BUITENLAND. Zonderlinge spoorwegramp 8 franken 's jaars. Os pewichfinsie gebeurtenis van Én Ég DE ONBEKENDE WEES Lalfe aanslag te Schaarbeek NIEUWSBERICHTEN. Al wig zicli abon neert voor 1912, aan 8 fr. zaï one blad van moryen af iol 31'December GRATIS ontvangen O» wereldtentoonsiglliog van Gent AM-ü-L-'-l1_ toch' niets bemevlit san Italiaansche «die pen. ."•nolilieke knagen meenen dat Italic van den «blocu* ,lci' D^danellen zal afzien omdat het te veel scha.?® doen aan (Je handelsbeweging van Rusland, Bulgarië en Rumenië. In de Roode Zee Ttaliaansche kruisers zijn op zoek naar de Turksche yloot in de Roode Zee. Toen de Volturero vóór het eiland Gamaran kwam, verspreidde hij het paniek onder de 6000 bedevaarders, die hier op quaran taine gesteld werden, alvorens naar La 'Mecijuo te kunnen afreizen. In Creta De Cretenzers zullen bij wettelijke midde len blijven. Turkyë is er gerust in, daarliet van de mogendheden de verzekering heeft gekregen dat alles zal blijven zooals het was. Een zonderling voorval heeft zich op de lijn van den Fransclien Zuiderspoor voorge daan rotsblokken, van den heuvel, langs de baan gelogen, losgeraakt, zijn op de riggels gevallen, en hebben den stoomsleper die van Draguigujui naar Zs'izza voer, doen ontsporen. De trein, door den machinist Rondellat gevoerd, kwam van Toureltes-sur-Loup te vertrekken en naderde do kleine stad Vance Hij was omtrent op twee kilom. der statie gekomen, toen de ramp zich voordeed. In de omstreken van Vance is 't spoor met heel steil opgaande heuvels bezet en rijdt men om zoo te zoggen oerouder dan langs do rots blokken door. Men veronderstelt dat het de davering van het gevaarte is, die een do rotsblokken op. de baan deed storten. Drie ontzagelijke stukken rots kwamen op de rig gels terecht. Dc eeno was 1 in. 80 lang 1 m 20 breed en 0 m. 85 hoog. IIij viel op de linkerzijde van 't maehien en werd verschei dene meiers wijd uit'den weg gescholen. De tweede blok, die 1 ra. 60 lang 1 m. breed en 0 m. 20 hoogte had, kon de lokomotief niet uit do baan werpen, en dat was oorzaak dal zij ontriggelde. De derde blok was zoo zwaar, dal hij een stuk van de baan verbrij zelde. De reizigers hoorden een dof gerucht als een dondergerommel. Terzelfder tijd stond do trein stil en werden do eerste wagens fel geschud. Iedereen sprong buiten. Men zag den stoomsleper onderste boven liggen, en do weg teeneinaal versperd. Do mecanicien was in deerniswekkende!) staat. Door een roisblok getroffen,' had de ongelukkige den linkervoet teenemi.il verbrijzeld. Dat li chaamsdeel hing er nog flauw aan. Ver scheidene andere reizigers werden lichtjes gewond bij dat voorval, hetwelk op eeno schrikkelijke spoorwegramp had kunnen uit draaien. Morgen begint ons nieuw Mengelw erk CQ CVS oo oo CHINA Is Nankin ingenomen Tot nogtoe is daarop niets beslissends te antwoorden. Dinsdag echter was zulks nog niet voorgevallen, maar men verwacht alle oogenblikkën de overwinning der revolu- tionuairen, die ten getalle van 15,000 zijn. De inname van Nankin ware een groote zegepraal voorde revolulionnairen. daar zij dan den sleutel hebben van Yuary-tsê-Kiang en den weg open w ordt voor Peking. Zegepraal der regeering te Wou-Tchang. De regeeringstrocpen zouden de stad Ha nyang hebben bomeesterd. De revolution- nairen zouden gevlucht zijn naar Wou- Tohang. Deze laatste zouden enorme ver liezen hebben geleden. Dinsdag meldden de berichten hier eene groote overwinning van de rebellen. Nij is het omgekeerd. Hanyang is met Xankan en Wou-Thang liet groolo handelspunt van China. Zoo de lijding wordt bevestigd, is het een groote troef in de handen der regeering Te Tsi-Nan-Fou. Deze stad is grootelijks geplunderd en in brand gestoken. Te Kia-Tsing Deze stad is in handen der rebellen, maar zij w orden omsingeld door de imperialisten. Te Tchang-King Hier is de rupubliek uitgeroepen. In dien deerniswofckenden toestand werd de ongelukkige gevonden, bij een geneesheer van den Leuvensclien slttemveg binneng -ha gen, en aldaar voorlö.qjiigverbonden. Daarna is het slachtoffer naar, do .woning barer ou ders vervoerd. De daders van dezen even schandelijken als laag hart igen aanslag die bij du nadering van enkele personen de vlucht genomen had den, worden door de policie opgezocht. Groote redevoering van Edward Gres, Ergelschen minister. Geruststellende verklaringen. Koelheid der Duitsoliers. De heer Gooreman, voorzitter van hel uit loerend'komitdit der w oreld ten toonstelling van Cent, werd Rijnsdag voormiddag, ten 11 ure, in T Paleis van Brussel ontvangen, waar hij met den Koning een lang onder houd over deze tentoonstelling had. Do voor zitter heeft aan Zijne Majesteit uitgelegd hoe ver, op dit oogenbiik, de werken gevor derd zijn, en mei don vorst, meer bepaalde lijk, gesproken over de kwestie van do bui- tenlandsche deelnemingen. De Koning hoeft, in do aanmoedigendsle bewoordingen, aan M. Gooreman herhaald boa zeer hij do onderneming van do Genlsche tentoonstelling genegen is. en heeft den voorzitter gelast aan zijne collegos van hel uilvov rnd komiteit te zeggen dat zijne me dewerking voor de tentoonstelling van 1913, in do ruimste maat mogelijk verworven en behouden blijft. Bloedige botsing te Andsrlecht Onderofficieren tegen politieagenten. Verleden nacht, rond 11 ure. viel eene groep van meer dan 200 onderofficieren van verschillende korpsen, die een banket hadden bijgewoond, enne danszaal dér Baraslra.it, lo Anderlecht, binnen. Het reglement van liet huis eisehl, dat elke soldaat bij liet bin nenkomen, do wapens afgeeft. Hier nu weigerden de militairen dit te doen. Do policie moest lusschenkomon. maar de onderofficieren kwamen in opstand tegen do agenten eii een gevecht volgde. Vorschei- Ijene agenten worden, nogal erg mishandeld en slechts laat in den nacht was dc orde her steld. Vijf onderofficieren werden aangehou den. Een, onderzoek is door do militaire over heid geopend geworden. Een jong dienstmeisje, Alexandrina S.., in dienst in de Noordslraat te Brussel, keerde Maandag avond,omstreeks9 uur, van Schaar beek huiswaarts, alwaar zo hare zieke moe der was gaan bezoeken. Gekomen ter hoogte van het krankzinni gengesticht, wórd zij eensklaps aangerand door drie k<w Is, die haar op den grond wier pen, en haar op vrceselijke wijze afsloegen en stampten. De schurken gingen op zulke ongehoorde wijze te werk, dat het arme meisje talrijke kneuzingen bekwam op ganse' v lichaam. Haar gelaat was onkenbaar en baar gebit dooreen stamp stuk geslagen. Maandag avond heeft Sir Edw. Grey, mi nister van Buitenland in Engeland, eone redevoering uitgesproken, die nu besproken, gewikt en gewogen wordt in al de bladen van de beschaafde vyey.ck!liet is dus billijk, dal wij de hoofdzaken,, ook aan onze lezers bekend maken. Sir Grey begint met te verklaren dat de Duitscho minister van Buitenland wel iets gezegd heeft, maar alles idol. Daarom noemt hij liet plicht die zaken te volledigen. Ii zekere middens beeldde men zich in dal Duitschland verzet had aangeleckend tegen het opwaarlsrukken van Frankrijk naar F en dat ondanks dit 'protest, Frankrijk toch naar Fez'is gegaan.-Duitschland heeft zijne zienswijze uitgelegd; en Sir Grey heeft er noch kritieken noch beknibbelingen op te maken. Hij begint daarom met den 1 Juli. Den I" juli 1911 Sir Grey herinnert de Duitscho mededee- ling naar aanleiding van het zenden van de Panther naar Agadir en voegt erbij De Panther was, geloof ik. op weg naar Agadir. Deze me&edéeling gaf te verstaan dat Duitschland den terugkeer tot het statu- cjuo als onwaarschijnlijk, zoo niet, als onmo gelijk beschouwde en dat het eene bepaalde oplossing van de Marokkokwcslio lot doel had lussclie» Frankrijk, Duitschland cn Spanje. Den 3n )uli Dit was een Maandag. Sir Grey heeft dien dag den Duitschen gezant lo Londen inge licht, en hem te verstaan gegeven, dat het zonden van de Panther niet zonder be lang was voor Engeland, en hij liet noodig had gevonden do zaak in een kabinetsraad te bespreken. Meer liet ik niet weten maar k oordeelde bet noodig de Duitscho regee ring over onze meening in te lichten. Den 4" Juli Dien dag zag ik derf Duitschen gezant en verklaarde hem dat w ij den toestand niet zonder belang konden inzien. Dat wij ónze verplichtingen hadden mot Frankrijken daar bij, onze eigene .belangen, in Marokko. Wij konden geene pieuwo schikkingen in Marok ko aannemen, die genomou waren huiion ons. Zulks was do me.ening der Engelsche rogeering en ik liet het hnoren. Een tijdstip van stilzwijgendheid Van toen af hoor deft wij niets meer. "Wij kregen geen enkel aanwijzing van het Duit scho bestuur, aangaande zijn doel en ver langen betreffende Mtlrokko. Dit was noch tans hoofdzaak. Wij ontvingen eenige bij zondere inlichtingen die ons lieten vreezen dat Duitschland zinnens wa« Marokko te verdeelén zonder onze deelneming Zeker wij waren door ons akkoord van 1904 met Frankrijk politiekePwijzo gedesinterreseerd van Mar.okko. maar dit akkoord berustte op zekere economische en strategische voor waar'1•-■i, die zouden kunnen geschokt wor den door eeno nieuweregclingjon dat maakte ons bevreesd. 47c Vervolg. Neen, viel Maria in, Clementia is do erf gename van graaf von Humbert. Komt binnen, in de spreekplaats, sprak de overste, die intussefien was bijgetreden.om de jonkvrouwen een laatste vaarwel te zeg gen. Wanneer aan dit verzoek was voldaan en allen gezeten waren,' verhaalde dementia aan bare grootmoeder wat haar tijdens hare ge vangenschap in het roovershol was geschied. Toen zij hiermede had geëïïidigd, vernamen zij van Judith nog de volgende bijzonder heden Wanneer de hoofdman in de spelonk was teruggekeerd, freule, sprak zij tot Clementia, en hij uwe vlucht ontdekte, braakte hij de verschrikkelijkste vermaleda-'ï-gen uit. Daar Bertha met u alleen was gebleven, keerde hij al zijne woede tegen haar. Waar is Clemen tia brulde hij op eeneu toon, die do oude als een riet deed sidderen. Ik weet niet, stort te rde zij, ik ga haar zoeken. - Haar zoeken huilde hij, ziedaar zoek haar in het diepste der helÉn zynen degen uit de scheede trekkende, doorstak hij er mede do ongeluk kige die morsdood aan zijne voeten neerviel. Groote God gilde dementia met af grijzen. Voer haar weg! beval de overste barsch. Twee roovers naderden en tilden het leven loos lichaam op. Ken oogenbiik vreesde ik nu dat hij zijne woed" op mij zou bot vieren, en teneinde h"t gev,or -.n mijn lv> T af te wonden, sprak ik bedaard Maar, hoofd man, gij bobt toch alle hoeken en kanten nauw keurig afgezocht I Volg mij, gebnod hij, wij zullen nogmaals de ooderaardschtTgangen doorzoeken Het aangrenzend vertrek bin nentredende, bemerkte ik met scluik dat de valdeur was opengebleven, en ik twijfelde er niet aan of gij zoudt alras weer in handen uwer vervolgers vallen. Spoedig eene toorts, riep de schurk mij toe, en eene heldere uit drukking verlichtte zijn gelaat. Wij daalden behoedzaam en niet zonder moeite in de grot neer en na deze in alle richtingen te hebben doorloopen,meenden wij onverrichter zake op onze stappen teruc te koeren wanneer de hoofdman met don voet teiren een voorwerp stiet. 't Is hare lamp juichte Iffj, binnen één uur is zij andermaal in mijne jacht Weldra werden wij echter uw spoor bijster, en den roover zonk de overtuiging in den boezem dat. gij lanes de boek welke onder de rotsen uit vloeide, een uitkomen had gevonden. Deze waterloop ontlast zich in de zee, bromde hij binnensmonds, Clementia zal mij toch niel. ontsnappen. en haastig keerden wij naar de spelonk terug. Pad k z<>i d -j in alle rich tingen verkenners ui', en een dezer bevestigde bij zijne terugkomst dat hij u de stulp van Ulrik had zien binnen treden. Zoodra de avond was gedaald, vertrok do schurk aan 't hoofd zijner boude. 'djre voldoening v mam ik dat hunne onderneming was mislukt. Wat riffj betrof, vruchteloos poogde ik (fit afschuwelijk roovershol te ontvlieden, en eindelijk liet nut- telooze mijns strevens inziende, vond ik mij ge-oonz.ajtkt.don ofi,-oor wolk» do struikroo- vers mij i b e/eniilon, te ver'-erg n en o gunstiger gelegenheid af te wachten om mijn voornemen ten uitvoer te brengen. it KindeFk kreeg de hoofdman kennis van uw\e- l-.if op Imt siot van Fortling, en meer dan ooi' er van ovo- «••■«I dat. gij wel wezen lijk des barons dochter waart, liet hij geene pogingen onaa-gewend, om u weer in zijn bezit te krijgen. Hij lukte er teu deoloin, de- Den 12" lult Dién dag zag de Engelsohè gezant le Ber lijn,'den Duitschen minister van Buitenland- seho Zaken aan wien hij zegde, dat er be sprekingen plaats hadden tusschen drij en dal, Engeland builen de besprekingen was ge- uden. De Duilsche minister van Buiten- landsche Zaken verzocht onzen gezant de Engelsche regeering to laten welen dat er van de beprekingen tusschen drie geen spraak was geweest. Meer zegde hij niet. Fransch-Duitsche spanning. Engelsche tusschenkomst. Later meldden de bladen dat Duitschland den Fransclien Congo eisehte. iels wat Frank- niet kon en wat de Fransclien niet zouden w illen toestaan. Den 2le" Juli. Dat verontrustte mij voor de oplossing van de Marokkokweslie en toen ik den ln Juli den Duitschen gezant zag. verklaar de ik hem. dat ons stilzwijgen niel moest aanzien worden alsof wij ons niets aantrok ken van de Maroïiko-oplossing, inlegenstrijd met onze verklaring van 4" Juli. Wij wisten dat er spraak was van recht- makingen der Congolëesche grenzen en dat Duitschland dit had voorgesteld «ls basis van do onderhandelingen met. Frankrijk. Wij dachten dat er tusschen beiden eeno oplossing mogelijk was zonder aan de Bril- sche belangen te raken. Nochtans gehoord hebbend, dat Duitschland niet eene reelvt- making maar geheel den Fransclien Congo eisehte, en wetende dat Frankrijk niet kon toestaan, zegde ik dat uil die kwestie een lasligen toestand zou voortkomen, zoo er tot geene oplossing kon gevonden worden. Lichtgelooyigheid van Sir Grey. Ik logde aan don Duitschen gezant uil dat Duitschland vertoefte in de haven van Agadir, en dat volgens do verklaringen van inboorlingen. Duitschland zijne manschappen aan wal bracht, en met inboorlingen handel dreef en besprekingen hield om grondaf standen te bekomen. Het kon zelfs gebeuren dat Duitschland zijn vlag deed wapperen te Agadir wat de voornaamste haven is van de kust, en waar Duitschland eene basis voor zijn vloot zou maken. Wij wisten niet in hoeverre de wijzigin gen konden gebeuren ten onzen nadeele. Wij zegden dan dal zoo er geen akkoord kwam, wij zouden tusschen komen om de Engelsche belangen le vrijwaren. Hoe lan ger de Panthor te Agadir bleef, hoe moeilij ker Duitschland er weg zou kunnen en line moeilijker hel ook werd om de Britsche be langen te verdedigen. Wij zegden zulks toen er volle hoop was dat de onderhandelingen zouden gelukken en omdat Duitschland later geene wrijving togen ons zou hebben bij het gedacht dat wij ons van üe zaak niets aan trokken. Antwoord van den Duitschen gezant. De Duitsche gezant antwoordde dat hij geen antwoord kon geven' maa'r' hij kwa'rfi' op tegen het gedacht var. de mogelijkheid dal Duitschland de Engelsche belangen zou doen lijden. Duitschland bad geenszins het inzicht van handelsmonopolen op le i'ichten De Engelsche minister merkte aan dal Duitsch land voortging met eene gesloten haven le bezetten. De rede van Lloyd George in Mansion House. Dien dag, den 21 dus, zei do rijkskanse lier Lloyd dat hij juist dien avond eene belangrijke rede moest houden in Mansion House. Hij vroeg wat hij mocht verklaren. Ons onderhoud van den dag mocht hij om diplomatische redenen niet bekend maken, en hij vergenoegde ztih in de meest alge- meene termen to verklaren, dat Engeland niet als eene zero in 't cijfer mocht behandeld worden in al de kwestiën waar er Britsche belangen in T spd waren. Indien hot ons ooit verboden zal zijn,zoo te spreken,dan zal Engeland opgehouden hebben tussohen (Ufc groote plegendheden te worden gerekend. De besprekingen in de pers over die rede. Een Duitsch behoudsgezind blad schreef^ dat zoo men hel woord Engeland verving door Duitschland, die redo kon gehouden worden door een Duitschen minister. Weldra echter kwam er eeno legende cn het werd uitgegeven alsof wij de schuld waren dat do onderhandelingen die lot goeden uitslag gin gen komen, door onze bemoeiing werden l' onderste boven geworpen. Hel tegenover gestelde was waar. Den 24" Juli Drie dagen later kwam de Duitsche gezant mij bezoeken. Ilij verklaarde dat Duitsch land er nooit aan gedacht had en er nooit zal aan denken eene haven op de Marok- kaansche kust op le richten, dat zoo do eisehenvan Duitschland aanzienlijk waren, het ook bereid was, toegevingen le doen in Marokko en in de koloniale kwesticnMaar de chauvinistische toon in do Fransehe pers en-van oen deel der Engelsche pers, Duitsch land bedreigend, begunstigd* de oplossing niet. Sir Grey in de Kanier Sir Grey vroeg aan den Duitschen gezant of hét hom toegelaten was le verklaren"dat Duitschland geen enkelen man had aan wal gezet. De Duitsche gezant antwoordde dat hij dit eerst moest vragen aan zijne regéeïing. Den 25" Juli 's Anderendaags kwam het antwoord. De mededeelingen waren vertrouwelijk en door de rede van Lloyd George, die in do Duit sche pers zoo slecht ontvangen werd, wildo Duitschland geen openlijken uitleg over Agadir laten geven, zoolang Engeland de rede van Lloyd George niet had uitgelegd. Sir Grev verklaarde dat deze rede niets verkeerds bevatte en dat zoo do Duilsche pers ze slecht onthaalde, dit het bewijs was dat men Engeland wildo builencijferen. In liet Lagerhuis zei hij toen. dat hij natuurlijk inlichtingen had ontvangen maar ze niel kon bekend maken in 't openbaar, dat de onder handelingen tusschen Duitschland en Frank rijk voortduurden maar dat de toon zeer koel was, en dat do toestand zeer moeilijk zou zijn, zoo de handerhandelingen niet gelukten. Geruststellende Duitsche verklaring. Nog denzelfden dag deed de Duilsche ge zant de mededeeling dat de Engelsche regee ring mocht verklaren dat hare belangen gevrijwaard bleven, maar dal dc Engelscho pers missloeg met te spreken over de Duit sche eischon, daar zij die eischen niet eens kenden. Duitschland vroeg om die zaken enkel met Frankrijk te regelen. De Duitsche gezant verklaarde nog,dat Duitschland recht zinnig bëeéerde alle moeilijkheden in et wijl uw medelijden voor eene ellendige be driegster, u in den strik deed vallen, welken men u had gespannen. Een der roovers kwam in vollen galop naar dë grot gerend en berich t te zijnen overste dat h'ij er in geslaagd was u te vatten, doch dat een zestal ruiters welke hij op zijne baan door het woud had ontmoet hem op de vlu' lit hadden gedreven. Te wapen te wapen donderde de stein van den hoofdman, hen zullen \vij uilstr.oopen en onze gevangene, terugnemen. Weldra waren al do roovers clq •Ti<'t uitgpstoven alleen bleef ik er ditmaal a- liten. d ch thans ware ik niet er toe te be wegen geweest liet akelige hol te verlaten, dewijl ik er mij elk oogenbiik aan verwachtte u, aan de bitterste vertwijfeling ten prooi, het sombere verbluf to zien binnenvoeren. Nau wol ij ks koe-! i 7*j een uur afweziir zi jn o. horen wèergalmde door het woud. Ik ver haastte mij te gaaa openen. Innerlijk beklaag de ik reeds uw droevig lot, Clementia, wanneer ik den hoofdman bleek en gansch met bloed psmei'rd, door zij* eor'-'.-! i<« n--iJo rs op eene draagberrie zag binnenbrengen. Gerui- men tijd bleef hij in eenen staat van uiterste zwakheid verkeeren, welke een nakend einde voorspeldeeindelijk .kwam hii tot het be- wusMjn terug. Helaas! hfj versmaadde deze laatste gun t des Hemels en in slede van zijne zonden te beweenon en zich met God te ver zoenen, stierf hij met eene godslastering op do lippen. Bü het vernemen zyns doods ver deelde do bende zicli BiuWling den buit; be- Hdoj) nmt onrecht*aardige verworvene rijk dommen, verlieten depieesten het rotshol nog don dag zeiven zijns afsterven; do vier laatsten ko/en dezen morgend eveneens het hazenpad, en ik, op mijne beurt, spoedde mi.i herwaarts.» Judith hiel'! met spraken op, Maria de zich tot hare vriendin en sprak De koets wacht ons, stijgen wij in, en gij, Judith, ueem hier tegeD over ous plaats. Mijne vriendin zal op eene waardige wijze u hare dankbaarheid betuigen over de haar be wezen diensten. Eene wijl later rolde het rijtuig met snel heid over den weg naar het slot van Fortling. SLOTREDE. Opliet ruime voorplein der aloude burcht van Fortling, welk een feestelijk aanzien had verkregen, schitterden, onder de gulle stralen 'dor najaarszon., tal van. prachtige rijtuigen. Weldra verscheen Maria, den arm 'gevende aan Albrechten gevolgd door Clementia, welke aan de zijde van den gelukkigen Ursmar voortstapte. Een uitgelezen gezelschap ver gezelde hen. Allen klommen in de rijtuigen en weldra zag men het zand der baan als eene wolk in de hoogte opstuiven. Na eenen korten rir. bi-rril te men het loggo kloostergebouw. Rammelend en knarsend viel. dezes valburg neer om den heerlijken stoet doorgang to leenen. De kapel was met bloemen en loover versierd, tussehen welke de wapenschilden r beide a<' ke gèsWIiteii prijkten. Eene ingetogen® menigte vervulde het heiligdom. Dien dag begroette de ondergaande zon Mariaals gravin van Hornstald, en Clementia als baronnes van Fortling. Graaf von Humbert bleef met zijne kinderen samenwonen, wien hij zijn gansche vermogen overmaakte. De kapel van Sint-Ursula werd door de zor gen van Clementia hersteld. Ulrik en Rósa kwamen zich bij hunne pleeg dochter vestigen alle acht dagen voerde het rijtuig van den graaf hen naar het klooster, waar Leonora voor hen bad. Clementia kwam mede Zeer dikwijls de abdis nmt een be vi-i et- ha.ir ppi*s*g V I»'-.1 vrome kloostervoogdes ten doop geheven. EINDE. zinnig begeerde alle nioeilijkl..-r- Frankrijk in koloniale zaken uit den weg to ruimen, en de betrekkingen tusschen heide landen, die wel niet intiem kunnen wprdeii, toch te on Hasten van. de spanningen die zo a menigmaal vóórkomen. Sir Grey zegt dat dc toon der Dqilsche mede deeling vriendschappelijk was zoo voor Frankrijk als voor Engeland.en hij bedankte or den Duitschen gezant hartelijk om. Geruststellende Engelsche verklaringen. Sir Grey, na gezegd te hebben dal Enge land geenen vrede zou hebben gehad niet de bezetting van Marokko door Frankrijk, Duitschiand en Spanje, na het afbreken der onderhandelingen, verklaart dat Engclaud vrede wil met Duitschland, even als hel in vrede leeft met Rusland en Frankrijk. Engeland verlangt geene meerdere kolo niale bezittingen hol kan goed lijden dat anderen hunne plaats hebben onder de zon, maar vraagt en eischt dut de Engelscho be langen zouden geëerbiedigd worden. Schoone verklaring van minister Asquith. Vandaag als altijd blijft het eerste belang van Engeland de wereldvrede. Onze staat kunde, onze politiek streven in volle oprecht heid naar dit groote doel. M. Bonarlaw, de leider der unionisten. Hij verklaart zich ten volle eens met de regeering. Een oorlog tusschen Duitschland en Engeland ware eeno ramp die allo gedacht, alle inbeelding te boven gaat. M. Maedooal spreekt in den zelfden zin. Brussel. Onrustwekkende verdwijning. Louis H..., dagloóner, 54 jaar, wonende Pierenstraat, sedert lang door eene onge- neesbare-zieklé aangedaan, is Zondag spoor loos uit zijne woning verdwenen. Tot hiertoe bleven al de opzoekingen van zijne bloedver wanten en van do politie vruchteloos. Men vreest dat de ongelukkige zich liet leven be nomen hoeft. Vertrcippeld. De weduwe Renière, 68 jaar, B"uvierstraat, Dinsdag op de Havén- laan een tram willende vermijden, werd door een paard, in eene kar gespannen, omge worpen en vertrappeld. Men trol' haar aan met gebroken rechterarm, gespleten linker wang, woeden iu het gelaat en kneuzingen op hpt i cliaam. Het slachtoffer werd in bedenkelijke!) toestand naar bet gasthuis ge voerd. AftruggelarijEen bedrieger kon digt in de dagbladen aan dat hij geld leent legen een kleinen intrest. Hij doet zich de briov<*n sluren blijvende post Wie met Imm in betrekking komt moet 14.50 fr. stor ten voor onkosten van inlichtingen. Dan hooren de slachtoffers van hem niet meer spreken. Hel regent klachten ten laste van M af truggelaar. Deze wordt naarstig opge- ht. Inbreker geknipt. Toen de bakkers- gast De Weyndt, in dienst op de Oude Koorn- liallen, Maandag avond naar zijne kamer

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1911 | | pagina 2