NIEUWS UIT DE STREEK
Van rond
de wijde wereld.
W3fwyzf t
Eene genezing te Oostakker
EENE KUNSTENAARSLOOPBAAN
-Peper en zont
Priesterlijke benoemingen
Suijgraan of Snijrogge.
Erembodegem.
Geeraardsbergeu.
Denderwindeke. Een, landIbouD-
Lebbeke. r, Pe rSTiJke-^0CT?
St-Lievens-Essehe. -°nzerus-
Abdij vau Allligem.
Lieve Wvotite haijf-
MMoff3t» blijde dag door gansck de wijde
wereld. Gegroet» o koningin van hemel eu
Mlde, gegroetl gy, die met ziel en lichaam ver
heven zijt boven al do schepselen, gegroet.
Wees voor ons allen de Deur des Hemels
Het goudgele koren valt
onder de slagen der pikkers. Sedert jaren heeft
de oogst zoo overvloedig niet geweest als dit
jaar. Spijtig dat hij wat gevallen was, door de
hevige stortregens der laatste weken en alzoo
het werk der pikkers wat lastiger gemaakt heelt.
De rogge is met opperbest weder binnen en nu
ia het de beurt van de tarwe en de haver. Eens
dat dit alles bij Meester Van der Schuren is,
wordt het 's morgens en 's avonds al killig. en
we draaien stillekens aan naar den winter. Het
spreekwoord zegt immers
De akker geschoren,
De winter geboren.
Wel djeemenisse toch «>udt
ge daar niet van achterwaarts over op uwen
buik vallen Sedert 40 jaar geeft de gemeen
teraad van Brussel, het geld van Jan en alle
man, dus ook van de katholieken, twee honderd
duizend frank hulpgeld per jaar aan de framas-
sons-universiteit van Brussel.
En de liberale bladen schreeuwen, gelijk de
duivel in een wijwatervat, omdat drii'provincie-
raden van ons land een klein hulpgeldeken
hebben gestemd voor de Hoogeschool van
Leuven. Schreeuwt maar op, geuskens, gy
hebt al te veel lang de oogskens van onze soep
geschept. Wij eischen ook ons deel tot hetwelk
wy recht hebbeü. zoo als gij, schoefelaars I
MMe choleramenschen, die wreede
ziekte, is in Kusland. Daar komen tochgeesels
op dat land neder.
Van den 1 tot den 8 Augustns, hebben in de
gouvernementen Astrahan, Saratoffen Samara,
op het grondgebied van den Don, 125 over-
lydens plaats gehad, welke moeten toegeschre
ven worden aan cholera.
Dat onze Lieve Heere ons toch beware van
alle besmettelijke ziekten I
Ei! iteee werklieden ont
hoofït! Twee mijnwerkers, Henri Liétard,
40 jaar oud en Istace Dieudonné, 24 jaa, stegen
uit den put Boulier, te Cbatelet met een wag-
gontje omhoog. Zy botsten met het hoold tegen
het schorhout, zoodat zij om zoo te zeggen ont
hoofd werden.
De lyken werden Daar het gasthuis gevoerd.
Ach 1 hoe wreed toch 1
l'tree meisjes irm/p» ver
giftigd. Zaterdag namiddag, is het
paiKct van Brugge naar Aartrycke gegaan bij
de echtgenooten Nolf, waar den avond te voren
een vreeselyk ongeluk had plaats gehad.
Vader Nolf en zijn oudste zoon bevinden zich
voor het oogenblik in Frankrijk.
Vrijdag namiddag was de echtgenoote Nolf
naar het veld gaan werken en had hare twee
dochtertjes, Marie en Julie, wederkeerig 9 en
11 jaar oud, te huis gelaten.
De afwezigheid barer moeder benuttigende,
waren de twee kinderen uitgegaan, op zoek
naar vogelnesten.
ü|Ze bevonden zich dicht bij de haag,welke den
tuin van den landbouwer Vau Bezien omringt,
wanneer de jongste door eene opening de vruch
ten kon naar zich toetrekken van eenen bella
donna, welkej goed gelijken aan kersen en een
hevig vergif zijn.
De kleine Marie at er van. Zij gaf er ook van
aan haar zustertje die ér enkel vier van opat.
Moeder Nolf, die 's avonds terug thuis kwam,
bemerkte niets ongewoons aan hare kinderen en
legde ze te bed.
Een uur later, hoorde ze het gerucht van
eenen val. Het was de kleine Marie, die uit
haar bed was gevallen en zieltoogde. De arme
vrouw riep eenen gebuur ter hulp zij zag ook
dat haar oudste kind een zeer beroerden slaap
had.
Daags nadien, bij het eerste uur, vond de
geneesheer de kleine Marie in een hoogst be
denkelijke toestand, Het kind is daD ook enkele
stonnen later bezweken. Het oudste meisje zal
wellicht kunnen gered werden.
Ouders, bewaakt toch altijd uwe kinderen.
Een erg spoorwegonge
luk had plaats te EckernfardaZondag avond
is aldaar een diensttrein tegen een ledigen
trein gebotst. Negen personen werden ge
dood. Er zijn, bovendien, talryke personen
gekwetst, waaronder 9 nog al erg.
Eene gisting is omstaan onder de
mijnwerkers der Borinage, tengevolge van de
loonvermindering. De bevolking is opgewon
den, zelfs in de koolmijnen van Crachet-Pic-
query is reeds eene gedeeltelijke staking uit
gebroken.
Ach! in eene kuip met
te at er verdronkenEiisa
Destailleur, eene alleen wonende jonge vrouw
van 57 jaar, die veel aan vallende ziekte onder
hevig is, werd Zaterdag namiddag in haar huis,
te Roubaix verdronken gevonden, met het
hoofd en het bovenlijf in eene waschbuip.
Als het kwalijk gaat, duurt het niet lang om
de reis naar de eeuwigheid te doen.,..
De Jkorein*' zegt Cicero, is eene tweêde krank
zinnigheid. Er was een huiskrakeel in eene
woning te Breendonck, tusschen Jules Kerre-
man en zijne familie. De woeste jongeling,
schuimbekkend van woede, grijpt een mes en
sprong er mede naar allen die bij kon bereiken.
Een broeder n eeno zuster is gedood. De va&er
en eene andere zuster is erg gekwetst.
O de bloeddorstigaard, fly is opgesloten in
het gevang van Mechelen, alwaar bij verschei
dene jaren over de gevolgen der koleire zal
mogen mediteeren.
Mn de kerk van Ste Madeleine te
Parijs, is Maandag om twaalf ure 's middags,
het plechtig huwclyk iDgezegend van do dochter
van den president der Franscho Republiek met
M. Jan Lapra, algemeene secretaris van bet
presidentschap. Buitengewone kostelijke ge
schenken zyn toegekomen, onder andere van
den Keizer van Rusland en van de prinses van
Bulgarië. Gij ziet dat zelfs iu Frankrijk, hoe
slecht dat. land ook zij, men toch nog komt
knielen voor het outaar des Heeren, om Gods
zegen te trekken ovef dien gewichtigen leven-
staat.
MMe jacht geopend worden den
22 Augustus aanstaande. Er zijn nog al veel
hazen en overvloedig veel konijntjes dcch
patrijzen en ander gevogelte is er niet veel te
vioden. Fien zal van dees jaar niet veel patrijs
ken moeten eten. Hij wilde verleden jaar den
grooten heer uithangen en hij vertelde in den
namiddag, dat hij 's noens een lekker patrys-
ken had binnengesmieseld. Ja, antwoordde
hem iemand, wij zien nog de pluimen op uwe
borst hangen het warenpapplaasters lil
Een vreesdij k ome etter
is losgebroken boven de streek rond Szegedis,
iu Hongariö. Eene fabriekschouw werd wegge
slagen en verbrijzelde de machien- en de droog
te amer der fabriek. Een honderdtal werklieden
werden onder de puinen begraven. Men heeft
4 dooden, en 14 erg gekwetste* personen onder
de puinen uitgehaald. Zeventig werklieden
moesten nog verlost worden men vreest dat de
ramp nog grooter zijn zal.
KHcbclachtiff. Stien en Koben waren alle
dagen tezamen in de Vlaamsche Kermis, Koben trok
het telkens nog al lang, maar Stien moest iederen keer
vroeg naar huis... zijn vrouw was nog al erg, en hij
was er benauwd vanl Jaloersch van Koben, die zoolang
mocht uitblijven. Maar Koben, zeg eens, is uwe
vrouw dan niet kwaad als gij zoo laat t'huis komt?
Z"ker, zei Koken, en neig kwaad maar «lat en
duurt maar ne weerlicht... ik vertel dan een klucht ot
ik doe ne vlezen toer... ze moet zij lachen,en daarmee is
dat gedaan 1 Het is spijtig, zei Stien, dat ik geen
loeren en kan. Wacht, zei Koben, ik zal u eenen
leeren.en ge zult zien uwe vropw zal wel lachenl Koben
haalde uit «len zak eenige boonen, die hij expres mee
gebracht had, en zei Stien, gij hebt toch nog hooren
spreken van Napoleon Boonaparte Ehwel ziel (en
Koben legde eene boon van kant, geheel alleen, a part)
dat is BOONAPART. Sapristi, zei Stien, dat is wel 1
't en steekt vandaag op geen uur of twee... en hij bleef
nog ne geheelen tijd zitten in Restaurant en Bodega,
't Was laat als hij thuis kwam en de vrouw was dui
vels kwaad en keef geweldig... Zwijg, vrouwke, zei
Stien, ik kan toeren... ge zult lachen... Gij hebt toch
nog hooren spreken van Napoleon Ehwel, zei de
vrouw, en dan Kijk. zeiStien, en hij haalde eene
boon uit den zak en legde ze op tafel, kijk zie... dat
Napoleon
Zaterdag 8 Augustus is in de kerk van O,
L.V. van Lourdes te Oostakker, eene plechtige
hoogmis gezongen tot dankzegging voor de ge
nezing van het kind van Mr en M9 Cardon de
Lichtbuer, van Gentbrugge.
De kleine Irénée heeft nu 2 jaar. Sedert een
jaar leed het aan eene droeve oorontsteking
(otïte purulente bilatérale) uit beide ooren
vloeide gestadig etter.
Een gansch jaar werd het verzorgd door den
hoogleeraar Eeman, der Universiteit van Gent*
niets kan baten en men besloot, als laatste
redmiddel, tot de pijnlijke operatie die men
mastoidectomy noemt over te gaan het
hoofd van het kind moest achter i^der oor open'
gesneden worden.
Toen M. Cardon de Lichtbuer dit vernam
heeft hij gezegd dat zal niet waar zyn, O.L.
V. van Oostakker moet en zal Iréuée zonder
operatie genezen. Gansch het huisgezin be
gon eene novene den 9 Juni laatstleden, men
kwam alle dagen naar de grot van Oostakker
men offerde een wassen hoofdje.
Alle dagen werd er water van de grot in de
ooren van het kind gegoten. Den 14 Juni,5e dai
der novene, was de rechter oor genezen,' Don
derdag 18 Juni, H. Sacramentsdag, laatsten
dag der novene, ging men in Oostakker te com
munie, Mijnheer en Mevrouw met hunne kinde
ren gingen driemaal rood de grot, den rozen
krans biddende, na iederen paternoster bleef
men voer het beeld knielen om water uit de
kom te scheppen en het in de ooren van het
kind te laten vloeien en vurig zyne genezing
van O.L.V. van Lourdes af te smeeken.
O wonder van Maria'a goedheid en macht 1
Het kind was gansch genezen. Den Maan
dag daarna 22 Juni, toonde men het kind
aan den hoogleeraar hy verklaarde dat de
kwaal verdwenen was, hij onderzocht het kind
nog eens, eene maand later, den 28 Juli, en gaf
schriftelijk getuigenis van de ziekte en van de
volkomene genezing van den kleinen Irenèe
Cardon de Lichtbuer.
Dit zal ook getuigen een marmeren plaat,
geplaatst in het portaal der kerk van O. L. V.
van Lourdes te Oostakker.
TOQl?T>TT TT A "VTkTV dig be8taa°' dan trekt gij met uw vrouwtje
V V7k3JCjJL XL Xlü. X XJll j waarheen Hij u roept. Maar, wat ziet gij er
29" vervolg.
Vader Keiler, gij drijft den spot met mij,
antwoordde Haydn geraakt. Hoe zou ik, die
piet genoeg heb om in mijne behoeften te voor
zien, er aan durven denkeD, een eigen haard te
vestiger, waarin geen vuur zou branden, om
tot stilling van den gemeenschappelij ken hon
ger der familie eene al ware het ook magere
soep te koken Neen, vader Keiler, laat mij
eenzaam mijnen weg daarbij ware het ook
wellicht verkeerd van mij gehandeld, mijn hart
tusschen de muziek en eene echtgenoote te dee
len.
De oude keek misnoegd.
Dat zjjn altemaal bittere woorden, die in
den mond van een godvruchtig mensch niet
maal de zon voor een schoon, gelukkig leven
op laat slechts eerst de nevelen, die het licht
verduisteren, optrekken. Ik geloof zoo vast aan
uw taleDt en aan eene beroemde toekomst, dat
ik althans, terwijl gij niets zijt en niets bezit dan
uw talent, u een mijner dochters ten huwelijk
zou willen geven.
Haydn's oog schitterde verheugd. Hij dacht
aan Anna.
Ziet gij, ging de oude op gemoedelijken
toon voort, gij kent mijne Carolinanu,waar
om wordt gij zoo bleek blijft in mijn huis
wonen en eet aan mijne tafel wat ik heb, deel j
ifc met u, en zendt u de lieve God een zelfstan- j
ernstig en bedrukt uit, als haddet gij een Jobs
tijding ontvangen I Of bevalt u mijn voorslag
niet Ja, dan en hij pinkte toornig aan zijn
jabot was het onverstaadig van mij, u zoo
lief te hebben, om zelf u hét dierbaarste wat ik
bezit aan te bieden.
Haydn zag het toornig opflikkeren in het oog
van den ouden pruikenmaker.
Beste vader Keiler, sprak hij ontwijkend,
wat gij daar zegdet, heeft mij zoodanig verrast'
dat ik mijzelven niet meer meester was. Dui
zendmaal dank voor uwo goedheid I Laat mjj
slechts eenigen tjjd om te overleggen...
Gij hebt geljjk, viel de pruikenmaker hem
lachend in de rede, ik heb u als eeD onweer
overvallen. Dat heeft u verschrikt 1 Ik kan mjj
dat zeer goed verklaren. Maar het is etenstijd,
vervolgde hij, zijn horiogie uithalende kom
meê, ik heb honger 1
Het middagmaal werd tamelijk stilzwijgend
gebruikt. Keller was bijna de eenige, die
praatte Haydn en Carolina mengden er nn en
dan eene korte bemerking tusschen, Anna ech
ter sprak niet alleen geen woord, maar zag ook
in het geheel niet van haar bord op, waarop de
spijzen nagenoeg onaangeroerd bleven liggen.
Slechts eenmaal vestigde zich haar oog smarte
lijk op het aangezicht haars vaders, toen deze
zijn wijnglas omhoog hief en schertsend uitriep:
Op uwe gelukkige verloving,beste Haydn 1 f
Deze was daarop bloedrood geworden, Anna I
had dit bemerktzij moest al hare krachten
bijeenrapen, om niet van haren stoel te zin- i
ken. Zjj ademde zichtbaar,toen de vader einde-
lijk opstond. Voorkomend schoof zjj zjjn rust-
stoei bjj de kachel, doch de onde man maakte
eene aikeerende beweging met de hand.
opgedragen aan PESR DABN8.
Goed doen aan zijnen evennaaste, is loiweer-
dig maar goed doen ia stilte, zonder zich er
over te beroemen, is handelen volgens het
Evangelie.
Aan iemand zijn afkomst verwijten is het
teeken van eene lage ziel want alle menschen
hebben dezelfde natuur en zijn gelijk voor God.
Die gerust is en niets op zijn geweten heelt,
moet dat in de gazetten niet drukteen. De ge
ruste ziel betrouwt op God, en dat is haar vol
doende.
Al de afvalligen hebben zich afgescheurd
van den Paus en het kerkelijk gerag overtre
den, de Ketters en scheurmakers hebben altijd
vrij en onafhankelijk willen zijn.
Zeg niet lijk de Faeizeëf. Heer, ik ben
beter dan deze of gene, ik doe meer goed aan
het volk dan een ander.
De gebeehendie hy anderen toeschrijft,
draagt de mensch dikwijls in zyn eigen hert.
Zoo zal een haatdragend man dikwyls anderen
van haat en nyd beschuldigen.
Spot nooit met oude en eerbiedwaardige man
nen de ouelerlingenwie ze ook zyn, ver
dienen eerbied en ontzag.
Hoe hooger men vliegt, hoe dieper men valt.
Die zich vernedert, zal verheven worden, en
die zich verheit, zal vernederd worden.
Een zetel, hoe zacht en hoe schoon hij ook
moge wezen, is eene ware pijnbank voor dezen
die hem heeft bekomen met liegen of bedrie
gen.
Elk zal bekennen, dat Meester Pier sinds
eenigen tijd zoo wat peper en zout van noode
had.
't Is zelfs te bejammeren, dat het hem niet
eerder aangeboden werd.
Wellicht zou hy wat minder veel eerlijke en
treffelijke menschen door den modder getrok -
ken hebben.
Wat meent die vent wel
Snuf-Sntjf.
Bisdom van Gent: De E.H. Tytgat,ekonoom
van het St-Lievensgesticht te Gent, is bestuur
der benoemd vaa de Zusters van Liefde te
Melie. De E. H. Burm, leeraar in het St-
Lievensgesticht te Gent, wordt ekonoom van
hetzelfde gesticht. De E. H. Van Nieuwen-
hove, onderpastoor in St-Joseph te Gent, wordt
in dezelfde hoedanigheid benoemd te Huysse.
Het is algemeen bekend dat het snijgraan kostbare
diensten bewijst aan de landbouwers, want 't is het
eerste groen voeder, waarover zij in het voorjaar be
schikken. 't ls ten andere,een gezond en tamelijk kloek
voedsel, dat de melkgeving bevoordeeligt. Te meer,
snijgraan wordt gemakkelijk gekweekt vóór tabak,
aardappels of voederbeeten.
Wij moeten nochtans bekennen dat de opbrengsten
gewoonlijk maar middelmatig zijn, om reden ^.dat de
bemesting te wenschen laat.
Tal van landbouwers geven slecht eene kleine hoe
veelheid stalmest, ongeveer 20,000 tot 25,' 00 kgr. per
hectare, en voegen daarbij 1 tot 2 hectoliters beir per
are.
Wij houden er aan te verklaren dat de stalmest de
basis der bemesting uitmaakt, maar naar ons oordeel
is de hoeveelheid te klein, wij raden aan ten minste
30,000 kgr. per hectare te geven, en daarenboven twee
tot drie hectoüters beir per are.
Verder dient deze bemesting volledigd te worden
door eene goede hoeveelheid minerale meststoffen als
fosfoorzuur en potasch, die tijdens het omploegen
worden ondergewerkt.
Ten einde de planten vóór den winter kloek te doen
opschieten, is het aanbevelenswaardig, eenigen tijd
vóór het zaaien, eene goede hoeveelheid zwavelzuren
ammoniak uitte strooien (100 kgr. per hectare), dien
men met de eg kruisgewijs zal inwerken.
De zwavelzure ammoniak dia trapsgewijze werkt,
stelt niet bloot aan verliezen, zooals het sodanitraat.
In geval men zorgt vroeg en dicht te zaaien, zal het
onnoodig zijn sodanitraat te gobruiken, de zwavelzure
ammoniak bevoordeeligt hier de spoedige ontwikkeling
der plantjes.
Wij raden dus de volgende bemestingsformule aan:
350 kgr. kalksuperfosfaat
25( tot 300 kgr. zwavelzure potasch.
100 kgr. zwavelzuren ammoniak.
In de Lente zal men nog 150 tot^OO kgr. zwavelzuren
ammoniak aanwenden, ten einde het hernemen van den
groei te bevorderen. Wij raden het gebruik van zwa
velzure potasch aan, omdat meststoffen die chloor
bevatten, nadeelig werken op de hoedanigheid van
tabak, wanneer deze op. snijrogge volgt. J. Aidit.
- Anna, sprak hy, vandaag neem ik geen
slaapje. Het is wel geheel en al tegen mijne ge
woonte, maar...
Hij voleindig-je den volzin niet, maar ging
voor het raam staan en zag naar buiten.
De herfstwind veegde door de straten en langs
het zwerk vlogen, dikke regenwolken. De lucht
was vochtig en di k Die over de straat gingen,
wikkelden zich «Lichter in hunne mantels, op de
oude daken knarsten de windwijzers.
De oude man keerde zich weder om.
Ja, ja, spr ak hy met innig welgevallen en
toch met bijzor tderen nadruk, de mensch is
toch eerst waa rlijk gelukkig als hij een gezellig
t'huis heeft. Zyn oog vestigde zich daarbij
vorschend op Carolina, die dien blik met een
lichten hoof db nik beantwoordde.
Waar is Anna
Vade^f, zy heeft my gezegd vandaag alleen
den boel in de keuken te zullen afwasschen
daarna gaat zij naar de predikatie bij de
Jesuïete- a.
G aed 1 Myne Anna, vervolgde hy, tot
Haydn gewend, heeft een zeer stil en vroom
gemoe' dj voor de wereld deugt zij echter niet.
Dan is mijne Carolina een geheel ander meisje,
braaf,, "vlijtig, vroolijk, beda chtzaam, eene vol
maakte huisvrouw; heb ik daarin geen gelijk,
M. Jose iph
Hayrin knikte toestemmend.
L aat ons niet veel on slag maken I Ik ben
evenali j onze prins Eugenius 1 Ik bestorm de
vesting zonder lang te dralen. Lientje, zeg mij,
kind, .en hij vatte hare hand, zoudt gij den
goeden Joseph Haydn tot man willen hebben
Het meisje zag verheugd op.
Ji i, vader, zeer geerne I Daarop sloeg zy
de oogc n neder. Maar ik weet niet
Qj i Joseph u lijden mag Meisje, daarvoor
Lcdo Eenige schelmen hebben Maan-
dag nacht al het fruit gestolen van
den landbouwer Karel-Lodewijk Triest op de
wijk Heipiasdaarna hebben zij al zijne tabak
planken vernield.
Een onderzoek is door den kommissaris
notaris te Erembodegem, heeft van wege den
Staat het bijzonder eereteeken van lBt9 klas
mutualiteit ontvungen, als belooning voor zijne
onuitputbare milddadigheid jegens de maat
schappij a Ondersteunt elkander Hartelijke
gelukwenschen aan den verdienstelijken Volks
vriend.
Meerbek e. -Zaterdagnamiddag is de
genaamde Tistjen De Deyu
verrast door den buurttram van Ninove naar
Hal, toen hij over de spoorlijn wilde gaan. De
ongelukkige werd vreeselyk gekwetst aan het
achterhoofd.
Het slachtoffer is eenige uren later in de
vreeselykste pijnen gestorven. Hij was 80 jaar
oud. Ach Heere 1
Ou li PP Maandag morgend, tusschen
2 en 3 ure, werd de beenhouwer
Frans Merckx, op het gehucht Herlinckhove,
nacij de Beek, aangevallen door een wraak-
zuchtigen kerel. Merckx bekwam n^gen mes
steken, waarvan twee zoo erg zijn dat er
weinig hoop op redding bestaat. De ongeluk
kige zegt de aanvaller te kennen en de gendar
men hebben dien persoon aangehouden.
l\itlOVe De ISjarige knaap Kasyncki,
van het gehucht Preulegem, is
uit een boom gevallen en werd erg gekwetst
aan het hoofd en aan den hals. Zijn toestand
is wanhopig.
Maandag namiddag verschrikte alhier het
peerd van een brouwer van Aalst, die in de
Geeraardborgschestraat bier geleverd had. Het
dier deinsde achteruit en de kar verbrijzelde
de vensterraam van M. B. De Decker, herber
gier en winkelier,'; op den hoek van gezegde
straat en van de Beverstraat.
Arthur De Pessemiere-Labia, op de Kaai,
heeft het leven geschonken aan een zevenden
zoon, die den naam zal dragen van Leopold.
Z. M. de koning heeft het peterschap aanveerd
en zal zich doen vertegenwoordigen door den
burgemeester. Er zou reeds vroeger een
zevende zoon geweest zijn, doch twee achtereen
volgende keeren stierf er een voor de geboorte
van den zevende. De moeder en de nieuwge
borene genieten eene goede gezondheid.
wer, zekere J. B,
De Deyn, wonende op het gehucht Meerbeke,
by Ninove, keerde terug van het veld, en ging
over de baan van den buurtspoorweg, Halle-
Ninove.
£Hy werd door oenen tram verrast en bekwam
twee verschrikkelijke verwondingen aan het
hootd.
Niettegenstaande de verzorging van den ge-
neeshee is hij in de ijselijkste pijnen be
zweken.
HcrZClc Dieven zijn 's nachts bin
nengedrongen in de statie van
Horzele. Zij hebben de brandkas doen springen
en er eene groote som gelds uit geroofd. Van
daar zijn zij naar het goederenmagazijn gegaan
waar zy vele koopwaren van waarde hebben
gestolen. Een onderzoek is geopend.
Tramongeluk. Zondag bleef de stoker
Evarist Ponnet, gehuwd en vader van drie kin
deren, bij het maDceuvreeren vau de machien,
haperen met zijn been, hetwelk van aan den
knie tot aan den voet opengereten werd de
beenderen lagen bloot. De ongelukkige viel in
bezwijming.
Dokter Leo Van der Snickt, aanstouds ter
plaats geroepen, heeft de wonde toegeoaaid op
verschillige plaatsen, waarna de gekwetste met
het gerij van de kinderen Huylebrouck, naar
Borsbeke bij zyne moeder overgebracht werd.
WpttPTPn OP de wijk Gransvelde
loopt sedert eenigen tijd een
miszinnige jongeling, die zich inbeeldt jacht-»
wachter te zijn, met een geweer; hij schiet
rechts en links. Uit medelijden laat men den
armen jongman doen, doch hij is een gevaar
voor de geburen, die hij allen voor pensjagers
aanziethy diende opgesloten te worden.
Zaterdag nacht hebben baldadigaards
voorzeker uit wraak ten nadeele van den
heer Felix Beernaerts in zijne nieuwe huizen
op den Driesch, de vensterruiten verbryzeld.
behoeft gij niet bevreesd te zijn I Haydn hier
hebt gy mijnen lieveling gij zijt mijn zoon. Ik
geef u beiden kost en inwoning tot God u de
tafel dekt, blyft dit zoo. Mijne oudekleeren in
de kas moeten ook eens weêr in de lucht en het
zonnelicht komen, anders verteert ze de
schimmel.
Vader, bracht Haydn bedremmeld hier
tegen in, gij vergeet dat ik niets ben en niets
bezit 1
Domme praatjes Maar gy wordt wat en
wel iets veel grooters dan ik ben. Geluk en
aaD-zien zullen uw deel worden,doch niet daarom
geef ik u mijne dochter maar omdat gij zulk
een goed, biaaf mensch zijt, gelyk ik er in
geheel Weenen nog geen tweeden aangetroffen
heb. Het is waar, mijn kind had ook een ryken
burger kunnen trouwen, maar een beter mensch
dan gij zeker niet 1
Haydn wierp zich aan de borst van den ouden
man.
Het is wol, sprak deze met een van
vreugde stralend aangezicht, ga nu naar uwo
Lina en zeg haar wat uw hart u ingeeft.
Haydn ging verlegen naar het meisje toe.
Lina stak hem de hand toe, trok hem tot zich,
en fluisterde
Joseph, gy behoeft geen woord tot my te
zeggen, ik weet dat gij de mijne zijt.
God zegene u, myne kinderen, en make
u gelukkig, sprak de oude man aangedaan.
Daar werd met de huisbel getrokken alsof er
brand was.
Driftig liep Keiler naar de voordeur, en
opende ze.
Een jongeling stond voor hem.
Wie zijt gy Wat wilt gij snauwde de
oude. Vandaag scheer ik niemand meer, al
waart ge de keizer van Japan 1
De bewoner, begenaamd Louis de Domper,
sprong uir zijn bed en achtervolgde de twee
kerels, die wegvluchtten in de richting van het
gehucht Overbeke, doch zonder dat men ze kon
herkennen.
zal te Lebbeke uitgaan tot
sluiten van de merkwaardige jubelfeesten, op
Zondag 16 Augustus aanstaande, om 2 1/2 ure
namiddag. Advies aan alle personen, die dezen
prachtigen stoet reeds bewonderd hebben en
vooral aan degenen die deze processie nog niet
zagen.
NieUWPIlhoVP Diefpoemg. Zondag
LIirUWCIIHUVt). laatstleden, terwijl Felix
Saelens, baas uit 't gemeentehuis, naar de vroegmis
was en zijne kleindochter 12 jaren oud te huis wachtte
hoort deze gerucht op den zolder en den stap van eenen
mannenmensch, die de trappen afkwam. Verschrikt
loopt zij langs de achterdeur buiten en roept op A.
De Cooman,die daarjuist op zijnen boomgaard was. Zij
komen getweeën binnen en zien eenen kerel die in den
winkel op zoek is. Wat doet ge daar ?zegt Wiezen. De
kerel komt buiten op zijne koussen en antwoordik
zoek naar iets. Wiezen vraagt of hij daar vernacht
heeft. Op het bevestigende antwoord vraagt Aloysius
waar zijne kloefen of schoenen zijn. Op zolder, was het
antwoord. Hebt gfj reeds koffie genomen Neen, ik
was het van zin, was het antwoord.
Wiezen gaat en neemt e^ne koffietas en terwijl springt
de kerel buiten en is op loop. Hij heeft den tijd niet
gehad iets te ontvreemden. Men veronderstelt dat ter
wijl dat Frans Saelens (die gansch alleen te huis zijnde)
eene haastige boodschap in de gebuurte gaan doen
was en de deur zijner woonst open latende de dief zal
binnengedrongen zijn. De kleindochter was er slechts
eenige minuten voor 6 uren aangekomen om het huis
te bewaken. Terwijl deze om hulp geloopen was, had
de dief reeds met een breekijzer de kram, waar de gren
del van de zolderdeur in stak, opengebroken. Het was
oen magere kerel van middelbare lengte ep kneuvel.
Niemand heeft er hem zien wegloopen.
De dieven, die zooals deze op heeterdaad betrapt
worden zouden zelden zoo gemakkeliik uit de handen
geraken. Voegen w'hier bij dat Wiezen alleen tegen
over dien kerel niet al te stout was. Doch, er is niets
gestolen, niemand mishandeld en einde wel, alles wel.
tige gemeen
te werd Dinsdag namiddag rond 1 ure in op
schudding gebracht door een hevigen brand,
welke 6 huizen vernielde
Op den kruisweg, 10 minuten van het dorp
staan zes aaneenpaieude woningen waaronder
eene kleine boerderij, de andere zijn werkmans
woningen.
Eensklaps zag men de vlammen boven een
der daken opslaan. Het vuur liep zoo snel
voort, doordien meest allen die daken met
stroo gedekt waren, dat er weldra aan geen
blusschen meer te denken viel eu de woningen
de prooi der vlammen werden.
De geburen deden hun best om te reddt n
wat er te redden viel weinig huisraad kon
aan de vlammen onttrokken worden.
Weldra bleef er niets van de zes huizen over
dan een smeulendeu puinhoop. De schade be-
draagd ruim 25,000 fr.
dag zal in de oude abdij van Affligem de
eeuwenoude solemneelejommegang plaats heb
ben. Zijne Hoogw. de Prelaat van Perk, zal
's morgens, om 9 1/2 uro, de Pontjfiteale Hoog
mis en 's namiddags, om 2 ure, de Pontifikale
Vespers celebreereD. Na de Vespers zal hy in
de processie van het wonderbeeld van O.-L.-
Vrouw van Affligem het Allerheiligste dragen.
De parochiën van Hekelgem, Meldert en an
deren zullen wedijveren om die processie allen
mogelijken luister bij te zetten en wederóm,
zooals elk jaar, zullen duizenden geloovigen
naar Affligem komen. Moge het een schoone
dag wezen tot verheerlijking van het Aller
heiligste Sakrament eu O.-L.-Vrouw, van
Affligem I
AsSChe. briefwisseling is ons te
laat toegekomen, met spijt moe
ten wij den prachtigen uitslag welke de katho
lieke Turners van Assche, in de gouwkamp
te Halle, bekwamen, verschuiven tot te naaste
week.
Daar is een proleet van
i_^^neue. goddeloosheid aan >tzeeve_
veren geweest in den geuzenvergaarbak der
geuzensnotters. Die propere paljas doet geweld
om te doen gelooven dat er iets of wat van gods
dienst aan zijn wegen is, en dat in eene godde-
looze moddergazet 1 Zeg mij, is zoo iet niet ten
volle lijp voor Evere 1 Gheel kan daaraan niets
verbeteren. Dat pak is ongeneesbaar I Weder
om heeft die tweepooter (want voor zijn mod
dergazet bestaat er geen ziel) zijn druipenden
muil omhoog 1 en hij broddelt over een strooi
briefje zonder handteeben.
Welnu, de katholieke vereeniging van Es-
schene is gekend. Aan het hoofd staan de gees
telijken... maar gy, goddeloozs snotter, wie
zijt gij Laat eens uw vel zien, dat wij u ken
nen....
Over drij weken zegden wy dat het groot
gaaiken Pijlschieter, de razige smeerder, een
klein gaaiken gekocht had. Wij waren slecht
ingelicht, 't Was maar eenvoudiglijk een ge -
weldig huiskrakeel... Wij hebben ook verno
men dat Pijlschieter zijne collectie van blauwe
vlaggende voor de kiezing moestf n dieneD,aan
't uitverkoopeD is. Teeken der tyden 1 Bericht
aan de poefers 1
De andere zag een oogenblik verwonderd, in
Keller's verstoord gelaat en berstte in een scha
terend gelach uit.
Zulk eene onbeschaamdheid heb ik van
myn leven nog niet gezien! brulde de huisheer.
Ik zou geerne Joseph Haydn spreken
Keiler deed een stap achterwaarts.
O I vergeef mij, ik bid u duizendmaal om
verschooning
Hij rukte de deur wagenwijd open.
De vreemdeling trad binnen, ging naar de
huiskamer en viel daar Haydn om den hals.
Oudje I riep hij, buiten is het herfst, maar
bij u wordt het lente met zonneschijn. Ik breng
u eene blijde tijding I
Ditters, ik begrijp u niet 1
Wel mogelyk I Vooi alles moet ik u ver
klaren, dat gij mij van morgen vreeselyk geër-
J gerd hebt. Ja, zie my maar zoo verwonderd
i niet aan I Hebt gij niet in bitteren wrok tot my
j gezegd, dat voor Joseph Haydn het allerslecht-
f ste goed genoeg was en gij bestemd waart uw
leven als organist en pianomeester te verslijten?
Mensch, uwe woorden hebben my diep ge
krenkt en geërgerd. Gramstoorig verliet ik u,
met het vaste voornemen om u tot eenen leuge -
naar te maken. Ik dacht aan graaf Morzin, ging
naar hem toe, prees u zoo sterk, dat de oogen
hem overliepen en hij ten leste uitriep
Welaan 1 op uwe aanbeveling neem ik
Joseph Haydn als kapelme» ster in myuen
dienst. Hij is toch ongehuwd niet waar.
Vrij als een vogel in üe lucht, antwoordde
ik, gaf den graaf in uwen naam het jawoord,
en thans zyt gy kapelmeester van graal Morzm.
Joseph glimlachte.
En hier staat mijne verloofdesprak hij,
Carolina bij de hand nemende.
Wordt toorigexet.