tra'nen IS ER DAN NIEMAND VERVALLEN GROOTHEID. Brief uit Aalst-Mpeek. x Briefwisseling LICHTBEELDEN EN ZANG REIS NAAR ROME FEESTWIJZER »B VOLKSSTEM 21 EN 22 JANUARI 1912 Veel lijden is er in de wereld veel Tranen vloeien erin hutten en paleizen 1 Sluipen wij eens hier en daar heimelijk binnen. In deze werkmanswoning ligt een jonge ling te bed. Hij was metser en viel, bij eenen misstap, van de stelling op do harde steenen. Het bloed golft met stroomen uit zijnen mond, zijn lijden is onverdragelijk. De zieke staart in 't vochtige oog van zijnen vader, eenen grijsaard, die naast het bed is gezeten, en hij smeekt Vader help mij toch Ik kan niet meer En vader kan nu zijnen zakdoek nemen, om zijne snikken te verbergen hij kan aan stonds do gewijde keers ontsteken en dan in hartverscheurend geween uitbreken maar helpen op dit bange uur, neen dat kan hij niet. Is er dan niemand die hulp en troost bieden kan Èene arme vrouw weent met hare vier kleine kinderen op de ellendige zolderkamer. Het is Zaterdag avond en weergaathij terug- keeren ganseh bedronken... Daar strompelt hij de trappen op en valt als een razend dier de kamer binnen. De kinderen zoeken bevend eene schuilplaats achter hunne moeder, die de slagen tracht af te weren welke de wreed aard haar toebrengt. Weenend ontvlucht zij de kamer met hare kinderen en daalt neder in de straat, en zwerft rond in de regen en in de koude. Is er dan niemand die hulp cn troost bie den kan aan deze arme kleinen en hunne arme moeder Binnen eene met fluweel en zijde behangen kamer ligt een kindje op sterven, het eenig- ste. een zoontje de eenige erfgenaam. Dok tors en hooglecraars in geneeskunde verkla ren dat er op genezing niet te hopen is. Angst- en wanhoopkreten vervullen het prachtige huis. Naastbestaanden en vrienden trachten de overgroote droefheid der ouders •wat te matigen, maar immers stijgt de wan hoop. Is er dan niemand die in 't hart dier ouders een druppeltje balsem kan gieten Kent gij dan niemand? Menschen ja, kunnen die arme moeder met hare kleinen al eeimn nacht eene schuil plaats gunnen, haar brood melk en vleesch verschaffen voor eenige dagen maar wat helpt dat in zoo'n lijden Vriend en bloedverwant kunnen die ouders wat ijdelen troost verschaffen met hen te wijzen op de rijkdommen welke zij genieten, op het prachtig kasteel en de genegenheid der menschen die hun hot verlies zullen doen vergeten maar ware hulp en troost bieden, dat gaat niet. Zij allen en wij in dergelijke gevallen zou den eenen helper behoeven die een ware vader zij, vol genegenheid en medelijden eenen helper die machtig is ons in de ziel, in 't binnenste des harten, zulke sterkte, zulke overgeving van den wil, zulkcn balsemden troost te storten, dat wij hel lijden, welke "het ook zij, met stil gemoed aanvaarden. Eenen helper zouden wij behoeven die al wat hitter is kan zoet maken, wiens oog de geheime angsten onzer ziel kent en wiens macht voortduurt lot in het ander leven. Zondag-mengelwerk. 3e Vervolg. Borgenstjerna Gij zytdus een edelman, •n schaamt u niet, uw waj eu te bezoedelen door u als een gemeenen b^er te laten gebrui ken. orn reizigers van de eene statie naar de andere te brongen Op mijne eer, dat is onge hoord Zoo er geen bloed in uwe aderen vloeit, dat zich tegen zulke laagheden ver heft, dan moet ik beproeven, of ik uw ge voel niet langs eenen anderen weg kan op wekken. Bij deze woorden gaf de officier den armen •nsehuldigen knaap eene duchtige oorveeg, en liet er nog eenige zweepslagen op volgen. Jvar's borst zwoegde van de zonderlingste aandoeningen, die hem op dit oogenblik be stormden. De ontvangene slagen smartten hem niet zoo zeer, als de vernedering van zich zoo behandeld te zien de fierheid, die tot hiertoe in hem had gesluimerd, ontwaakte bhans eensklaps. Hebt gij hot recht mij te slaan, vroeg hy met onderdrukte woede, omdat mijn groot vader, die onder koning Karei XII diende, vas wat gij thans zijt, doch later tot aamoede verviel, zoodat eon zijner zonen Mi.jde was, eene boerendochter uit Svarteborg te kunnen huwen en zelf boer to worden Is het mijne schuld, dat mijn oud-overgrootvader geadeld werd. «n nmef gij mij daarom voor een edel man uitschelden l. ii scheiden 1 riep de officier met eenen meelijdenden glimla ii. Geroelt gij niet eens wat gij verloren hebt, slaaf Kent gij zoo niemand O ja, wij christenen kennen Hem, onze troostende godsdienst veropenbaart Hem, de redo zelf wijst Hem aan. 't Is do almachtige oneindige goede Schepper van het heelal 't is hij dien wij noemen Goddien wij bidden Onze Vaderdie in de hemel sijt. Die verachtelijke hartelooze goddeloosheid loochend bij de harde, algemeene lijdenspon de van het menschdom, dien eenigen helper en trooster zij ziet met helschen grijnslach de wonden, en laat ze bloeden, ja zij ver breedt ze, doet ze verkankeren tot zij hare ellendige slachtoffers in het eeuwig lijdeu stortzij roepteris geen God geen troost, geen helper voor u, o mensch O verachtelijke en gedoemde goddeloos heid, waaraan menschen hunnen mond en hunne pen wijden Fc Bij de sfatiemannen Wij zijn weeral mistevreden over den opslag of beter de achterstallige loonen, ons door de geachte volksgezinde minister de Broqueville toegekend, zegt ons een liberaal weekblad. De jongere krijgen niets, zogt het; dit blad heeft vergelen of wil het niet weten,dat deze opslag alleen de lange jaren dienst beloont; dus de jongere die begonnen zijn aan een hoog minimum, kunnen van de brokken niet genieten, aangezien onze loonen op hun loon is berekend en daar zij reeds weinig ar beidskracht aan de staat geleverd hebben, kunnen zij aan ons oudere niet gelijk gesteld worden zonder de groote onrechtvaardigheid die er nu bestond te doen blijven voortduren. Werklieden die 0,10 fr. per dag krijgen zijn er en waarom niet zouden dezen die een vijftal jaren dienst hebben en begonnen zijn aan een lager minimum, misschien moeten aan dat oud minimum blijven staan, maar deze aan 0,30 0,40 tot 0,50 fr. daags, die kent onze machinist niet, daar is hij niet van op d' hoogte hij kent maar de categorie van de oude afgeslorpen wro'eters die zoo vreed en onrechtvaardig behandeld worden door de bureaucratie door die almacht die denken dat zij de minister zijn bevelen straf feloos mogen miskennen daar Hij in geene enkele verklaring uitzondering gemaakt hoeft en daarom zeg ik U ook staatswerk lieden, jongens troost u onze wakkere volks vertegenwoordiger de hoer Moyersoen zal met zij no katholieke collegas van andere steden de minister op d' hoogte houden dei- knoeierijen dio er in zijne bureelen omgaan en zulion weten recht te laten wedervaren. Onder de goede zijn ook al malkontenten deze zijn maar malkontent omdat ze nu hunne snuiter zullen moeien houden, met hunne minister beloven, of anders zal men hun rap de werkelijkheid onder de neus vrij ven, en zeggen beste vrienden dat dit niet mag tellen als opslag als men op 1 December 0,40 fr. gegeven heeft en gij staat reeds 0,30 fr.4 jaar navolgens de categorie tot welke gij behoort moot men u kortelings opslaan dus 0,60 fr. in korte tijdverloop, en gij oude werklieden onder het liberaal ministerie.hoelang wachtet gij achter 0,20 fr. opslag Ik heb 14 jaar geslaan, antwoord mij daarop eens dus hijkans een menschenleven en wat wont gij Ik ben evenmin een slaaf als een edel man, hernam Ivar, met klimmende verbitte ring. Mijn vader was een vrye boer, wat ik ook worden kan,en te oordeelen naar hetgeen ik thans gezien heb, komt het mij beter voor, een eerlijke boer, dan eene plaag voor men schen en dieren te zijn. Terg mij niet, rekel, of ik zal u nog wat anders te proeven geven,sprak de officier en zwaaide zijnen sabel boven Ivar's hoofd. Gy zijt eene schandvlek voor den stand, dien.uw grootvader; toen hij in armoede verviel, geen moed genoeg had om af te leggeu. Nu,wanneer ik dan met geweld een edel man moet zijn, riep Ivar, wiens moed in dezelfde mate toenam, als de drift des officiers bedaarde, zoo ben ik uws gelijke, en heb recht, mijne vuist even zoo goed aan u te be proeven, als gij de uwe aan mij Gek hebt gij lust om in het dolhuis ge plakt te worden vroeg de officier verachte lijk, en richtte zijne opmerkzaamheid weder op het paard. Het gelukte hem eindelijk met behulp van Ivar het paard weder op de been to krijgen, ofschoon liet dier nauwelnks in staat was om eenige stappen te doen, zonder weder in elkan der te zakken. Daarbij was de weg door en door slecht, en door den sedert eenige dagen stroomgewys neergevallen regen in een waren modderpoel herschapen, zoodafc het een sterk paard zou moeite gekost hebben de beide mijlen af te leggen zonder er van te weten. Door een gelukkig toeval werd eindelijk de officier zoowel als Ivar en zijn paard uit dezen onaanpenamen toestand gered. Men hoorde namelijk op eenen goringen afstand bet ge ratel van eenen wageiv, en spoedig daarop kwam deze, mpt tweepaarden bespannen, uit eenen zyweg te voorschijn, liet was een boer, alsdus vriend 2.20. Jez wat een vette pree niet waar vriend lozer? Wat de goeie zeggen die verstandig rede- neeren is wel het volgende. Minister de Bro queville is ne werkmansvriend en nooit of nooit heeft er een minister aan het hoofd der ijzerenwegen gestaan die met zulke vaste wil begaafd is, nooit zoo een hardnekkig man om zijn plan door te drijven, nooit eenen dio laten zien heeft aan zijne anlourage dat hij minister is maar geen strooie man, maar dat kunnen de liberalen niet kroppen als zij nu zien het volksverheftend werk dat onze ka tholieke monsters doen, en zoo moeilijk is hun dat te verteeren dat de liberaal Monville de minister in de kamers verweet de ver- voertarieven der koolmijn te verhoogen om zijn volk te kunnen opslag geven, dus wij staatsbedienden moeten volgens ons heerschap aan hongerloonen blijven werken om de aelionnairs der koolmijnen hunne koffer-fort te laten vullen. Volgens de liberalen zijn de reclamation zoo talrijk dat het bestuur niet weet waar zijn hoofd te draaien. Zooveel te beter, wia zijn werk niet goed doet moet het maar erdoen en hadden zij zoo moedwillig- niet geweest en gedaan gelijk ze moesteu, ehwel dan had hun hoofd niet moeien draaien. Bij onze weet in geen enkele statie van het land is die maatregel ingetrokken, waarom geen aanduidigingen geven, als die maatregel dan zoo slecht is, mag hij toch wel ingetrok ken worden. Maar daar ligt de knoop niet. het is maar orn do lichlgeloovige werklieden te kunnen verleiden. De statiemannen zijn zeker niet naief, zij weten zeer goed als er een liberaal ministerie aankomt het gedaan is met de verbeteringen voor de werkman, daar de groote snoeken van de Staat al antikatholiek zijn en dus niets te vreezen liehben daar het ministerie op hun hand is. Zij weten ook dat die groote bazen de minister tegenwerken zooveel het in hunr.e macht is uit politiek en zelfbelang en daarom zullen wij staatswerklieden een katholiek ministerie staande houden om te beletten dat dio goede liberale oude lijd niet meer zou teru.;koeren. Die tijd van alle jaren maar 3 of 4 repos, en 18 tot 20 uren daags dienst aan de groote pree van 1,20 fr. 1,40. Dit zegt u ne werkman die ook 0,10 fr. be komen heeft. Recht voor de vuist. Heer Opsteller Als lid der Kalhoiieke Vereeniging van Mijlbeek, doe ik een oproep tol al de veree- nigir.gen van Aalst en bijzonderlijk tot al de buitenwijken der stad, om hunne leden aan te wakkeren tot den strijd, dien wij eerstdaags gaan beginnen. Ja, vrienden, terwijl de vijand jaar in, jaar uit alle listen en lagon gebruikt en als •■ene listige slang in de huizen dringt, om er zijnen vergiftigden adem tot in de harten vast lo ankoren, is het ook onze plicht, altijd bereid te zijn, opdat wij ons op het eerste kommando in gelederen kunnen stellen. De oproep dien wij doen, is een roep tot verbroedering, die roof doel heeft de banden van onderlinge vriendschap sterker te ma- Ken Hoe inniger oei: kring zich vorbroe- dert, hoe levendiger hij. wordt. 't Is in de verbroedering dat de kracht onzer sterkte ligt. Aanziet de laatste kiezing. Alhoewel wij wisten dat al het dreigen en aa» wien de officier zonder omslag beval, een zijner paarden af te spannen en voor Ivars kar te plaatsen. Alle tegenwerpingen of smeekgebeden waren in dien tijd van oorlog vruchteloos. Daarom voldeed ook de boer dadelijk aan het ontvangen bevel, zonder tijd of woorden te verspillen. Toen het nieuwe paard voorgespannen was, riep de officier den armen Ivar toe Rekel als uw paard weer in staat is om voort te komen, dan kunt gij de kar van de naaste statie afhalen en God danken, zou uw naam niet in het klachtenboek opgeteelcend staat. Dit gezegd hebbende, gaf hij het versche paard eenen «slag met de zweep, en in het vol gende oogenblik had Ivar zijnen plaaggeest alsook de kar uit het oog verloren. III. HET PAARD. Zoo bevond zich dan nu onze held in den stikdonkeren nacht met zijn machteloos paard onder den blooten hemel, cn meer dan eene mijl van zijne woonplaats verwijderd. Nog brandden de ontvangen oorvegen op aijne gloeiende wangen; en den indruk der zoo even vermelde gebeurtenis verdrong bij hem zoo volkomen allo andero denkbeelden, (later een geruimen tijd verliep, eer Ivar bemerkte, dat het paard den kop tegen zijnen schouder wreef, als wilde het hem aansporen, om zijnen ouden vriend niet uit hoofde van zijne eigene bittere overdenkingen te vergelen. Gij hebt gelijk, arm paard, sprak Ivar. die zijnen makker dadelijk begreep; ik ben een groote dwaas dat ik wegens de behandeling, die wij heide van dien afschuwelijke» officier onderemn hebben, u nnc b iveadi*.) kon -vo gelen. Troost u. iniju arm beestje, hier is «en.» kleino versterking Iv«r haaide het brood uit zynen zak, brak schelden maar oogverblinding was, om het volk in slaap te wiegen, hebbon zij op het laatste oogenblik, als oen man in hetzelfde gareel geloopen en ons eene duurbare les gegeven, waar wij nu dienen ons nut uit te trekken. De strijd dien wij voeren is geen strijd van gedachten, 't is eon strijd tusschen geloof en ongeloof. Daarom doen wij bijzonderlijk een oproep tot de buitenwijken der stad. Het is uit die wijken dat de eerste katholieke strij ders zijn opgetreden 't is nu in die wijken dat den vijand tracht binnen to dringen, zich voorstellend als vriend van burger en boer maar als zij denken dat het volk slaapt en hunne handelwijze gelijdelijk aanziet, zijn zij gansch mis. Dat deze brave lieden hunne vroegere zegepralen en lauweren niet zullen onder do voeten trappen, hoef ik niet te zeggen. Hunne kalhoiieke overtuiging en hunnen onwankelbare» moed zal er altijd de waar borg van zijn, en nu vrienden deze kleine raadgeving Laat uw wachtwoord schallen Door al de straten heen, Dat ieder strijdt door allen En allen strij'n door een Lange Zander, Botermelk straat. Tranen, 'k wil uw loop niet stremmen, Tolken van 't gevoelig hart Minder zal de rampspoed klemmen, Minder grievend is de smart, Als een traan, het oog ontschoten, Troostend langs de wangen vliet. Broeders, vrienden, lolgenooten, Schamen we ons de tranen niet I Als het wrange lot met alsem Boordevol den beker volt, Is 't voor 't hart een zachte balsem, Wen het oog een traan ontrolt Tranen, die vertroostend vlieten, Bij het grievendst leed geschreid, Schenken wellust, hij 't genieten Van des levens zaligheid. Wisch dan nooit den traan uit de oogen, Noch bij vreugd, noch bij verdriet; Tranen, aan de ziel onttogen, Smetten onze wangen niet, Lijden uw' natuurgenooten, Deelt ge in hunne boezémpijn, Elke traan, voor hen vergoten, Zal bij God een parel zijn. STAD AALST MET OVER DE ingericht door 't dagbl. De Volksstem door den E. H. E. Janssens, Pastoor te Lebbeke TEN VOORDEELE VAN HET GESCHILDERD ST-MARTENSVENSTER ONZER HOOFDKERK op ta;!ag 22 Januari 1912, om 5 1/2 ure in de zaal van den Katli. Werkmanskring- 'PRIJZEN DER PLAATSEN Voorbelioudene fr. 2,00; lc Rang fr. 1 50 2e Rang fr. 1,00 3e Rang fr. 0,50. De personen welke nog beseeren in te schrijven voor de Reis naar Rome worden verwittigd dat er nog slechts enkele coupons ter beschikking zyn het aan stukken, en voedde er zijnen lieveling mede; vervolgens leidde hij het vermoeide dier naar eene kleine beek die hij bezijden den weg hoorde ruischen, en zag mot vreugde boe het door het frissche water verkwikt werd. Nadat hij omtrent een half uur had doorge bracht met het paard alle hulp te bewyzen. waartoe tijd en omstandigheden hem in staat stelden, nam hij zijnen trouwen makker bij den teugel en begaf zieh met hem weer op weg naar huis, volgens zijne gewoonte gestadig met hem pratende, om zoo doende den tijd te korten. Zeker, mijn beestje, sprak Ivar, wij komen heden al van eene heel slechte reis, en ge zi.it het zeker met mij eens, dat zulke toeren u op den duur slecht zouden bevallen. Ja, ja dan zou het spoedig met u gedaan zijn En wat zal vader wel zeggen, als wij op deze wijze naar huis komen kruipen, en dat nog wel zonder de kar Eerst zal hij zeker boos genoeg zyn, maar als hij hoort, hoe alles zich toegedragen heeft, zal hij stellig zeggen Dat was zooals 't behoort Ivar; gy hebt u als een man gedragen, en het is goed, dat gij maar dadelijk naar huis zijt gekoerd de kar kan ik altijd halen, als ik toekomende week uit de stad terugkom. Ja, zoo zal vader zeggen en wat moeder betreft, zij zal ons zeker be klagen. Van de ontvangen oorvegen zal ilc echter geen woord reppen anders mocht ik misschien nooit weer reizigers wegbrengen. Dunkt u ook niet, paardekeD, dat wij het beste doen, met de oorvegen maar voor eus te li 'uden uohiunik, dat het dier van tijd tot hourwn, Ham Ivar voor een toestem mend antwoord aan. en beide vervolgden nu "»a« poes zwijgend hunnen weg. Plotselings voor de Stad en het Arrondissement Aalst. AALST. 21 Januari Sin te Barbarafeest de* Vrije Brandweer. 22 Januari Voordracht met lichtbeelden en koren, over de Reis naar Rome, ingericht door het dagblad De Volksstem 22 Januari Sint Antoniusfeest van het syn- dikaat van Vleeschhouwers van Aalst en omliggende gemeenten 28 Januari. Vermakelijk Tooneelfeest in den Katholieken Volkskring St.-Jozef, Meulescheltestraat, door den Too- neelbond Langs om beter en de Fanfaarafdeeling Willen is Kun nen 11 Februari. Tooneelclub der Ghristene Vakvoreenigingen. Arbeid en Kunst. Prachtig Avondfeest. Men zal opvoeren 1° Verdruk den mind're niet, drama in 3 bedrijven; 2® De Nieuwe Dokter, blijspel in 1 bedrijf. 11 Februari Toon- en Tooneelkundig feest door de Catharinisten, in den stede lijken schouwburg. Opvoering var* De Leie van P. Benoit en Monologenspelen doorR. Van Ryn. 12 Februari Groot kunst- en liefdadigheids concert in de groote feestzaal van het stadhuis, om 5 ure, ten voor- deele der armen, bijgestaan door de (Damon der Liefdadigheid). 25 Februari In St Martensgesticiit,to 5 ure, Liederavond O. De Hovre. Koste loos voor de Oud-leerlingen en hunne familie. 16 Maart. Opvoering door de koninklijke maatschappij Do Catharinisten ter stedelijken schouwburg van Muurbloempjes en Jean- Marie LEDE 21 Januari Tooneelfeest door den tooneel- bond Vreugd in Deugd ten voordeeleder armen, ondersteund door het genootschap van Sint Vin- centius a Paulo. 2 Februari Algemeene vergadering van 't Christen Vlaamsch Verhond. Voordracht met lichtbeelden door den heer advokaat Bosteels, om 4 ure slipt, in de zaal der Bewaar school. IDDERGEM. 28 Januari Luisterrijke avondfeesten door 4 Februari de Tooneelmaatschappij De Tooneelliefhebbers en de mede hulp der katholieke fanfaren. Men zal opvoeren 1. Dronkenschap en zinneloosheid; 2. Spooken of die ven. N. B. De katholieke Maatschappijen van de Stad cn het Arrondissement koorden beleefd verzócht de datum's hunner feesten zoohaast mogelijk aan 't beheer van ons blad mede te declen. Qrondkrediet van België Naamlooze maatschappij gesticht in 1835 1® Geldleeningen mits hypotheek to oekomen voor het bouwen van huizen, aankoop van gebouwen en landen, aan kleinen intrest, aflosbaar in eens of met kortingen. 2° Uitgaven van obiigatiën, intrestende aan 3,50 fr. 'sjaars zijnde eene verzekerde geld- uitzetting van eersten rang. Inlichtingen te bekomen bij M. PAUL EEKIAN Leopoldstxaat, 9, Aalst, alwaar te bekomen zijn alle inlichtingen over verzekeringen tegen brand, ongevallen op 't leven enz. Belangrijk bericht. Ten einde voldoe ning te schenken aan de vraag mij door tal rijke personen gedaan, die door het slecht weder verplicht waren t'huis te blijven, laat ik u welen dat M. R. Blondiau, fotograaf, in de Lange Zoutstraat, Aalst, zich Zondag, gedurende den heelen dag ter beschikking houdt van het geacht publiek. bleef Ivar evenwel stil staan, en luisterde met gespannen opmerkzaamheid naar den storm, die juist gierend door de dorre twijgen van eenen hoop takkebossen voeren die uit elkan der woei. Daar Onder rustte, volgens eene oude overlevering, het gebeente eens ver moorden, en geep voorbyganger verzuimde dus, eenen nieuwen tak op den reeds aan wezigen hoop te werpen. Eenigzins huiverend naderde Ivar de plek. Toon dit hier gebeurde, sprak hij, aan de hier bedrevene moord denkende, is er zeker "een ernstiger twist en harder strijd voorgevallen. Had ik hem echter zijne oorvegen terugge geven, voer hy voort, tot zijne eigene aange legenheden overgaande, dan mag de hemel weteD, hoe hy het met mij gemaakt zou heb ben. Zijn gedrag blyft echter altijd schandelijk en hier zweeg ik bij deze woorden legde hy de hand op liet dorre reis nooit van mijnen adeldom gebruik te zullen maken en mocht ik dien officier ooit weder ontmoeten, nadat ik een man geworden ben. dan zal hy voor de oorvegen boeten, die ik nimmer denk te ver gaten Niet dat ik nooit te voren eene klap gekregen heb maar hij sloeg mij, wyl ik een adellijken naam draag en in spijt daarvan reizigers vervoerde. Zou ik dan liever de han- den in den schoot moeten leggen en verhon geren. in plaats van te werken. Het was vooral de bittere, grievende onrechtvaardigheid in de handelwijze van den officier, die Ivar niet ver kroppen kon. Omtrent zijne nog zoo onzekere toekomst had hij natuurlijk nog wol geen be paald begrip of plan, maar in zijn binnenste had echter plot-elings eece ew»ke*ri*|r plaats sregrepen; en het kwam hem voer, als«f van dit oogenblik af voor hem oen geheel nieuw tydperk aanviDg. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1912 | | pagina 4