tra'nen
IS ER DAN NIEMAND
VERVALLEN GROOTHEID.
Brief uit Aalst-Mpeek.
x
Briefwisseling
LICHTBEELDEN EN ZANG
REIS NAAR ROME
FEESTWIJZER
»B VOLKSSTEM
21 EN 22 JANUARI 1912
Veel lijden is er in de wereld veel
Tranen vloeien erin hutten en paleizen 1
Sluipen wij eens hier en daar heimelijk
binnen.
In deze werkmanswoning ligt een jonge
ling te bed. Hij was metser en viel, bij eenen
misstap, van de stelling op do harde steenen.
Het bloed golft met stroomen uit zijnen
mond, zijn lijden is onverdragelijk. De zieke
staart in 't vochtige oog van zijnen vader,
eenen grijsaard, die naast het bed is gezeten,
en hij smeekt Vader help mij toch Ik
kan niet meer
En vader kan nu zijnen zakdoek nemen,
om zijne snikken te verbergen hij kan aan
stonds do gewijde keers ontsteken en dan in
hartverscheurend geween uitbreken maar
helpen op dit bange uur, neen dat kan hij
niet.
Is er dan niemand die hulp en troost bieden
kan
Èene arme vrouw weent met hare vier
kleine kinderen op de ellendige zolderkamer.
Het is Zaterdag avond en weergaathij terug-
keeren ganseh bedronken... Daar strompelt
hij de trappen op en valt als een razend dier
de kamer binnen. De kinderen zoeken bevend
eene schuilplaats achter hunne moeder, die
de slagen tracht af te weren welke de wreed
aard haar toebrengt.
Weenend ontvlucht zij de kamer met hare
kinderen en daalt neder in de straat, en
zwerft rond in de regen en in de koude.
Is er dan niemand die hulp cn troost bie
den kan aan deze arme kleinen en hunne
arme moeder
Binnen eene met fluweel en zijde behangen
kamer ligt een kindje op sterven, het eenig-
ste. een zoontje de eenige erfgenaam. Dok
tors en hooglecraars in geneeskunde verkla
ren dat er op genezing niet te hopen is.
Angst- en wanhoopkreten vervullen het
prachtige huis. Naastbestaanden en vrienden
trachten de overgroote droefheid der ouders
•wat te matigen, maar immers stijgt de wan
hoop.
Is er dan niemand die in 't hart dier ouders
een druppeltje balsem kan gieten Kent gij
dan niemand?
Menschen ja, kunnen die arme moeder
met hare kleinen al eeimn nacht eene schuil
plaats gunnen, haar brood melk en vleesch
verschaffen voor eenige dagen maar wat
helpt dat in zoo'n lijden
Vriend en bloedverwant kunnen die ouders
wat ijdelen troost verschaffen met hen te
wijzen op de rijkdommen welke zij genieten,
op het prachtig kasteel en de genegenheid
der menschen die hun hot verlies zullen doen
vergeten maar ware hulp en troost bieden,
dat gaat niet.
Zij allen en wij in dergelijke gevallen zou
den eenen helper behoeven die een ware
vader zij, vol genegenheid en medelijden
eenen helper die machtig is ons in de ziel, in
't binnenste des harten, zulke sterkte, zulke
overgeving van den wil, zulkcn balsemden
troost te storten, dat wij hel lijden, welke
"het ook zij, met stil gemoed aanvaarden.
Eenen helper zouden wij behoeven die al
wat hitter is kan zoet maken, wiens oog de
geheime angsten onzer ziel kent en wiens
macht voortduurt lot in het ander leven.
Zondag-mengelwerk.
3e Vervolg.
Borgenstjerna Gij zytdus een edelman,
•n schaamt u niet, uw waj eu te bezoedelen
door u als een gemeenen b^er te laten gebrui
ken. orn reizigers van de eene statie naar de
andere te brongen Op mijne eer, dat is onge
hoord Zoo er geen bloed in uwe aderen
vloeit, dat zich tegen zulke laagheden ver
heft, dan moet ik beproeven, of ik uw ge
voel niet langs eenen anderen weg kan op
wekken.
Bij deze woorden gaf de officier den armen
•nsehuldigen knaap eene duchtige oorveeg,
en liet er nog eenige zweepslagen op volgen.
Jvar's borst zwoegde van de zonderlingste
aandoeningen, die hem op dit oogenblik be
stormden. De ontvangene slagen smartten
hem niet zoo zeer, als de vernedering van zich
zoo behandeld te zien de fierheid, die tot
hiertoe in hem had gesluimerd, ontwaakte
bhans eensklaps.
Hebt gij hot recht mij te slaan, vroeg hy
met onderdrukte woede, omdat mijn groot
vader, die onder koning Karei XII diende,
vas wat gij thans zijt, doch later tot aamoede
verviel, zoodat eon zijner zonen Mi.jde was,
eene boerendochter uit Svarteborg te kunnen
huwen en zelf boer to worden Is het mijne
schuld, dat mijn oud-overgrootvader geadeld
werd. «n nmef gij mij daarom voor een edel
man uitschelden
l. ii scheiden 1 riep de officier met eenen
meelijdenden glimla ii. Geroelt gij niet eens
wat gij verloren hebt, slaaf
Kent gij zoo niemand
O ja, wij christenen kennen Hem, onze
troostende godsdienst veropenbaart Hem, de
redo zelf wijst Hem aan. 't Is do almachtige
oneindige goede Schepper van het heelal
't is hij dien wij noemen Goddien wij
bidden
Onze Vaderdie in de hemel sijt.
Die verachtelijke hartelooze goddeloosheid
loochend bij de harde, algemeene lijdenspon
de van het menschdom, dien eenigen helper
en trooster zij ziet met helschen grijnslach
de wonden, en laat ze bloeden, ja zij ver
breedt ze, doet ze verkankeren tot zij hare
ellendige slachtoffers in het eeuwig lijdeu
stortzij roepteris geen God geen troost,
geen helper voor u, o mensch
O verachtelijke en gedoemde goddeloos
heid, waaraan menschen hunnen mond en
hunne pen wijden Fc
Bij de sfatiemannen
Wij zijn weeral mistevreden over den
opslag of beter de achterstallige loonen, ons
door de geachte volksgezinde minister de
Broqueville toegekend, zegt ons een liberaal
weekblad.
De jongere krijgen niets, zogt het; dit blad
heeft vergelen of wil het niet weten,dat deze
opslag alleen de lange jaren dienst beloont;
dus de jongere die begonnen zijn aan een
hoog minimum, kunnen van de brokken niet
genieten, aangezien onze loonen op hun loon
is berekend en daar zij reeds weinig ar
beidskracht aan de staat geleverd hebben,
kunnen zij aan ons oudere niet gelijk gesteld
worden zonder de groote onrechtvaardigheid
die er nu bestond te doen blijven voortduren.
Werklieden die 0,10 fr. per dag krijgen
zijn er en waarom niet zouden dezen die een
vijftal jaren dienst hebben en begonnen zijn
aan een lager minimum, misschien moeten
aan dat oud minimum blijven staan, maar
deze aan 0,30 0,40 tot 0,50 fr. daags, die
kent onze machinist niet, daar is hij niet van
op d' hoogte hij kent maar de categorie
van de oude afgeslorpen wro'eters die zoo
vreed en onrechtvaardig behandeld worden
door de bureaucratie door die almacht die
denken dat zij de minister zijn bevelen straf
feloos mogen miskennen daar Hij in geene
enkele verklaring uitzondering gemaakt
hoeft en daarom zeg ik U ook staatswerk
lieden, jongens troost u onze wakkere volks
vertegenwoordiger de hoer Moyersoen zal
met zij no katholieke collegas van andere
steden de minister op d' hoogte houden dei-
knoeierijen dio er in zijne bureelen omgaan
en zulion weten recht te laten wedervaren.
Onder de goede zijn ook al malkontenten
deze zijn maar malkontent omdat ze nu hunne
snuiter zullen moeien houden, met hunne
minister beloven, of anders zal men hun rap
de werkelijkheid onder de neus vrij ven, en
zeggen beste vrienden dat dit niet mag tellen
als opslag als men op 1 December 0,40 fr.
gegeven heeft en gij staat reeds 0,30 fr.4 jaar
navolgens de categorie tot welke gij behoort
moot men u kortelings opslaan dus 0,60 fr.
in korte tijdverloop, en gij oude werklieden
onder het liberaal ministerie.hoelang wachtet
gij achter 0,20 fr. opslag Ik heb 14 jaar
geslaan, antwoord mij daarop eens dus
hijkans een menschenleven en wat wont gij
Ik ben evenmin een slaaf als een edel
man, hernam Ivar, met klimmende verbitte
ring. Mijn vader was een vrye boer, wat ik
ook worden kan,en te oordeelen naar hetgeen
ik thans gezien heb, komt het mij beter voor,
een eerlijke boer, dan eene plaag voor men
schen en dieren te zijn.
Terg mij niet, rekel, of ik zal u nog wat
anders te proeven geven,sprak de officier en
zwaaide zijnen sabel boven Ivar's hoofd. Gy
zijt eene schandvlek voor den stand, dien.uw
grootvader; toen hij in armoede verviel, geen
moed genoeg had om af te leggeu.
Nu,wanneer ik dan met geweld een edel
man moet zijn, riep Ivar, wiens moed in
dezelfde mate toenam, als de drift des officiers
bedaarde, zoo ben ik uws gelijke, en heb
recht, mijne vuist even zoo goed aan u te be
proeven, als gij de uwe aan mij
Gek hebt gij lust om in het dolhuis ge
plakt te worden vroeg de officier verachte
lijk, en richtte zijne opmerkzaamheid weder
op het paard.
Het gelukte hem eindelijk met behulp van
Ivar het paard weder op de been to krijgen,
ofschoon liet dier nauwelnks in staat was om
eenige stappen te doen, zonder weder in elkan
der te zakken. Daarbij was de weg door en
door slecht, en door den sedert eenige dagen
stroomgewys neergevallen regen in een waren
modderpoel herschapen, zoodafc het een sterk
paard zou moeite gekost hebben de beide
mijlen af te leggen zonder er van te weten.
Door een gelukkig toeval werd eindelijk de
officier zoowel als Ivar en zijn paard uit dezen
onaanpenamen toestand gered. Men hoorde
namelijk op eenen goringen afstand bet ge
ratel van eenen wageiv, en spoedig daarop
kwam deze, mpt tweepaarden bespannen, uit
eenen zyweg te voorschijn, liet was een boer,
alsdus vriend 2.20. Jez wat een vette pree
niet waar vriend lozer?
Wat de goeie zeggen die verstandig rede-
neeren is wel het volgende. Minister de Bro
queville is ne werkmansvriend en nooit of
nooit heeft er een minister aan het hoofd der
ijzerenwegen gestaan die met zulke vaste
wil begaafd is, nooit zoo een hardnekkig man
om zijn plan door te drijven, nooit eenen dio
laten zien heeft aan zijne anlourage dat hij
minister is maar geen strooie man, maar dat
kunnen de liberalen niet kroppen als zij nu
zien het volksverheftend werk dat onze ka
tholieke monsters doen, en zoo moeilijk is
hun dat te verteeren dat de liberaal Monville
de minister in de kamers verweet de ver-
voertarieven der koolmijn te verhoogen om
zijn volk te kunnen opslag geven, dus wij
staatsbedienden moeten volgens ons heerschap
aan hongerloonen blijven werken om de
aelionnairs der koolmijnen hunne koffer-fort
te laten vullen.
Volgens de liberalen zijn de reclamation
zoo talrijk dat het bestuur niet weet waar zijn
hoofd te draaien. Zooveel te beter, wia zijn
werk niet goed doet moet het maar erdoen en
hadden zij zoo moedwillig- niet geweest en
gedaan gelijk ze moesteu, ehwel dan had hun
hoofd niet moeien draaien.
Bij onze weet in geen enkele statie van het
land is die maatregel ingetrokken, waarom
geen aanduidigingen geven, als die maatregel
dan zoo slecht is, mag hij toch wel ingetrok
ken worden. Maar daar ligt de knoop niet.
het is maar orn do lichlgeloovige werklieden
te kunnen verleiden.
De statiemannen zijn zeker niet naief, zij
weten zeer goed als er een liberaal ministerie
aankomt het gedaan is met de verbeteringen
voor de werkman, daar de groote snoeken
van de Staat al antikatholiek zijn en dus
niets te vreezen liehben daar het ministerie
op hun hand is.
Zij weten ook dat die groote bazen de
minister tegenwerken zooveel het in hunr.e
macht is uit politiek en zelfbelang en daarom
zullen wij staatswerklieden een katholiek
ministerie staande houden om te beletten dat
dio goede liberale oude lijd niet meer zou
teru.;koeren. Die tijd van alle jaren maar
3 of 4 repos, en 18 tot 20 uren daags
dienst aan de groote pree van 1,20 fr. 1,40.
Dit zegt u ne werkman die ook 0,10 fr. be
komen heeft.
Recht voor de vuist.
Heer Opsteller
Als lid der Kalhoiieke Vereeniging van
Mijlbeek, doe ik een oproep tol al de veree-
nigir.gen van Aalst en bijzonderlijk tot al de
buitenwijken der stad, om hunne leden aan te
wakkeren tot den strijd, dien wij eerstdaags
gaan beginnen.
Ja, vrienden, terwijl de vijand jaar in,
jaar uit alle listen en lagon gebruikt en als
•■ene listige slang in de huizen dringt, om er
zijnen vergiftigden adem tot in de harten
vast lo ankoren, is het ook onze plicht, altijd
bereid te zijn, opdat wij ons op het eerste
kommando in gelederen kunnen stellen.
De oproep dien wij doen, is een roep tot
verbroedering, die roof doel heeft de banden
van onderlinge vriendschap sterker te ma-
Ken Hoe inniger oei: kring zich vorbroe-
dert, hoe levendiger hij. wordt.
't Is in de verbroedering dat de kracht
onzer sterkte ligt. Aanziet de laatste kiezing.
Alhoewel wij wisten dat al het dreigen en
aa» wien de officier zonder omslag beval, een
zijner paarden af te spannen en voor Ivars kar
te plaatsen.
Alle tegenwerpingen of smeekgebeden
waren in dien tijd van oorlog vruchteloos.
Daarom voldeed ook de boer dadelijk aan het
ontvangen bevel, zonder tijd of woorden te
verspillen.
Toen het nieuwe paard voorgespannen was,
riep de officier den armen Ivar toe Rekel
als uw paard weer in staat is om voort te
komen, dan kunt gij de kar van de naaste
statie afhalen en God danken, zou uw naam
niet in het klachtenboek opgeteelcend staat.
Dit gezegd hebbende, gaf hij het versche
paard eenen «slag met de zweep, en in het vol
gende oogenblik had Ivar zijnen plaaggeest
alsook de kar uit het oog verloren.
III. HET PAARD.
Zoo bevond zich dan nu onze held in den
stikdonkeren nacht met zijn machteloos paard
onder den blooten hemel, cn meer dan eene
mijl van zijne woonplaats verwijderd. Nog
brandden de ontvangen oorvegen op aijne
gloeiende wangen; en den indruk der zoo even
vermelde gebeurtenis verdrong bij hem zoo
volkomen allo andero denkbeelden, (later een
geruimen tijd verliep, eer Ivar bemerkte, dat
het paard den kop tegen zijnen schouder
wreef, als wilde het hem aansporen, om zijnen
ouden vriend niet uit hoofde van zijne eigene
bittere overdenkingen te vergelen.
Gij hebt gelijk, arm paard, sprak Ivar.
die zijnen makker dadelijk begreep; ik ben een
groote dwaas dat ik wegens de behandeling,
die wij heide van dien afschuwelijke» officier
onderemn hebben, u nnc b iveadi*.) kon -vo
gelen. Troost u. iniju arm beestje, hier is «en.»
kleino versterking
Iv«r haaide het brood uit zynen zak, brak
schelden maar oogverblinding was, om het
volk in slaap te wiegen, hebbon zij op het
laatste oogenblik, als oen man in hetzelfde
gareel geloopen en ons eene duurbare les
gegeven, waar wij nu dienen ons nut uit te
trekken.
De strijd dien wij voeren is geen strijd van
gedachten, 't is eon strijd tusschen geloof en
ongeloof. Daarom doen wij bijzonderlijk een
oproep tot de buitenwijken der stad. Het is
uit die wijken dat de eerste katholieke strij
ders zijn opgetreden 't is nu in die wijken
dat den vijand tracht binnen to dringen, zich
voorstellend als vriend van burger en boer
maar als zij denken dat het volk slaapt en
hunne handelwijze gelijdelijk aanziet, zijn
zij gansch mis.
Dat deze brave lieden hunne vroegere
zegepralen en lauweren niet zullen onder do
voeten trappen, hoef ik niet te zeggen.
Hunne kalhoiieke overtuiging en hunnen
onwankelbare» moed zal er altijd de waar
borg van zijn, en nu vrienden deze kleine
raadgeving
Laat uw wachtwoord schallen
Door al de straten heen,
Dat ieder strijdt door allen
En allen strij'n door een
Lange Zander, Botermelk straat.
Tranen, 'k wil uw loop niet stremmen,
Tolken van 't gevoelig hart
Minder zal de rampspoed klemmen,
Minder grievend is de smart,
Als een traan, het oog ontschoten,
Troostend langs de wangen vliet.
Broeders, vrienden, lolgenooten,
Schamen we ons de tranen niet I
Als het wrange lot met alsem
Boordevol den beker volt,
Is 't voor 't hart een zachte balsem,
Wen het oog een traan ontrolt
Tranen, die vertroostend vlieten,
Bij het grievendst leed geschreid,
Schenken wellust, hij 't genieten
Van des levens zaligheid.
Wisch dan nooit den traan uit de oogen,
Noch bij vreugd, noch bij verdriet;
Tranen, aan de ziel onttogen,
Smetten onze wangen niet,
Lijden uw' natuurgenooten,
Deelt ge in hunne boezémpijn,
Elke traan, voor hen vergoten,
Zal bij God een parel zijn.
STAD AALST
MET
OVER DE
ingericht door 't dagbl. De Volksstem
door den E. H. E. Janssens, Pastoor
te Lebbeke
TEN VOORDEELE VAN HET GESCHILDERD
ST-MARTENSVENSTER ONZER HOOFDKERK
op ta;!ag 22 Januari 1912, om 5 1/2 ure
in de zaal van den Katli. Werkmanskring-
'PRIJZEN DER PLAATSEN
Voorbelioudene fr. 2,00; lc Rang fr. 1 50
2e Rang fr. 1,00 3e Rang fr. 0,50.
De personen welke nog beseeren in te
schrijven voor de Reis naar Rome worden
verwittigd dat er nog slechts enkele
coupons ter beschikking zyn
het aan stukken, en voedde er zijnen lieveling
mede; vervolgens leidde hij het vermoeide dier
naar eene kleine beek die hij bezijden den
weg hoorde ruischen, en zag mot vreugde
boe het door het frissche water verkwikt
werd.
Nadat hij omtrent een half uur had doorge
bracht met het paard alle hulp te bewyzen.
waartoe tijd en omstandigheden hem in staat
stelden, nam hij zijnen trouwen makker bij
den teugel en begaf zieh met hem weer op weg
naar huis, volgens zijne gewoonte gestadig
met hem pratende, om zoo doende den tijd te
korten.
Zeker, mijn beestje, sprak Ivar, wij
komen heden al van eene heel slechte reis, en
ge zi.it het zeker met mij eens, dat zulke toeren
u op den duur slecht zouden bevallen. Ja, ja
dan zou het spoedig met u gedaan zijn En
wat zal vader wel zeggen, als wij op deze
wijze naar huis komen kruipen, en dat nog
wel zonder de kar Eerst zal hij zeker boos
genoeg zyn, maar als hij hoort, hoe alles zich
toegedragen heeft, zal hij stellig zeggen Dat
was zooals 't behoort Ivar; gy hebt u als een
man gedragen, en het is goed, dat gij maar
dadelijk naar huis zijt gekoerd de kar kan ik
altijd halen, als ik toekomende week uit de
stad terugkom. Ja, zoo zal vader zeggen
en wat moeder betreft, zij zal ons zeker be
klagen. Van de ontvangen oorvegen zal ilc
echter geen woord reppen anders mocht ik
misschien nooit weer reizigers wegbrengen.
Dunkt u ook niet, paardekeD, dat wij het
beste doen, met de oorvegen maar voor eus te
li 'uden
uohiunik, dat het dier van tijd tot
hourwn, Ham Ivar voor een toestem
mend antwoord aan. en beide vervolgden nu
"»a« poes zwijgend hunnen weg. Plotselings
voor de Stad en het Arrondissement Aalst.
AALST.
21 Januari Sin te Barbarafeest de* Vrije
Brandweer.
22 Januari Voordracht met lichtbeelden
en koren, over de Reis naar Rome,
ingericht door het dagblad De
Volksstem
22 Januari Sint Antoniusfeest van het syn-
dikaat van Vleeschhouwers van
Aalst en omliggende gemeenten
28 Januari. Vermakelijk Tooneelfeest in den
Katholieken Volkskring St.-Jozef,
Meulescheltestraat, door den Too-
neelbond Langs om beter en de
Fanfaarafdeeling Willen is Kun
nen
11 Februari. Tooneelclub der Ghristene
Vakvoreenigingen. Arbeid en
Kunst. Prachtig Avondfeest.
Men zal opvoeren 1° Verdruk den
mind're niet, drama in 3 bedrijven;
2® De Nieuwe Dokter, blijspel in
1 bedrijf.
11 Februari Toon- en Tooneelkundig feest
door de Catharinisten, in den stede
lijken schouwburg. Opvoering var*
De Leie van P. Benoit en
Monologenspelen doorR. Van Ryn.
12 Februari Groot kunst- en liefdadigheids
concert in de groote feestzaal van
het stadhuis, om 5 ure, ten voor-
deele der armen, bijgestaan door
de (Damon der Liefdadigheid).
25 Februari In St Martensgesticiit,to 5 ure,
Liederavond O. De Hovre. Koste
loos voor de Oud-leerlingen en
hunne familie.
16 Maart. Opvoering door de koninklijke
maatschappij Do Catharinisten
ter stedelijken schouwburg van
Muurbloempjes en Jean-
Marie
LEDE
21 Januari Tooneelfeest door den tooneel-
bond Vreugd in Deugd ten
voordeeleder armen, ondersteund
door het genootschap van Sint Vin-
centius a Paulo.
2 Februari Algemeene vergadering van
't Christen Vlaamsch Verhond.
Voordracht met lichtbeelden door
den heer advokaat Bosteels, om
4 ure slipt, in de zaal der Bewaar
school.
IDDERGEM.
28 Januari Luisterrijke avondfeesten door
4 Februari de Tooneelmaatschappij De
Tooneelliefhebbers en de mede
hulp der katholieke fanfaren. Men
zal opvoeren 1. Dronkenschap en
zinneloosheid; 2. Spooken of die
ven.
N. B. De katholieke Maatschappijen
van de Stad cn het Arrondissement koorden
beleefd verzócht de datum's hunner feesten
zoohaast mogelijk aan 't beheer van ons blad
mede te declen.
Qrondkrediet van België
Naamlooze maatschappij gesticht in 1835
1® Geldleeningen mits hypotheek to
oekomen voor het bouwen van huizen, aankoop
van gebouwen en landen, aan kleinen intrest,
aflosbaar in eens of met kortingen.
2° Uitgaven van obiigatiën, intrestende
aan 3,50 fr. 'sjaars zijnde eene verzekerde geld-
uitzetting van eersten rang.
Inlichtingen te bekomen bij M. PAUL EEKIAN
Leopoldstxaat, 9, Aalst, alwaar te bekomen zijn
alle inlichtingen over verzekeringen tegen brand,
ongevallen op 't leven enz.
Belangrijk bericht. Ten einde voldoe
ning te schenken aan de vraag mij door tal
rijke personen gedaan, die door het slecht
weder verplicht waren t'huis te blijven, laat
ik u welen dat M. R. Blondiau, fotograaf, in
de Lange Zoutstraat, Aalst, zich Zondag,
gedurende den heelen dag ter beschikking
houdt van het geacht publiek.
bleef Ivar evenwel stil staan, en luisterde met
gespannen opmerkzaamheid naar den storm,
die juist gierend door de dorre twijgen van
eenen hoop takkebossen voeren die uit elkan
der woei. Daar Onder rustte, volgens eene
oude overlevering, het gebeente eens ver
moorden, en geep voorbyganger verzuimde
dus, eenen nieuwen tak op den reeds aan
wezigen hoop te werpen.
Eenigzins huiverend naderde Ivar de plek.
Toon dit hier gebeurde, sprak hij, aan de hier
bedrevene moord denkende, is er zeker "een
ernstiger twist en harder strijd voorgevallen.
Had ik hem echter zijne oorvegen terugge
geven, voer hy voort, tot zijne eigene aange
legenheden overgaande, dan mag de hemel
weteD, hoe hy het met mij gemaakt zou heb
ben.
Zijn gedrag blyft echter altijd schandelijk
en hier zweeg ik bij deze woorden legde hy
de hand op liet dorre reis nooit van mijnen
adeldom gebruik te zullen maken en mocht
ik dien officier ooit weder ontmoeten, nadat
ik een man geworden ben. dan zal hy voor de
oorvegen boeten, die ik nimmer denk te ver
gaten Niet dat ik nooit te voren eene klap
gekregen heb maar hij sloeg mij, wyl ik een
adellijken naam draag en in spijt daarvan
reizigers vervoerde. Zou ik dan liever de han-
den in den schoot moeten leggen en verhon
geren. in plaats van te werken. Het was vooral
de bittere, grievende onrechtvaardigheid in de
handelwijze van den officier, die Ivar niet ver
kroppen kon. Omtrent zijne nog zoo onzekere
toekomst had hij natuurlijk nog wol geen be
paald begrip of plan, maar in zijn binnenste
had echter plot-elings eece ew»ke*ri*|r plaats
sregrepen; en het kwam hem voer, als«f van
dit oogenblik af voor hem oen geheel nieuw
tydperk aanviDg. Wordt voortgezet.