Het droevig zaad van het Daensisme Bewijsvoering van M. Dr De Naeyer Waar we leeren, wat fijne bestuurder M, Daens is. Antwoord van M. De Wolf, 2S EN 29 JANUARI 1912 DE VOLKSSTEM fort aan te vullen, en daarom dient de op- rengst van de 6°/0. Dien plicht zullen wij, Biet overtuiging en met volle bewustzijn 011- ter verantwoordelijkheden steeds volvoeren. 't Is voor ons immers een hoogste plicht to voorzien in de noodwendigheden van de armen, noodlijdenden en gebrekkigen, en wij stellen er eer op, dien heiligen plicht te stellen boven alles, boven ons eigen kiesbe- lang en zelfs gedeeltelijk ten prijze onzer populariteit bij zekere plicht vergeten e en te veel eigenbaatzuchtige burgers. Indien gij, linkerzijden, lichtzinnig omspringt met dien hoogen plicht en hem met een schuldige on bewustheid miskent, dan zijt gij er om te beklagen, en zulks toont alleenlijk aan hoe laag het politiek en zedelijk peil bij u is gezonken. M. Daens. Hartroerende woorden ge sproken van op de hoogte van Boukhaat- berg. M. Giieeraerdts. Gij spreekt van op de hoogte van Chipka, M. Daens. (Gelach). M. Bosteels, Van 't Heilig Chipka (Gelach). De daensislenpartij heeft ons overigens haar bestuurlijk programma aangekondigd voor de laatste kiezing, en bij monde van M. Daens in de eerste zitting. Ik laat daar de bekoorlijke tochtjes die M. Daens in zijn programredevoering ondernomen heeft in het. verleidelijke rijk der droomenspheren gelukkige menschen die met onnoozelheid des harten en met geeslesonbewustheid in die verleidelijke luchtkringen hun levens dagen doorbrengen. Eilaas dikwijls komen die droomers en slerrenlellers erbarmelijk terecht in den put die gaapt aan hunne voe ten, en worden zij in hunnen val wakkerge- schud tot de ruwe werkelijkheid des levens, die zich dan in hare wezenlijkheid ontvouwt voor hunne verbijsterde zinnen. Het programma der daensisten behelsde 1° Vermeerdering van uitgaven voor loon- opslag, toelagen, enz. 2e) Verfraaiïngswerken en de achtbare heer Ghysselinckx die ons daareven zijn in drukken meèdeelde die hij opgedaan bad bij een laatste bezoek aan Korlrijk zou onze stad willen herlooveren in eene stad met groene lanen en groene wandelingen, een groen Aalst! Droomen is aanstekelijk geworden op de groene bank.... maar zaaien naar den zak, zegt de wijze man M. De Windt. Bene. M.Bosteels. -3°Afschaffing vandebelastingen van den 6 °/0, was dien aangaande liet der de punt van het programma der daensisten. In een woord dus nieuwe uitgaven, zelfs weelde on verfraaiïngsuitgaven enge ver wacht, mijne licorcn. dal men de middelen zou aanduiden om die uitgaven te bekostigen. Neen in dat programma1 van het droomen- land zal men dan nog de belastingen afschaf fen... M. Ghysselinckx sprak bier, om.eenigs- tins nieuwe middelen aan te duiden, van eene belasting op de prachtartikelen.op de weelde, die alleen de rijken zou treffen. Hij sprak van automobile», van pianos, van spions, van balcons. Maar een ontwerp, een stelsel, gaf bij niet. En dat is juist do knoqp. Daar ver wachten wij hem. Leost het eerste werk het beste over eco nomie, en ge zult bemerken dat bet vraag stuk der belastingstelsels een der meest in gewikkelde is, dat -met grooie omzichtig heid en schroomvalligheid moet ingestudeerd worden, en getoetst aan do werkelijkheid. Eene belasting moet rechtvaardig zijn, on mag niet willekeurig den eigendom of eene reeks eigenaars treffen. Vergeet niet dat de eigendom een te eerbiedigen recht is. Eene belasting moet voldoende zijn in hare opbrengst en om de noodzakelijke uit gaven to bekostigen, en evenwicht brengen in de begrooting. Eene belasting moet zooveel mogelijk al gemeen zijn. Eene belasting mag de voortbrenging van het belaste voorwerp niet hinderen of sterk doen afnemen. Dit zou gebeuren met een te hoogo takseering op de weeldeartikelen, on zou aldus do nijverheid te kort doen en zelfs de werklieden treffen, die in de ten onder- gaande nijverheid zouden ontslagen worden. Eene belasting mag niet wisselvallig zijn, en aan flucluaiiën onderworpen zijn. De grondslag der belasting moet vast en besten- dig wezen. Welnu, eeno belasting op de weeldeartikelen die niet voor doel beeft hel aangeslagene voorwerp te doen verdwijnen, maar enkel voor doel hecl't middelen aan de Staatskas te bezorgen, is uil haar zelve, on bestendig, wisselvallig en hangt gansch af van het op- en afgaande gebruik dier weelde artikelen zelf. Belast men te weinig, dan is het nutlel os een dikwijls moeilijk uitvoer en inbare belasting in vooge te brongen, en dan levert ze te weinig op om zich te ver rechtvaardigen in de praktijk. Belast mon te veel, dan rijst de vraag of de hoogero over heid zulks zal goedkeuren, maar bijzónder dan vermindert ofwel verdwijnt het gebruik van hel prachtartikel, en aldus vernietigt het stelsel zickzelve. Bij gebrek aan prachtarli- kelen, is er dan niet meer te belasten. Wij slaan bier overigens praclisch voor sene jaarlijksche, noodzakelijke vaslo uiI- gaaf van 89.000 fr. voor het tekort der godshuizen. Aan die vaste uitgaaf, moeten wij vaste middelen, een vast inkomen aan passen. Dat kan een onduidelijk geschetste, •ene wisselvallige, aléatoire belasting op weeldeartikelen ons niet geven. M. De Windt. Dat is waar. M. Bosteels. Tot daar dus voor het voorstel van M. Ghysselinckx. Do liberale leden spraken ons van eene belasting op het globale inkomen. Ook dit belastingstelsel is onderhevig aan scherpe critiek. Het is geen nieuwe uitvin ding Het bestaat zoolang als de wereld, en heeft den geest geprikkeld van alle econo misten, in allo landen. Krachtens onze wetgeving overigens schijnt zulkdanige belasting, als nieuwe af zonderlijke belasting, naast de bestaande stelsels die ook het inkomen freden, niet ontvankelijk of wettig te zijn. Overigens het zou moeten in verhand gebracht worden met gansch ons bestaande fiscaal stelsel, en dat is niet gemakkelijk. Wij zijn nochtans bereid elk stelsel, dat ons zal voorgelegd worden, rechtzinnig te onderzoeken, mits het recht het vrij te mo gen crilikeeren. En ik verzeker u, aan critiek zal het niet ontbreken, want het vraagstuk is zeer inge wikkeld en veelzijdig, M. De Blieck. Inderdaad, zulk stelsel is zeer lastig. M. Daens. Een andere Kamer, die komen zal, zal dat oplossen. M; Bosteels. Juist, M. Daens, op dat punt moest ik u hebben, en ik verwachtte u daar. Ah M. Daens, gij stelt uw verwachting op eene andere Volkskamer, op een antikle rikale meerderheid. Maar het wil nu juist zoo, dat die antiklerikale meerderheid nu wel dat programma niet aankleeft, on het nu juist niet in haar schild voert, verbete ringen aan te brengen in ons belastingstel sel Integendeel, dat zal de minste harer bekommeringen zijn Gij weet het heel wel, gij hebt bet honderde malen met uwe eigene ooren geboord in de Kamers zelve die nieuwe Kamer die gij verwacht,zal de volks belangen verw aarloozen, en er enkel op uit zijn een politiek te voeren van anliclerica- lismo tegen ons, tegen de katholieke bevol king, legen onze openbare vrijheden. M. Ghysselinckx mommelt iels en grim lacht. M. Bosteels gaat in zijn krachtige bewijs voering voort M. Ghysselinckx schijnt te glimlachen en gansch do groene linkerzijde met hem omdat ik hier de daensisten partij aanklaag voor den verraderlijke rol die zij speelt in de antiklerikale politiek, en omdat ik hier melding maak van het gevaar dat ons als christenen burgers bedreigt, in onze heiligste belangen, in onze politi'ke en gods dienstige vrijheden. Ik beklaag u M. Ghys selinckx, omdat gij zoo licht omspringt met de zware verantwoordelijkheid die gij en gansch uw partij öiensaangaande over uwe gewetens haalt. M. Ghysselinkx. -t- Gij hebt geen recht daarvan te spreken. M. Bosteels. De waarheid heeft altijd haar recht en voelt ge u geraakt, 'tis een lig wijs dat het waarheid is. Ik h«D overigens wel het recht aan të toon en welken rol uwe partij speelt op dit gewichtig oogenblik, en ik hoop dat anderen, meer dan gij en dan M. Daens, hun verantwoordelijkheid zullen inzien Ik toonde u dus aan dat eeno ver andering van meerderheid ons geen beter belastingstelsel zal bezorgen. M. Daens. De volksmacht zal dat doen. M. Bosteels. De volksmacht Het too- verwoord is daar De bouquet der droomen van M. Daens. Ik verwachte het. Eene ge zonde redelijke volksmacht is eerbiedwaar- dig. Maar eene volksmacht zooals zij verstaan wordt dooru en die uitkomt op volksmennerij en op volksopruiïng, is een gevaarlijke zaak en leidt dikwijls tot de ontbinding der volks kracht of tot dwingelandij. Ovorigens, wij beleven reeds eene crisis van het parlemen tarisme, en de volksmacht geleid door de socialisten, en liunno liberale bondgenooten en door daensisten, beeft heel wat anders te verrichten dan ernstige belastingstelsels be- studeeren. Daarvoor zal zij geen lust of geen tijd hebben do gewetensvolle studie, het gron dig onderzoek van een belastingstelsel, is immers te ondankbaar en heeft niets aanlok kend voor de aanbidders der volksmacht en der volks vleierij. Do burgers die bezorgdheid hebben voor eerrdegelijk staatsbestuur, en voor do waro bestuurlijke belangen van land en stad, kun nen niet anders, dan een dergelijk geleidde en bezielde volksmacht met verontrusting zien opkomen. In afwachting, wend ik mij tot het schepen college en tot mijne katholieke collega's, en terwijl de daensisten uit kleingeestig kies- bejach en om eenige ongelukkige stemmen op te visschen bij misnoegde burgers, dio uit piichtvergctenbeid in opstand komen logen liet voorzien in de noodwendigheden onzer zieken en behoeftigen vraag ik hun aan onze stadsdiensten en aan de noodlijdenden onzer stad de verzekering te geven dat zij aan hunne plichten niet zullen te kort blijven, bun do noodigo middelen niet zullen w eige ren, maar met overtuiging en waardigheid hun plicht van stadsbestuurders volkomen zullen kwijten. (Beweging in de zaal. Toej.) Dio schitterende inprovisatie maakte den diepsten indruk op den raad en op de ver gadering; do daensisten en bijzonder M. Ghysselinckx in 't nauw gebracht door de verhevene en sierlijke taal en door de tref fende en strenge redeneering van den mee- slependen spreker, stonden als verbijsterd en machteloos onder do striemende slagen die hun toegediend werden. 7ij hebben een halve uur lang water en bloed gezwikt, en men vond ze bijna niet meer zitten op hunne bank I M. Giiysselynck. Als er bier legen ons een woord wordt gezegd dat niet past, dat gaan wij voorbij, maar, als men zegt dat wij ongodsdienstig zijn, dan gevoelen wij ons geraakt lot in het diepste van ons kristen gevoelen. Met de moedermelk hebben wij het katholiek geloof ingezwolgen, en alle dagen herinneren wij ons boe wij ons als kristene menschen moeten gedragen. M. DeWindt. Maakt gij ook al verschil tusschen de kristene vloeken en de onkris- tene vloeken. (Daar straalt de godsdienst haat in door, en het is met zulke mannen dat de daensisten één zeel spannen). M. Ghysselinckx. Alle wérken die wij doen, beginnen wij met een kruisteeken. M. Bosteels. Hebt gij ook een kruis teeken gemaakt als gij voor do liberalen en de socialisten in do slembus gingt stemmen En in uwe belooging te Brussel tegen de katholieke scholen? Spreekt van uw politieke daden. M. Ghysselinckx. Waarom zijn wij nu in eens zoo slecht geworden? Omdat wij uwe politiek niet volgen. Doch., mijne Heeren ge looft ons, wij zijn nog altijd dezelfde kriste nen gebleven van vroeger. M. De Somer. Zegt dat aan de anderen! (Ja, en aan de Vrije Klok die schrijft dat zij strijdt tegen de katholieken, uit haat en wraak; heel kristelijk.-Is't niet?) M. Ghysselinckx. In Kortrijk, in Turn hout, in 't ICempenland, ziet eens hoe de socialisten er zijn vooruitgegaan. M. Bosteels. Maar dat is de sehuld uwer partij. Gij zijt de voorloopers, gij zijt de baanbrekers geweest van het socialisme in Vlaanderen. (Daar weten zij niets op 't antwoorden). M. Gysselinckx. Ja, ik ben op dit ge bied even stijfhoofdig als Daens zelve; ik heb mijne verantwoordelijkheid gewikt en ge wogen, en ik zal op mijn sterfbed niet be vreesd zijn, te belmoren tot de kristene volkspartij. Rechts. Spreekt daar niet over, M. Ghysselinckx; op hun sterfbed hebben er nog andere mannen anders gesproken. Vergeet hel niet M. Daens. Als ik dat allemaal hoor, dan sta ik te schudden en to beven (ge hoort het, de komediant is in zijn spel) Ik ben be nauwd en bevreesd. Voor de kiezingen waren wij heiligen. M. Bosteels. Wié heeft en waar is dat gezegd dat gij heiligen zijt (Er komt geen antwoord.) Nu worden wij in de Volksstem ver doemd. (De liberalen lachen.) (De demokra- ten zijn toch vieze kristenen, dio ai tij cl zoo in den sthaak redeneeren van de goddelooze partijen. Vindt g'hot niet, beste lezer M. Daens. Nog iets wpet gij heeren, dat me,er dan de hell't vr.n den katholieken werkmanskring voor ons gestemd hebben. Meer dqn de helft..Zij gpan bij u 5 of 6 pin ten drinken, maar onder tusschen pinken zij eens tegen oiis. (Ziedaar wel een grove be- lëediging op hot adres van onze dappere katholieke werklieden. Doch M. Daens mag iedereen beleedigen.) M. Bosteels. Waar haalt g'het recht te zeggen en to beweren, dat die voor u ge stemd hebben M. Daens. De Messias heeft gesproken. (Wat antwoord En dat voor een volksver tegenwoordiger M. Bosteels. Gij staat boven den Mes sias en boven de profeten (Goed gelapt M.Daens. Mgr.deHallez heeft gezegd: ons volk kan geen valschheid verdragen of het wordt rood van verontwaardiging. M. Bosteels. Eerst groen en dan rood M. Daens. Het groen is de kleur der hoop (van het socialisme Hij geeft de middelen om de uitgaven te dekken. M. Daens. De kristene volksmacht zal die middelen geven. Ik weet het, gij kunt die niet geven. Gij hebt de macht niet. Nu zeevert hij over de gaz en beweert dat Lokeren, waar zijn goede vriend M. Raem- dunck, dat nochtans een lievig© katholiek is, burgemeester is, dat Lokeren jaarlijks 38 a 40,000 fr. wint. Wij zouden dat hier ook winnen. Daarbij de gaz is er goedkooper dan hier. M. Moyersoen. De gaz is er duurder M. De Blieck. (Op spottenden toon.) Maar, M Moyersoen, ge moogt mijnheer Petrus Daens niet leugenachtig maken. Ge moogt hem niet leugenachtig maken. M. Daens. De regie brengt zuivere winst in de kas. M. de Burgemeester. Ja, de meier van Elbeuf bad ook den kop zot van stadsregiën. Hij was er pas mede begonnen, of hij zal zoodanig in den embrasdat hij er niet meer uit ken en zich een kogel door het houfd heeft geschoten. (Daarop weeral geen ant woord.) M. Daens. M. Moyersoen heeft talrijke kleine steden aangehaald waar vroeger de regio bestond, maar waar ze nu afgeschaft is. Waarom Dat moeken wij niet onderzoeken M. Bosteels. Ah M. Daens, dat moet ge niet onderzoeken. Zulke onwetendheid en zulke schuldige onbezorgdheid is ongeloof lijk Het i3 een ongehoorde taal M. Moyersoen. Wat belieft er u, M. Daens, ge moet den toestand niet onder zoeken, wanneer men er geld verliest Deze steden hadden de regie, maar juist opdat het hun niet beviel en niet voldeed, daarom zagen zij er van af, en nu hebben zij hel hontraht van Aalst aangenomen. Wat Lokeren betreft, ik beu in de beste betrekkingen mot mijnen vriend "Raemdonck. Ik zal hem de omstandige cijfers vragen. Men heeft 40,000 fr. gewonnen te Lokeren, zegt M. Daens. Is de delving daarin begrepen (geen antwoord). Hoeveel is er voorzien voor de uitbreiding. (M. Daens slaat beide armen omhoog; dat is alle ant woord). Ik heb de cijfers van 1908 hier ge vonden en die gaven aan Lokeren enkel 0 a 7000 fr. winst. En nochtans Lokeren is wel de beste regie die ik ken. Brussel heeft reeds 40 millioen in de regie gestoken en zeer bevoegde personen hebben mij verklaard dat de delvingen veel te klein zijn. Dat kan hen lot een zeer gevaarlijken en neteligen toestand brengen. M. Bosteels. Maar dat moet allemaal niet onderzocht worden. Het is veel boter en veel gemakkelijker maar te droomen en schoono beelden voor do oogen te spiegelen! M. Daens. Aalst is zoo slim als Loke ren en kan dat ook doen. (Men zoo evengoed kunnen zeggen, Aalst, is niet slimmer als Elbeuf, Bergen en an dere sleden). M. Daens. Dan waren we Je meesters van de gaz. Nu zijn wij de knechten. Ik ben het volkomen eens met M. Bosteels dat erin de stad noodzakelijk rond de tram lijnen moet gewerkt worden. Ik heb mij reeds desaangaande met den Heer Bestuur der van den tram, in onderhandelingen ge steld deze Heer beeft me geschreven dat er aan mijne vraag zal voldaan worden, en reeds aan de tramlijn op den Dam heeft men do herstellingswerken aan de kalseide aan gevangen. Ik ben ook ingelicht aangaando den toe stand van de Ledebaan deze hoop ik te zul len kunnen verbeteren, alsook vele andere wegenissen van Schaarbeek met de kasseien die zullen voortkomen van den Gentschen steenweg, die gansch gaat vernieuwd wor den. Mijnheer Bosteels treedt ook het voorstel bij van den Heer de Betlmne, voor wat be trof t de schoone gevels der monumentale gebouwen. Het voorstel zal in aanmerking genomen worden. Ik moet echter zeggen dat de stad in deze kwestie reeds handelend is opgetreden inderdaad, bijlagen zijn toege kend geworden voor het herstellen van de gevels van den katholieken kring, van een huis aan St Martenskerk en van het lokaal der Democraten. Wij verwachten nog altijd de plans voor den gevel van het lokaal der liberale associatie, dewelke den Heer De Windt ons beloofd heeft, (gelach). M. De Windt. Wij hebben geen geld in kas M. De Wolf. Voor wat de uitstallin gen betreft deelen wij volkomen de zinswijze van den Heer Bosteels, en het is alsof 'hij dezen morgén de beraadslagingen van' het schepencollege had afgeluisterd, want deze kwestie hebben Wij juist van morgen bespro ken. Ui hoop dat'ér in den loop der maand Juli a. s. eene prijskamp voor do schoonste uitstallingen alhier zal kunnen ingericht worden. M. Van den Berghe. De breede weg- ligt ook slecht. M. Eeman. Over vijf en twintig jaar was hij nog wat gekasseid. M. De Wolf. Het is inderdaad zooals den heer Van den Berghe zegt de breedo weg is in slechten toestand, en bijzonderlijk de 'zijdekanten. De waterloopen heb ik reeds doen kuischen. Het is echter onmogelijk in den winter aan de zijdekanten te werken. Het schepencollege zal do zaak zeker niet uit l.et oog verliezen en in den loop van den aanstaanden zomer de noodige herstellings werken doen verrichten. M. De Naeyer.Mijnheeren, ik wensch een woord bij te voegen bij hetgeen hier reeds gezegd is wegens de gazuitbaling door de stad, het is te zeggen over de regie. Ik heb geen deel genomen aan de bespre kingen, welke de vergunning der stadsver- lioliting aan eeno maatschappij schonk, aan gezien ik opdat oogenblik nog niet tot den gemeonteraad behoorde. Doch ik heb sedert dien naar alle besprekingen geluisterd en ik heb zorgvuldig alles gelezen wat daaromtrent is geschreven geweest en ik moet bekennen dat ik langs om meer overtuigd ben dat ons gemeentebestuur wijs heeft gehandeld met de gazverlichling aan eene maatschappij over le laten. Do heer Moyersoen komt de voorbeelden aan te halen der steden Dendermonde, St- Nikolaas, Wetteren en Lier die de •egie hebben verlaton om het kontrakt van .\alst aan te nemen. Do handelwijze dez«r besturen moet ons ten z< kers-te aanduiden dat de regio niet zoo voordeelig is als onze tegenstrevers het boweeron en ons de ver zekering geven dat het kontrakt van Aalst goed is. De heeren De Windt en Daens worpen ons het voorbeeld op van Lokeren. De heer Moyersoen zegt met reden dat Lokeren eene zeldzame uitzondering is. Maar ik wil de gesehiedenis verhalen van de gazverlichling van Elboeuf iu regie door de stad. Ik vind die geschiedenis in La Réforme Economiquh onder do handteekening van M. Jules Domoruo, lid van den Hoogen Raad van Handel en Nijverheid, lid van den Hoogen Raad van Landbouw, algemene schrijver der maatschappij van Nationale politieke Huishoudkunde van Frankrijk en bestuurder vau bovengenoemd tijdschrift. Over omtrent zes maanden, vatte M. Mou- chet, socialist-republikein, volksvertegen woordiger en meier van Elboeuf, het gedacht op het geluk zijner medeburgers te bewer ken door zich te gelasten, of liever door het gemeentebestuur te gelasten, de gazver lichling te leveren aan de inwoners der stad. Dit was niet omdat de inwoners van Elboeuf do gazverliehting niet hadden, maar het was omdat de gaz geleverd Werd door eene maatschappij, samengesteld uit afschuwe lijke kapitalisten, uitbuiters van het volk en omdat bijgevolg die maatschappij schitte rende zaken deed. Waarom zou de gemeente do maatschappij niet vervangen en waarom zou ze zelfs geene betere zaken maken dan de maatschappij, aangezien zulks was verkondigd, zooniet bewezen, door de socialistische grondbe ginselen Ook mocht men rekenen dat de gazver- bruikers een beter gaz zouden genieten en het min duur betalen. (Gelijk le Aalst!) Juist kwam bet kontrakt met de gazmaat- schappij ten einde te loopen. Hel was vol doende het kontrakt niet meer le vernieuwen en zich vastberaden aan het werk te stellen. Door den meier medegesleept, was de ge meenteraad eenpariglijk t'aceoord. Doch van het begin af werd eene gewich tige vraag gesteld. Zal men de beslaande gazusine koopen met bet bestaande mate rieel Dat wou men niet. Men moest voor de ge meentelijke uitbating eene nieuwe inrichting hebben ultra-moderne, zooals de vooruitgang zulks vereisebt. Het ontbrak er niet aan ingenieurs en on dernemers om zulks aan den meier wijs le maken. Men maakte de plannen op eenor nieuwe gasfabriek en men dreef het vooruit zicht zelfs zoo verre, dat men liet fabriek op bouwde aan de boorden der Seine, ten einde eene besparing op bet vervoer te verwezent- 1 ij ken. Men had nochtans deze teleurstelling dat dat de. usine niet ten behoorlijken tijde was voltrokken. Daarbij nog was ze klein. Men moest tot fortuin inrichtingen overgaan.Ver ders hadden do ingenieur het gereedschap zoo wel verbeterd, dat do gas slecht was en dat de meeste verbruikers zich verhaasten aan het gaslicht te verzaken. Het was genoeg voor die verbruikers te bestatigen, dat nooit de stad zoo slecht verlicht was geweest en zoo onregelmatig vóór het aansteken en voor het uitdooven der bekken. De oorzaak van dit'alles werd vastgesteld door een orfieiëel verslag, voorgelezen aan den municipalen raad. Het schijnt, zoo luidt het verslag, dat sqmmigen onzer werklieden en bedienden, veel min hunne plichten verstaair, wan- neer ze werken vooreen openbaar bestuur, 'tis te zeggen, voor iedereen, dan wanneer ze werken voor een bijzondere' De woorden -het schijntkenmerkt bij den den verslaggever eene zekere blindheid. Het zou hem voldoende geweest zijn van zich in te lichten om tewetetekomendat het er ook zoo toegaat in de arsenalen van het seeioezen en in al de nijverheidsondernemingen gemo nopoliseerd door de Staat. Men werkt er min dan in de private ondernemingen,men brengt er min voort en men maakt erslechterwerk. Dit zijn gekende feilen en daarbij dit is zeer natuurlijk. Zooals de Industriel EIboevien» een lokaal blad,het zeer wel doet opmerken, vloeit deze ontoereikendheid voort uit het feit dat een bijzondere zich toelegt in alle omstandigheden zijne belangen te vrijwaren, le waken op het strikt evenwicht van zijne begrooting oti een streng controol uit te oefenen op al de diensten der onderneming. In een openbaar bestuur zijn de zaken niet gansch zoo gelogen. Hier zijn fonction- narissen van allen graad, die zich meest be kommeren met hunne jaarwedde te verdie nen, zoo gemakkelijk mogelijk, meest letten de op de uitbuiting der reglementen ten hunnen voordeele. Langs den andoren kant kunnen de recht- streeksche uitbatingen in regie,nooit in. eenen handelsgeest bestuurd worden, al ware het maar voor de hierbovenstaaande redens. Men ziet het klaar in het geval van Elhieuf. De algemeene kosten waren belast met nulte- looze uitgaven deaankoopen w erden gedaan ten allen tijde, zonder zich te bekommeren liet voordeeligste oogenblik vast grijpende. Men dierf de ondernemers niet aanvallen, die hunne verbintenissen veel le verre uit rekten. Verder nog was het personeel niet gedisciplineerd, zooals T behoort in een be stuur dat odrecht socialist is. Binnen de zes fnaanden, werden de inge- niers driemaal vernieuwd en wellicht* ware het overdreven van aan die ingenieurs eenig verwijt te doen, aangezien men hun nog den tijd niet overliet hun maleraal te kennen. Prahtischen uitslag. Op zes maanden, deficit van 65.000 fr, die op het einde van het dienstjaar tot 250.000 fr. zal beloopen. En de meier deed aan een dagbladschrijver van de Matin de volgende beteekenisvolle bekentenis. Ik weet niet juist zegdo hij, hoe verre wij staan en nog veel min hoe verre wij zullen komen. Is het niet gansch stichtend De heer burgemeester komt ons daareven mede te deelen dat sedertdien de socialis tische meier van Elboeuf zich heeft ge/.elf- moord ormlat hij de stadsfinanciën door zijne gazregie gansch in deficit had gebracht en er een oprechte warrebuel bad van gemaakt. M. De Windt. 1Dat moet ne slimmerik geweest zijn.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1912 | | pagina 7