De vergadering
Katholieken Werkmanskring
Zeventiende jaargang n 231
Woensdag 4 October 1911
«3
BestuurderJ. Van Nuffel-De Qendt.
Aanspraak van tien heer Ghesraei its
Burgemeester.
Aanspraak van D' Da Naeyer.
2 CENTIEMEN HET NUMMER
ABONNEMENTEN!
Zes maanden 4 franken. Een jaar 8 franken.
Inschrijving in alle posthureelen van het land.
EERSTE UITGAAF, 4 uren 's avonds. 4$É C*
TWEEOE UITGAAF, 7 uren 's avonds. *§S
AANKONDIGINGEN s
BUREELEN
TE ERUSSEL
720; Steenweg wan U/aterloo, 728.
TE AALST
9, Klerlcstraat,
Telefoon 114
KI, aank. (1 tot 4 kl, reg.) fr. 0.60
3« bladz. ^de regel) fr. 0,50
4® 'olicdz. (de regel) fr. 0,30
Financ. aankon, (per regel) fr. 2,00
Reklamen (per regel) fr. 1.00
Gemengd nieuws (per regel) fr. 2,00
Recht, herstelt, (per regel) fr. 2,00
Overlijden (per regel) fr. 2,00
IN DEN
Mijnheeren,
In dezo vergadering zouden uwe dienst
doende raadsleden ook volgens gewoonte
dienen rekening te geven over het vervullen
van lam mandaat, maar is dit hier wel noo-
dig Beziet die tafel zij geeft een onweer
legbaar overzicht van don voorspoed onzer
stad. zij geeft u Ie kennen de aanzienlijke
vermeerdering onzer bevolking, dewelke
thans onder dit betrek aan Aalst de tweede
rang geeft bij de steden onzer provintie. De
cijfers staande op deze tafel doen ook ken
nen den aangroei en bloei van handel en
nijverheid, do ovorgroole geldsommen door
onze medeburgers gestort in de spaarkassen.
In onze voorgaande vergadering hebben
wij reeds ge .-proken over de bezorgdheid van
ons, voor de gezondmaking onzer stad en
voor de uitbreiding van bot onderwijs. Wij
zullen er .h:s niet ver'Ier op aandringen.
Enlcelijl: v illen wij bier voor deze talrijke
vergadering van werklieden doen zien, dat
indien wij m-ds veel gedaan hebben om het
onderwijs onder llcn le verspreiden en liun
gezondheidstoestand le verbeteren, wij ons
nog onledig houden met een werk te heramen
en zoo baast mogelijk uit ie voeren, 't welk
ook dienen zal tol beschaving en gezond
making. Wij willen spreken van een volks
park. 'I is te zeggen een hof beslaande mins
tens 12 heefer.-n grond, versierd met hoornen
en planten, waarvan de bewaking toever
trouwd zal wezen aan onze deftige bevolking
en v rkliedcn, voor wiens verzet en geluk
bij za-1 gemaakt worden.
Goede lu<-lil dienen wij te verschaffen- aan
degenen,die hei.cluk niet hebben aan hunne
woningen uitgebreide koeren of hoven te
hebben.
Wij zegden daar zoo even dat het maken
van dit volkspark dok moest dienen tot he
schaving van 't volk, wij bedoelen hier be-
zondcrlijk de noodige beteugeling en het
verdwijnen van den vernielingsgeest van
onze straatjongens.
Onlangs was het ons gegeven, bet volks
park van Korlrijk te doorwandelen en bi
het uitdrukken onzer verwondering, bo
daar alles ongehinderd en geëerbiedigd
wordt, wierd er ons geantwoord, dit liet volk
aldaar begreep dat bol zijnen bof was en
hem diensvolgens onder zijne ernstige be
waking genomen had.
Welnu dit verwachten wij ook met volle
betrouwen van ons Aalstersche volk.
Wij willen hier ook nog antwoorden oj
het verwijt toegebracht aan ons bestuur over
de goedkcuri' g verleend aan den verkoop
van grond op St-Job, aan de Eenv. Ilecren
Paters Gapucienon.
De prijs voor dien grond bekomen noemen
zij een spotprijs dien eigendom volgens
hunne berekening had ongeveer 70.000 frs.
meer waarde.
Eenieder weet nochtans, dat deze grond in
publieke vork» oping gesteld is geweest en
dat er zich goene liefhebbers aangeboden
hebben voor eene meerdere geldsomme dan
degene gpstort door dc tegenwoordige eige
naars. Onder do leden der minderheid va
onzen gemeenteraad zetelen voorzeker per
sonen met foriuin begaafd en voorwien eene
winst van 70,000 niet onaangenaam moest
schijnen om te verwezenlijken. Zulke winst
is voorzeker niet te misprijzen.
Er was liior een' sehoonen bliek te van
gen. Begrijpt men dan, dat niemand zich
daarvoor verzet heeft
Deze verkoop van grond en bet aldaar
oprichten van kerk en klooster moet voor
zeker eene vcm-erdering van waarde geve
aan de overblijvende gronden van hospieië
en arrnbureel, welke palen aan de Capucio-
nenlaan. Daarvan hoeft deze laatste dag
een 'id der minderheid zich kunnen overtui
gen bij het zicht van het thans goedgekeurd
plan.
Dezelfde beknibbelingen zijn reeds uitgi
kraamd door kortziende personen over het
maken der Alberllaan.
Hewel, hel is het vooruitzicht van ecrio
grootera waarde le geven aan de eigendom
men onzer godshuizen en dezo van hot arrn
bureel. dat ons grootendeels aanzet om deze
werken aan to bevelen en uit le voeren.
Dat men dus verneme dat deze gemelde
gestichten in de Bergemecrschen alleen, 't is
te zeggen langsheen do A'h-rtlaan, 13 heel:
ren grond bezitten, waarvan reeds een ge-
deel to verkocht is aan don prijs van 300 fr.
per are en dal er ook voor een groot gedeel
te der overige gronden 100 fr. per are aan
geboden werd, wat voorzeker met do helft
de vorige waarde overtreft.
Zieldaar, mijnheeren, de leiding welke wij
steeds gevolgd hebben, en aldus immer met
vooruitzicht handelende, is het ons gegeven
geweest langs de vaart en andere plaatsen,
groole werken uit te voeren aan de voordee-
ligsto voorwaarden voor onze stad.
Een lid der minderheid van onzen gemeente
raad breekt zich liet hoofd om le willen door
cijfers en woorden, bewijzen,'dat de finan-
liën der stad slecht bestuurd worden, dat
onze gemeente naar zijnen ondergang en ver
dwijning gaat, en telken male na die droeve
zwarte voorspellingen bestatigt het publiek
dal dit al woorden in den wind zijn.
Wij zouden ons over deze zaak nog wijder
kunnen uitbreiden maar de tijd ontbreekt.
Spreken wij dus nog over een ander punt
wat men ten laste logt van oen onzer be-
waamste kandidaten de heer De Naeyer.
Ik bedoel de samenworkende maatschappij
der Omlerwijsstraat, genaamd de Zwarte
Bakkerij. Deze is bezonderlijk ingericht met
het doelwit de socialistische bakkerij te be-
vechlnn, even gelijk de liberalen het beden
noodzakelijk vindon en om de geldwinsten
van do socialisten in to korten, winsten
welke tot niets dienen dan om de huidige
sa menie vering te bevechten en te vernielen.
Mochten de socialisten eens meester worden
van het land en van de gemeente, zij zouden
voorzeker van hunne bakkerijen gemeente
bakkerijen maken,en de bakkers verplichten
hun brood te verkoopen aan den opgegeven
prijs der stedelijke bakkerij, denkt niet,
lijn hoeren, dat ik overdrijf, dit beslaat
eeds in Roumanie, onder ander steden in
Bucharest en reeds in 't noorden van Frank
rijk houdt men zich onledig met dit in voege
lo brengen. De lieer De Naeyer die met deze
zaak bekent is zal voorzeker in een onzer
inentingen ter harte nemen bier verderen
uitleg over te geven.
Indien het kiezerskorps zijne katholieke
gemeenleraadsheeren thans blijft vereeren
met zijn vertrouwen, zoo mag men -zeker
dat de katholieke gekozenen voortdurend
zullen blijven werken voor do welvaart der
bevolking, voor den voorspoed der stad
Aelst.
Mijnheeren.
Ik wil dadelijk gevolg geven aan de uil-
noodiging van den heer Burgemeester, en ik
bedank hem ten zeerste,voor de gelegenheid
■ie hij mij schenkt n de zoo beruchte kwestie
.Ier koopera lieven bloot lo leggen in hunne
gansche waarheid. Ge weet, mijnheeren, dal
alwiezich cenigszins met liet politiek be-
noeit en met der daad, do tegenstrevers bc-
iampt, blootgesteld is aan dc aanvallen den
laster en de leugens van do tegenstrevers.
Maar indien al onze gekozenen die aanval
len, die leugens en dien laster steeds moes
ten onderslaan, liet is gelijk waar zij hun
mandaat hadden te vervullen, zoowel in den
gemeenteraad, als in Kamer en Senaat, dan
mag ik zeggen, dat ik bijzonderlijk het mik
punt onzer tegenstrevers van alle kleur ben
geweest.
Waarom hebben ze zich zoo zeer over mij
persoonlijk willen wreken Do reden hier
van is eenvoudig het is omdat ik mij mis-
sehion op een broeder terrein, dan dit. waar
over mijne andere slrijdgonooten beschikken,
krachtdadig en onophoudend, tegen de stel
sels en de werkingen onzer tegenstrevers heb
verzet. (Toejuichingen).
Ge weel, mijnheeren, dat van het eerste
nogenbhk nf, dat ik bier ter stede met mijne
overige vrienden eene fabriek-heb opgericht,
dat wij openbaar en krachtdadig op die fa
briek de katholieke vlag hebben geplant.
Wij konden zoowel als anderen onze nijver
heidsinrichting onzijdig houden wij konden
zoowel als anderen.oezen tijd en onze krach
ion uitsluitelijk toewijden aan onze eigene
zaken en ons weinig of geenszins bekomme
ren met de katholieke denkwijze.
Maar dat hebben wij niet gedaan, en wij
deden Imlpuet, omdat w ij nvt do katholieke
grondbeginselen in ons haft zijn geboren en
omdat bet vuur onzer katholieke overtuiging
daarbinnen zoo warm en hevig gloeit, dat
liet ons onmogelijk is, ons af te trekken van
hetgeen waaraan wij zoo zeer zijn verknocht.
T"'jul gen).
Niet alleen in onze werkhuizen, maar
overal waar mijne vrijheid het toeliet be-
kampte ik onze tegenstrevers in het alge
meen, maar gansch in liet bijzonder, heb ik
mij toegelegd en gewijd aan het bestrijden
van bel socialismus.
Hob ik aan onze tegenstrevers kwaad be
rokkend Te oordeelen naar de aanvallen
aan dewelke ik van hunnen kant werd prijs
gegeven, mag ik zonder aarzelen hesluiten
n bevestigen Ja. (Toejuichingen).
Immers ik bezit eene vracht gazetten
nummers van de Aalstersche Volksgazet en
vooral van het socialistische Recht en Vrij
heid, in welke ik ten hevigste werd aange
rand, belogen, belasterd en gehoond, tot
zelfs in den schoot van mijn huisgezin. Als
getuige daarvan ook, mag ik u wijzen, op de
menigvuldige en soms maandenlange penne-
twisten die ik voerde met de socialisten in
hun eigen blad Recht en Vrijheid.
Ik mag zelfs inroepen de verschillige pro
cessen. welke ik in liet verleden tegen de
socialisten inspande en welke zij zelfs ons
aandeden, on in dewelko zij niet zelden de
nederlaag moesten ondergaan.
Ja, op dit oogonblik zelf staat er nog een
van dezo processen voor het Beroepshof van
Gent. (Toejuichingen).
De aanvallen der tegenstrevers, hoe hevig
en vinnig ze ook kunnen zijn, maken mij
nooit verlegen zo hinderen nip geenszins en
onze tegenstrevers kunnen mij geen gevoeli
ger plezier doen, en geen grooteren dienst
bewijzen, dan met hunne aanvallen lot mij
te richten want zoodoende verkwikken ze
mijhunne spoorslagen doen mij opspringen
om met nieuwen moed en met verfrischte
kracht, altijd kloekmoediger en meer vastbe
raden, voor onze zaak op de bres le staan.
Hunne aanvallen zijn mij overigens de
beste getuigenis van liet verrichte goed. Ze
zijn mijne schoonste en duurbaarste beloo
ning. (Toejuichingen).
Doch, ongelukkiglijk, heb ik moeten vast
stellen dat sommige onzer parlijgenooten
gehoor kebbon gegeven aan'de valsche aan
tijgingen onzer tegenstrevers. Wij mogen
het niet ontkennen, dat erin sommige katho
lieke herten, verdenkingen, ja zelfs ook be
schuldigingen tegen mij zijn ontslaan. Eu,
Mijne Heeren, indien gelijk ik het zegde, de
aantijgingen, do leugens en de laster der
tegenstrevers, voor uitwerksels hebben, van
bet katholiek vaandel, steeds honger en
booger te doen opheffen, dan zijn de verden
kingen onzer parlijgenooten, do oorzaak van
de bitterste teleurstelling en van de diepst©
ontmoediging.
Ik moet het bekennen, dat die overwegin
gen de armen zouden verlammen en do wa
pens zou doen ten gronde vallen. En waar
lijk, heeft men soms noodig, al zijnen moed
met de twee handen lo grijpen, om niet
gansch onderdrukt werkloos neder te zinken.
En, Mijnheeren, wat legt men ten mijnen
laste
Men zegt ten eerste, dat ik door alle mid
delen de neringdoende burgerij wil ten on
der brengen en ten tweede dat ik ook door
alle middelen mijne zakken vul en alles
tracht in le palmen.
En hoe zou dit gebeuren Zoo ze beweren
voer ik dat hatelijk werk uit, door bet stich
ten van coöperatieven.
De eerste inrichting door dew elke ik de
neringdoeners zou ten onderen brengen en
waarmede ik mijne zakken zou vullen, is de
aalisi'cialisliseh" bakkm der Aêi.ierslraal,
door onze tegenstrevers bestempeld mot den
naam van Zwarten Bazarals wilden ze
daardoor beteekenen, dut het eene inrichting
der geestelijkheid is.
Hoe werd de Zwarte Bazar gesticht Toen
overeen twaalftal jaren ik van liet oud hos
pitaal naar onze fabriek van den Tragel
ging, had ik de gewoonte somtijds eens bin-
ïen te stappen bij mijne vrienden, do heeren
Moens en daar ontmoette ik onzen zeer be
treurden en vromen Aalsienaar, wijlen M.
Tlieoiior Moens. Dikw ijls sprak hij mij en
wees mij, op bet wangedrocht dat hij in de
buurt van hunne nijverheidsinrichting had
zien geboren worden, dat hij daar op rasse
en onrustbarende wijze zag opgroeien en
machtig w orden. Hij wees mij op de klauwen
van dit wangedrocht, dl- li niet alleen
onverbiddelijk neersloeg op het volk, dat
aan onze politieke denkwijze niet toebehoor
de, maar dat deze klauwen gulzig grepen in
de rangen van onze parlijgenooten en onder
hot katholiek werkvolk van Aalst.
Hij stelde mij voor oogen, al het kwaad
dat er zóó gebeurde, en met geestdrift sprak
hij mij van de middelen welke er hoefden tot
stand gebracht te w orden, om dit gevaarlijk
kwaad dadelijk en onverpoosd te bevechten.
Bijna nooit ontmoette ik hom, of hij weesop
dit delenda Carthago, die af lo breken forte-
resen hij spoorde mij aan, om met hem de
handen uit de mouwen te trekken, om dit
werk van verdediging aan to vatten.
M. Moens richtte zich dan tot den reeds
toenmaligen bestuurder van den Werkmans
kring, den E. H. Ponnet, en in menig onder
houd, werden de middelen beraamd,om door
de bakkers onzer stad eene inrichting te doen
tot. stand brengen welke tegen de socia
listische bakkerij rechtstreeks zou te velde
gaan.
Doch de menigvuldige en drukke pogingen
bij onze bakkers aangewend, bleven vruchte
loos, en zoo liep Gods water over Godsakker
en zoo maalde het koren, op den molen der
socialisten maar altijd voort en wekelijks
werden er uit de stad een aanzienlijke som
gelds naar de koffers der roode partij gedra
gen.
De wenken van M. Theodoor Moens waren
toch niet onvruchtbaar gebleven, want na
weinigen tijd van ontmoediging on wapenstil
stand, kwamen eenige meestergasten en
werklieden mij vindon en vroegen mij, of er
dan toch niets te doen was legen bet socia
lismus, dat onze stad dreigde te overrompe
len. Ze smeekten mij, van bun toe le laten,
voor hunne rekening eene antisocialistische
bakkerij le openen on van aan ons katholiek
w erkvolk de gelegenheid te geven, hunne
belangen te handhaven bij hunne eigene par-
tijgenooten.
Ik liet mij overtuigen, en beloofde dat ik
hunnó inrichting zou ondersteunen.
Als wanneer ik al deze reeds lang ver-
ledene voorvallen in mijn geheugen wederom
tracht op te zoeken, dan gebeurt het soms,
dat sommige bijzonderheden daaromtrent
eenigszins beneveld en verduisterd in mijnen
geest voorkomen en daar ik volstrekt wilde
zeker zijn nopens hetgeen te dien tijde gezegd
en gedaan werd, zoo heb ik mij lot den
E. IJ. Rombaut gericht, die bestuurder van
den Werkmanskring .was, ten tijde dat de
Zwarto Bazar werd opgericht. Ik heb den
E. H. Rombaut verzocht, mij te willen
schrijven, wat hij zich nog herinnert, aan
gaande deze zaak, met toelating van zijne
herinneringen bekend te maken. Ziehier wat
M. Rombaut mij antwoordt
Gentbrugge, 29 September, 1911
Mijnheer De Naeyer,
Ik herinner mij, dat ik meermaals, toen ik
aan het bestuur van den Werkmanskring
was. met de heeren raadsleden der Bakkers-
gilde gesproken bel) over de coöperatieven,
en, hen aangezet heb, om eene samenwer
kende bakkerij in te richten.
Ik heb bun doen opmerken, dat er onver
mijdelijk coöperatieven zouden opgericht
worden door Aalstenaars. of door vreemde,
en dat zij alle belang hadden, de eersten eene
coöperatieve bakkerij lo beginnen, wi'den zij
zich, door anderen den weg niet zien afsnij
den.
Toen ïict in den mond begon te komen dal
er eene coöperatief ging opgericht worden
onder uw geleide, en door uwe medehulp.
zmo men zegde9 is de zaak met den
bakkersraad opnieuw besproken geworden.
Ik ben dan bij U gekomen om te vragen,
of het wel zeker was, dat er eene bakkerij
ging tol stand komen. Gij hebt mij geant
woord t jeJj maar mij ook verzocht, aan de
hakkers te willen zeggen
1. Cat gaj lievsrhadt dat zij
eemecr'O^spaü^f zoude:?
beginnen* enz&o zij trilden
dat gij geen zoudt ingericht
hebben
2. Cat gij bereidt waart, hun
tien dus fnd frank te ver-
scEaiekesa, en tnaeerock, indien
noodig, om het werk in gang
te steken-
Ik heb dit voorstel aan den bakkersraad
overgemaakt. De eenen waren er vóór, do
anderen tegen, en zoo is men ongelukkiglijk
tot het besluit niet gekomen van eono samen
werkende bakkerij in le richten.
Gelief, Mijnheer De Naeyer de verzekering
mijner gevoelens van hoogachting te aan-
erden.
(get.) J. Rombaut pastoor.
Ik twijfel niet, Mijne Heeren, of de ge
tuigenis van den E. H. Rombaut, zal uw
volle vertrouwen wegdragen; overigens ligt
hij mij zijn eigenhandige brief, ter inzage van
dezen die hein zouden willen lezen.
Heb ik dan den Zwarten Bazar geslicht?
Neen, ik heb hem laten stichten door
werklieden onzer fabrieken te samen met
werklieden van andere fabrieken.
Het onmiddelijk gevolg der stichting van
den Zwarten Bazar is geweest, dat de socia
listische bakkerij, door deze mededinging,
mper dan do helft hunner klanten hebben
verloren, aangezien do katholieke werklie
den, ik moet het bier ter hunner cero zeggen,
dadeiijlc en eonpaiiglijk zijn bijgesprongen,
om de anti-socialistische inrichting door hun
vertrouwen te ondersteunen cn den Rooden
Bazar vaarwel le zeggen. Van daar eenen
sclirikkolijken wrok der socialisten op hunne
katholieke mededingers en gelijk go het ooli
raden kunt, op mijnen persoon. En ze heb
ben seffens uitgekraaid, dat indien de Zwar
ten Bazar vooruitging, het te wijten was,aan
den dwang die door de katholieke patroons
op hunne werklieden werd uitgeoefend. Het
klaarste bewijs van dien dwa g is, zeggen
ze, dal liet Bestuur van den Zwarten Bazar
veroordeeld werd, te Dendermondo en te
Gent, wegens dwang op de werklieden onzer
fabriek en van andere werkhuizen uitge
oefend.
Welke euveldaad, mijne heeren. heeft de
ze veroordeeling uitgelokt ik zal zo u in
hare waarheid laten kennen. Er waren op
onze fabriek en in andere werkhuizen, al le
samen, een zestal gekende en vooruitstre
vende socialistische werklieden, die liun
brood kochten in de Roode coöperatief.
Do bestuurleden van den Zwarten Bazar,
die ter goeder trouw meenden, dat het hun
toegelaten was een eenvoudig aanbod aan
dezo werklieden te doen cn hun te vragen,
of zo zich niet genegen gevoelden, hun brood
in don zwarten Bazar le koopen, liever dan
bij de socialisten, zonder bun daaromtrent
eenige verplichting op le leggen, en zonder
op hen den minsten dwang uit te oefenen
werden door het Beheer van Hand aan Hand,
bij het gerecht aangeklaagd. En men zag
voorzoo eene beuzelarij liet parket van Den-
dermonde opdagen en liier ter stede een on
derzoek doen nopens de aangeklaagde feiten,
hetwelk op de veroordeeling uitliep der be
heerders van den Zwarten Bazar, lot eena
Idboete van 2G franken.
Ziedaar, Mijnheeren, het zoogezegde be
wijs, dat.men ons met groot geschreeuw, op
den rug wil spijkeren, als zouden we dwang
hebben -uitgeoefend op onze werklieden ten
voordeelo van den Zw arten Bazar. Daarte
gen moet ik ten hevigste protest aanteeko-
nen en ik mag u zeggen Neen. onze werk
lieden zijn niet verplicht in den Zwarten
Bazar brood le koopen. Zij zijn vrij en een
doortastend en onweerlegbaar bewijs daar
van is, dat een groot deel der werklieden
onzer fabrieken der stad, in den Zwarten Ba
zar geen brood nemen.
Dit is Mijne Heeren, geen ij dele woorden
kramerij. Gij kunt u daarvan zelf door bet
eenvoudigste onderzoek overtuigen.
Maak ik dan geen deel uit van den Zwar
ten Bazar Ik moet hot u bekennen ja
De samenw erking werd geslicht, in 1904.
Hare slandregelen verschenen in het Staats
blad van 21 Februari van hetzelfde jaar.
Ruim 2 jaar nadien ontving ik van wege
don bestuurraad der bakkerij den volgenden
brief
Aalst 11 Maart 1906.
Aan Mijnheer Th. Do Naeyer, te Aalst.
Wij hebben de verledene week het ontslag
ontvangen van den lieer Jozef Roels, bestuur
lid der samenwerkende maatschappij De
Weihom. Wij hebben dit ontslag aanvaard
en hem zijne gestorte som terugbetaald. Wij
zijn zoo vrij, met gansch liet bestuur der
samenwerkende maatschappij, aan Ueu. do
vraag te stellen, of gij geen deel zoudt wil
len nemen in de coöperatief en bij ons to
komen, als bestuurlid in vervanging van hot
afgetreden lid de wet vereisclit, dat er 7
peisonen, voor eene coöperatief zijn en daar
door deuken wij, dat gij onze vraag wel zult
willen aanvaarden.
Een onzer bestuurleden, zou zijn ontslag
geven, voor 5000 franken, en U vragen
of gij do 5000 franken niet zoudt overnemen.
Een gunstig antwoord van uwen twege
verwachtende, groeten wij u met achting.
Voor de Sam. Maatschappij, De Welkom.
De Sekretaris, De Voorzitter,
C. De Sadelekr. Jozef Van Damme.
Daar de tegenwoordige!) brief het hand-
t eek en draagt, van eenen sedert verschilligo
jaren overledene persoon, en daar men bot
copie de lettresder maatschappij kan
toonen, aan wie het wil nazien, kan do echt
heid van bovengemeld schrijven niet in twij
fel getrokken worden.
Men verwijt mij, dat ik groote winsten
uit den Zwarten Bazar in mijnen zak steels.
Het is niet te ontkennen, dat dergelijke in
richtingen schoone winsten opleveren, en
spijtig is het, dat ze niet in handen komen
der bakkers of van volksinrichtingen. Maar
'k vraag het u, aan wie de schuld
Met do hand op het geweten, mag ik u hier
plechtig verklaren, dat de winsten van den
Zwarten Bazar, niet dienen om mijne zakken
te vullen. Zc worden elders besteed, waar ze
dienon om goede werken te verrichten en ik
hoof niet te zeggen waar. (Luide toej.)
Een tweede inrichting waardoor ik de bur
gerij ten onder wil brengen en mijne zakken
wil vullen, zou zijn do SatneilweP"
kende Brouwerij.
Heb ik die brouwerij geslicht Hoe ksvam.
ze tot stand
Omtrent Nieuw jaar 1907 wou een Aalster
sche brouwer zijne brouwerij overlaten en
hij vormde het gedacht, or eene maatschap
pij van te maken. Hij stelde zich in betrek
king met eenige werklieden bezield met in»
richtingsgeest, en na verschillige pogingen,
werd er eene samenwerking tot stand ge
bracht, wier leden grootendeels tot de socia
listische partij behoorden. Het was de heer
Prosper Baudewijn, een kopstuk van I'oor-
uit, die geraadpleegd werd voor het opstel
len der slandregelen, en deze standregelen
werden opgesteld naar het model der Samen
werkende brouwerij van Gentbrugge.
Ge ziet. Mijne Hoeren, hoeverre ik van
deze inrichting verwijderd stond. Nochtans
na omtrent een jaar uitbating der brouwerij