Oenisentebesturan.
Aan (ie kaliiolieko
T EEN EN' '1 ANDER
ONZE VOLKSHËIS
NAAR ROME
Minister Hubert en de
Tentoönsteiiing van Charleroi.
Bestuurder J. I 'an Nuffel-De Gendt.
Zeventiende jaargang n' 101. 2 CENTIEMEN HET NUMMER Zondag 30 April en Eföaanrfag 1 Klei 1911
Staatkundig Overzicht
De dramas der petrool
BUREELEN
TE BUSSEL TE AALST
ciüschen Sieenweg, 230. 9, Kerkstraat,
Telefoon 114
ABONNEMENTEN:
Zes maanden 4 franken. Een jaar 8 franken.
Inschrijving, in alle posthureelen van Liet land.
EERSTE UITGAAF, 4 uren 's avonds.
TWEEDE UITGAAF, 7 uren 's avonds.
AAN KON DIGI NOEN
KI. sant. (1 tot 4 kl. reg.) fr. 0.G0
3C bladz. ide regel) fr. 0.50
4« bladz. (de regel) fr. 0,30
Financ. aankon, (per regel) fr. 2,00
Reklamen (per regel) fr. 2,00
Gemengd nieuws (per regel) fr.' 2,00
Recht, herstell. (per regel) fr. 2,00
Overlijden (per regel) ir. 2,00
Een onzer vrienden, de Heer Mennes,
een jonge maar veelbelovende inge-
- nienr, heeft in de Hoogesehooluiibrei-
ding te Antwerpen eene voordracht
gehouden over gezo n d m a kings w erken
welke onlangs in druk is verschenen,
en waarvan hij zoo welwillend is ge
weest ons een exemplaar te schenken.
Wij hebben de bondige studio aan
dachtig overlezen en meenen een plicht
te vervullen met dit zoo nuttig en ver
staanbaar werkje aan te raden aan de
katholieke gemeenteraadsleden,die ten
rechte bezorgd zijn om de belangen van
hunne gemeenten zoo goed mogelijk te
dienen. Hoewel er spraak is van de
gezondheidsmaatregelen in liet alge
meen, wordt er toch bijzonder gespro
ken over zaken die rechtstreeks de
gemeenten aanbelangen,zoo is eronder
meer spraak van het aanleggen van
kerkhoven, van het maken van riolen,
van het bezorgen van drinkbaar water
dour waterleiding ol anderszins.
Eenieder zal bekennen, dat die za
ken hoogst belangrijk zijn, en zeer
zeker de gemeenten aangaan. Wij zou
den heel goed een afzonderlijk artikel
mogen wijten aan ieder dezer drie
hoofdwerken toch we zullen ons te
vreden stellen met er de aandacht der
belanghebbenden op te roepen, en ons
bepalen hij eenige algemeene beschou
wingen.
De g||on dm aki ngs werken hebben
ontegensprekelijk een groot nut. Zij
versterken en vrijwaren de gezondheid
van de algemeene bevolking. Op zes
jaren tijd is het sterftecijfer in België,
bijna "met een veertigste per duizend
verminderd.
Voor wat het gemiddeld sterftegetal
op duizend inwoners per jaar betreft,
tusschen de dertien voornaamste lan
den van Europa, komen wij op de
vijfde plaats. Zoo heeft Rusland op
1000 inwoners per jaar 32 sterfge
vallen Hongarië en Spanje iets meer
dan 25 Oostenrijk 24 Italië en
Duitsohland iets meer dan 21 Frank
rijk 19,50 Zwitserland 17,50; Enge
land en België iets hoven de 16
Zweden iets meer dan 15 en Noor
wegen, dat aan de spits staat, slechts
-14,50.
Zooals ge ziet, komt België op eene
eervolle plaats doch kan er verbeterd
worden, wij zouden Noorwegen en
Zweden moeten kunnen nabij komen..
In België evenals in de andere lan
den, zijn de sterfgevallen van kinderen
verschrikkelijk groot.
Jaarlijks sterven er op duizend kin
deren 160, of één op do zes. Er
bestaan nochtans vele middelen die
deze verwoesting van dierbare levens
doelmatig te keer kunnen gaan.
Vele sterfgevallen moeten worden
toegeschreven aan het missen in vele
gevallen van de heschuttingsmiddelen.
.Die middelen zijn niet enkel van per
soonlijken, doch ook van algemeenen
aard. Wat echter de kinderoverlijdens
betreft, wij meenen dat die vooral kun
nen verminderd worden door gezond
heidsvoorzorgen van persoonlijken
aard. Om ter waarheidswille moeten
wij hier ook zoggen, dat het gemid
deld getal overlijd ens van kinderen
veel grooter is in Vlaanderen dan in
het Walenland. Er sterven in Vlaan
deren tweemaal zooveel kinderen als
in de Walen.
,0e oorzaken van dien toestand die
nen onverpoosd te worden opgespoord,
en de noodige maatregelen moeten
dienaangaande worden genomen. Die
oorzaken zijn echter menigvuldig,
moeilijk om te doen verdwijnen.
De grond dien wij bewonen, is in het
algemeen ongunstig, en nog veel on
gunstiger is de levenswijze, de levens-
aard van velen onzer taal- en stamge-
nooten.Om dezen toestand te verhelpen
zal er lang, hardnekkig en onverpoosd
moeten gewerkt worden.
Zij die er toe geroepen en toe ge
schikt zijn, moeten tot het volk gaan
het volk in- en voorlichten, dat is
voornamelijk en hoofdzakelijk de maat
schappelijke plicht van de ontwikkelde
standen. Door die werking zou men er
op enkele jaren tijds kunnen toekomen,
vooral hier in de Vlaanderen, jaarlijks
duizenden en duizenden menschenle-
vens te redden. En door de menschen
aan de dood te ontrukken, wat vreugde
en blijdschap zal men niet doen heer-
schen in die huiselijke kringen waar
anders droefenis en lijden zouden bin
nendringen. De gezondmakingswer-
ken kunnen hiertoe voornamelijk toe
bijdragen, het is dus noodig die wer
ken te kennén, te bestudeeren, en daar
waar het noodig is, uit.te voeren.
Uerj&B*ingen. 30 April 1910.
Plechtige intrede te Antwerpen -van Keizer
Napoleon en Keizerin Maria-Louiza.
30 April 1830. De vaderlander De
Potter is tot acht' jaren ballingschap veroor
deeld.
1 Mei 1857. De koning der Belgen
wint het lot van 750.000 franken in de trek
king- der Oostenrijksche leening.
ILSsi foei: Pretoria
ontwikkelt zich op wonderbare wijze. De
bouwkoorts heeft zich zoowel van de hijzon
deren als van het landsbestuur meester ge
maakt. Overal wordt er gebouwd; tengevolge
van de gestadige toename der bevolking zijn
de huishuren zeer gestegen. De kleinste
cottage wordt voor 300 frank per maand
verhuurd de metsers winnen 25 frank per
dag, voor S uren arbeid. Waarom treft men
hier zoo weinig Belgen aan. Dit is wat onze
te Pretoria gevestigde landgenooten zich zoo
dikwerf afvragen.
Het klimaat is overheerlijk de stad ligt
op 1400 meters hoogte boven bet zeevlak, en
de bil le overschrijt nooit 30 graden in de
schaduw. Daarenboven is het leven hier
aangenaam en volstrekt niet eentonig.
Pretoria zal in alle opzichten eene vol
maakte hoofdstad worden. De vlag der Unie
zal lier over de schilderachtige stad der Boe
ren wapperen, en de Engelsch.e Staatkundige
en Bestuurlijke overheersching is van nu af
reeds niet anders meer dan schijn.
De gezondheidstoestand des»
Koningin. Heer Ingebleek, secretaris
des Konings, bericht het volgende
li. M. Koningin Elisabeth is door een lichte
koude getroffen, en dokter Maloens, die het
Vorstenpaar vergezelt, heeft geoordeeld dat
voorzichtigheidshalve li. M. eenige dagen
hare kamers niet zou verlaten. Diensvolgens
is de Koning, door staatszaken naar Brussel
geroepen, Vrijdag avond, om-11 ure, alleen
uit Dover naar België vertrokken.
De verkoudheid der Koningin haart geen
de minste onrust.
Een geschesik aam de EConis-a-
Ggin« Wij hebben gemeld dat een comi-
tei t van voorname kunstschilders teMunchen
aan Koningin Elisabeth half Augustus een
geschenk zal aanbieden, ter gelegenheid
barer genezing.
Dit geschenk zal bestaan in een reeks
schilderijen door de leden van bet comiteit
vervaardigd en voorstellende hot. kasteel te
Possenhofen het paleis van den hertog Karl
Theodoor, to Munchou liet S tarn berger-
meer het kasteel van Nympenburg en Biet
paleis en park te Brussel.
Daarenboven zal aan de Koningin aange
boden worden een jaarhjksche rente van
3,000 frank, bestemd voor 3 weduwen van
Belgische schilders, door de Koningin aan te
duiden
Oostenrijk. Eenige dagen geleden werd
gemelddat de Koning van Servië in de
maand Mei Keizer Frans-Jozef zon komen
bezoeken ie TVeenen. Thans heeft Koning
Peter bericht ontvangen, dat om reden der
ziekte van den Keizer er geene ontvangsten
kunnen gedaan worden.
Daar Keizer Frans-Jozef echter niet te
ziek 7.5 om naar Budct Pesth en bezoek te
brengenkan men gemakkelijk gissendat
er daar iets anders onder Schuilt.
Rusland. Eindelijk heeft China een
begin, van voldoening gegevenaan de laat
ste Russische nota.
Men weel dat Rusland gevraaad had dat
er geene belasting zou gelegd worden op de
russische onderdanen welke zich in China
vestigdenen dat de algemeene gouverneur
van Chinate Moukdenzou teruggeroepen
worden. Thans is aan beide vragen voldaan.
De Russische overheden zjn echter vast
besloten, indien China nogmaals aan zijne
verbintenissen te kort komt, handelend op
te tredeit,
Italië. De spoorivegicerkliedtpi dreigen
in werkstaking ie gaan. Zj hebben onlangs
nog 23 miljoen toonsverhooging ontvangen,
doch vinden zulks veel te weinig. Zj hebben
na eene langdurige bespreking te Milaan,
aan het gouvernement een waar ultimatum
gezondentoegeven of werkstaking en dienst-
ontreddering
De Italiaansche spoorweg werklieden heb
ben hun oogenblih goed gekozen, nu juist
dat overal nationale feesten plaats hebben
en de tentoonstelling Rome-Turyn veel be
zoekers zouden trekken.
Een schrikkelijk ongeluk, nogmaals toe te
schrijven aan bet onvoorzichtig gebruiken
van petrool, heeft te Moha-bij-Luik plaats
gehad.
De eclitgenoote Benjamin Gilsoul wilde
haar vuur aanwakkeren en goot petrool op
de gloeiende kolen.
Eene groote vlam sloeg op en de onvoor
zichtige vrouw stond weldra door vlammen
omringd.
Haar man wilde haar ter hulp snellen,
doch ook zijne kleederen vatten vuur en de
man werd ook erg verbrand.
Het vuur deelde zich dan mede aan eene
wieg, waarin een kindje, één jaar oud, sliep.
Het arme wichtje bekwam vreeselijkebrand
wonden en bezweek kort nadien.
Een ander kind, dat in eene naburige ka
mer speelde, kwam toegeloopen en werd ook
verbrand.
Gebaren kwamen tusschen en konden de
vlammen uitdooven.
De toestand der moeder is'hopeloos j deze
van den vader is zeer bedenkelijk.
Zesde Vervolg
Pavia.
Pavia is een stad van 30.000 inwoners,
hoofdstad der provincie en zetel eener Uni
versiteit. Ze is gelegen in de nabijheid dei-
plaats waar de Tissien-rivier (die we volg
den bij den aftocht der Alpen) zich werpt in
den Po, dien we op den w eg naar Venetië
zullen wederzien.
Het is ons niet gegund te Pavia af te stap
pen, toch zullen eenige bijzonderheden over
dit stadje niet ten onpas komen.
Ten tijde der Romeinen werd die plaats
Ticimum (naar de Tissien-rivier) genoemd en
later Papia van waar Pavia voortspruit, ze
was te dien tijde de hoofdplaats der Lom
baarden. Do oude vestingen en bolwerken
zijn ten deele nog bewaard. IJr zijn verscllil-
lige groote en schoone kerken de Kathe
draal, Sint-Pieler, in wiens koor het mar
meren graf van den PI. Augustinus staat en
verder de oude kerk Sint-Michaël, in welke
de oude Duitsche keizers, onder andere Fre-
derik Barbarossa, met de ijzeren kroon der
Lombarden bekroond werden.
Te Pavia ook staat het middeleeuwsch
kasteel der Viscónli's, in wiens park den be-
ruchten veldslag van Pavia geleverd werd.in
1525, in den welken Frans den I, Koning van
Frankrijk, geklopt en krijgsgevangen geno
men werd door het leger van Keizer Karei V,
aangevoerd door generaal Lannoy.
Nabij Pavia loopt de spoorbaan over de
Tessien-rivier langs eene brug- van 800 me
ters lang, waarop een andere breede brug
volgt over den Po.
Vervolgens rijden wij door Cava-Manara,
Bressano, Vogliera, Ponteeurone (over den
wilden stortvloed Gurone) Testano, Novi
Lisure, Ronco en komen omtrent den Zondag
middag (8 September) te Genua aan.
Genua.
Genua is een der schoonste sleden van
Italië. Volgens onzen aangeduiden reisweg',
vertoeven wij daar van omtrent den middag
tot 's avonds. Dit is misschien wat weinig en
wenschelijk ware het, indien wij ons verblijf
te Genua iets of wat konden verlengen. Het
is de moeite waard om zorgvuldig nagezien
to worden, en we zullen er later op terug ko
men.
Met eene bevolking van 220.000 inwoners,
herbergt Genua het IV Italiaansch leger
korps, is do zetel van een Aartsbisschop,
bezit eene gekende Hoogeschool en is de
eerste handelshaven van Italië. Ze verheft
zich op eene zachte helling, als in amphi
theater aan den oever derMiddelandscheZee;
hare uitgekozen ligging en bare talrijke mar
meren paleizen hebben haar sedert eeuwen
den bijnaam van Superba (de luisterrijke)
verworven.
De oude stad is een doolhof van smalle en
steile straatjes, de nieuwe kwartieren zijn
evenwel zeer schoon opgebouwd, in vroegere
tijden was Genua de uitverkorene verblijf
plaats van den Italiaansehen adel en van do
aristocratie vandaar de menigte prachtige
paleizen, die meest al als oprechte museums
zijn van beeldhouw- en schilderkunst.
De haven, half cirkelvormig, strekt zich
op eene uur en half lengte uit, en is tegen de
baren'der zee, door onmeetbare weerdammen
beschut.
De Via Carlo Alberto is een soort van laan,
loopende van tegen de groote statie (Stazione
Piazza Principe) langsheen de oude haven tot
aan de Piazza Garicamcnte, waar -de groote
stoombooten lossen en laden.
De Piazza Carieamento is versierd met het
standbeeld van Rubattino, groot Genueesch
scheepsreeder en met het Paleis St-Joris in
1260 gebouwd en als bijzonderste merkwaar
digheid, een marmeren zaal bevattende waarin
oen twintigtal standbeelden prijken van be
roemde burgers der stad. Over de plaats is de
vrije haven, met hare groote magazijnen in
welke men vrij mag rondwandelen, op voor
waarde niet te rooken.
De Beurs (Borsa) staat niet verre van bet
Sfc Jorispaleis op de Banchiplaats. Men volge
nevens de Beurs de Via Órefici, met hare
kostbare goud- en juweel winkels. Verder de
Piazza Soziglia, de Via Lucollï, die tot de
Fontein Marose leidt, en op de plaats dier
fontein, komt links de Via Garibaldi uit, aan
beide zijden bezet met prachtige paleizen.
Men moet eenige dier paleizen bezoeken, om
zich een gedacht te geven van den rijkdom
die daar binnen heeft geheerscht ten tijde
der Genueesche aristocratie, en waarvan de
grootsche trapzalen de bijzonderste getuigen
zijn, nog op den dag van heden. Zoo hebben
wij rechts opvolge.nlijk de paleizen Cam-
biaso, Gambaro, Parodi, Cataldi, Spinola,
Doria, Adorno en Sera. Rechts is het oud
paleis Doria tot Municipaal Paleis (Stadhuis)
veranderd, het insgelijks versierd met een
prachtige koer en een grootsche trapzaal.
Het Palazzo Rosso, aldus genaamd, om
zijn rooden gevel is aan de stad Genua ge
schonken met alles wat het bevatte, namelijk
een rijke boekerij, een groot museum van
schilderijen en vooral vele meesterstukken
van onze Vlaara'sche kunstschilders. Het be
zoek dor rijke Italiaansche steden zal ons
Vlaamsch hart met hoogmoed en fierheid doen
kloppen alswanneer we met eigen oogen
zullen zien hoe hoog onze vroegero Vlaam-
sche kunstenaars geschat slonclen in het land,
dat onder alle andere landen uitschitterde,
gedurende lange eeuwen, door edele be
schaving en gelouterde kunst. Elviva Fl'an-
dria Leve Vlaanderen
Zooals wel te begrijpen was, heeft de lij
ding, dat de heer Hubert, minister van Nij
verheid en Arbeid, weigerde Zaterdag 29
dezer, de tentoonstelling van Charleroi, te
komen openen, in heel de provincie Hene
gouw. eene diepe ontroering verwekt.
Vrijdag morgend bracht de trein van Char
leroi te Brussel eene afvaardiging, welke bij
den minister moest.een laatsten knieval doen,
en hem pogen te overhalen, toch naar Char
leroi te komen en de tentoonstelling oftküeel
openen.
Geleid door M. Henin, voorzitter van het
uitvoerend komiteit en M. Devreux, burge
meester van Charleroi, bestond do afgevaar
diging uit een twaalftal man, waaronder
MM. Passelecq, bestuurder eener koolmijn
Thióbaut, bestuurder van hoogovens. Du-
moulin, Soupart, Francoisse enz..., allen
groote nijveraars der streek. M. Gendebien,
algemeene kommissaris van het gouverne
ment bij de tentoonstelling, had zich bij hen
gevoegd.
Minister Hubert" ontving de delegatie rond
10 ure en na twee uren smeekingen, mochten
zij naar Charleroi terugkeeren zooals zij ge
komen waren. De minister bleef bij zijn be
sluit.
De minister legde ben uit, waarom bij zich
genoodzaakt, zag de uitnoodiging van het uit
voerend komiteit en van Charleroi van de
hand te wijzen.
Hij herinnerde, al do grieven welke de
anti-katholieke bladen van Charleroi tegen
liem geëxploiteerd hadden, en kon gemakke
lijk bewijzen, dat al deze grieven uit de lucht
gegrepen waren, dus dat de veldtocht der
geuzenbladen enkel laster was.
Do veldtocht der geuzenbladen, gevoegd
bij eenige andere omstandigheden, bewees
volkomen, dat er tegen den minister eene
vijandige betooging op touw gezet werd.
Minister Hubert besloot dan, dat bet besef
zijner waardigheid hem verbood naarCharleroi
te gaan om de tentoonstelling te openen.
De afgevaardigden beproefden dan bet on
mogelijke om den minister op zijn besluit to
doen terugkeeren. Achtereenvolgens trach
ten M.M. Devreux, Henin en Passelecq, te
bewijzen, dat. het effokt door de liberale en
socialistische bladen verkregen, niet groot
was en er den minister niets onaangenaams
te wachten stond.
Zij beweerden dat bier een misverstand
was. Zij bekenden dat de dagbladen van
Charleroi gebrek aan takt getoond hadden,
en dat het uitvoerend komiteit der tentoon
stelling niet verantwoordelijk kon gemaakt
worden voor hunne ophitsihgen.
Volgens deze heeren, zou de onthouding
van den minister voor Charleroi en de Ten
toonstelling de noodlottigste gevolgen heb
ben.
M. Passelecq, een liberale nij veraar,
voegde er nog bij
Minister Hubert moet komen on bij zal
komen Indien hij niet kwam, zou de bevol
king ons op rotte eieren onthalen
Ziende dat de minister onwrikbaar bleef,
bekenden de afg-evaardigden, dat hij goed
gehandeld had, door zich te onthouden.
Zij voegden er bij dat M. Hubert niets
moest vreezen, dat zij de verantwoordelijk
heid van al wat er gebeuren mocht op zich
zouden nemen, enz... dat M. Hubert zijn
recht- niet te buiten gegaan was, toen hij
M. Deulin benoemd had als beheerder der
nijverheidsschool.
MM. Devreux en Henin beloofden dan,
dat zij Vrijdag avond een plakbrief zouden
doen uithangen, de bevolking aanzettende
den minister góed te ontvangen.
Minister Hubert beloofde dan dat lnj er
wel in wilde toestemmen, de tentoonstelling
later eens te komen bezoeken, doch in gee-
nen gevalle op 29 April de Openingsplechtig
heid wilde voorzitten.
Zulks was nog naar den zin niet der afge
vaardigden. Nogmaals drongen zij aan, als
dan verklaarde Minister Hubert dat hij zich
zou gedragen naar het advies van don
kabinetsoverste M. Schollaert.
Daarmede mochten zij optrekken
Minister Hubert is dan hij M. Schollaert,
kabinetsoversle gegaan, en deze liet hem
volstrekt vrij, te handelen zooals hij wilde.
M. Hubert kreeg om 5 ure per telefoon be
richt over eene proklamatie, welke door den
burgemeester van Charleroi en den voorzitter
van het uitvoerend komiteit aan do bevolking
van Charleroi gericht moest worden.
Deze tekst voldeed echter slechts ten lialvo
aan het gouvernement. Ten andere. Vrijdag
avond uitgehangen, zou het manifest slechts
Zaterdag morgend door de bevolking gelezen
worden. M. Hubert oordeelde terecht, dat do
bevolking na eene ophitsing van verscheidene
dagen, onmogelijk in eenige rn-en tijds tot
andere g evoelens zou komen en Vrijdag
avond zond hij aan den heer burgemeester
van Charleroi een brief, waarin hij tot zijne
spijt zijn besluit moest behouden.
Eene terechtwijzing aan de geuzenbladen
Minister Hubert heeft ook aan de liberale
Gazette De Charleroien aan de socialis
tische "Journal de Charleroieene terecht
wijzing g-ezonden, waarin hij de zaken op
hunne ware plaats zet.
De lezers dezer bladen, zullen nu best kun
nen oordeelen, wie er hier in zake zich hate
lijk gemaakt heeft en of minister Hubert
geen gelijk had zich te onthouden.
De indruk te Charleroi
Vrijdag avond, was het onwrikbaar be
sluit van minister Hubert te Charleroi ge
kend. Bliksemsnel verspreidde het zich, en
overal verwekte het besluit eene ware ver
stomming.
Tot het laatste oogenblik hadden de geu
zen nog gehoopt, dat de minister toch zou
komen.
Natuurlijk gaan de praatjes hun gang.
Het publiek is 't akkoord om de verantwoor
delijkheid te doen vallen op de socialistische
gemeenteraadsleden, die weigerden de ope
ningsplechtigheid bij te wonen en op de gen-
zenbladen, die door hunne uitzinnigheden en
lage aanvallen, den minister tot zijn wijs be
sluit dwongen.
Vrijdag avond werd in een der aantrekke
lijkheden den tentoonstelling, een openings
banket gehouden, 't Zag er hem daar oprecht
lief uit. Al de aanwezigen zaten er als mar
meren heelden....
Het Uitvoerend komiteit hield ook eene
vergadering om den toestand ie bespreken.
Er werd besloten, dat de openingsplechtig
heid zich zou bepalen, bij liet aflezen van
eenige redevoeringen.
Het bezoek aan het stadhuis zal nu natuur
lijk niet plaats hebben, daar de gemeente
raadsleden nu geen afgevaardigde van het
gouvernement lo ontvangen hebben...
Zaterdag morgend om 10 ure moest de
Beheerraad der Tentoonstelling ook eene
vergadering houdeu.