Politiek en Godsdienst
Missionarissen van Scheut
VERVALLEN GROOTHEID,
HET WERK
De treïvïioncl
Sinds 19 eeuwen is de christen
godsdienst ten allen tijde door de god-
deloozen en zoogezegde vrijheidslie
vende mannen vervolgd.
Niet altijd bekampt men openlijk
den godsdienst, doch men verbergt
zich achter huichelende voorwendsels,
om op eene verraderlijke wijze den
godsdienst te schaden.
Op onze dagen is het grootendeels
onder den dekmantel vanDe priesters
houden zich met politiek bezig, dat zij
in 't algemeen onze geestelijkheid be
strijden; zij beelden zich in hen daar
door in de oogen van het volk hatelijk
te maken en alzoo het geloof uit de
herten der massa te dooven.
Het is dus ncodig dat wij hun schijn
heilig masker afrukken en het volk
inlichten.
In den tegenwoordigen tijd is de
godsdienst mot de. politiek zoo nauw
verbonden als keting en inslag van een
geweefsel, als de ziel met het lichaam.
Wanneer men de bladen van alle
or.ze tegenstrevers leest, dan komt men
gauw tot de overtuiging dat zij allen
eerbied voor den godsdienst verloren
hebben en dat, moesten zij ooit aan het
bewind komen, zij zoo gauw mogelijk
openlijk aan de geestelijken den oorlog
zouden verklaren, zooals hunne bond-
genooten en boezemvrienden de vrij
metselaars het nu in Frankrijk en in
Portugaal doen.
Hew«l, lieeren priesterlasteraars,
■welke politiek moe' u de priester als
vrije burger en als dienaar Gods ver
dedigen
Is het misschien de uwe of is het
de politiek der katholieke partij Heeft
de grondwet in uwe inbeelding mis
schien het burgerlijk recht aan den
priester ontnomen Geeft de grondwet
hem het stemrecht niet? Waarom wilt
gij dan, als mannen der vrijheid, hem
van dit stemrecht beroovon
Gij zijt nu steeds nog de minderheid
in het land, doch wat zoude er den
priester te wachten staan moestet gij
eens aan het roer geraken
Zoolang gij alspolitieke partij den
priester eii den godsdienst bestrijdt,
zoude hij zich grootelijks, plichtig
maken voor God en de maatschappij,
indien hij als priester en als onafhan
kelijke burger, de eenige politieke par
tij die zijnen godsdienst en den gods
dienst van de groote meerderheid der
Belgen eerbiedigt, niet verdedigde.
F.
DER
van I Juli 1910 tot I Juli 1911
In bot goddelijk plan is liet werk der
verre missiën geen bijzaak het is bet we
zenlijke. do hoofdzaak van Christus' testa
ment Gaat en onderwijst alle volkeren,
hen doopende in den naam des Vaders, des
Zondag- mengelwerk.
2° Vervolg.
Deze was met opzet langzaam gegaan, om
dat hij hoopte het overige eind wegs tot aan
het posthuis te rijden. Hij had echter de re
kening buiten den waard gemaakt, want toen
bij aan Ivar zijn verlangen te kennen gaf,ant
woordde deze Neon, neen, hartelijk dank,
lieve Sven Mijn arm paard moet ontzien
worden doch ik wil liet daarom ook niet he
ter lieben daii gij, en meteen sprong hij van
de kar. Op deze wijze naderden zij langzaam
en op hun gemak het posthuis, tot zij door het
geraas van een aankomend rijtuig tot groote
ren spoed werden aangedreven.
II. DE KOERIER.
Toen Ivar het posthuis bereikt had, kwam
van de tegenovergestelde zijde eene kar aan
rollen, waaruit op barschen toon hem de
woorden te gemoet klonken Is er ingespan
nen
Nadat dit toestemmend beantwoord was,
klom er een officier uit, die een jong menscli
scheen te zijn en Ivor's kar naderde.
Met eenen versmadenden blik en eenen
krachtigen vloek vroeg hij, terwijl hij op Jhet
paard wees Moet die knol my naar de vol
gende statie brengen
Ja, dat zal hij liet paard heeft dezen
weg al dikwijls afgelegd, antwoordde Ivar,
terwijl hij beleefd zijne nmts oplichtte.
Zwijg, lummel, voer de officier hem te
gem et. Kastelein Postmeester Waar zit
gy, verduiveld.
Zoons en des Heiligen Geestes, hun leerende
onderhouden al wat ik u geboden heb.
(Matlh. 28)
Zonder deze Missiën zou de Kerk niet
katholiek, niet algemeen wezon.
Voor Haar dus, en ook voor elk barer
leden is het apostolaat niet alleen een recht
maar ook een plicht en dien plicht heeft de
Heer aan alle" kristenen te vervullen gege
ven, want aan alle kristenen heeft hij ge
zegd Zoo zult gij bidden ...dat uw rijk
kome Adveniat regnum tuum
Ons toekome uw rijk Welke vertroosting
voor een missionnaris, wanneer hij na een
ganschen dag missiearbeid mag zeggen
Heden heeft het rijk Gods wederom meer
uitbreiding gekregen, is het kruis wat ver
der geplant, heeft Christus nieuwe aanbid
ders bijgewonnen, is Jezus bloed vrucht
baarder geworden, telt de hemel nog eenige
erfgenamen meer.
Deze voldoening, die hot geloof den mis
sionnaris doet smaken en hem al de smarten
van zijn lastig leven doet vergeten, mogen
wij niet geheel ontzeggen aan de lezers der
Annalen, en aan al degenen, bij wie de
belangen van den goeden God en van de
zielen nauw aan het hart liggen, en die ge
lukkig zullen zijn te vernemen, dat wederom
zooveel duizenden menschen met hen de
onsterfelijke hoop doelen. Credo in vitara
enter nam. Ik geloof in het eeuwig leven
Dit is de reden waarom, van deze alge-
meene beschouwing over het werk der Mis-
sionnarissen van Scheut, de nationale afdee-
ling in het apostolisch leger, gedurende het
verloopen jaar Juli 1910 Juli 1911.
Onze landgenooten verspreid in de acht
missievelder. in Belgisch Congo, in China on
in Mongolië, hebben gezaaid en geplant.
Heeft O. L. Heer hun pogen gezegend en
wasdomdien Hij alleen geven kan, ver
leend
Volmondig mogen wij hierop ja antwoor
den.
1. De Voortplanting des Geloofs.
Het aantal gedoopten is van 88,087 over
gegaan tot 101.406 dat der geloofsleerlin-
van 65,964 tot 39.611.
Doopsels 29,815 tegen 17,398 in 1910, of
een vermeerdering van 12,417 doopsels in
deze twaalf maanden.
De schoonste balansen komen ons toe uit
de heide Gongoleescho missiën en uit de
missie- der Or los in Mongolië.
De twee eerste trekken vooral de aan
dacht op zich. Doopsels 15,671, waarvan
10,956 iii het Apostolisch Vicariaat van Bel
gisch Congo (Z. li. Mgr Van Ronslé) 4,715
in de Apostolische Prefectuur van Opper-
Kasaï (Z. E. P. Emeri Cambier). Het vorig
jaar telden deze twee missiën elk afzonder
lijk 5,345 en 2,181 doopsels.
De negende missie, in den Philippijnschen
Archipel, is hier niet vertegenwoordigd, omdat
de balans dezer provincie geen onderscheid
maakt tusschen het eigenlijk-missiewerk, als b.
v. het bekeeringswerk bij de Igorotten of Ifu-
gaos, en den zielenarbeid in de oude parochiën,
na een oorlog verlaten en later door onze mede
broeders overgenomen. Aldus behouden wij aan
deze statistiek hare eigenaardigheid en zal zij
uitsluitend aantoonen den jaarlijkschen vooruit
gangvan den godsdienst in do missielanden. Om
een regelmatige vergelijking te bekomen van dit
met liet vorig dienstjaar hebben wij van dit laat
ste het aandeel der Philippynen afgetrokken.
Hier, hier riepen de kastelein en de
postmeester om het hardst, terwijl beide kwa
men toeschieten met eeno onderdanigheid en
slaafsclie vrees, dio door de mishandelingen
welke zij gedurende dezen oorlogzuehtigen tijd
bijna dagelijks moesten ondervinden tot eene
gewoonte warpn geworden.
Spreek, kerel de officier legde bij
deze woorden, met een voorkomen van het
hoogste gewicht, de armen op de borst over
elkander, en staarde den kasteiijn aan als een
gestreng rechter," die een misdadiger tot be-
kentonis wil brengen hoe durft gij het
wagen, om mij zulk een paard te laten voor
spannen Weet gij niet, dat ik u voor zulk
eene onbeschaamdheid onbarmhartig kon af
ranselen En hebt gij nog nooit gehoord welke
eene straf die kasteleins gekregen 1. tffien,
door wier schuld een koerier met gewichtige
dopeches opgehouden werd.
De neerslachtige houding van den kastelein
drukte niets minder uit dan den wenscli, om
den gestrengen lieer langer op te houden hij
waagde het evenwel tot zijne verontschuldi
ging in te brengen,dat wegens de menigte van
reizigers geen ander paard in het lieele dorp
te vinden was.
Praatjes snauwde de officier hem onge
duldig toe. Span een van uwe eigene paarden
voor
Ja, dat zou ik zeker doen indien ik op dit
oogenblik er maar een tehuis had, hernam
de kastelein de postmeester kan getui
gen, dat ze allen uit zijn, behalve de zwarte,
die zich eenen steen in den hoef geloopen
heeft.
De duivel hale u met uwen zwarten en
zijnen steen in den hoef, hondsvotBezorg
my een ander paard, of ge zuil zien
De officier liief zijnen sabel met de zware
DE VOLKSSTEM
In het Apostolisch Vicariaat van Ortos
ZH. Mgr Alfons Bermyn) tellen wij in
1910 15,106 gedoopten, 7,351 katucheme-
nen, 2,266 doopsels -in 1911 19,233 ge
doopten, 11,973 kaiecTiumenen, 5,280 doop
sels, waarvan 2,592 plechtige doopen van
volwassenen, 1,280 doopen van kristenkin-
deren en 1,408 van heidensche meisjes van
den kindermoord gered.
Waaraan is deze vooruitgang toe te schrij
ven
Aan het groot getal geloofsleer aars, wat
den missionarissen toelaten heeft, talrijke
schoolkappelen op te richten in de omstreken
der groote zendingsstanden.
Tot de voorplanting des geloofs zijn de
geloofsleeraars een kostbare hulp, een on
misbare steun. Een kristonheid zonder kate-
chisten kan wel eon goede parochie zijn,
maar het is geen missie, omdat de veroverin
gen der heidensche dorpen in het omliggende
haar onmogelijk zijn. De bewerker dezer
veroveringen is de inlandsche apostel, die
van de geloofsverkondiging dat vreemde
karakter wegneemt, dat afschrik inboezemt
of ten minste sommige gevoelens krenkt. De
katechisl is ook beter,op do hoogte van de
geestgesteldheid en hot karakter zijner land
genooten, kan zich goed aan hen aanpassen
en gaat gemakkelijker door tot in de ziel om
deze tot debêkeering te bewegen.
Do missionnarissen hebben er zich op toe
gelegd vele en goede geloofsleeraars te
kweeken zij hebben ze gestuurd naar de
heidensche dorpen, om er het geloof te ver
spreiden, in de huisgezinnen, om er de bekee-
ringen te bewerken zij volgen ze op de
hielen om hun bekeeringswerk na te zien en
te richten. Hot voorbeeld van hunnen ijver
heeft navolgers gevonden. De katechisten
vermenigvuldigen het werk van den zende
ling met tien, met honderd Waar het zwoe
gen van één zich niet weldadig en doeltref
fend over al die zielen kan uitstrekken, van
gén zij er honderden in de netten van Sint
Pieter.
De helpers bewerken niet alleen vele be
keeringen, zij zijn ook nog de reddingsen
gelen van vele stervenden, die door hen ge
doopt worden. In Congo zijn het de slaapzie
ken (zij maken de meerderheid uit der 4.113
doopen verleden jaar in stervensnood toege
diend), die het toeval, of liever de Voorzie
nigheid op hun wegbrengtin Mongolië zijn
het duizenden kindertjes, van hun ouders, die
ze wilden doóden,afgekocht.
In Belgisch Congo, Missiegebied van Mgr
Van Ronslé. In 1910 12.722 gedoopten
en 25.326 geloofsleerlingen in 1911
16.268 gedoopten en 31.078 geloofsleer
lingen. Katechisten 430.
Missiegebied van den Z. E. P. Cambier.
In 1910 6,685 gedoopten en 22.416 ge
loofsleerlingen in 4911 8.551 gedoopten
on 31.554 geloofsleerlingen. Katechisten
514.
Onder de acht belangrijke missiën, welke
onlangs geslicht zijn, vermelden wij Vakuin
Mayombo en Bokoro aan do Lukenie in hel
district van het Leopoldmeer.
II. HH. Sakrament en kristelijk leven.
De warmtemeter van het kristelijk leven
is het naderen tot de IIH. Sakramenten, die
het leven der ziel onderhouden en versterken.
In dit opzicht toonen ons de 1.098.857
Communiën, (wat een vermeerdering van
311.685 op het vorig dienstjaar daarstelt)
scheede in de hoogte, en zette zich in postuur
om hem op den breeden rug des kastelein te
laten spelen.
Uwe genade zal toch niet zoo onbarm
hartig zijn bad de kastelein in den doodelijk-
sten angst. Al mocht uwe genade mij ook
doodslaan, zoo ben ik toch niet in staat, bin
nen een uur en half een ander paard te bezor
gen. Ik kan evenwel'by alles wat heilig is
betuigen en verzekeren, dat Chriftoflelspaard
uwe genade snel en veilig naar Rabbelshede
zal brengen.
Nu, op uwe verantwoording dan breng
ik het er niet, dan zal uwe straf niet achter
wege blijven, sprak de officier dreigend, en
sprongin Ivar'skar.Wacht nog een oogenblik.
Hoe heet dat nest hier
Svarteborg, uwe genade
Svarteborg en hoe ver ben ik nog van
de naaste statie verwijderd
Slechts twee mijlen, gaf de kastelein met
eene onderdanige buiging ten antwoord,hoogst
tevreden dat dit onaangenaam gesprek ten
einde liep.
Maak er staat op, dat ik u niet vergeten
zal, zoo ik onderweg blijf steken, of later
dan op den bepaalden tijd te Rabbalshede
aankom. En nu voort lummel, en het paard
niet gespaard, zoo- gij zelf gespaard wilt
blijven.
Ivar scheen bij deze tot hem gerichte woor
den versaagd noch verwonderd, maar gaf zijn
paard een lichten slag met de zweep,waardoor
h^t aangespoord werd den tocht op een sukkel
drafje aan te vangen.
Noemt go dat rijden, jongen vroeg de
officier, nadat hij eenige minuten gezwegen
bad. en gaf zijnen buurman een tamelijk on-
zaebten stoot in de zijde.
Het gaat hier steil bergwaarts op, aüt-
hoe de richting' gegeven door den Paus der
Eucharistie gevolgd wordt. Is het geen
troostrijke gedachte dat in deze streken, kort.
geleden nog gar.sch en zelfs vijandig hei-
densch,duizenden en duizenden nieuwbekeer-
den onophoudelijk in staat van genade zijn
en een loven leiden dat jaar aan jaar kriste
lijker wordt
1894 Huwelijken werden door den priester
ingezegend.
Alleen in Midden Mongolië telt het broeder
schap van het Apostolaat van het Gebed
8350 leden; en dank zij hunnen invloed mag
deze schoone missie, bestuurd door Z H.
Mgr. Hieronymus Van Aerlselaar, een getal
communiën aanstippen van 465,981
De missionarissen overleggen samen en
helpen elkander, om aan alle kristenen de
weldaden der jaarlijksche relrot te verschaf
fen. Daarenboven hebben zekere groepen
personen de uitnoodiging der missionarissen,
om gesloten retretten mee te maken, edel
moedig beantwoord. Deze geestelijke afzon
deringen hebben veel vruchten van persoon
lijke heiligingen van geloof sij ver afgeworpen
III. Onderwijsinrichtingen.
AHerwege waar eene bidplaats oprijst,
worden scholen geopend dikwijls ook zijn
deze laatste de aanleiding tot de eerste. 537
scholen voorzien in het onderricht van 18,452
leerlingen, die er den godsdienst henevens
de zedenleer, het lezen, het schrijven en het
rekenen aanleeren.
Het middelbaar onderwijs telt 12 Colleges
m.et 1,274 studenten. Deze jongelingen ont
vangen er het onderricht en de vorming, die
hen bekwaam maken om ernstige diensten te
bewijzen als onderwijzers, onderofficieren,
agenten, beambten, katechisten, enz.
Een groote Paus, Innocentius XI heeft
gezegd Wij zouden u liever in die landen
een priester zien wijden, dan u er 50,000
heidenen te zien bekeeren. In onze missiën
van China is do Kerk geen vreemdelinge
meer onze Seminariën hebben haar reeds
42 inlandsche priesters geschonken, die onze
landgenooten in hunnen zielenarbeid of in
't bestuur van colleges en scholen ijverig
bijslaan. 20 jongelingen leggen zich op het
oogenblik toe op de studie der wijsbegeerte
en der godsgeleerdheid.
De rede heeft nooit een traan gedroogd,
Dit woord is van Chateaubriand, zoo ik meen.
Op het geliied der zielen is liet insgelijks de
goddelijke liefde, die de veroveringen der
waarheid heslist en bevestigt, en de verkris-
telijking van een volk hoeft niet onder min
der geschraagd te worden,door de weldadig
heid dan door de onderrichting.
De hongersnood heeft de westelijke stre
ken van Mongolië geteisterd. De missionna
rissen hebben duizenden ongelukkigen, zoo
kristenen als heidenen bijgestaan... In ruil
hebben een aantal dezer laatsten zich aan
hen geschonken en het heidendom afgezwo
ren. De liefde sticht, zegt de H. Paulus.
In Mongolië onderhoudt het Werk der H.
Kindsheid 4,806 van don kindermoord ge
redde meisjes, die in de weeshuizen worden
opgevoed ofwel bij voedsters zijn uitbesteed.
Bovendien zijn 3.018 kleine geredde kindjes
na het H. Doopsel ontvangen te hebben over
leden. Gelukkige kleine engelen gij zult de
vrienden der missiën en der H. Kindsheid
niet vergeten I
woordde Ivar met een klem, die aan de zijde
van zulk eenen ijzervreter naar vermetelheid
zweemde. Deze liet zich evenwel dit antwoord
van den knaap welgevallen, en zat tamelijk
stil tot het paard omtrent eene halve mijl van
Svarteborg plotseling door een luid snuiven te
kennen gaf, dat de nachtelijke taak hem
tamelijk zwaar viel.
Het dier is bek af, sprak de officier, en
kruidde dit zeggen met eenen stroom van ver-
wenschingen en scheldwoorden op den kaste
lein en don voerman.
Dezë zweeg, niet zoo zeor uit vrees, dan wel
uit overtuiging, dat een antwoord tot niets
baten zou.
Zijt ge doof, lummel ziet ge niet dat het
paard bek af is
Dat is het paard niet, antwoordde Ivar
op den zachtzinnigston toon,om de gramsto
righeid van zijnen drifligen buurman niet
nog meer gaande te maken wanneer het
er echter niet toe komen zal, eer wij de
statie bereiken, zoo moet gij toestaan, dat ik
voorzichtig en menscheüjk met liet dier te
werk ga.
Hoe jongen, vermeet gij u mij de wet te
stellen Hier met de teugels nu wil ik too
nen wat ryden is.
Ivar, buiten staat om zijne rechten te hand
haven,moestmet een kloppend hart en gloeien
de wangen bezien, hoede officier het arme
paard onophoudelijk de zweep over de magere
ribben legde en hem tot eenen tred dwong,
waarvan het dier zijn gansche leven door niets
geweten had.
Het gestadig snuiven en hoesten van het,
paard sneed den armen Ivar door de
ziel, en in zijn hart ontbrandde een bittere
haat tegen den man, aan wiens teugcJ-
loozen overmoed hij zich hier zwijgend on-
14 EN 15 JANUARI 1912
In Belgisch Congoland zijn 1,504 weeze-»
kinderen aan onze missiën toevertrouwd.
In de verschillende godshuizen verblijven
tevens 602 oudjes.
Verpleeghuizen en armenapotheken wor
den van jaar tot jaar vermenigvuldigdigd.
De missiën, onder het bestuur van Mgr Van
Ronslé alleen, hebben 17 armapotheken. In
hel missiegebied van den Z. E. P. Cambier
zijn 19 huizen voor slaapzieken. De koene
Apostolische Prefect van Kassaï is thans
bezig een groot gasthuis voor de slaapzieken
te bouwen. In het hoogst eenvoudig zieken
huis van Sl Jozefs Luluaburg worden door
een genomen 400 slapers moederlijk ver
pleegd door de Zusters van Liefde van Geal.
Doktor Monard de Gheratte, alsmede ver
schillende Paters, die de lessen der tropische
geneeskunde hebben gevolgd en onder
wie ook verdient gemeld lo worden de Z. E.
P. Cambier zelf, die twee jaar geleden de
allereerste was om deze lessen bij te wonen
wijden zich ook toe aan de opbeuring d-er
ongelukkigen.
Gedurende de twaalf maanden van dit
dienstjaar zijn negen medebroeders overleden.
Zij zijn al weldoende voorbijgegaan zij heb
ben lichamen verzorgd, zij hebben zielen ge
red en veredeld. Het ap>oslolaat is eene
bloemdie ontluikt aan den voet van het
kruis. Het kruis is de boom des levens, en
voor de apostelen als voor hun goddelijken
Meester is de dood nog vruchtbaarder dan
het leven. In de Kerk, schreef Louis Veuil-
lot, zijn de graven menigvuldig heel de
Kerk is uit een graf opgestaan en al de
autaars zijn grafsteden.
De missionnarissen zijn op het arbeidsveld
bezweken, want de talrijke bekeeringen had
den hun last verzwaard. Maar anderen, wij
hopen het vast, zullen komen en hen gaan
vervangen.
God zal zijn werk niet verlaten België
evenmin. België, dat bij monde van Kardi
naal Sterekx, den 28 November 1862, het
Werk der Belgische Missie oprichtte en liet
onder de bescherming van het Belgisch Epis
copaat stelde. Het zal zijn afgevaardigden in
de groote kruisvaart van het apostelschap
ter zijde staan.
Was het jaar 1911 goed, het jaar 1912
moet nog beter zijn. Het apostolaat onzer
missionnarissen, gesteund door de medewer
king en bevrucht door het gebed onzer land
genoten zal eens te meer de kenspreuk onzer
groote Afrikaansche kolonie bevestigen
Arbeid en vooruitgang.
De Missionnarissen van Scheut
Ach man, wat heeft uw hond misdaan,
Dat gij het dier zoo wreed wilt slaan
Hij zwoegt en trekt uit al zijn kracht
Die zware, veel te zware vracht,
En uit niet eens de minste klacht...
O zie, wanneer uw zweep hem treft,
Hoe pijnlijk hij den kop verheft,
En treurig u in d'oogen ziet
Als bad hij Meester, sla mij niet,
'k Heb reeds zoolang u trouw gediend,
En zeker dat toch niet verdiend
Wel man, och ja, houd op terstond
En sla niet meer uw braven hond
Leg stok en zweep voor goed aan kant
En leen het dier een helpend hand
Een vriendelijk woord, dat geeft hem moed,
Een streeling maakt hem 't leven zoet
En vol verkleefdheid, trouw en dank
Zoo helpt hij u nog jaren lang.
derwerpen moest, wijl tegenspraak vruchte
loos was.
Nadat men op die wijze nog eene halve mijl
had afgelegd,waren de krachten van het arme
paard geheel uitgeput. Het stortte op de voor-
pooten neer en noch de zweepslagen van den
officier, noch de vleiende toespraak van Ivar's
welbekende stem vermochten het uit dezen
bedeukelijken toestand te doen verrijzen, of
schoon do onophoudelijke zweepslagen hem
gedurig .tot eenige vruchtelooze pogingen om
op te staau aanspoorden.
Op dit gezicht sloeg de drift van don officier
tot volslagene woede over en nadat hij nut
teloos zijne krachten aan het paard verspild,
en eenige vloeken over den stormachtigen,
donkeren nacht uitgestooten had, vroeg hij
aan Ivar op eenen toon, die niets goeds voor
spelde Hoe heet ge, canaille'? Ge zult voor
deze grap boeten.
Ik heet Ivar Borgenstjerna, antwoordde
de knaap, terwijl zyue lippen van ontroering
beefden. Hij had gaarne eenige dagen honger
geleden, zoo hij in dit kritieke oogenblik met
zyn paard beh uden te huis ware geweest
en hoe zelden het anders het geval was, dat
hij aan zijn gevoel op die wijze lucht gaf, kon
hij nu toch eenige brandende tranen niet
weerhouden, die hem over de wangen liepen,
toen hij zijnen lieveling krachteloos en buiten
staat zag zich op de richten.
1-Ioe heet gij Herhaal mij nog eens diei
naam, rekelriep de officier, terwijl de tooi
van zijne stem de hoogste verwondering uit
drukte.
Ik heet Ivar Borgenstjerna, zooals ik ge»
zegd heb.
(Wordt voortgezet).