Politiek en Godsdienst Missionarissen van Scheut VERVALLEN GROOTHEID, HET WERK De treïvïioncl Sinds 19 eeuwen is de christen godsdienst ten allen tijde door de god- deloozen en zoogezegde vrijheidslie vende mannen vervolgd. Niet altijd bekampt men openlijk den godsdienst, doch men verbergt zich achter huichelende voorwendsels, om op eene verraderlijke wijze den godsdienst te schaden. Op onze dagen is het grootendeels onder den dekmantel vanDe priesters houden zich met politiek bezig, dat zij in 't algemeen onze geestelijkheid be strijden; zij beelden zich in hen daar door in de oogen van het volk hatelijk te maken en alzoo het geloof uit de herten der massa te dooven. Het is dus ncodig dat wij hun schijn heilig masker afrukken en het volk inlichten. In den tegenwoordigen tijd is de godsdienst mot de. politiek zoo nauw verbonden als keting en inslag van een geweefsel, als de ziel met het lichaam. Wanneer men de bladen van alle or.ze tegenstrevers leest, dan komt men gauw tot de overtuiging dat zij allen eerbied voor den godsdienst verloren hebben en dat, moesten zij ooit aan het bewind komen, zij zoo gauw mogelijk openlijk aan de geestelijken den oorlog zouden verklaren, zooals hunne bond- genooten en boezemvrienden de vrij metselaars het nu in Frankrijk en in Portugaal doen. Hew«l, lieeren priesterlasteraars, ■welke politiek moe' u de priester als vrije burger en als dienaar Gods ver dedigen Is het misschien de uwe of is het de politiek der katholieke partij Heeft de grondwet in uwe inbeelding mis schien het burgerlijk recht aan den priester ontnomen Geeft de grondwet hem het stemrecht niet? Waarom wilt gij dan, als mannen der vrijheid, hem van dit stemrecht beroovon Gij zijt nu steeds nog de minderheid in het land, doch wat zoude er den priester te wachten staan moestet gij eens aan het roer geraken Zoolang gij alspolitieke partij den priester eii den godsdienst bestrijdt, zoude hij zich grootelijks, plichtig maken voor God en de maatschappij, indien hij als priester en als onafhan kelijke burger, de eenige politieke par tij die zijnen godsdienst en den gods dienst van de groote meerderheid der Belgen eerbiedigt, niet verdedigde. F. DER van I Juli 1910 tot I Juli 1911 In bot goddelijk plan is liet werk der verre missiën geen bijzaak het is bet we zenlijke. do hoofdzaak van Christus' testa ment Gaat en onderwijst alle volkeren, hen doopende in den naam des Vaders, des Zondag- mengelwerk. 2° Vervolg. Deze was met opzet langzaam gegaan, om dat hij hoopte het overige eind wegs tot aan het posthuis te rijden. Hij had echter de re kening buiten den waard gemaakt, want toen bij aan Ivar zijn verlangen te kennen gaf,ant woordde deze Neon, neen, hartelijk dank, lieve Sven Mijn arm paard moet ontzien worden doch ik wil liet daarom ook niet he ter lieben daii gij, en meteen sprong hij van de kar. Op deze wijze naderden zij langzaam en op hun gemak het posthuis, tot zij door het geraas van een aankomend rijtuig tot groote ren spoed werden aangedreven. II. DE KOERIER. Toen Ivar het posthuis bereikt had, kwam van de tegenovergestelde zijde eene kar aan rollen, waaruit op barschen toon hem de woorden te gemoet klonken Is er ingespan nen Nadat dit toestemmend beantwoord was, klom er een officier uit, die een jong menscli scheen te zijn en Ivor's kar naderde. Met eenen versmadenden blik en eenen krachtigen vloek vroeg hij, terwijl hij op Jhet paard wees Moet die knol my naar de vol gende statie brengen Ja, dat zal hij liet paard heeft dezen weg al dikwijls afgelegd, antwoordde Ivar, terwijl hij beleefd zijne nmts oplichtte. Zwijg, lummel, voer de officier hem te gem et. Kastelein Postmeester Waar zit gy, verduiveld. Zoons en des Heiligen Geestes, hun leerende onderhouden al wat ik u geboden heb. (Matlh. 28) Zonder deze Missiën zou de Kerk niet katholiek, niet algemeen wezon. Voor Haar dus, en ook voor elk barer leden is het apostolaat niet alleen een recht maar ook een plicht en dien plicht heeft de Heer aan alle" kristenen te vervullen gege ven, want aan alle kristenen heeft hij ge zegd Zoo zult gij bidden ...dat uw rijk kome Adveniat regnum tuum Ons toekome uw rijk Welke vertroosting voor een missionnaris, wanneer hij na een ganschen dag missiearbeid mag zeggen Heden heeft het rijk Gods wederom meer uitbreiding gekregen, is het kruis wat ver der geplant, heeft Christus nieuwe aanbid ders bijgewonnen, is Jezus bloed vrucht baarder geworden, telt de hemel nog eenige erfgenamen meer. Deze voldoening, die hot geloof den mis sionnaris doet smaken en hem al de smarten van zijn lastig leven doet vergeten, mogen wij niet geheel ontzeggen aan de lezers der Annalen, en aan al degenen, bij wie de belangen van den goeden God en van de zielen nauw aan het hart liggen, en die ge lukkig zullen zijn te vernemen, dat wederom zooveel duizenden menschen met hen de onsterfelijke hoop doelen. Credo in vitara enter nam. Ik geloof in het eeuwig leven Dit is de reden waarom, van deze alge- meene beschouwing over het werk der Mis- sionnarissen van Scheut, de nationale afdee- ling in het apostolisch leger, gedurende het verloopen jaar Juli 1910 Juli 1911. Onze landgenooten verspreid in de acht missievelder. in Belgisch Congo, in China on in Mongolië, hebben gezaaid en geplant. Heeft O. L. Heer hun pogen gezegend en wasdomdien Hij alleen geven kan, ver leend Volmondig mogen wij hierop ja antwoor den. 1. De Voortplanting des Geloofs. Het aantal gedoopten is van 88,087 over gegaan tot 101.406 dat der geloofsleerlin- van 65,964 tot 39.611. Doopsels 29,815 tegen 17,398 in 1910, of een vermeerdering van 12,417 doopsels in deze twaalf maanden. De schoonste balansen komen ons toe uit de heide Gongoleescho missiën en uit de missie- der Or los in Mongolië. De twee eerste trekken vooral de aan dacht op zich. Doopsels 15,671, waarvan 10,956 iii het Apostolisch Vicariaat van Bel gisch Congo (Z. li. Mgr Van Ronslé) 4,715 in de Apostolische Prefectuur van Opper- Kasaï (Z. E. P. Emeri Cambier). Het vorig jaar telden deze twee missiën elk afzonder lijk 5,345 en 2,181 doopsels. De negende missie, in den Philippijnschen Archipel, is hier niet vertegenwoordigd, omdat de balans dezer provincie geen onderscheid maakt tusschen het eigenlijk-missiewerk, als b. v. het bekeeringswerk bij de Igorotten of Ifu- gaos, en den zielenarbeid in de oude parochiën, na een oorlog verlaten en later door onze mede broeders overgenomen. Aldus behouden wij aan deze statistiek hare eigenaardigheid en zal zij uitsluitend aantoonen den jaarlijkschen vooruit gangvan den godsdienst in do missielanden. Om een regelmatige vergelijking te bekomen van dit met liet vorig dienstjaar hebben wij van dit laat ste het aandeel der Philippynen afgetrokken. Hier, hier riepen de kastelein en de postmeester om het hardst, terwijl beide kwa men toeschieten met eeno onderdanigheid en slaafsclie vrees, dio door de mishandelingen welke zij gedurende dezen oorlogzuehtigen tijd bijna dagelijks moesten ondervinden tot eene gewoonte warpn geworden. Spreek, kerel de officier legde bij deze woorden, met een voorkomen van het hoogste gewicht, de armen op de borst over elkander, en staarde den kasteiijn aan als een gestreng rechter," die een misdadiger tot be- kentonis wil brengen hoe durft gij het wagen, om mij zulk een paard te laten voor spannen Weet gij niet, dat ik u voor zulk eene onbeschaamdheid onbarmhartig kon af ranselen En hebt gij nog nooit gehoord welke eene straf die kasteleins gekregen 1. tffien, door wier schuld een koerier met gewichtige dopeches opgehouden werd. De neerslachtige houding van den kastelein drukte niets minder uit dan den wenscli, om den gestrengen lieer langer op te houden hij waagde het evenwel tot zijne verontschuldi ging in te brengen,dat wegens de menigte van reizigers geen ander paard in het lieele dorp te vinden was. Praatjes snauwde de officier hem onge duldig toe. Span een van uwe eigene paarden voor Ja, dat zou ik zeker doen indien ik op dit oogenblik er maar een tehuis had, hernam de kastelein de postmeester kan getui gen, dat ze allen uit zijn, behalve de zwarte, die zich eenen steen in den hoef geloopen heeft. De duivel hale u met uwen zwarten en zijnen steen in den hoef, hondsvotBezorg my een ander paard, of ge zuil zien De officier liief zijnen sabel met de zware DE VOLKSSTEM In het Apostolisch Vicariaat van Ortos ZH. Mgr Alfons Bermyn) tellen wij in 1910 15,106 gedoopten, 7,351 katucheme- nen, 2,266 doopsels -in 1911 19,233 ge doopten, 11,973 kaiecTiumenen, 5,280 doop sels, waarvan 2,592 plechtige doopen van volwassenen, 1,280 doopen van kristenkin- deren en 1,408 van heidensche meisjes van den kindermoord gered. Waaraan is deze vooruitgang toe te schrij ven Aan het groot getal geloofsleer aars, wat den missionarissen toelaten heeft, talrijke schoolkappelen op te richten in de omstreken der groote zendingsstanden. Tot de voorplanting des geloofs zijn de geloofsleeraars een kostbare hulp, een on misbare steun. Een kristonheid zonder kate- chisten kan wel eon goede parochie zijn, maar het is geen missie, omdat de veroverin gen der heidensche dorpen in het omliggende haar onmogelijk zijn. De bewerker dezer veroveringen is de inlandsche apostel, die van de geloofsverkondiging dat vreemde karakter wegneemt, dat afschrik inboezemt of ten minste sommige gevoelens krenkt. De katechisl is ook beter,op do hoogte van de geestgesteldheid en hot karakter zijner land genooten, kan zich goed aan hen aanpassen en gaat gemakkelijker door tot in de ziel om deze tot debêkeering te bewegen. Do missionnarissen hebben er zich op toe gelegd vele en goede geloofsleeraars te kweeken zij hebben ze gestuurd naar de heidensche dorpen, om er het geloof te ver spreiden, in de huisgezinnen, om er de bekee- ringen te bewerken zij volgen ze op de hielen om hun bekeeringswerk na te zien en te richten. Hot voorbeeld van hunnen ijver heeft navolgers gevonden. De katechisten vermenigvuldigen het werk van den zende ling met tien, met honderd Waar het zwoe gen van één zich niet weldadig en doeltref fend over al die zielen kan uitstrekken, van gén zij er honderden in de netten van Sint Pieter. De helpers bewerken niet alleen vele be keeringen, zij zijn ook nog de reddingsen gelen van vele stervenden, die door hen ge doopt worden. In Congo zijn het de slaapzie ken (zij maken de meerderheid uit der 4.113 doopen verleden jaar in stervensnood toege diend), die het toeval, of liever de Voorzie nigheid op hun wegbrengtin Mongolië zijn het duizenden kindertjes, van hun ouders, die ze wilden doóden,afgekocht. In Belgisch Congo, Missiegebied van Mgr Van Ronslé. In 1910 12.722 gedoopten en 25.326 geloofsleerlingen in 1911 16.268 gedoopten en 31.078 geloofsleer lingen. Katechisten 430. Missiegebied van den Z. E. P. Cambier. In 1910 6,685 gedoopten en 22.416 ge loofsleerlingen in 4911 8.551 gedoopten on 31.554 geloofsleerlingen. Katechisten 514. Onder de acht belangrijke missiën, welke onlangs geslicht zijn, vermelden wij Vakuin Mayombo en Bokoro aan do Lukenie in hel district van het Leopoldmeer. II. HH. Sakrament en kristelijk leven. De warmtemeter van het kristelijk leven is het naderen tot de IIH. Sakramenten, die het leven der ziel onderhouden en versterken. In dit opzicht toonen ons de 1.098.857 Communiën, (wat een vermeerdering van 311.685 op het vorig dienstjaar daarstelt) scheede in de hoogte, en zette zich in postuur om hem op den breeden rug des kastelein te laten spelen. Uwe genade zal toch niet zoo onbarm hartig zijn bad de kastelein in den doodelijk- sten angst. Al mocht uwe genade mij ook doodslaan, zoo ben ik toch niet in staat, bin nen een uur en half een ander paard te bezor gen. Ik kan evenwel'by alles wat heilig is betuigen en verzekeren, dat Chriftoflelspaard uwe genade snel en veilig naar Rabbelshede zal brengen. Nu, op uwe verantwoording dan breng ik het er niet, dan zal uwe straf niet achter wege blijven, sprak de officier dreigend, en sprongin Ivar'skar.Wacht nog een oogenblik. Hoe heet dat nest hier Svarteborg, uwe genade Svarteborg en hoe ver ben ik nog van de naaste statie verwijderd Slechts twee mijlen, gaf de kastelein met eene onderdanige buiging ten antwoord,hoogst tevreden dat dit onaangenaam gesprek ten einde liep. Maak er staat op, dat ik u niet vergeten zal, zoo ik onderweg blijf steken, of later dan op den bepaalden tijd te Rabbalshede aankom. En nu voort lummel, en het paard niet gespaard, zoo- gij zelf gespaard wilt blijven. Ivar scheen bij deze tot hem gerichte woor den versaagd noch verwonderd, maar gaf zijn paard een lichten slag met de zweep,waardoor h^t aangespoord werd den tocht op een sukkel drafje aan te vangen. Noemt go dat rijden, jongen vroeg de officier, nadat hij eenige minuten gezwegen bad. en gaf zijnen buurman een tamelijk on- zaebten stoot in de zijde. Het gaat hier steil bergwaarts op, aüt- hoe de richting' gegeven door den Paus der Eucharistie gevolgd wordt. Is het geen troostrijke gedachte dat in deze streken, kort. geleden nog gar.sch en zelfs vijandig hei- densch,duizenden en duizenden nieuwbekeer- den onophoudelijk in staat van genade zijn en een loven leiden dat jaar aan jaar kriste lijker wordt 1894 Huwelijken werden door den priester ingezegend. Alleen in Midden Mongolië telt het broeder schap van het Apostolaat van het Gebed 8350 leden; en dank zij hunnen invloed mag deze schoone missie, bestuurd door Z H. Mgr. Hieronymus Van Aerlselaar, een getal communiën aanstippen van 465,981 De missionarissen overleggen samen en helpen elkander, om aan alle kristenen de weldaden der jaarlijksche relrot te verschaf fen. Daarenboven hebben zekere groepen personen de uitnoodiging der missionarissen, om gesloten retretten mee te maken, edel moedig beantwoord. Deze geestelijke afzon deringen hebben veel vruchten van persoon lijke heiligingen van geloof sij ver afgeworpen III. Onderwijsinrichtingen. AHerwege waar eene bidplaats oprijst, worden scholen geopend dikwijls ook zijn deze laatste de aanleiding tot de eerste. 537 scholen voorzien in het onderricht van 18,452 leerlingen, die er den godsdienst henevens de zedenleer, het lezen, het schrijven en het rekenen aanleeren. Het middelbaar onderwijs telt 12 Colleges m.et 1,274 studenten. Deze jongelingen ont vangen er het onderricht en de vorming, die hen bekwaam maken om ernstige diensten te bewijzen als onderwijzers, onderofficieren, agenten, beambten, katechisten, enz. Een groote Paus, Innocentius XI heeft gezegd Wij zouden u liever in die landen een priester zien wijden, dan u er 50,000 heidenen te zien bekeeren. In onze missiën van China is do Kerk geen vreemdelinge meer onze Seminariën hebben haar reeds 42 inlandsche priesters geschonken, die onze landgenooten in hunnen zielenarbeid of in 't bestuur van colleges en scholen ijverig bijslaan. 20 jongelingen leggen zich op het oogenblik toe op de studie der wijsbegeerte en der godsgeleerdheid. De rede heeft nooit een traan gedroogd, Dit woord is van Chateaubriand, zoo ik meen. Op het geliied der zielen is liet insgelijks de goddelijke liefde, die de veroveringen der waarheid heslist en bevestigt, en de verkris- telijking van een volk hoeft niet onder min der geschraagd te worden,door de weldadig heid dan door de onderrichting. De hongersnood heeft de westelijke stre ken van Mongolië geteisterd. De missionna rissen hebben duizenden ongelukkigen, zoo kristenen als heidenen bijgestaan... In ruil hebben een aantal dezer laatsten zich aan hen geschonken en het heidendom afgezwo ren. De liefde sticht, zegt de H. Paulus. In Mongolië onderhoudt het Werk der H. Kindsheid 4,806 van don kindermoord ge redde meisjes, die in de weeshuizen worden opgevoed ofwel bij voedsters zijn uitbesteed. Bovendien zijn 3.018 kleine geredde kindjes na het H. Doopsel ontvangen te hebben over leden. Gelukkige kleine engelen gij zult de vrienden der missiën en der H. Kindsheid niet vergeten I woordde Ivar met een klem, die aan de zijde van zulk eenen ijzervreter naar vermetelheid zweemde. Deze liet zich evenwel dit antwoord van den knaap welgevallen, en zat tamelijk stil tot het paard omtrent eene halve mijl van Svarteborg plotseling door een luid snuiven te kennen gaf, dat de nachtelijke taak hem tamelijk zwaar viel. Het dier is bek af, sprak de officier, en kruidde dit zeggen met eenen stroom van ver- wenschingen en scheldwoorden op den kaste lein en don voerman. Dezë zweeg, niet zoo zeor uit vrees, dan wel uit overtuiging, dat een antwoord tot niets baten zou. Zijt ge doof, lummel ziet ge niet dat het paard bek af is Dat is het paard niet, antwoordde Ivar op den zachtzinnigston toon,om de gramsto righeid van zijnen drifligen buurman niet nog meer gaande te maken wanneer het er echter niet toe komen zal, eer wij de statie bereiken, zoo moet gij toestaan, dat ik voorzichtig en menscheüjk met liet dier te werk ga. Hoe jongen, vermeet gij u mij de wet te stellen Hier met de teugels nu wil ik too nen wat ryden is. Ivar, buiten staat om zijne rechten te hand haven,moestmet een kloppend hart en gloeien de wangen bezien, hoede officier het arme paard onophoudelijk de zweep over de magere ribben legde en hem tot eenen tred dwong, waarvan het dier zijn gansche leven door niets geweten had. Het gestadig snuiven en hoesten van het, paard sneed den armen Ivar door de ziel, en in zijn hart ontbrandde een bittere haat tegen den man, aan wiens teugcJ- loozen overmoed hij zich hier zwijgend on- 14 EN 15 JANUARI 1912 In Belgisch Congoland zijn 1,504 weeze-» kinderen aan onze missiën toevertrouwd. In de verschillende godshuizen verblijven tevens 602 oudjes. Verpleeghuizen en armenapotheken wor den van jaar tot jaar vermenigvuldigdigd. De missiën, onder het bestuur van Mgr Van Ronslé alleen, hebben 17 armapotheken. In hel missiegebied van den Z. E. P. Cambier zijn 19 huizen voor slaapzieken. De koene Apostolische Prefect van Kassaï is thans bezig een groot gasthuis voor de slaapzieken te bouwen. In het hoogst eenvoudig zieken huis van Sl Jozefs Luluaburg worden door een genomen 400 slapers moederlijk ver pleegd door de Zusters van Liefde van Geal. Doktor Monard de Gheratte, alsmede ver schillende Paters, die de lessen der tropische geneeskunde hebben gevolgd en onder wie ook verdient gemeld lo worden de Z. E. P. Cambier zelf, die twee jaar geleden de allereerste was om deze lessen bij te wonen wijden zich ook toe aan de opbeuring d-er ongelukkigen. Gedurende de twaalf maanden van dit dienstjaar zijn negen medebroeders overleden. Zij zijn al weldoende voorbijgegaan zij heb ben lichamen verzorgd, zij hebben zielen ge red en veredeld. Het ap>oslolaat is eene bloemdie ontluikt aan den voet van het kruis. Het kruis is de boom des levens, en voor de apostelen als voor hun goddelijken Meester is de dood nog vruchtbaarder dan het leven. In de Kerk, schreef Louis Veuil- lot, zijn de graven menigvuldig heel de Kerk is uit een graf opgestaan en al de autaars zijn grafsteden. De missionnarissen zijn op het arbeidsveld bezweken, want de talrijke bekeeringen had den hun last verzwaard. Maar anderen, wij hopen het vast, zullen komen en hen gaan vervangen. God zal zijn werk niet verlaten België evenmin. België, dat bij monde van Kardi naal Sterekx, den 28 November 1862, het Werk der Belgische Missie oprichtte en liet onder de bescherming van het Belgisch Epis copaat stelde. Het zal zijn afgevaardigden in de groote kruisvaart van het apostelschap ter zijde staan. Was het jaar 1911 goed, het jaar 1912 moet nog beter zijn. Het apostolaat onzer missionnarissen, gesteund door de medewer king en bevrucht door het gebed onzer land genoten zal eens te meer de kenspreuk onzer groote Afrikaansche kolonie bevestigen Arbeid en vooruitgang. De Missionnarissen van Scheut Ach man, wat heeft uw hond misdaan, Dat gij het dier zoo wreed wilt slaan Hij zwoegt en trekt uit al zijn kracht Die zware, veel te zware vracht, En uit niet eens de minste klacht... O zie, wanneer uw zweep hem treft, Hoe pijnlijk hij den kop verheft, En treurig u in d'oogen ziet Als bad hij Meester, sla mij niet, 'k Heb reeds zoolang u trouw gediend, En zeker dat toch niet verdiend Wel man, och ja, houd op terstond En sla niet meer uw braven hond Leg stok en zweep voor goed aan kant En leen het dier een helpend hand Een vriendelijk woord, dat geeft hem moed, Een streeling maakt hem 't leven zoet En vol verkleefdheid, trouw en dank Zoo helpt hij u nog jaren lang. derwerpen moest, wijl tegenspraak vruchte loos was. Nadat men op die wijze nog eene halve mijl had afgelegd,waren de krachten van het arme paard geheel uitgeput. Het stortte op de voor- pooten neer en noch de zweepslagen van den officier, noch de vleiende toespraak van Ivar's welbekende stem vermochten het uit dezen bedeukelijken toestand te doen verrijzen, of schoon do onophoudelijke zweepslagen hem gedurig .tot eenige vruchtelooze pogingen om op te staau aanspoorden. Op dit gezicht sloeg de drift van don officier tot volslagene woede over en nadat hij nut teloos zijne krachten aan het paard verspild, en eenige vloeken over den stormachtigen, donkeren nacht uitgestooten had, vroeg hij aan Ivar op eenen toon, die niets goeds voor spelde Hoe heet ge, canaille'? Ge zult voor deze grap boeten. Ik heet Ivar Borgenstjerna, antwoordde de knaap, terwijl zyue lippen van ontroering beefden. Hij had gaarne eenige dagen honger geleden, zoo hij in dit kritieke oogenblik met zyn paard beh uden te huis ware geweest en hoe zelden het anders het geval was, dat hij aan zijn gevoel op die wijze lucht gaf, kon hij nu toch eenige brandende tranen niet weerhouden, die hem over de wangen liepen, toen hij zijnen lieveling krachteloos en buiten staat zag zich op de richten. 1-Ioe heet gij Herhaal mij nog eens diei naam, rekelriep de officier, terwijl de tooi van zijne stem de hoogste verwondering uit drukte. Ik heet Ivar Borgenstjerna, zooals ik ge» zegd heb. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1912 | | pagina 4