Reeks iü'ieven van M. Vincent Dioricx nieuwjaarsgiften voor den Paus. nieuwe bloei moet aan onze inrichtingen ge geven worden, nieuwe stichtingen tot het leven geroepen als bekroning van ons prach tig congres. Laat ons dit gedacht niet uit het oog ver liezen De strijd is voor ons een plicht. Da gelijks vermeerdert de hardnekkigheid van onze tegenstrevers, ieder jaar dat ons aan het bewind meer wordt geschonken, verbittert hunne gemoederen alle middelen zullen zij weldra goedkeuren en aanvaarden alle ver bonden die tot den val der katholieke partij zouden kunnnen leiden. Meer om meer ziet men de liberale partij afstand doen van hare grondbeginselen om de medehulp der socia listen te bekomen meer om meer ziet men hunne verderfelijke verbonden aanwinnen meer om meer ziet men dat zij al hunne per soonlijke verschillen van kant laten om slechts hun gemeenen haat tegen den gods dienst te behouden. Ook, indien liet wetsvoorstel overhetlager onderwijs met warme geestdrift wordt be groet door al de katholieken van het land, heeft het bij onze tegenstrevers een razende woede verwekt. Het wetsvoorstel heeft een dubbel hoofd doel De uitbreiding van het lager onderwijs te verzekeren en de vrijheid van den huis vader in den keus van de schooi te waar borgen. De katholieke partij heeft altijd op bijze'i- der wijze do uitbreiding van liet onderwijs behertigt. Zij heeft zich niet bepaald, naar bet voorbeeld dor liberalen, niet aan de open bare besturen min of meer groole uilgaven te vragen, wat gemakkelijk is, maarzij heeft zich altijd groote opofferingen voor het onder wijs weten troosten. Getuigen daarvan, die 8866 klassen van onze achtbare scholen dio het land overdek ken. Getuigen daarvan, de aanneembare en aangenomene scholen, die gebouwd met het geld der katholieken, zonder tusschenkomsl der openbare machten alle jaren nog belang rijke uitgaven vereischen. Ook mogen wij bestatigen dat het onder wijs en namelijk het lager onderwijs eene iwonderbare uitbreiding sinds 25 jaar heeft genomen. In 1884 waren er slechts 4810 lagere scholen, thans bestaan er 7525. In 1884 telden die scholen slechts 8698 klassen, thans 20632. In 1884 waren zij bezocht door 324.867 leerlingen, thans 929340. Tevens is het getal ongeletterden, traps gewijze verminderd, en ik ben gelukkig te mogen bestatigen dat hier in onze stad waar het vrij onderwijs een zoo prachtige uitbrei ding heeft genomen er in 1910 slechts 2 1/2 ten honderd ongeletterden waren onder de militianen Doch de oogenblik is gekomen om een stap verder te gaan. De memorie van toe lichting zegt het met reden De toekomst zal toehooron aan het land dat de bekwaam ste voortbrengers zal bezitten en zonder een uitgebreid onderwijs kan men die be kwame voortbrengers niet kweeken. Ook stel het wetsontwerp v ór een vierden graad van onderwijs wat beteekent, dat het lager onderwijs in 't vervolg twee jare" meer zal bedragen dan h*>den, jaren di« ->• deele zullen besteed worden aan vakonder wijs en praktische kennissen en alzoo tot voorbereiding zullen dienen aan de eigenlijke vakscholen. De ouders worden ook verplicht 't onder wijs aan hunne kinderen te doen geven en verbod wordt gedaan, de kinderen aan het werk te nemen vóór den ouderdom van veer tien jaren. Sommigen hebben de verplichting met zekere vrees in de wet u biv gen. Ik dgel hunne meening en n ik b -groet met innige vreugde de bepaling, voorgesteld door het ministerie omdat hei hei n' woordt aan eene noodzakelijkheid. 23* Vervolg. Ik wil u eene gedachte mededeel en, zei- de Zuster Clara, die mij 'ui een scheidingsuur dikwerf getroost heeft, en ofschoon ik bid en hoop, lief>te, dat gij nooit van Hugh zult moe ten scheiden, weet ik oj>k d uw vrees daar voor uw lijden slecht* to»i^ vnro.oocderen. Och Dat is het juist. Eva. Hoe goed hebt gij geraden wat erin mijn hart omgaat Ach, Kate, zeide Zuster Clara, met een glimlach, het mensclielijk hart is meestal het zelfde wanneer wij in ons huigen hart te le zen, leeren wij liet leed van a ren gevoelen. En die gedachte, lieve Eva, die u zooveel troost gaf, welke is zij Het was dit, Kathleen, da', hoe groot on ze liefde voor elkander ook moge zijn, en hoe groot de reine liefde eener vrouw voor haren man, en van eene moeder voor haar kind is, ik weet het, zij is omlig groot dat nog niets is in vergeli.il met do liefde van God voor de ziel, tlie I" i heeft.geschapen. God bemind uw Hugh oneindig meer dan gij hem kunt beminnen. Katte; zou Hy hem dan leed aandoen Zelfs gij waakt niet over leder haar van zijn hoof doch God doet dit wel. Ach, Eveline, dat is eon hemelsehe ge dachte ik wilde wel. dat ik er mij mede kon vereenzelvigen, evenals gij: dm h gij he.it v. van dodingen der aarde losgemaakt. Zuster Clara glimlachte, en v. iMo op dit laatste gezegde een uit.voeri - a i1 d geven, toen zij eensklaps zeide Luister Kathleen, ik l.o -'i men die ons roepen. Wy moeten De straften zijn overigens van zedelijken aard de berisping en de aanplakking. Zeker zullen die straffen weinig invloed uitoefenen op gansch plichtverzuimende ouders, die hunne kinderen van alle onderwijs berooven, maar zij zullen voor gevolg hebben de sohool- bijwoning regelmatiger te maken. Het is niet te betwisten dat de groote leemte in het onderwijs juist de onregelma tigheid is in do schoolbijwoning en 't vroeg tijdig verlaten van de school. Vele ouders loonen zich te veel onverschillig onder dat opzicht, en indien er nog tamelijk vele onge letterden zijn,is hot niet omdat zij de scholen niet bezochten, maar enkel omdat zij de school onregelmatig bijwoonden. Die leemte scheen ons zoo groot, dat het bureel der5° afdeeling vooraleer het wetsont werp te kennen, den E. II. Vlerick, oud- diocesanen schoolopziener bad verzocht, een verslag te doen over de schoolbij woning. Doch,indien wij don heer Scbollaert geluk- wenschen over de uitbreiding dio hij" aan hel lagere onderwijs geeft, uitbreiding* die aan liet volk zal toelaten mede le dingen met d<- grootste en bekwaamste mogendheden, heb ben wij hem eene bijzondere hulde te bren gen, omdat hij aan het toppunt van de wet, twee grondbeginsels steU, die ons steeds dier baar zijn De vrijheid van een huisvader in len keus van de school en de gelijkrechtig- heidvan de scholen op de subsidién van Staat, gemeente en provincie. Is or een heiliger recht dan het recht van den huisvader op de opvoeding zijner kinde ren Is er een recht, dat meer eerbied af dwingt dan het recht van den kristene buis- vader, om aan zijne kinderen eene christelijke opvoeding te geven in do school van zijnen keus. En dal recht is ook plicht, eene plicht waaraan hij niet wil of nooit zal verzaken. Wij eischen eerbied voor dal recht Van der Velde, de socialistische leider, heeft dat recht betwist, toen hij in een meeling te Brussel in het Volkshuis zegde de openbare machten moeten aldus hande- len, dat de vader aan zijne kinderen niet alléén een onderwijs geve, maar een goed onderwijs en hij voegde er bij dat goed onderwijs kan slechts in de ollioieele scholen gegeven worden. Ik zal niet betwisten,dat er gQede officieele scholen zijn, doch het zijn juist diegene niet doorM. Van der Velde aangewezen. Goede scholen zijn voor ons diegene alléén, waar eene krislelijke opvoeding aan de kinderen gegeven wordt. Er bestaan goede officieele scholen in onze Vlaamsche gewesten, omdat onze katholieke besturen een beseheiden keus doen van on derwijzers duch zulks is overal niet het geval. En wat mag men verwachten onder opzicht van christelijke zedenleer, van een onderwijzer die noch van God, noch van zijn gebod houdt Zal hij zelf die zoogezegde on zijdigheid kunnen eerbiedigen, die hun opge-' legd wordt Het is d^röm dat wij degelijkheid van toelagen eischen. De vrijheid van 'dén huis-' V'afler in de keus van dö school zal niet be staan zonder gelijkheid van toelagen. Want indien de Katholieke Vrije School niet kan steunen op de noodige middelen, waarop zij recht heeft, dan is haar recht gekrenkt, ver minkt en onthoofd. De katholiek moet even veel rechten bezitten als do vrijdenker en aanspraak kunnen maken op dezelfde toela- gen. Het wetsvoorstel waarborgt die vrijheid en die gelijkheid daarom noemen wij liet een heilzaam wetsvoorstel. Daarom moeten wij ons scharen rund het ministerie, dat het heetl voorgesteld. Zeker kunnen er aan't wetsont werp verbeteringen gei r.icbt worden, name lijk wat den toestand aer onderwijzers be treft en wij hopen dal die verbeteringen zul len bekomen worden. Maar dat voorsiel he-ft de woede van de gousvijandon doen losbarsten. Zij zullen voortaan iuitn-rs de kans niet meer hebben op de armoede van den wen.- XVI. De nacht daalde over Drocheda neder, en de stad was uitwendig rustig Sir Arthur Aston en zyn krijgsraad waren wel is waar op hun hoede, officieren met pa trouilles doorkruisten de stad, onderzochten de poorten en wallen, ora te zien of er ook een zwakke plek was, waar de vijand in eene nachtelijke verrassing daar kon binnenslui pen, doch de drukte en de beweging der be zigheden van den dag waren voorbij, de lich ten waren uitgedooid, het leven en geraas aan de rivierzijde werd niet meer gehoord, en de maan, die in al haar glorie opkwam, wierp een vloed van zilveren lichtstralen over de gladde wateren van de Bojjne. In de woning van Bride O'Sullivan had een treurig en «aangrijpend tooneel plaate. De nonnen waren allen voor de reis gereed, en menige traan werd vergoten, en menig ze genend woord baande zich een uitweg uit de liefhebbende harten van degenen, die de goe de Zusters als hun dierbaarsten schat be schouwden. Het is nog geen tiid, zeide Vader Taafïe, terwijl hij het vertrek binnentrad, het getij is nog niet dienstig wy moeten nog een poosje wachten, en als gij er niets tegen hebt, kinde ren, wenschte ik, voordat gij vertrekt, nog wel een enkel woord tot afscheid tegen u te spreken Och, Vader, zeide Moeder Abdis, wees zoo goed dat te doen onze harten zijn vol van het pijnlijke denkbeeld, dat wij uwe vaderlij ke zorgen voortaan zullen moeten missen. Al de aanwezigen namen plaats, en Vader TaafTe, in hun midden staande, sprak in dezer voege Geliefde kinderen in Onzen Heer Straks zullen wij scheiden, en het zal niet aan ieder man te speculeeren, om hém te verplichten een goddeloos onderwijs aan zijne kinderen ie geven. Na eene meeting over korte dagen te Brussel gehouden en waar de liberalen eens te meer getoond hebben, dat zij zonder de socialisten in België van geenen tel meer zijn en waar zij volgens liet woord van Anseele de roode vlag hebben moeten volgen, sprak Vander velde volgender wijze Het is een schoone strijd dien wij gaan aanvangen, het is destrijd voor de gewetens vrijheid, het is de strijd voor onze kinderen, de strijd voor de officieele scholen door hel wetsvoorstel heeft men ons tot het diepste van ons gevoel getroffen. Men heeft orfS uit den slaap geschud. Wij herinneren ons dal wij de zonen zijn van de geuzen van de XVI° eeuw die op hunne beurt het Christusbeeld vervangen door de halve maan. Katholieken van Vlaanderen, kristenen van België, wij zullen zonder vrees de hand schoen oprapen die ons door den hatelijkcn tegenstrever is toegeworpen. Wij zijn de zonen der Vlaamsche christe nen van weleer. Wij zijn de zonen van die manhaftige strijders-van weleer. Wij zijn de zonen van die manhaftige strijders, die in den boerenstrijd konden sterven voor hun geloof. Dat is de schoonen strijd dien wij gaan aan vangen Dit is de strijd van de gewetens vrijheid, het is destrijd voor onze kinderen En gelijk.de helden van 1879, alle bijzaken daarlatende, aan alle werkelijkheden, aan alle persoonlijke twisten on geschillen verza kende, zullen wij eensgezind roepen Zij zullen haar niet hebben de schoone ziel van 't kind DoZ. E. H. Kanunnik De Baels, Vicaris- generaal, brengt aan de vergadering den zegen, en de gelukwenschen van Zijne Door luchtige Hoogheid Msr Slillemans. Hij wenscht bijzonderlijk de inrichters ge luk voor hunne stoute opvatting van het Congres, de jeugd voor haren geestdrift en de damen en jufiers voor hunne toewijding tot de goede zaak. DU ITSCH LAN D. Dramatische luchtreis. Tijdens een prijskamp voor luchtballen, ingericlit door de Luehtvaardersvereeniging van Saksen, is de luchtbal «Nordhausen» te vroeg opgestegen. Een nijveraar van Dresden M. Korh, bleef aan het schuitje hangen. De luchtbal botste tegen eene fabrielcschouw en door den schok werd M. Korb ten gronde geslinte d. Hii kwam er met een gebroken been van af. Kort daarna schoot de lochtb l in brand en de vier luclltreizigers weiden erg gekwetst. MAROKKO De toestand rond Fez. De stam der Beni-Yyagain, welke men dacht tot getrouwen van den sultan te be-, hoeren, met pak en zak tot. de oproerige ben den overgeloopen zijn. Zij vereenigden zich met de bende der beni-M'Tois en vielen Fez aan. Zij vonden er echter alle poorten gesloten. Uit Fez werd gemeld, dat er ook binnen de stad vele oproerlingen zijn. Men vreest dat dezen de poorten zullen openen voor hunne vrienden. De artillerie van den sultan heeft gisteren geruimen tijd het kamp der muiters beschoten. De konsuls hebben aén de Europeanen verboden de stad te verlaten. De toestand is zeer ernstig, doch men denkt dat de muiters zullen afttvkken, daar eene sterke afdeeling onder de bevelen van kom- mandant Brémond komt het garnizoen van j'(.-•'. versterken. De afdeeling van commandant Brémorfl onzer gegeven z:jn, elkaar hier op aarde we der te ontmoeten. Bride, wier gelaat in de breede plooien van het habijt der Abdis verborgen was, rilde van het hoofd tot de voeten. Wie onzer zal het eerst de wereld verla ten f God alleen weet hei. Kinderen, ons le ven is in Zijne handen. Het is nutteloos voor ons zei ven te verbergen, dat er vreeselyke tij den op handen zijn. Het beleg van Drogheda '-ial een streng beleg zijn. Gij, mijne Zusters, zult de gevaren eener reis moeten doorstaan en dan wie weet hoe lang Wexford eene vei lige verblijfplaats voor u /al zijn Ik raad u aac daarheen te gaan, opdktgij met uwe Zus ters daar zult kunnen raadplegen, hoe gij ver der in deze gevaarvolle dagen moet handelen. Gods hand «lrukt zwaar óp ons. kinderen doch Iaat ons troost zoeken in het H. Schrift Die Hij bemint, kastijdt Hij. Heft dan uwe har ten op tot den Heer,en laat ieder uwer zeggen: Ofschoon I j mij slaat, blijf ik op Hem ver trouwen Ja, al moge Hij ile dierbaarste hoop onzer zielen, het verlangen onzer oogen ver nietigen, d *,t Zijn Heiligo vVil in ods geschie de Vreesi het lijden niet, mijne Zusters Vreest niet, als de nagels van het Kruis uwe handen en oeten doorboren het leven is kort, de eeuw 6heid is lang. O Mocht het God behagen ons cot do reien Zijner martelaren te doen bohooren Geve God, dat wij Zijnen naam *ot den dood toe belijden Zeg, Zusters en geliefde kinderen, is er één zwak hart on der u En jonge mannen in de volle kracht van den mannelyken leefti d, en oude mannen in hun ne grijsheid, en vrouwen in hunne zwakheid, antwoorden allen oprecht en vol geestdrift Pieen Gaat r -irt, vervolgde hy, in den werd reeds verscheidene malen door oproe rige stammen aangevallen, doch zij kon alle aanvallen afweren. Nieuwe Fransche troepen Vier bataljons koloniale infanterie zullen zoo spoedig mogelijk te Toulon inschepen, om de Fransche troepen to gaan versterken. TURKYE Het oproer der Albaneezen Er wordt gemeld, dat do betrekkingen met Teuzi hersteld zijn. De stam der Malis- soren, welke door de troepen van den sultan bijna ingesloten was, beeft zich verspreid en konden er aldus in gelukken le ontsnappen. De troepen van den sultan bezetten al de be langrijke punten. ACHT EN-DERTIGSTE LIJST. Overdracht der vorige lijsten 106.664,60 M. en mevr. M. G. Cuesmes, 50 Veld bloem, Lichtervelde, 65 St-Ignatius, Ant werpen, 100 de priesters van het kanton Leuze, 102 naamloos, P. 100 van wege de Derde Orde, Yper, 63,77 parochiale gees telijkheid der dekenij Herve, 100 M. en mevr. J. J. Potit-Soumagne, Verviers, 50; B. B., dat de H. V 'er ons zegene, 25; damen en juffrouwen der congregatie der kinderen van Maria, Verviers, 125 mevr. Alfred Ma us, id., 400; Godsdienstige week van Vlaanderen, tweede storting 3,000 M. E. De Staercke-Jouret, Gent, 100 O. G., Gent, 25 E. H. Dewitte, pastoor van Buls- camp, 25 jufvrouwen Thièrnesses, Elsené, 25 M. A. Bucket, Romerée, 5 M. J. D. Minnaert, Thielt, 5; eene vrouw Langemark, 2 onbekend, Wacken, 2 H. Vader, zegen o:i/, wénschen, 10 voorden Paus, de Kerk en België, 2om eene genezing te bekomen, 5 F. V. Isegliem, 5 H. Vader, zegen onze kinderen, S. Melle, 10; patronaat der Jonge Dochters, S e-Agnes, Ronsse, 20 God geve mijne genezing, Leuven, 3 A. D., Zeve- cote, 1 een werkman, Ilarelbeke, 2 opdat de H.Vader ons huisgezin zou zegenen, 1,90; eene weduwe, Antwerpen, 15 E. W., Die- ghem, 5 H. Vader, zegen mijne familie,een werkman, 1 God zegene mijn buisgezin, M. H. H. M. 10 opdat God mijn huisgezin zou zegenon. Veurne,5; Ernest Karnas, 2 mad. Louis Fontaine, 5 Heil den Paus, Dilbeek, 10 om van God eene genezing te bekomen, Strombeke, 2 voor de gezondheid van mijn man. Etterbeek, 1. Voor 't geluk van mijn huishouden en kin deren, id., 1 voor 't geluk en de gezond heid mijner moeder, 0,50 R. D., voor eene bekomene gunst, 5 om eene genezing te be komen, Beernem, 1 A. V. S. K. T., Ler.de- lede. 5 inzameling in de vereeniging der oud-leerlingen van Gosselies, 14 jufvr. L. L.,Yper, 15; onbekend, Boesinghe, 1 E. H. De Beer, pastoor,, Kemmel, 20; jufvr. Am. Vermeersch, id., 10 ;M. en mevr. Huys- Depuyst. id., 5,09 Col. Devoogt, id., 5 R. J., 5 St-Jozef, bescherm mijne kinderen, 4 M. en mevr. H. R. F. Le Pas, Verviers, 16 naariiloos, 10 id., Ilerve, 10 G. B., 10; D. G. L., 5 Vader, zegen onze parochie, Dison, 5 H. A. Schellings, deken van Limburg, 10 H. Vader, zegen mijne familie, 2 E. H. J. G. R., 5 M. J. Peter- kenne-Lekeu, Dolhain, 5 H. Vader, zegen mijne familie en mijne werken, 2H. Vader, zegen ons, 3 ter eere van St-Jozef. 3 M. H. Kauteknelle, Spa, 5 naam.uos, 5 voor de genezing van eene zieke, Heusj, 1 M. en mevr. C. Beckers, Stembert, 5; E. H. Vync- kie s, pasloor, Ploegsteert, 20 naamloos, Git 1 id., id., 10; D. A., opdat mijne moeder mij zegene, 1altijd getrouw en ver- kleefJ, 20 voor de bekeering mijner nicht, 1; H. Vader,zegenonzeonderneming,Ninove, 3 H. Hert van Jesus, ik heb betrouwen in u, 10 E. U. D. Vanhoecke, Kemmel, 2 jufvr. Leter.ie, id.,5. Toiaal: 111,121.86 fr. De inschrijving is thans gesloten de laat ste 'ijst zal binnen eenige dagen afgekondigd worden. naam van God! Vreest niets: storm noch wind, noch vuur, noch zwaard Gaat voort, en ver draagt alles, en lijdt alles, om der wille van Jezus-Christus Toen gaf hij hun den zegen, en ging hen voor naar de kade aan de rivier. De nonnen volgden twee aan twee. Bride O'Sullivan wil de hen vergezellen, en wikkelde zich in een mantel, die geheel gelijk was aan die, welke de religieusen droegen. Hugh Maguire en Va der TaalTe zouden haar weer naar huis begelij- den, als de nonnen in de booten waren. Zwij gend trok do processie door de straten, en be reikte de kade. Twee booten konden al de Zusters bevatten. De Vicares en verscheidene der nonnen stapten in de eerste, en de bood werd van wal gestooten. De Abdis en de andere religieuzen namen plaats in de andere. Zuster Clara van Jezus was de laatste, daar Bride baar lang in hare armen gekneld hield en niet van haar scheen te kunnen scheiden. Plotseling voelde Bride dat zij van Eveline werd afgetrokkoü, opgetild, eene hand op haar mond werd gelegd, en dat zij weggedra gen werd. Zij verstikte bijna, doch was nog genoeg bij haar zinnen om te onderscheiden, dat zij door eenige personen langsdo kade gedragen werd. Eenige minuten later werd zij weder op den grond gezet, en men wilde haar met geweld dwingen in een boot te stappen. Hare aanval lers werden een oogenblik opgehouden door een aanval van Hugh. Zij kon zijne stem hoo- ren doch wat verwacht één tegen tien Bride's kregelige natuur kende geen vrees. Zij trok de kap van haar hoofd en wierp zich tusschen de vechtenden. (Wordt vervolgd.) Sswezen-voliisvertEgenwoordiger, reizende in Kongo VII Rechtover de Woestijnermijten gedachten Allantischen Oceaanpetfilover den Sahara 10 Maart 1911 Feesten en aantrekkelijkheden ontbreken niet op den Kildonandoch mijn bedroefd gemoed doet mij alle luidruchtigheid ont vluchten. Eenzaamheid past aan mijnen rouw en zij alleen geeft mij peis en kalinen vrede. Er beslaan leerrijke boeken (Vlaamsche ook) over Kongo, en die lees ik nu, terwijl we langs dekust varen der woestijnen/iöz*a. Dezen namiddag herijken we Blanco-Kaapwat n zegt dal we Marokko voorbij, dichtbij Sene- combiczijn. Het is treffend dat, telkens we de aarde nabijkomen, zeemeeuwen de lucht door kruisen en mijn gedachten, als op hunne vleugelen, naar't Vaderland, naar Geeraards- bergen overvliegen. Mijne vrouw zaliger had de loffelijke gewoonte, 's Winters, de vogelt jes eten te geven. (Vrouwenteergevoeligheid, die de mannen ontbreekt, 'tgeen bun niet tofc eere spreektDe gezellin mijns levens ont viel mij schielijk, op 22 Januari laatstleden, en daags na de begrafenis, uit mijn ledig huisje gedreven in den hof, scheen mij alles somber en droef. Ik zag nochtans talrijke vogelen in de bijtende koude, bitterend te treuren zilten op de takken der bladerlooze Women. Ik begreep... die vogels wachtten, helaas te vergeefs, naar hunne weldoenster, wier genegenheid en liefde ik ook voortaan zal derven. Een traan ontrolde mijne oogen. Medelijden en genegenheid voelde ik voor die vogeltjes, deelgenooten van mijn leed, en, met bevende hand, strooide ik, kort na dien, kruimels brood aan mijne gevleugelde vrienden uit. Van dien dag af, gaf ik de vogelen te eten, en. vóór mij op weg te zeilen naar Aerika, sprak ik lot de meid Geef. ge durende mijne afwezigheid, aan de arme menschen hun godsdeel en aan de vogels hun nen nooddruftdit ter gedachtenis van haar die zelfs geen vogeltje zien lijden kon en wier gezondheid schipbreuk leed onder den drang eener te groote menschlievendheid. 14 Maart 1911. Zwarte pot en vliegende visschen Wij naderen de lijn van den evenaar. Zwarte wolken belemmeren bet zicht het regent bij poozen. De matrozen noemen die streek Pot au noir Zicarte Pot. Waarlijk de zee beeft hier zwarte strepen en men mag zeggen dat, voor de oogen als een rouwfloers gespannen is De oceaan heeft den indruk van een wei- gerold zaailand, om plotseling, door eenen rukwind in Éeweging* gebracht, te gelijken ann't gólvencPgraan van den korenakker. Ons'schip is natuurlijk onderworpen aan de grillen vah den Oceaan. Wanneer het zonder; tegenkanting van wind of stroom vooruitgaat, dan is het watergedruisch een tonig en twee' witie moustachen van schui mend water vallen neder aan beide zijkanten van den voorsteven (proue). Wordt bet door wind of stroom heen en weder geslingerd, dan doorploegt bet de zee, eens rechts, dan eens links, en stuurboord en bakboord wor den, afwisselend, hoogte en afgrond. In vollen Oceaan kunt ge den waterspiegel aanschouwen als een onmeetbaren cirkel, die de projectielijn van het schip als koorde heeft. Daar kunnen wiskundigen over droo- men, maar ik schrijf voor mijne vrienden, die meer lust hebben naar pittiger dino-en. Als merkwaardig verschijnsel van den vol len Oceaan ontmoeten we benden vliegende visschen. Dat zijn witte cadeitjes, zoo groot als haringen, wier zwem tuigen, ware vleu gels, krachtig genoeg zijn om die zonderlinge schepsels toe te laten eenige meiers boven 't water te vliegen, om dan rap en gauw terug visch te worden. De vliegende visschen zijn met de haaien (requins) de eigenaardigheid van de eve- naarslijn en kregen wellicht van Godsvoor zienigheid hunne vleugels om de alverslin- dende haaien te ontvluchten. 15 Maart 1911. Een eigenaardige regenboog Vandaag, beste vrienden, kregen we eenen regenboog te zien. Hij verscheen niet in de wolken, gelijk op 't vaste land, maar wel op het water zelf. Die verschijning ge schiedde, daar wij, toeschouwers, de zon achter den rug hadden en het zonnelicht zijn kleuren, vóór ons schip, op de walerprismen verdeelde. 21 Maart 1911. Drij seizoenen op een goed veertien dagen Men kan onze reis naar Zuid-Afrika in drie woorden samenvatten Winier-Zomer en Lenteweder. Inderdaad, wij zijn op 4en Maart te Southampton met. winterkle°d«ren vertrokken we deden iederen dag rond de 350 zeemijlen (berg op) derwaarts den eve naar, om op 13 Maart, de lijn over te varen, in volle heete, en dan (berg af) de rechtneer- vallende zon ontvluchtende, verlieten we stilaan onze Zomersche Afrikaanscbe kleedij, om ten slotte, op 21 Maart, met Europee- sche plunje, in Kaapstad te ontschepen. Na het werkeloos zeeleven staat or ons, voor een achttal dagen, eene schokkende reis per spoorbaan to.wachten. Dag en nacht bijna zonder tusschenpoos, zullen we stoo- men door Kaapkolonie, OranjeTransvaal en Rhodesialot bij ons in Kongo. Daar le ven we vrij en zorgeloos lijk Bohemers bij dag gaan we vooruit per Adamstrein, 's nachts rusten we in tenten. Ik verhoop aan mijn trouwe lezers zaak rijker brieven te kunnen schrijven, daar ik meer ga te zien krijgen dan op 't water, zal ik ook meer kunnen vertellen. CoNGOTROTTER.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1911 | | pagina 2