Edele Zelfopoffering. Hel was toon haar broeder ging zoeken naar Cecilia, dut Van Puyenbroeck zich op den koer bevond. Beschuldigde wordt ondervraagd. Waart gij in de herberg toen die vrouw daar was. Ik was er zeker. Dat is niet waar heer voorzitter. Jozef Bové oud 13 jaar, is niet zijne zuster in de herberg gegaan van Van Puyenbroeck. doch deze was daar niet. Het is die knaap die door Van Puyenbroeck verboden werd. voorbij de gracht reeds vermeld, te gaan. Hij he-'ft Van Puyenbroeck iets zien wegwerpen, doch hij wist niet wal het was. He jongen heeft hem zien loopen uit de richting van de plaats waar het lijk gevon den werd. Beschuldigde loochent dit ten stelligste. Petbi s Dij Bruycker is een knaap die mei de moeder van Cecilia gaan zoeken is naar het lijk. Die getuige heeft ook Van Puyen- broeck zifcn loopen. Die knaap heeft Van Puyenbroeck niets zien wegwerpen, doch deze heeft hem weer- gejaagd. Men vraagt nog aan de knaap of hij niet weet of Van Puyenbroeck centen gaf aan Cecilia. Dat weet ik niet. is het antwoord. Hebt gij niet gebold met Van Puyen broeck. Ja. ik heb een spel gebold, doch Van Puyenbroeck bolde slechts een maal. Hoe laat kmi liet zijn, toen Jan Van Puyenbroeck gehold heeft. Hel kon zuowat rond 3 ure zijn. Di-: .SmKigezeod Van Waks, is den avond der misdaad gaa i zoeken met Lodewijk De Bruycker. Wij zochten langs den linker kant en Van Puyenbroeck langs den rechter kant; niemand vond iets. Het was rond 11 1/2 ure 's avonds; getuige/egt, dat Van Puyenbroeck toen men voorstelde van naar bet lijk te zoe ken, aangedaan was. Die getuige beeft ook aan Jan gevraagd om naar den koinmissaris te rijden hij hoor de duidelijk door Van Puyenbroeck zeggen mijn rijwiel is gebroken. Deze getuige boorde ook nog zeggen door tegenwoordige personen, dat men lafaard moest zijn, om zoo iels te weigeren. Petrus Brakkman, wever te Wetteren, bevond zich ook den avond der moord aan het huis van De Bruycker en liij zegt dat men duidelijk gezegd had, dat men een lafaard meest zijn. om niet per rijwiel naar den köm- missaris te rijden dit had betrek op Van Puyenbroeck. Kamjel Audknaert, landbouwer, is den dag der misdaad om 10 ure 's avonds aan de' herberg gekomen van beschuldigde, dpeiijiij was'daar niet. Is Van Puyenbroeck niet, geschuwd te Wetteren '4 Ja, men is benauwd van hem, want hij is opscmetpnd en ruziemaker. Geluigo bleef in do ltevjierg van Van Puypnbroeck tol 1 ure 's morgens. Getiiige woonde destijds nève'ns Van Puy'ènbrbeck', alsdan leefde dtv.e zöeir goéd met zijne vrouw en ging bijnanooit pit, maar sodert, yv-*s be schuldigde vcraïlderd en Was mén waarlijk benauwd van Van Puyenbroeck.. At.fonsVkrstraete, wonende te Wetteren, is den Zondag avond, dag der moord niet in de herberg geweest van Van Puyenbroeck. Hij beeft Van Puyenbroeck hooren zeggen Bi ga do agenten verwittigen, fjeze getuige doel ons anders niets bijzonders kennen. Louis De Bruycker, poermakcr te Wette ren, is do oom van de kleine Cecilia. Hij was ook den avond der misdaad in de woning van het slachtoffertje. Van Puyenbroeck was daar ook. Er werd gesproken- van met een rijwiel naar den kommissaris te rijden. Van Puyenbroeck. aan wien dit gevraagd werd, weigerde. Getuige voegt daarbij dat men zag. dat beschuldigde van kwaden wil -was./Ueze getuige is ook gaan zoeken naar de kleine Cecilia, langs den linkerkant van het hof van Van Puyenbroeck, doch hij vond niets. Lieven Van Brussel, werkman te Laarne, t'.2c Vervolg. Ik wilde u nog iets vragen vei Blanche. Laat hoore'n, infjn kind Jk wilde bet huisje zien, waar ik geboren ben, waar mijn moeder gestorven is. De oude Vrouw schudde het h'ooftf. Het be staat, niet meer. antwoordde "zij. Jiet.is inge stort 't is slechts een hoop steenën. Dan wil ik do ruïne zien, hernam Blan che. Zij sloegen een smal pad in. dat om het dorp liep, en stonden een kwartier later bij den puinhoop. Met droevige blikken staarde Blanche op de BverblyfselQn van het huisje, waaraan voor haar zulke dierbare herinneringen waren ver- tonden. Daar hadden haar ouders geleefd daar had lij het eerst hel levenslicht) aanschouwd. In hare verbeelding zag zij bet huisje zooals het eens was geweest, met zijn witte muren en groene gordijnen., terwijl de zon zoo vroo- ïijk door deuren en vensters naar binnen drong. liet was baar,als hoorde zij daarbiuoen stemmen, en alsof zij baar moeder wel tevre den in baar huishouden ijverig be/ig zag. p Toen verdween bet vizioen. en zij aaii- iehouwdo alleen den bouwvaldaarna meen de zij don grafsteen te zien. waaronder baar JViOéuer rustte, en de strafkolonie, waar haar vader voor zijn misda&d boette. Zij slaakte een diepen zucht en liet het hoofd op do borst zakken. Zoo was het verleden, mompelde zij, hoe zul de toekomst wezen Eeu stem antwoordde «IIoop» 1 Zij ontroerde, cn zag verschrikt om zich grootvader van bet Slachtoffer, wordt ge vraagd, wat Cecilia hem zegde, toen men van Van Puyenbroeck sprak, zij zegde dat men hem Jan van Luer noemde. Doelt dit w as voor de moord. Gustaaf Dj-; BttUYCKERj wonendo lo Wet teren, is de vader van Cecilia, bij zegt dat baar dochtertje eten ging dragen naar de poërfabriek, doch liij had wel aan zijn kind gezegd, nooit met vreemden mede te gaan. Wanneer hebt gij vermoedens gekregen op Van Puyenbroeck, daags na do moord, toen men gesproken bad van die zaak van hel rijwiel. Dan kreeg men achterdocht, en liet was op aandringen van mijns vrouw zus ter, dat ik dit vertelde aan de policie. Hoe was beschuldigde zijn gedrag Hij was niet slecht toen bij nevens ons woonde. Hoe noemde Cecilia Van Puyenbroeck 4 Mijn dochtertje noemde hem altijd (Jan). Florimon Van der Stuyft, oud 16 jaar, is den avond der misdaad met Bové gaan zoeken naar Cecilia, in het wegeltje hebben zjj Van Puyenbroeck tegengekomen die hen zegde gij moet hier niet zoeken, maar wel in liet bosch. De kleine zegde ook nog dat Van Puyen broeck kwam aangeloopcn uit de richting van de plaats waar liet lijkje van Cecilia go- vobden werd, Deze verklaring komt overeen met diegene van twee andere getuigen reeds gehoord. Alfons Buyle, is een persoon die in den namiddag der misdaad daar ook gebold beeft met Van Puyenbroeck. Nadat zij gebold had der, zegt de getuige, zijn w ij beginnen kaar ten, dit was rond 5 ure. Van Puyenbroeck is op een zekeren oogenblik buiten geweest. Hoe noemt men gewoonlijk Van Puyen broeck. Jan, maar zeer weinig Amandus. Serafien Calle, poerwerkman te Wette ren. Deze persoon was den dag der moord in de herberg geweest van Van Puyenbroeck. Het was toen rond acht ure, ik ben met Van Puyenbroek naar de herberg van Ponnet gegaan en dan teruggekeerd naar do herberg van den beschuldigde. Dan heb ben wij een pint hier gedronken, Van Puyen broeck is buiten gegaan en wij hebben hem niet meer zien terug keeren. Hoe is Van Puyenbroeck gekend. Ik weet niet wat men zegde van Van Puyenbroeck, ik vroeg daar niet naar. Gamiel Gogaf.rt is de persoon die hij Van Puyenbroeck was, bijna den gansclien namid dag. Een eerste maal kwam hij in de herberg van beschuldigde en keerde terug rond 5 ure 10 minuten. Ik ben 10 minuten weg geweest. Tot hoelang hebt gij gekaart '4 Tot rond-7 1/4 ure. Wat deedt gij daarna Wij zijn naar Ponnet's gegaan en wij .gingen langs 'het wegeltje, doch 'daar1 zagen wij niets. 1 Hoe komt het dat men het lijk 's ande rendaags daar vond -Ik weet niet, doqli het schijnt mij, in dien het lijk daar bad nmelen liggenwij lipl zoikditó^fyëftlg&fiéb MS/ben. 's Aftderairoft&gs hebben wij \lari "hi den -gracht, het lijkje gevonden van Cecilia De Bruycker. Wat gebeurde den avond der moord nog '4 Wij koerden nog rond 8 1/2. ure terug naar de herberg van beschuldigde en toen wisten wij dat Cecilia verdwenen was. Ik heb gezocht met Van Puyenbroeck langs den rechterkant van den steenweg,Wij vonden niets. Doch zonderling is het dal den avond der misdaad, men juist op die plaats niet gezocht heeft, waar men 's anderendaags Cecilia ge vonden heeft. Getuige hierover ondervraagd, zegt dat zij ver in bet koren zochten, muur er niet aan dachten in de gracht te zoeken. Toen men het lijk gevonden heeft, hebt gij geen achterdocht gehad. heen, als verw achtte zij uit den puinhoop een schim te zullen zien verrijzen. Zij zag echter niets dan den woesten bouwval. En toch had zij het woord «IIoop» duidelijk meenen te hoe ren. Was dat een zinsbedrog geweest Zij ge loofde liet, maar niettemin schonk het woord haar moed, en zij stamelde Ja, ik zal hopen Zij wierp nog een blik-op de ruïnen, en ging toen naar haar geleidster, die haar op eenige schreden afstand stond te wachten. Gearmd verwijderden zij zich. Üogenbl ikke] ijk verscheen liet hoofd van Epreuve aan het venster, waarbij Blanche had gestaan Een glimlach speelde om zijn lippen. Gaat gij een oogenblik bij mij uitrusten vroeg de oude vrouw aan Blanche. Ik dank u, antwoordde deze, de zon be gint reeds onder te gaan, en ik moet mij haas ten, om bijtijds op spoir terug te zijn, waar men misschien ongerust is, want ik ben heen gegaan zonder aan iemand iets te zeggen. Nu, dan zal ik u een eindweegs vergezel len. Toen zij in de nabijheid van Espoir waren gekomen, omhelsde de oude vrouw het meis je hartelijk, en nam afscheid. Door toedoen van Pandolle had de pleeg moeder vaii Blanche een onbezorgd leven, en was haar oudste zoon, die in de voornaamste herberg van Ciury knecht was geweest, er thans de eigenaar van. Blanche was reeds een uur op de hóeve, toen Pandolle er terugkwam. Na een poosje roet Dupont gesproken te heb ben, ging bij naar Blanche's kamer. Toen ik heden ochtend de hoeve verliet, sliept ge nog, zeide hij, daarom kom ik thans naar u zién. Komaan, 't verheugt rn'e dat gij minder verdrietig schijnt te zijn. Zijt ge heden Neen.want ik heb niet gedacht dat Van Puyenbroeck voor zulk iets bekwaam was. Weet hij niets van een geval dat plaats had in de poerfabriek. Neen want pp dit tijdstip was ik nog in de fabriek niet, dus ik kan daar niets van zeggen. De zifting wordt om 1 ure geheven, naliet verhoor van dezen getuige. Namiddagzitiing. Herneming der zitting om 2 1/2 uro. Getuigenverhoor; Bij het openen der dburen valt het volk de publieke omheining binnen. Ongeloollijk is de macht vaii volk dat op een is geperst. Daar cr onder de getuigen ièu ontlaste zijn die geen Vlaanwcli machtig zijn, zoo vraagt de In-er Voorzitter aan Van Puyenbroeck, of hij Franscb kan. Oui, Monsieur le Président, un peu. Petrus Vervaet, wonenuo Ie Wetteren, is den namiddag der moord, dn de herberg van den beschuldigde gekomen en beeft daar gebold, te beginnen van 2 12 lot 5 1/2 ure. Van Puyenbroeck bolde tw t v spelen mede. Getuige zegt dat Van Puvonhroeck op zijne kloppers was. Betichte, dat is niet waar, gij kent Van Puyenbroeck. Ik w eet niet, want bad nooit iels te maken met Van Puyenbroeck. Eliwel, Van Puyenbroeck, gij zegt dat gij den ganschen namiddag hebt gebold en gij hoort wat de getuige zegt. #a, maar dat is niet waar,want ik weet wel wat ik deed. Wat had Van Puyenbroepk aan. Ifc zegde hot reeds, bij had kloppers aan. Van Puyenbroeck. Dat is niet waar, ik had schoenen aan. Hendrik Ponnet. herbergier te Wetteren. Hoe laat is Van Puyèhbroéck in uwe herberg gekomen Rond 8 ure hij is daar gebleven gedu rende een 20 tal minuten Van Puyenbroeck had kloppers aan. Wie was er bij den befeèhüldigdo 4 Vervaet, Buyle en {Jpgaert, zij dron ken slechts een glas bier. Getuige zegt nog dat zijn dochtertje daags na de misdaad verteld beeft', dat zij den na middag van den moord Van Puyenbróèck uit de schuur zag komen. Hij houdt stellig staan dat. zijn dochtertje dat onmiddelijk verteld heeft. Waarom zijt gij benauwd van Van Puyenbroeck Omdat hij mij eens bedreigd heeft, om- dal ik hem wilde beletten iijüë vrouw in de Schëldó le werpen, dat \VaV over 5 jaar. Hij liegt, mijnheer de voorzitter, ik heb nooit mijne vrouw in het water gegooid. Een incident- De verdediger beweert datdit eene valsche getuigenis is en vraagt dat de.verklaring van 'dezen getuige zou worde, opgenomen, omdat hij'over 0 jaar gansch; liet tegenovergestelde beweerde. De beer voorzitter pgl dyf.dit geen belang -heeft in de zaak, wat dit heeft er in het ge-' ffieël' geen betrek op. H'ét'incident is daar mede gesloten. Rachel Ponnet is het kléin meisje dat in het dpèkke winkelt je is gewéést van weduwe Drieghe. om daar drinken te-vragen ik héb op den koel* van Van Puyenbroeck geweest en to%n Heb ik Jan, dit is Van Puyenbroeck, uit eene scliuür zieii komem en wegvluchten in zijne woning. Is dit wel de waarheid mijn kind Ja mijnheer, ik hebzelfs tegen Van Puyenbroeck gesproken doet} deze antwoord de niet. v De heer kommissaris wordt teruggeroepen om te weten in welke omstandigheden bij de verklaring ontving van bel klein meisje. De schooljufier van do kleine getuige is bij mij ten huize gekomen, zeggende, dat de kleine Louisa Van der, Stuyft en Ponnet belangrijke vérklaringen hadden gedaan, ik begaf mij ter plaats en oo'li >Rachel Ponnet nog ergens been geweest Ik ben naar. Ci- vry geweestmijn pleegmoeder heeft me naar liet graf mijner moeder geleid, waar ik voor mijn vader heb gebeden. Dat heeft mij goed gedaan, ik gevoel mij thans minder ongeluk kig. Er lagen versclie bloómen op het graf mijner moeder men schijnt er dikwijls de bloemen en kransen te vernieuwen? dien vro-, men plicht, tot nu toe door een ander vervuld, zal ik voortaan op mij nemen. Hebt gij iemand belast om op bet graf mijnei! moeder versclie bloemen te strooien Neen, antwoordde Pandolle een weinig verlegen. Maar uw moeder bad veel vriendin nen waarschijnlijk zullen zij.het doen. Daarna heb ik het huisje mijner ouders willen zien, hernam Blanche# en ik heb op de overblijfselen gestaard vau'Be woning, waar mijn moeder gestorven is. Ik-wilde u een ver zoek doen, ging zij voort, de band op zyn schouder leggende, ik zóu-too gaarne willen dat het huisje weder werd omgebouwd. Binnen acht dagen zullen de metselaars or mee beginnen. Er mag niets aan veranderd worden ik wil bet zien zooals het vroeger was. Ge zult uw zin hebben,'sprak Pandolle. Maar zég me nu eens, zult gij ons heden avond de mededeeling doen, diegij op gisteren avond hadt bepaald. Blanche verbleekte. Neen, antwoordde zij,, dat behoeft thans niet meer. Misschien heb ik geraden wat het gold. Betrof het niet den jongeling, die ge te Gray hebt ontmoet t Zij zag hem verrast aan. Blanche, bemint ge henf vroeg hij- met bevende stem. Als ik Blanche Dupont \vas, zou ik mis zegde mij dat zij Van Puyenbroeck uit de schuur had zien vluchten. Raciiel Verstrakte, oud 10 jaar. Ik ben met Rachel Ponnet hij vrouw Drieghe geweest om drinken te vragen, wij zijn op den koer gegaan van Van Puyenhroeok en hebben hein zien wegvluchten uit de schuur. De heer voorzitter is dit wel de waar heid Ja mijnheer, maar ik weet het uur niet meer. Wat zegt gij daarvan, Van Puyenbroeck Dat die kinderen dat ingegeven werden, maar zelf niets zagen. Er wordt aan het kind eene pliotografïe getoond waarop zij aanwijst waaruit Van Puyenbroeck vluchtte. De kleine loont dit zeer nauwkeurig aan. Gustaaf De Veirman, landbouwer te Wet teren. Den Zondag van de moord, was deze getuige om 3 1/4 ure aan het bollen op zijn koer. Hij had kloppers aan, dat heb ik wel gezien. Tot hoelang heeft hij gespeeld Tot rond 4 ure, dan hebben wij kaart gespeeld. Hij k&n niet zeggen of Van Puyenbroeck niet buiten is geweest gedurende hel kaart spel. Er ontslaat eene kleine disculie over den duur van het spelen «biën», dit kon zoo. wat volgens getuige, 15 minuten geduurd hebben. Dus kon Van Puyénenbroeck wel buiten zijn geweest. Van Puyenbroeck Ik loochen stellig kloppers aan gehad te hebben. Twee incidenten. De verdediging vraagt het woord om le bewijzen dat talrijke tegenstrijdigheden plaats hadden, in de verklaringen van de kleinemeis- j os- Het gehoor hernomen. De lieer onderzoeksrechter wordt terugge roepen, om te vragen, wanneer Van Puyen broeck zegde, kloppers aan te hebben ge daan". Dit was 's avonds wanneer men naar bet lijk is gaan zoeken.' Doch Van Puyenbroeck zegde 's namiddags schoenen te hebben aan gehad. Celestin De Meyer, werkman te Wette ren, is ook nog een der personen die met Van Puyenbroeck holde den namiddag dei- misdaad. Getuige zegt dat na hel bolspel, zij aan het kaarten zijn gegaan. Gedurende dit spel ging Van Puyenbroeck buiten. Daags na de moord, sprak deze getuige met Van Puyenbroeck. Deze scheen aange daan, toen men van het slachtoffertje sprak. Van Puyenbroeck voegde er nog hij Zij zitten allemaal op mijnen nek. Theofiel Ver va ét-, poerwerkman le Wet teren, holde ook met Van Puyenbroeck. Hij zegt dat Van Puyenbroeck twee spelen bolde. M. üe Voortitter. Wat had hij aan de voelen. Getuige.Zijne blokken. |;M. de'Woór&tter. -r- Hoe is het karakter van Van'Puyenbroeck. 1 Getuige.- Iff de poerfabriek heeft Van.. Pnyenbr.oeck: eens een» werkman .met een jnës in ;de knie gestoken. Daarom- was mem zeer hang van hem. Hij was daarbij zeeiuop-.i vliegend. Getuige drukt zijne gevoelens uit, waaruit blijkt dat volgens hem Van Puyenbroeck de plichtige is. Hendrik Vervaet, landbouwer te Wette ren, was ook aanwezig op het bolspel. Het was die getuige die de .plaats innam van Van Puyenbroeck, toen deze uitscheidde van te bollen. M. de Voorzitter. Hebt gij Van Puyen broeck, toen hij in zijne herberg ging, nog weder zien buiten komen. Antwoord, Ja, terwijl ik aan hel spel was. M. de voorzitter lot Van Puyenbroeck. Ilöwel Van Puyenbroeck, gij zegt dat gij gebold hebt van 2 ure tot 5 1/2 ure en hier is een getuige die u vervangen heeft hij" het spel om 3 1/2 ure. seinen ja zeggen, maar Blanche Trochets ant woordt ik mag hem niet beminnen. Wellicht besefte Pandolle niet hoeveel smart in die woorden lag opgesloten. Ja, zeide hij, ge moet liem niet beminnen, ge hebt dit juist ingezien. Luister Ik ben lieden voor u naar Vesoul geweest, naar de mannen der wet; 't is niet voor het eerst; maar ik meen, dat ze niet genoeg doen. Ze zullen nu krachtiger hande len.; ze zullen in Frankrijk, in Europa, overal zoeken. Er zijn kranten, ze zullen er^oproepin gen doen. Ge begrijpt niet wat ik bedoel, maai- dat doet er niets toe. Ziet ge, we zoeken uw echtgenoot. O; wé zullen hem vinden. Blanche slaakte een diepen zucht, z(j dacht aau Philippe, dieu zij niet mocht beminnen. XVIII. Te negen uren slopen twee mannen mot de meeste behoedzaamheid langs de tot de hoeve bëhoorende schuren, 't-Was uit de voorzorgen, die zij namen om niet gezien te worden, dui delijk, dat zij iets kwaads in den zin haddeD. De twee Margaux hadden koelbloedig alles overlegd, om op Pandolle wraak te nemen nu loerden zij op hun prooi, 0111 zich op hem te werpen. Pandolle ging altijd het laatst naar bed, na eerst te hebben rondgezien of alles in orde was. Toen hij dit tlians weer had gedaan, vroeg een der knechts Gaat ge niet mede naar de hoeve, mijnheer Pandolle Neen, ik zal nog een weinig van de fris- sche avondlucht genieten, gaf hg ten ant woord. Wilt ge dat ik u de lantaarn laat 1 Waarom ik heb die niet noodig. Dan wensch ik u goeden avond, mijnheer Pandolle. Van Puyenbroeck. —-Ik weet niet meer juist hoe laat liet was, De verdediging lokt eene kleine betwisting uit nopens het uur, waarop Van Puyenbroeck zou gehold hebben. M. de VooRZiTiiER. Dit heeft weinig belang in zake. be zitting geschorst Om 4 1/2 ure wordt de zitting voor 5 mi nuten geschorst. Herneming Prosper Bové doet niets nieuws kennen. Hij bleef slechts 10 minuten in de herberg van Van Puyenbroeck in den namiddag der moord. Hij heeft niets verdachts aan Van Puyenbroeck gezien. Hendrik Gogaert is in den namiddag der moord langs de plaats geweest, waar 's ande rendaags het lijkje gevonden werd, op uien oogenblik was cr nog niets in de gracht te bemerken. Hel was dan rond 5 ure. Hij heeft ook een 10 tal minuten in de her berg van Van Puyenbroeck vertoefd, doch hij kan niet zeggen of deze er aanwezig was, daar hij hem niet kende. Kamiel Dierens, toeziener in't poerfabriek van" Wet teren zegt dat den Maandag daags na de feesten, is Van Puyenbroeck naar de fa briek gekomen en scheen er zeer aangedaan uit. Hij schreide toen men hem over de moord sprak. Deze getuige doet kennen dat. liij als dan Van Puyenbroek aanzag als pliclilig aan ■Ie misdaad. Deze»getuige kreeg hevel van den bestuur der der poerfabriek, van Van Puyenbroeck van dichtbij te bewaken. Nochtans weet hij niet,waarom dit moest gebeuren. De heer Voorzitter. Weet gij niet of Van Puyenbroeck eens een steek gaf aan zekeren Braecke. Antwoord. Ik weel daar niets van. Jan Df. Wilde, poerwerkman, Wei teren. M. de Voorzitter. Wanneer zijt gij in de herberg van Van Puyenbroeck gekomen '4 Ant. Rond 9 ure 's avonds, maar de beschuldigde was er niet aan 't kaarten. M. de Voorzitter. Was de betichte daags na de misdaad op bet werk beangstigd? Getuige. Ja, hij was ongeduldig, ge jaagd en scheen er zeer bevreesd uit. Hij keek gedurig naar dén ingang der fabriek. Jan Van Durme, poerwerkman, Wetteren, heeft ook gezien dat Van Puyenbroeck zeer onrustig was daags na het misdrijf. Oktaaf Mortier, bediende in de poer fabriek, verklaart dat daags na de misdaad. Van Puyenbroeck gevraagd heeft om rond 10 ure 's inorgends te mogen vertrekken, om naar Dendermonde t.e 'gaan en om daar onder- hoord te worden door den onderzoeksrechter. Karel Impens. De heer onderzoeks rechter Pardoen, legt uit wat Karei Impens hem verklaard heeft. Zuster Lcontine. onderwijzeres, te Wet teren, verklaart, dat Lou.iza'Van der Stuyft, baareersten vooral heeft gezegd, dat het een ,ou$e ;nap met zwakten baard en kpevels was dien. ze uit een© -schuur had .zien weg^ vlucliten. Doch loeii het kind dit zegde, weende het overvloedig en op d.e vraag der Zuster waar om 'zij schreide antwoordde'zij Ik beii lYenaüwd van spreken, maar het; was- 'geen ••oudé 'm'ari1 ihaar' wel Jan Van Puyenbroeck, dien ik' uit de schuur zien komen heb. Ik dièrf dit eeëst niét zéggen, omdat Van Puyenbroeck mij bedreigd had, indien ik dierf spreken met mij hetzelfde te doen. De kleine Louiza scheen zeer aangedaan, tgen ik van Van Puyenbroeck sprak/ Getuige zegt dat volgens haar, Louiza Van der Stuyft de waarheid sprak, toen zij do tweede beschuldiging ten laste van Van Puyenbroeck aflegde. Vooralleer te spreken scheen het meisje echter gekweld met sombere gedachten. Het gehoor zal slechts rond 8 uren afloo- pen. Er blijven nog 14 getuigen te hooren Woensdag en het getuigenverhoor zal waar schijnlijk Vrijdag namiddag alloopen,Vriidag namiddag wordt niet gezeteld. Men voorziet de uitspraak voor Zaterdag laat in den avond. Goeden avond De knecht verwijderde zich. Pandolle haalde de tabak uit zyn zak en stak een pijp o. De twee Margaux naderden in de schaduw, als slangen langs den grond kruipende. In gedachten verdiept, zag of hoorde Pan dolle niets. Hoe kon hij ook vermoeden, dat hij op zoo'n korten afstand van de hoeve, aan. eén nachtelijken aanval zou blootstaan Die put had reeds lang gevuld moeten zijn, sprak liü tot zichzelveD, want hij dient nergens toe. 't Wordt van week tot week uit gesteld 't is altijd hetzelfde gevalhoe lang de dageri ooK zijn, blijft er nog altijd veel te doen. Ik heb Blanche beloo d, het huisje van Francois Renaud geheel te laten opbou wen dat is een goede gelegenheid om den put tc vullen. Wat niet meer voor hot huisjo kan dienen, zal in den put geworpen worden. Hg ging op den rand van den put zitten, zooals hij dikwijls deed. Blanche was vroeg naar bed gegaan, omdat zij een weinig ouge- steld was, hetgeen niet te verwonderen was na de hevige aandoeningen van dien dag. Arme kleineMaar zij slaapt thans, lioop ik, mompelde Pandolle. Toen dacht hij aan Jeannette en aan haar zoon. Eensklaps trok een zacht geluid in de nabij heid zijn aandacht. Hij keek haastig om en zag bij den put een groote massa. Op hetzelfde oogenblik werd hem een hand vol fijn zand in de oogen geworpen. Ilij brulde van woede en pijn, en sprong op. Geheel verblind strekte hij instinctmatig de armen uit, om een rechtstrcekschen aanval al te weren. (Wordt vervolgd.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1911 | | pagina 2