De vergadering Katholieken Werkmanskring Zeventiende jaargang n 231 Woensdag 4 October 1911 «3 BestuurderJ. Van Nuffel-De Qendt. Aanspraak van tien heer Ghesraei its Burgemeester. Aanspraak van D' Da Naeyer. 2 CENTIEMEN HET NUMMER ABONNEMENTEN! Zes maanden 4 franken. Een jaar 8 franken. Inschrijving in alle posthureelen van het land. EERSTE UITGAAF, 4 uren 's avonds. 4$É C* TWEEOE UITGAAF, 7 uren 's avonds. *§S AANKONDIGINGEN s BUREELEN TE ERUSSEL 720; Steenweg wan U/aterloo, 728. TE AALST 9, Klerlcstraat, Telefoon 114 KI, aank. (1 tot 4 kl, reg.) fr. 0.60 3« bladz. ^de regel) fr. 0,50 4® 'olicdz. (de regel) fr. 0,30 Financ. aankon, (per regel) fr. 2,00 Reklamen (per regel) fr. 1.00 Gemengd nieuws (per regel) fr. 2,00 Recht, herstelt, (per regel) fr. 2,00 Overlijden (per regel) fr. 2,00 IN DEN Mijnheeren, In dezo vergadering zouden uwe dienst doende raadsleden ook volgens gewoonte dienen rekening te geven over het vervullen van lam mandaat, maar is dit hier wel noo- dig Beziet die tafel zij geeft een onweer legbaar overzicht van don voorspoed onzer stad. zij geeft u Ie kennen de aanzienlijke vermeerdering onzer bevolking, dewelke thans onder dit betrek aan Aalst de tweede rang geeft bij de steden onzer provintie. De cijfers staande op deze tafel doen ook ken nen den aangroei en bloei van handel en nijverheid, do ovorgroole geldsommen door onze medeburgers gestort in de spaarkassen. In onze voorgaande vergadering hebben wij reeds ge .-proken over de bezorgdheid van ons, voor de gezondmaking onzer stad en voor de uitbreiding van bot onderwijs. Wij zullen er .h:s niet ver'Ier op aandringen. Enlcelijl: v illen wij bier voor deze talrijke vergadering van werklieden doen zien, dat indien wij m-ds veel gedaan hebben om het onderwijs onder llcn le verspreiden en liun gezondheidstoestand le verbeteren, wij ons nog onledig houden met een werk te heramen en zoo baast mogelijk uit ie voeren, 't welk ook dienen zal tol beschaving en gezond making. Wij willen spreken van een volks park. 'I is te zeggen een hof beslaande mins tens 12 heefer.-n grond, versierd met hoornen en planten, waarvan de bewaking toever trouwd zal wezen aan onze deftige bevolking en v rkliedcn, voor wiens verzet en geluk bij za-1 gemaakt worden. Goede lu<-lil dienen wij te verschaffen- aan degenen,die hei.cluk niet hebben aan hunne woningen uitgebreide koeren of hoven te hebben. Wij zegden daar zoo even dat het maken van dit volkspark dok moest dienen tot he schaving van 't volk, wij bedoelen hier be- zondcrlijk de noodige beteugeling en het verdwijnen van den vernielingsgeest van onze straatjongens. Onlangs was het ons gegeven, bet volks park van Korlrijk te doorwandelen en bi het uitdrukken onzer verwondering, bo daar alles ongehinderd en geëerbiedigd wordt, wierd er ons geantwoord, dit liet volk aldaar begreep dat bol zijnen bof was en hem diensvolgens onder zijne ernstige be waking genomen had. Welnu dit verwachten wij ook met volle betrouwen van ons Aalstersche volk. Wij willen hier ook nog antwoorden oj het verwijt toegebracht aan ons bestuur over de goedkcuri' g verleend aan den verkoop van grond op St-Job, aan de Eenv. Ilecren Paters Gapucienon. De prijs voor dien grond bekomen noemen zij een spotprijs dien eigendom volgens hunne berekening had ongeveer 70.000 frs. meer waarde. Eenieder weet nochtans, dat deze grond in publieke vork» oping gesteld is geweest en dat er zich goene liefhebbers aangeboden hebben voor eene meerdere geldsomme dan degene gpstort door dc tegenwoordige eige naars. Onder do leden der minderheid va onzen gemeenteraad zetelen voorzeker per sonen met foriuin begaafd en voorwien eene winst van 70,000 niet onaangenaam moest schijnen om te verwezenlijken. Zulke winst is voorzeker niet te misprijzen. Er was liior een' sehoonen bliek te van gen. Begrijpt men dan, dat niemand zich daarvoor verzet heeft Deze verkoop van grond en bet aldaar oprichten van kerk en klooster moet voor zeker eene vcm-erdering van waarde geve aan de overblijvende gronden van hospieië en arrnbureel, welke palen aan de Capucio- nenlaan. Daarvan hoeft deze laatste dag een 'id der minderheid zich kunnen overtui gen bij het zicht van het thans goedgekeurd plan. Dezelfde beknibbelingen zijn reeds uitgi kraamd door kortziende personen over het maken der Alberllaan. Hewel, hel is het vooruitzicht van ecrio grootera waarde le geven aan de eigendom men onzer godshuizen en dezo van hot arrn bureel. dat ons grootendeels aanzet om deze werken aan to bevelen en uit le voeren. Dat men dus verneme dat deze gemelde gestichten in de Bergemecrschen alleen, 't is te zeggen langsheen do A'h-rtlaan, 13 heel: ren grond bezitten, waarvan reeds een ge- deel to verkocht is aan don prijs van 300 fr. per are en dal er ook voor een groot gedeel te der overige gronden 100 fr. per are aan geboden werd, wat voorzeker met do helft de vorige waarde overtreft. Zieldaar, mijnheeren, de leiding welke wij steeds gevolgd hebben, en aldus immer met vooruitzicht handelende, is het ons gegeven geweest langs de vaart en andere plaatsen, groole werken uit te voeren aan de voordee- ligsto voorwaarden voor onze stad. Een lid der minderheid van onzen gemeente raad breekt zich liet hoofd om le willen door cijfers en woorden, bewijzen,'dat de finan- liën der stad slecht bestuurd worden, dat onze gemeente naar zijnen ondergang en ver dwijning gaat, en telken male na die droeve zwarte voorspellingen bestatigt het publiek dal dit al woorden in den wind zijn. Wij zouden ons over deze zaak nog wijder kunnen uitbreiden maar de tijd ontbreekt. Spreken wij dus nog over een ander punt wat men ten laste logt van oen onzer be- waamste kandidaten de heer De Naeyer. Ik bedoel de samenworkende maatschappij der Omlerwijsstraat, genaamd de Zwarte Bakkerij. Deze is bezonderlijk ingericht met het doelwit de socialistische bakkerij te be- vechlnn, even gelijk de liberalen het beden noodzakelijk vindon en om de geldwinsten van do socialisten in to korten, winsten welke tot niets dienen dan om de huidige sa menie vering te bevechten en te vernielen. Mochten de socialisten eens meester worden van het land en van de gemeente, zij zouden voorzeker van hunne bakkerijen gemeente bakkerijen maken,en de bakkers verplichten hun brood te verkoopen aan den opgegeven prijs der stedelijke bakkerij, denkt niet, lijn hoeren, dat ik overdrijf, dit beslaat eeds in Roumanie, onder ander steden in Bucharest en reeds in 't noorden van Frank rijk houdt men zich onledig met dit in voege lo brengen. De lieer De Naeyer die met deze zaak bekent is zal voorzeker in een onzer inentingen ter harte nemen bier verderen uitleg over te geven. Indien het kiezerskorps zijne katholieke gemeenleraadsheeren thans blijft vereeren met zijn vertrouwen, zoo mag men -zeker dat de katholieke gekozenen voortdurend zullen blijven werken voor do welvaart der bevolking, voor den voorspoed der stad Aelst. Mijnheeren. Ik wil dadelijk gevolg geven aan de uil- noodiging van den heer Burgemeester, en ik bedank hem ten zeerste,voor de gelegenheid ■ie hij mij schenkt n de zoo beruchte kwestie .Ier koopera lieven bloot lo leggen in hunne gansche waarheid. Ge weet, mijnheeren, dal alwiezich cenigszins met liet politiek be- noeit en met der daad, do tegenstrevers bc- iampt, blootgesteld is aan dc aanvallen den laster en de leugens van do tegenstrevers. Maar indien al onze gekozenen die aanval len, die leugens en dien laster steeds moes ten onderslaan, liet is gelijk waar zij hun mandaat hadden te vervullen, zoowel in den gemeenteraad, als in Kamer en Senaat, dan mag ik zeggen, dat ik bijzonderlijk het mik punt onzer tegenstrevers van alle kleur ben geweest. Waarom hebben ze zich zoo zeer over mij persoonlijk willen wreken Do reden hier van is eenvoudig het is omdat ik mij mis- sehion op een broeder terrein, dan dit. waar over mijne andere slrijdgonooten beschikken, krachtdadig en onophoudend, tegen de stel sels en de werkingen onzer tegenstrevers heb verzet. (Toejuichingen). Ge weel, mijnheeren, dat van het eerste nogenbhk nf, dat ik bier ter stede met mijne overige vrienden eene fabriek-heb opgericht, dat wij openbaar en krachtdadig op die fa briek de katholieke vlag hebben geplant. Wij konden zoowel als anderen onze nijver heidsinrichting onzijdig houden wij konden zoowel als anderen.oezen tijd en onze krach ion uitsluitelijk toewijden aan onze eigene zaken en ons weinig of geenszins bekomme ren met de katholieke denkwijze. Maar dat hebben wij niet gedaan, en wij deden Imlpuet, omdat w ij nvt do katholieke grondbeginselen in ons haft zijn geboren en omdat bet vuur onzer katholieke overtuiging daarbinnen zoo warm en hevig gloeit, dat liet ons onmogelijk is, ons af te trekken van hetgeen waaraan wij zoo zeer zijn verknocht. T"'jul gen). Niet alleen in onze werkhuizen, maar overal waar mijne vrijheid het toeliet be- kampte ik onze tegenstrevers in het alge meen, maar gansch in liet bijzonder, heb ik mij toegelegd en gewijd aan het bestrijden van bel socialismus. Hob ik aan onze tegenstrevers kwaad be rokkend Te oordeelen naar de aanvallen aan dewelke ik van hunnen kant werd prijs gegeven, mag ik zonder aarzelen hesluiten n bevestigen Ja. (Toejuichingen). Immers ik bezit eene vracht gazetten nummers van de Aalstersche Volksgazet en vooral van het socialistische Recht en Vrij heid, in welke ik ten hevigste werd aange rand, belogen, belasterd en gehoond, tot zelfs in den schoot van mijn huisgezin. Als getuige daarvan ook, mag ik u wijzen, op de menigvuldige en soms maandenlange penne- twisten die ik voerde met de socialisten in hun eigen blad Recht en Vrijheid. Ik mag zelfs inroepen de verschillige pro cessen. welke ik in liet verleden tegen de socialisten inspande en welke zij zelfs ons aandeden, on in dewelko zij niet zelden de nederlaag moesten ondergaan. Ja, op dit oogonblik zelf staat er nog een van dezo processen voor het Beroepshof van Gent. (Toejuichingen). De aanvallen der tegenstrevers, hoe hevig en vinnig ze ook kunnen zijn, maken mij nooit verlegen zo hinderen nip geenszins en onze tegenstrevers kunnen mij geen gevoeli ger plezier doen, en geen grooteren dienst bewijzen, dan met hunne aanvallen lot mij te richten want zoodoende verkwikken ze mijhunne spoorslagen doen mij opspringen om met nieuwen moed en met verfrischte kracht, altijd kloekmoediger en meer vastbe raden, voor onze zaak op de bres le staan. Hunne aanvallen zijn mij overigens de beste getuigenis van liet verrichte goed. Ze zijn mijne schoonste en duurbaarste beloo ning. (Toejuichingen). Doch, ongelukkiglijk, heb ik moeten vast stellen dat sommige onzer parlijgenooten gehoor kebbon gegeven aan'de valsche aan tijgingen onzer tegenstrevers. Wij mogen het niet ontkennen, dat erin sommige katho lieke herten, verdenkingen, ja zelfs ook be schuldigingen tegen mij zijn ontslaan. Eu, Mijne Heeren, indien gelijk ik het zegde, de aantijgingen, do leugens en de laster der tegenstrevers, voor uitwerksels hebben, van bet katholiek vaandel, steeds honger en booger te doen opheffen, dan zijn de verden kingen onzer parlijgenooten, do oorzaak van de bitterste teleurstelling en van de diepst© ontmoediging. Ik moet het bekennen, dat die overwegin gen de armen zouden verlammen en do wa pens zou doen ten gronde vallen. En waar lijk, heeft men soms noodig, al zijnen moed met de twee handen lo grijpen, om niet gansch onderdrukt werkloos neder te zinken. En, Mijnheeren, wat legt men ten mijnen laste Men zegt ten eerste, dat ik door alle mid delen de neringdoende burgerij wil ten on der brengen en ten tweede dat ik ook door alle middelen mijne zakken vul en alles tracht in le palmen. En hoe zou dit gebeuren Zoo ze beweren voer ik dat hatelijk werk uit, door bet stich ten van coöperatieven. De eerste inrichting door dew elke ik de neringdoeners zou ten onderen brengen en waarmede ik mijne zakken zou vullen, is de aalisi'cialisliseh" bakkm der Aêi.ierslraal, door onze tegenstrevers bestempeld mot den naam van Zwarten Bazarals wilden ze daardoor beteekenen, dut het eene inrichting der geestelijkheid is. Hoe werd de Zwarte Bazar gesticht Toen overeen twaalftal jaren ik van liet oud hos pitaal naar onze fabriek van den Tragel ging, had ik de gewoonte somtijds eens bin- ïen te stappen bij mijne vrienden, do heeren Moens en daar ontmoette ik onzen zeer be treurden en vromen Aalsienaar, wijlen M. Tlieoiior Moens. Dikw ijls sprak hij mij en wees mij, op bet wangedrocht dat hij in de buurt van hunne nijverheidsinrichting had zien geboren worden, dat hij daar op rasse en onrustbarende wijze zag opgroeien en machtig w orden. Hij wees mij op de klauwen van dit wangedrocht, dl- li niet alleen onverbiddelijk neersloeg op het volk, dat aan onze politieke denkwijze niet toebehoor de, maar dat deze klauwen gulzig grepen in de rangen van onze parlijgenooten en onder hot katholiek werkvolk van Aalst. Hij stelde mij voor oogen, al het kwaad dat er zóó gebeurde, en met geestdrift sprak hij mij van de middelen welke er hoefden tot stand gebracht te w orden, om dit gevaarlijk kwaad dadelijk en onverpoosd te bevechten. Bijna nooit ontmoette ik hom, of hij weesop dit delenda Carthago, die af lo breken forte- resen hij spoorde mij aan, om met hem de handen uit de mouwen te trekken, om dit werk van verdediging aan to vatten. M. Moens richtte zich dan tot den reeds toenmaligen bestuurder van den Werkmans kring, den E. H. Ponnet, en in menig onder houd, werden de middelen beraamd,om door de bakkers onzer stad eene inrichting te doen tot. stand brengen welke tegen de socia listische bakkerij rechtstreeks zou te velde gaan. Doch de menigvuldige en drukke pogingen bij onze bakkers aangewend, bleven vruchte loos, en zoo liep Gods water over Godsakker en zoo maalde het koren, op den molen der socialisten maar altijd voort en wekelijks werden er uit de stad een aanzienlijke som gelds naar de koffers der roode partij gedra gen. De wenken van M. Theodoor Moens waren toch niet onvruchtbaar gebleven, want na weinigen tijd van ontmoediging on wapenstil stand, kwamen eenige meestergasten en werklieden mij vindon en vroegen mij, of er dan toch niets te doen was legen bet socia lismus, dat onze stad dreigde te overrompe len. Ze smeekten mij, van bun toe le laten, voor hunne rekening eene antisocialistische bakkerij le openen on van aan ons katholiek w erkvolk de gelegenheid te geven, hunne belangen te handhaven bij hunne eigene par- tijgenooten. Ik liet mij overtuigen, en beloofde dat ik hunnó inrichting zou ondersteunen. Als wanneer ik al deze reeds lang ver- ledene voorvallen in mijn geheugen wederom tracht op te zoeken, dan gebeurt het soms, dat sommige bijzonderheden daaromtrent eenigszins beneveld en verduisterd in mijnen geest voorkomen en daar ik volstrekt wilde zeker zijn nopens hetgeen te dien tijde gezegd en gedaan werd, zoo heb ik mij lot den E. IJ. Rombaut gericht, die bestuurder van den Werkmanskring .was, ten tijde dat de Zwarto Bazar werd opgericht. Ik heb den E. H. Rombaut verzocht, mij te willen schrijven, wat hij zich nog herinnert, aan gaande deze zaak, met toelating van zijne herinneringen bekend te maken. Ziehier wat M. Rombaut mij antwoordt Gentbrugge, 29 September, 1911 Mijnheer De Naeyer, Ik herinner mij, dat ik meermaals, toen ik aan het bestuur van den Werkmanskring was. met de heeren raadsleden der Bakkers- gilde gesproken bel) over de coöperatieven, en, hen aangezet heb, om eene samenwer kende bakkerij in te richten. Ik heb bun doen opmerken, dat er onver mijdelijk coöperatieven zouden opgericht worden door Aalstenaars. of door vreemde, en dat zij alle belang hadden, de eersten eene coöperatieve bakkerij lo beginnen, wi'den zij zich, door anderen den weg niet zien afsnij den. Toen ïict in den mond begon te komen dal er eene coöperatief ging opgericht worden onder uw geleide, en door uwe medehulp. zmo men zegde9 is de zaak met den bakkersraad opnieuw besproken geworden. Ik ben dan bij U gekomen om te vragen, of het wel zeker was, dat er eene bakkerij ging tol stand komen. Gij hebt mij geant woord t jeJj maar mij ook verzocht, aan de hakkers te willen zeggen 1. Cat gaj lievsrhadt dat zij eemecr'O^spaü^f zoude:? beginnen* enz&o zij trilden dat gij geen zoudt ingericht hebben 2. Cat gij bereidt waart, hun tien dus fnd frank te ver- scEaiekesa, en tnaeerock, indien noodig, om het werk in gang te steken- Ik heb dit voorstel aan den bakkersraad overgemaakt. De eenen waren er vóór, do anderen tegen, en zoo is men ongelukkiglijk tot het besluit niet gekomen van eono samen werkende bakkerij in le richten. Gelief, Mijnheer De Naeyer de verzekering mijner gevoelens van hoogachting te aan- erden. (get.) J. Rombaut pastoor. Ik twijfel niet, Mijne Heeren, of de ge tuigenis van den E. H. Rombaut, zal uw volle vertrouwen wegdragen; overigens ligt hij mij zijn eigenhandige brief, ter inzage van dezen die hein zouden willen lezen. Heb ik dan den Zwarten Bazar geslicht? Neen, ik heb hem laten stichten door werklieden onzer fabrieken te samen met werklieden van andere fabrieken. Het onmiddelijk gevolg der stichting van den Zwarten Bazar is geweest, dat de socia listische bakkerij, door deze mededinging, mper dan do helft hunner klanten hebben verloren, aangezien do katholieke werklie den, ik moet het bier ter hunner cero zeggen, dadeiijlc en eonpaiiglijk zijn bijgesprongen, om de anti-socialistische inrichting door hun vertrouwen te ondersteunen cn den Rooden Bazar vaarwel le zeggen. Van daar eenen sclirikkolijken wrok der socialisten op hunne katholieke mededingers en gelijk go het ooli raden kunt, op mijnen persoon. En ze heb ben seffens uitgekraaid, dat indien de Zwar ten Bazar vooruitging, het te wijten was,aan den dwang die door de katholieke patroons op hunne werklieden werd uitgeoefend. Het klaarste bewijs van dien dwa g is, zeggen ze, dal liet Bestuur van den Zwarten Bazar veroordeeld werd, te Dendermondo en te Gent, wegens dwang op de werklieden onzer fabriek en van andere werkhuizen uitge oefend. Welke euveldaad, mijne heeren. heeft de ze veroordeeling uitgelokt ik zal zo u in hare waarheid laten kennen. Er waren op onze fabriek en in andere werkhuizen, al le samen, een zestal gekende en vooruitstre vende socialistische werklieden, die liun brood kochten in de Roode coöperatief. Do bestuurleden van den Zwarten Bazar, die ter goeder trouw meenden, dat het hun toegelaten was een eenvoudig aanbod aan dezo werklieden te doen cn hun te vragen, of zo zich niet genegen gevoelden, hun brood in don zwarten Bazar le koopen, liever dan bij de socialisten, zonder bun daaromtrent eenige verplichting op le leggen, en zonder op hen den minsten dwang uit te oefenen werden door het Beheer van Hand aan Hand, bij het gerecht aangeklaagd. En men zag voorzoo eene beuzelarij liet parket van Den- dermonde opdagen en liier ter stede een on derzoek doen nopens de aangeklaagde feiten, hetwelk op de veroordeeling uitliep der be heerders van den Zwarten Bazar, lot eena Idboete van 2G franken. Ziedaar, Mijnheeren, het zoogezegde be wijs, dat.men ons met groot geschreeuw, op den rug wil spijkeren, als zouden we dwang hebben -uitgeoefend op onze werklieden ten voordeelo van den Zw arten Bazar. Daarte gen moet ik ten hevigste protest aanteeko- nen en ik mag u zeggen Neen. onze werk lieden zijn niet verplicht in den Zwarten Bazar brood le koopen. Zij zijn vrij en een doortastend en onweerlegbaar bewijs daar van is, dat een groot deel der werklieden onzer fabrieken der stad, in den Zwarten Ba zar geen brood nemen. Dit is Mijne Heeren, geen ij dele woorden kramerij. Gij kunt u daarvan zelf door bet eenvoudigste onderzoek overtuigen. Maak ik dan geen deel uit van den Zwar ten Bazar Ik moet hot u bekennen ja De samenw erking werd geslicht, in 1904. Hare slandregelen verschenen in het Staats blad van 21 Februari van hetzelfde jaar. Ruim 2 jaar nadien ontving ik van wege don bestuurraad der bakkerij den volgenden brief Aalst 11 Maart 1906. Aan Mijnheer Th. Do Naeyer, te Aalst. Wij hebben de verledene week het ontslag ontvangen van den lieer Jozef Roels, bestuur lid der samenwerkende maatschappij De Weihom. Wij hebben dit ontslag aanvaard en hem zijne gestorte som terugbetaald. Wij zijn zoo vrij, met gansch liet bestuur der samenwerkende maatschappij, aan Ueu. do vraag te stellen, of gij geen deel zoudt wil len nemen in de coöperatief en bij ons to komen, als bestuurlid in vervanging van hot afgetreden lid de wet vereisclit, dat er 7 peisonen, voor eene coöperatief zijn en daar door deuken wij, dat gij onze vraag wel zult willen aanvaarden. Een onzer bestuurleden, zou zijn ontslag geven, voor 5000 franken, en U vragen of gij do 5000 franken niet zoudt overnemen. Een gunstig antwoord van uwen twege verwachtende, groeten wij u met achting. Voor de Sam. Maatschappij, De Welkom. De Sekretaris, De Voorzitter, C. De Sadelekr. Jozef Van Damme. Daar de tegenwoordige!) brief het hand- t eek en draagt, van eenen sedert verschilligo jaren overledene persoon, en daar men bot copie de lettresder maatschappij kan toonen, aan wie het wil nazien, kan do echt heid van bovengemeld schrijven niet in twij fel getrokken worden. Men verwijt mij, dat ik groote winsten uit den Zwarten Bazar in mijnen zak steels. Het is niet te ontkennen, dat dergelijke in richtingen schoone winsten opleveren, en spijtig is het, dat ze niet in handen komen der bakkers of van volksinrichtingen. Maar 'k vraag het u, aan wie de schuld Met do hand op het geweten, mag ik u hier plechtig verklaren, dat de winsten van den Zwarten Bazar, niet dienen om mijne zakken te vullen. Zc worden elders besteed, waar ze dienon om goede werken te verrichten en ik hoof niet te zeggen waar. (Luide toej.) Een tweede inrichting waardoor ik de bur gerij ten onder wil brengen en mijne zakken wil vullen, zou zijn do SatneilweP" kende Brouwerij. Heb ik die brouwerij geslicht Hoe ksvam. ze tot stand Omtrent Nieuw jaar 1907 wou een Aalster sche brouwer zijne brouwerij overlaten en hij vormde het gedacht, or eene maatschap pij van te maken. Hij stelde zich in betrek king met eenige werklieden bezield met in» richtingsgeest, en na verschillige pogingen, werd er eene samenwerking tot stand ge bracht, wier leden grootendeels tot de socia listische partij behoorden. Het was de heer Prosper Baudewijn, een kopstuk van I'oor- uit, die geraadpleegd werd voor het opstel len der slandregelen, en deze standregelen werden opgesteld naar het model der Samen werkende brouwerij van Gentbrugge. Ge ziet. Mijne Hoeren, hoeverre ik van deze inrichting verwijderd stond. Nochtans na omtrent een jaar uitbating der brouwerij

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1911 | | pagina 1