in volle vertrouwen
tot zijne vrienden tooneelliefhebbers wenden mag.
Een toeschouwer.
Huis Oscar Jour et.
Uitslag der trekking naar het prachtig Sint
MarteDSgeschenk Een Automobiel De prijs
is uitgelot aan het nummer 20.
Huwelijk.
Dinsdag is alhier het huwelyk ingezegend
van den heer Remi De Clercq hoofdonderwijzer
der vrije aangenomene schooi St Lieven, met
mejuff-ir Claessens. De Volksstem wenscht het
jeugdig paar geluk en zegen.
straal en tócb klaar en rustig zyn als een meer-
ke in het gebergte, waarin zich een stukje van
den blauwen hemel afspiegelt.
Het zweet parelt den jongeling van het voor
hoofd; hy droogt het niet af. Hij staart onafge
wend naar één punt en neuriet daar by een lied.
Geen vogel antwoordt hem. In zulke hitte
zingt wellicht een zorgeloozo, reizende muzi
kant, een vogel stellig niet.
Eensklaps springt hy op klein van gestalte,
mager, bijna uitgehongerd ziet hij er uit*
Mij behoort de geheele wereld, mits ik
haar verovera en niemand ze mij betwiste 1
roept de jongeling; maar neen, een klein plekje
aarde ware voor mij genoeg. Het behoefde
slechts zoo groot te wezen dat er ruimte ware
voor een spinnet en eene slaapplaats, er moest
daarby eene ongestoorde rust heerschen en de
honger er buiten gesloten zyn I Dezen heb ik
genoeg geleden, zoowel by myn neef den school
meester FraDk, als nog meer bij mijn tweeden
weldoener in onderricht en ranselen, den hard-
vochtigen Reutteur. Lieve hemel I wat kan een
jongen niet verduren Ik had het van mijn
leven geloofd. De mensch heeft toch wel de
taaiste spieren van alle levende schepselen 1,
Hy stapte intusschen zoo vlug als zijne ver
moeide voeten het hem veroorloofden, op den
straatweg voort.
Als de zon mij byna roestert, is dit meer
lammer voor mijne kleeding dag voor mij.
schertste de jeudige voetreiziger met zichzel-
ven. Rok, broek en vest zijd reeds zoo dun,
alsof de spinnen ze geweefd hadden, en myn
linceogoed is des te grover I Ik wenschte dat
het omgekeerde het geval was Kwam my nu
iemand tegen, die mij vroegWie zyt gy
dan zou ik een armzalig figuur maken Ik zou
wel moeten antwoorden Joseph Haydn, een
arme drommel, vroeger koorknaap by de St-
Stetanuskerk, daarbij een groote vlegel, wien
het hoofd wemelt van onklare melodieën en van
zeer klare jongensstreken Geld in den zak
zooveel als niets inderdaad een allerliefste
reispasl En toch vervolg ik daarmee welgemoed
myn weg I
De zomerdag neigde ten avond en de boomen
wierpen lange schaduwen; in het woud ver
meerderde de nachteiyke duisternis, doch er
verhief zich een zoel windje, dat eenige ver-
frissching aanbracht.
Joseph Haydn bleef in stille verrukking staan.
Zijn geestvol oog staarde onafgewend omhoog
naar het in licht badende, vreezame heiligdom;
nu daalde ook daarboven de grauwe sluier van
de schemering over dat eerst nog zoo glansryke
tafereel, een koel, verkwikkend tochje woei van
de hoogte in het dal, klokketonen mcêdragende,
vol, statig en onuitsprekelijk weemoedig als
een Ave, hetwelk engelenkoren biddend zingen.
Wordt voortgezet.