Het droevig zaad van het Daensisme
Bewijsvoering van M. Dr De Naeyer
Waar we leeren, wat fijne bestuurder M, Daens is.
Antwoord van M. De Wolf,
2S EN 29 JANUARI 1912
DE VOLKSSTEM
fort aan te vullen, en daarom dient de op-
rengst van de 6°/0. Dien plicht zullen wij,
Biet overtuiging en met volle bewustzijn 011-
ter verantwoordelijkheden steeds volvoeren.
't Is voor ons immers een hoogste plicht
to voorzien in de noodwendigheden van de
armen, noodlijdenden en gebrekkigen, en
wij stellen er eer op, dien heiligen plicht te
stellen boven alles, boven ons eigen kiesbe-
lang en zelfs gedeeltelijk ten prijze onzer
populariteit bij zekere plicht vergeten e en te
veel eigenbaatzuchtige burgers. Indien gij,
linkerzijden, lichtzinnig omspringt met dien
hoogen plicht en hem met een schuldige on
bewustheid miskent, dan zijt gij er om te
beklagen, en zulks toont alleenlijk aan hoe
laag het politiek en zedelijk peil bij u is
gezonken.
M. Daens. Hartroerende woorden ge
sproken van op de hoogte van Boukhaat-
berg.
M. Giieeraerdts. Gij spreekt van op
de hoogte van Chipka, M. Daens. (Gelach).
M. Bosteels, Van 't Heilig Chipka
(Gelach).
De daensislenpartij heeft ons overigens
haar bestuurlijk programma aangekondigd
voor de laatste kiezing, en bij monde van
M. Daens in de eerste zitting. Ik laat daar
de bekoorlijke tochtjes die M. Daens in zijn
programredevoering ondernomen heeft in
het. verleidelijke rijk der droomenspheren
gelukkige menschen die met onnoozelheid
des harten en met geeslesonbewustheid in
die verleidelijke luchtkringen hun levens
dagen doorbrengen. Eilaas dikwijls komen
die droomers en slerrenlellers erbarmelijk
terecht in den put die gaapt aan hunne voe
ten, en worden zij in hunnen val wakkerge-
schud tot de ruwe werkelijkheid des levens,
die zich dan in hare wezenlijkheid ontvouwt
voor hunne verbijsterde zinnen.
Het programma der daensisten behelsde
1° Vermeerdering van uitgaven voor loon-
opslag, toelagen, enz.
2e) Verfraaiïngswerken en de achtbare
heer Ghysselinckx die ons daareven zijn in
drukken meèdeelde die hij opgedaan bad bij
een laatste bezoek aan Korlrijk zou onze stad
willen herlooveren in eene stad met groene
lanen en groene wandelingen, een groen
Aalst! Droomen is aanstekelijk geworden op
de groene bank.... maar zaaien naar den zak,
zegt de wijze man
M. De Windt. Bene.
M.Bosteels. -3°Afschaffing vandebelastingen
van den 6 °/0, was dien aangaande liet der
de punt van het programma der daensisten.
In een woord dus nieuwe uitgaven, zelfs
weelde on verfraaiïngsuitgaven enge ver
wacht, mijne licorcn. dal men de middelen
zou aanduiden om die uitgaven te bekostigen.
Neen in dat programma1 van het droomen-
land zal men dan nog de belastingen afschaf
fen...
M. Ghysselinckx sprak bier, om.eenigs-
tins nieuwe middelen aan te duiden, van eene
belasting op de prachtartikelen.op de weelde,
die alleen de rijken zou treffen. Hij sprak
van automobile», van pianos, van spions, van
balcons.
Maar een ontwerp, een stelsel, gaf bij
niet. En dat is juist do knoqp. Daar ver
wachten wij hem.
Leost het eerste werk het beste over eco
nomie, en ge zult bemerken dat bet vraag
stuk der belastingstelsels een der meest in
gewikkelde is, dat -met grooie omzichtig
heid en schroomvalligheid moet ingestudeerd
worden, en getoetst aan do werkelijkheid.
Eene belasting moet rechtvaardig zijn, on
mag niet willekeurig den eigendom of eene
reeks eigenaars treffen. Vergeet niet dat de
eigendom een te eerbiedigen recht is.
Eene belasting moet voldoende zijn in
hare opbrengst en om de noodzakelijke uit
gaven to bekostigen, en evenwicht brengen
in de begrooting.
Eene belasting moet zooveel mogelijk al
gemeen zijn.
Eene belasting mag de voortbrenging van
het belaste voorwerp niet hinderen of sterk
doen afnemen. Dit zou gebeuren met een te
hoogo takseering op de weeldeartikelen, on
zou aldus do nijverheid te kort doen en zelfs
de werklieden treffen, die in de ten onder-
gaande nijverheid zouden ontslagen worden.
Eene belasting mag niet wisselvallig zijn,
en aan flucluaiiën onderworpen zijn. De
grondslag der belasting moet vast en besten-
dig wezen. Welnu, eeno belasting op de
weeldeartikelen die niet voor doel beeft hel
aangeslagene voorwerp te doen verdwijnen,
maar enkel voor doel hecl't middelen aan de
Staatskas te bezorgen, is uil haar zelve, on
bestendig, wisselvallig en hangt gansch af
van het op- en afgaande gebruik dier weelde
artikelen zelf. Belast men te weinig, dan is
het nutlel os een dikwijls moeilijk uitvoer
en inbare belasting in vooge te brongen, en
dan levert ze te weinig op om zich te ver
rechtvaardigen in de praktijk. Belast mon te
veel, dan rijst de vraag of de hoogero over
heid zulks zal goedkeuren, maar bijzónder
dan vermindert ofwel verdwijnt het gebruik
van hel prachtartikel, en aldus vernietigt het
stelsel zickzelve. Bij gebrek aan prachtarli-
kelen, is er dan niet meer te belasten.
Wij slaan bier overigens praclisch voor
sene jaarlijksche, noodzakelijke vaslo uiI-
gaaf van 89.000 fr. voor het tekort der
godshuizen. Aan die vaste uitgaaf, moeten
wij vaste middelen, een vast inkomen aan
passen. Dat kan een onduidelijk geschetste,
•ene wisselvallige, aléatoire belasting op
weeldeartikelen ons niet geven.
M. De Windt. Dat is waar.
M. Bosteels. Tot daar dus voor het
voorstel van M. Ghysselinckx. Do liberale
leden spraken ons van eene belasting op het
globale inkomen.
Ook dit belastingstelsel is onderhevig aan
scherpe critiek. Het is geen nieuwe uitvin
ding Het bestaat zoolang als de wereld, en
heeft den geest geprikkeld van alle econo
misten, in allo landen.
Krachtens onze wetgeving overigens
schijnt zulkdanige belasting, als nieuwe af
zonderlijke belasting, naast de bestaande
stelsels die ook het inkomen freden, niet
ontvankelijk of wettig te zijn. Overigens
het zou moeten in verhand gebracht worden
met gansch ons bestaande fiscaal stelsel, en
dat is niet gemakkelijk.
Wij zijn nochtans bereid elk stelsel, dat
ons zal voorgelegd worden, rechtzinnig te
onderzoeken, mits het recht het vrij te mo
gen crilikeeren.
En ik verzeker u, aan critiek zal het niet
ontbreken, want het vraagstuk is zeer inge
wikkeld en veelzijdig,
M. De Blieck. Inderdaad, zulk stelsel
is zeer lastig.
M. Daens. Een andere Kamer, die
komen zal, zal dat oplossen.
M; Bosteels. Juist, M. Daens, op dat
punt moest ik u hebben, en ik verwachtte u
daar.
Ah M. Daens, gij stelt uw verwachting
op eene andere Volkskamer, op een antikle
rikale meerderheid. Maar het wil nu juist
zoo, dat die antiklerikale meerderheid nu
wel dat programma niet aankleeft, on het
nu juist niet in haar schild voert, verbete
ringen aan te brengen in ons belastingstel
sel Integendeel, dat zal de minste harer
bekommeringen zijn Gij weet het heel wel,
gij hebt bet honderde malen met uwe eigene
ooren geboord in de Kamers zelve die
nieuwe Kamer die gij verwacht,zal de volks
belangen verw aarloozen, en er enkel op uit
zijn een politiek te voeren van anliclerica-
lismo tegen ons, tegen de katholieke bevol
king, legen onze openbare vrijheden.
M. Ghysselinckx mommelt iels en grim
lacht.
M. Bosteels gaat in zijn krachtige bewijs
voering voort M. Ghysselinckx schijnt te
glimlachen en gansch do groene linkerzijde
met hem omdat ik hier de daensisten partij
aanklaag voor den verraderlijke rol die zij
speelt in de antiklerikale politiek, en omdat
ik hier melding maak van het gevaar dat ons
als christenen burgers bedreigt, in onze
heiligste belangen, in onze politi'ke en gods
dienstige vrijheden. Ik beklaag u M. Ghys
selinckx, omdat gij zoo licht omspringt met
de zware verantwoordelijkheid die gij en
gansch uw partij öiensaangaande over uwe
gewetens haalt.
M. Ghysselinkx. -t- Gij hebt geen recht
daarvan te spreken.
M. Bosteels. De waarheid heeft altijd
haar recht en voelt ge u geraakt, 'tis een
lig wijs dat het waarheid is. Ik h«D overigens
wel het recht aan të toon en welken rol uwe
partij speelt op dit gewichtig oogenblik, en
ik hoop dat anderen, meer dan gij en dan
M. Daens, hun verantwoordelijkheid zullen
inzien Ik toonde u dus aan dat eeno ver
andering van meerderheid ons geen beter
belastingstelsel zal bezorgen.
M. Daens. De volksmacht zal dat doen.
M. Bosteels. De volksmacht Het too-
verwoord is daar De bouquet der droomen
van M. Daens. Ik verwachte het. Eene ge
zonde redelijke volksmacht is eerbiedwaar-
dig.
Maar eene volksmacht zooals zij verstaan
wordt dooru en die uitkomt op volksmennerij
en op volksopruiïng, is een gevaarlijke zaak
en leidt dikwijls tot de ontbinding der volks
kracht of tot dwingelandij. Ovorigens, wij
beleven reeds eene crisis van het parlemen
tarisme, en de volksmacht geleid door de
socialisten, en liunno liberale bondgenooten
en door daensisten, beeft heel wat anders te
verrichten dan ernstige belastingstelsels be-
studeeren.
Daarvoor zal zij geen lust of geen tijd
hebben do gewetensvolle studie, het gron
dig onderzoek van een belastingstelsel, is
immers te ondankbaar en heeft niets aanlok
kend voor de aanbidders der volksmacht en
der volks vleierij.
Do burgers die bezorgdheid hebben voor
eerrdegelijk staatsbestuur, en voor do waro
bestuurlijke belangen van land en stad, kun
nen niet anders, dan een dergelijk geleidde
en bezielde volksmacht met verontrusting
zien opkomen.
In afwachting, wend ik mij tot het schepen
college en tot mijne katholieke collega's, en
terwijl de daensisten uit kleingeestig kies-
bejach en om eenige ongelukkige stemmen
op te visschen bij misnoegde burgers, dio uit
piichtvergctenbeid in opstand komen logen
liet voorzien in de noodwendigheden onzer
zieken en behoeftigen vraag ik hun aan
onze stadsdiensten en aan de noodlijdenden
onzer stad de verzekering te geven dat zij aan
hunne plichten niet zullen te kort blijven,
bun do noodigo middelen niet zullen w eige
ren, maar met overtuiging en waardigheid
hun plicht van stadsbestuurders volkomen
zullen kwijten. (Beweging in de zaal. Toej.)
Dio schitterende inprovisatie maakte den
diepsten indruk op den raad en op de ver
gadering; do daensisten en bijzonder M.
Ghysselinckx in 't nauw gebracht door de
verhevene en sierlijke taal en door de tref
fende en strenge redeneering van den mee-
slependen spreker, stonden als verbijsterd
en machteloos onder do striemende slagen
die hun toegediend werden. 7ij hebben een
halve uur lang water en bloed gezwikt, en
men vond ze bijna niet meer zitten op hunne
bank I
M. Giiysselynck. Als er bier legen ons
een woord wordt gezegd dat niet past, dat
gaan wij voorbij, maar, als men zegt dat wij
ongodsdienstig zijn, dan gevoelen wij ons
geraakt lot in het diepste van ons kristen
gevoelen. Met de moedermelk hebben wij
het katholiek geloof ingezwolgen, en alle
dagen herinneren wij ons boe wij ons als
kristene menschen moeten gedragen.
M. DeWindt. Maakt gij ook al verschil
tusschen de kristene vloeken en de onkris-
tene vloeken. (Daar straalt de godsdienst
haat in door, en het is met zulke mannen
dat de daensisten één zeel spannen).
M. Ghysselinckx. Alle wérken die wij
doen, beginnen wij met een kruisteeken.
M. Bosteels. Hebt gij ook een kruis
teeken gemaakt als gij voor do liberalen en
de socialisten in do slembus gingt stemmen
En in uwe belooging te Brussel tegen de
katholieke scholen? Spreekt van uw politieke
daden.
M. Ghysselinckx. Waarom zijn wij nu
in eens zoo slecht geworden? Omdat wij uwe
politiek niet volgen. Doch., mijne Heeren ge
looft ons, wij zijn nog altijd dezelfde kriste
nen gebleven van vroeger.
M. De Somer. Zegt dat aan de anderen!
(Ja, en aan de Vrije Klok die schrijft dat zij
strijdt tegen de katholieken, uit haat en
wraak; heel kristelijk.-Is't niet?)
M. Ghysselinckx. In Kortrijk, in Turn
hout, in 't ICempenland, ziet eens hoe de
socialisten er zijn vooruitgegaan.
M. Bosteels. Maar dat is de sehuld
uwer partij. Gij zijt de voorloopers, gij zijt
de baanbrekers geweest van het socialisme
in Vlaanderen. (Daar weten zij niets op
't antwoorden).
M. Gysselinckx. Ja, ik ben op dit ge
bied even stijfhoofdig als Daens zelve; ik heb
mijne verantwoordelijkheid gewikt en ge
wogen, en ik zal op mijn sterfbed niet be
vreesd zijn, te belmoren tot de kristene
volkspartij.
Rechts. Spreekt daar niet over, M.
Ghysselinckx; op hun sterfbed hebben er nog
andere mannen anders gesproken. Vergeet
hel niet
M. Daens. Als ik dat allemaal hoor,
dan sta ik te schudden en to beven (ge hoort
het, de komediant is in zijn spel) Ik ben be
nauwd en bevreesd. Voor de kiezingen waren
wij heiligen.
M. Bosteels. Wié heeft en waar is dat
gezegd dat gij heiligen zijt (Er komt geen
antwoord.)
Nu worden wij in de Volksstem ver
doemd. (De liberalen lachen.) (De demokra-
ten zijn toch vieze kristenen, dio ai tij cl zoo
in den sthaak redeneeren van de goddelooze
partijen. Vindt g'hot niet, beste lezer
M. Daens. Nog iets wpet gij heeren,
dat me,er dan de hell't vr.n den katholieken
werkmanskring voor ons gestemd hebben.
Meer dqn de helft..Zij gpan bij u 5 of 6 pin
ten drinken, maar onder tusschen pinken zij
eens tegen oiis. (Ziedaar wel een grove be-
lëediging op hot adres van onze dappere
katholieke werklieden. Doch M. Daens mag
iedereen beleedigen.)
M. Bosteels. Waar haalt g'het recht
te zeggen en to beweren, dat die voor u ge
stemd hebben
M. Daens. De Messias heeft gesproken.
(Wat antwoord En dat voor een volksver
tegenwoordiger
M. Bosteels. Gij staat boven den Mes
sias en boven de profeten (Goed gelapt
M.Daens. Mgr.deHallez heeft gezegd:
ons volk kan geen valschheid verdragen of
het wordt rood van verontwaardiging.
M. Bosteels. Eerst groen en dan rood
M. Daens. Het groen is de kleur der
hoop (van het socialisme
Hij geeft de middelen om de uitgaven te
dekken.
M. Daens. De kristene volksmacht zal
die middelen geven. Ik weet het, gij kunt
die niet geven. Gij hebt de macht niet.
Nu zeevert hij over de gaz en beweert dat
Lokeren, waar zijn goede vriend M. Raem-
dunck, dat nochtans een lievig© katholiek is,
burgemeester is, dat Lokeren jaarlijks 38 a
40,000 fr. wint.
Wij zouden dat hier ook winnen. Daarbij
de gaz is er goedkooper dan hier.
M. Moyersoen. De gaz is er duurder
M. De Blieck. (Op spottenden toon.)
Maar, M Moyersoen, ge moogt mijnheer
Petrus Daens niet leugenachtig maken. Ge
moogt hem niet leugenachtig maken.
M. Daens. De regie brengt zuivere
winst in de kas.
M. de Burgemeester. Ja, de meier van
Elbeuf bad ook den kop zot van stadsregiën.
Hij was er pas mede begonnen, of hij zal
zoodanig in den embrasdat hij er niet meer
uit ken en zich een kogel door het houfd
heeft geschoten. (Daarop weeral geen ant
woord.)
M. Daens. M. Moyersoen heeft talrijke
kleine steden aangehaald waar vroeger de
regio bestond, maar waar ze nu afgeschaft is.
Waarom Dat moeken wij niet
onderzoeken
M. Bosteels. Ah M. Daens, dat moet
ge niet onderzoeken. Zulke onwetendheid en
zulke schuldige onbezorgdheid is ongeloof
lijk Het i3 een ongehoorde taal
M. Moyersoen. Wat belieft er u,
M. Daens, ge moet den toestand niet onder
zoeken, wanneer men er geld verliest Deze
steden hadden de regie, maar juist opdat het
hun niet beviel en niet voldeed, daarom
zagen zij er van af, en nu hebben zij hel
hontraht van Aalst aangenomen.
Wat Lokeren betreft, ik beu in de beste
betrekkingen mot mijnen vriend "Raemdonck.
Ik zal hem de omstandige cijfers vragen.
Men heeft 40,000 fr. gewonnen te Lokeren,
zegt M. Daens. Is de delving daarin
begrepen (geen antwoord). Hoeveel is
er voorzien voor de uitbreiding. (M. Daens
slaat beide armen omhoog; dat is alle ant
woord). Ik heb de cijfers van 1908 hier ge
vonden en die gaven aan Lokeren enkel
0 a 7000 fr. winst. En nochtans Lokeren is
wel de beste regie die ik ken. Brussel heeft
reeds 40 millioen in de regie gestoken en
zeer bevoegde personen hebben mij verklaard
dat de delvingen veel te klein zijn. Dat kan
hen lot een zeer gevaarlijken en neteligen
toestand brengen.
M. Bosteels. Maar dat moet allemaal
niet onderzocht worden. Het is veel boter en
veel gemakkelijker maar te droomen en
schoono beelden voor do oogen te spiegelen!
M. Daens. Aalst is zoo slim als Loke
ren en kan dat ook doen.
(Men zoo evengoed kunnen zeggen, Aalst,
is niet slimmer als Elbeuf, Bergen en an
dere sleden).
M. Daens. Dan waren we Je meesters
van de gaz. Nu zijn wij de knechten.
Ik ben het volkomen eens met M. Bosteels
dat erin de stad noodzakelijk rond de tram
lijnen moet gewerkt worden. Ik heb mij
reeds desaangaande met den Heer Bestuur
der van den tram, in onderhandelingen ge
steld deze Heer beeft me geschreven dat er
aan mijne vraag zal voldaan worden, en
reeds aan de tramlijn op den Dam heeft men
do herstellingswerken aan de kalseide aan
gevangen.
Ik ben ook ingelicht aangaando den toe
stand van de Ledebaan deze hoop ik te zul
len kunnen verbeteren, alsook vele andere
wegenissen van Schaarbeek met de kasseien
die zullen voortkomen van den Gentschen
steenweg, die gansch gaat vernieuwd wor
den.
Mijnheer Bosteels treedt ook het voorstel
bij van den Heer de Betlmne, voor wat be
trof t de schoone gevels der monumentale
gebouwen. Het voorstel zal in aanmerking
genomen worden. Ik moet echter zeggen dat
de stad in deze kwestie reeds handelend is
opgetreden inderdaad, bijlagen zijn toege
kend geworden voor het herstellen van de
gevels van den katholieken kring, van een
huis aan St Martenskerk en van het lokaal
der Democraten. Wij verwachten nog altijd
de plans voor den gevel van het lokaal der
liberale associatie, dewelke den Heer De
Windt ons beloofd heeft, (gelach).
M. De Windt. Wij hebben geen geld
in kas
M. De Wolf. Voor wat de uitstallin
gen betreft deelen wij volkomen de zinswijze
van den Heer Bosteels, en het is alsof 'hij
dezen morgén de beraadslagingen van' het
schepencollege had afgeluisterd, want deze
kwestie hebben Wij juist van morgen bespro
ken. Ui hoop dat'ér in den loop der maand
Juli a. s. eene prijskamp voor do schoonste
uitstallingen alhier zal kunnen ingericht
worden.
M. Van den Berghe. De breede weg-
ligt ook slecht.
M. Eeman. Over vijf en twintig jaar
was hij nog wat gekasseid.
M. De Wolf. Het is inderdaad zooals
den heer Van den Berghe zegt de breedo weg
is in slechten toestand, en bijzonderlijk de
'zijdekanten. De waterloopen heb ik reeds
doen kuischen. Het is echter onmogelijk in
den winter aan de zijdekanten te werken.
Het schepencollege zal do zaak zeker niet
uit l.et oog verliezen en in den loop van den
aanstaanden zomer de noodige herstellings
werken doen verrichten.
M. De Naeyer.Mijnheeren, ik wensch
een woord bij te voegen bij hetgeen hier
reeds gezegd is wegens de gazuitbaling door
de stad, het is te zeggen over de regie.
Ik heb geen deel genomen aan de bespre
kingen, welke de vergunning der stadsver-
lioliting aan eeno maatschappij schonk, aan
gezien ik opdat oogenblik nog niet tot den
gemeonteraad behoorde. Doch ik heb sedert
dien naar alle besprekingen geluisterd en ik
heb zorgvuldig alles gelezen wat daaromtrent
is geschreven geweest en ik moet bekennen
dat ik langs om meer overtuigd ben dat ons
gemeentebestuur wijs heeft gehandeld met
de gazverlichling aan eene maatschappij
over le laten.
Do heer Moyersoen komt de voorbeelden
aan te halen der steden Dendermonde, St-
Nikolaas, Wetteren en Lier die de
•egie hebben verlaton om het kontrakt van
.\alst aan te nemen. Do handelwijze dez«r
besturen moet ons ten z< kers-te aanduiden
dat de regio niet zoo voordeelig is als onze
tegenstrevers het boweeron en ons de ver
zekering geven dat het kontrakt van Aalst
goed is.
De heeren De Windt en Daens worpen
ons het voorbeeld op van Lokeren. De heer
Moyersoen zegt met reden dat Lokeren eene
zeldzame uitzondering is.
Maar ik wil de gesehiedenis verhalen van
de gazverlichling van Elboeuf iu regie door
de stad.
Ik vind die geschiedenis in La Réforme
Economiquh onder do handteekening van
M. Jules Domoruo, lid van den Hoogen
Raad van Handel en Nijverheid, lid van den
Hoogen Raad van Landbouw, algemene
schrijver der maatschappij van Nationale
politieke Huishoudkunde van Frankrijk en
bestuurder vau bovengenoemd tijdschrift.
Over omtrent zes maanden, vatte M. Mou-
chet, socialist-republikein, volksvertegen
woordiger en meier van Elboeuf, het gedacht
op het geluk zijner medeburgers te bewer
ken door zich te gelasten, of liever door het
gemeentebestuur te gelasten, de gazver
lichling te leveren aan de inwoners der stad.
Dit was niet omdat de inwoners van Elboeuf
do gazverliehting niet hadden, maar het was
omdat de gaz geleverd Werd door eene
maatschappij, samengesteld uit afschuwe
lijke kapitalisten, uitbuiters van het volk en
omdat bijgevolg die maatschappij schitte
rende zaken deed.
Waarom zou de gemeente do maatschappij
niet vervangen en waarom zou ze zelfs geene
betere zaken maken dan de maatschappij,
aangezien zulks was verkondigd, zooniet
bewezen, door de socialistische grondbe
ginselen
Ook mocht men rekenen dat de gazver-
bruikers een beter gaz zouden genieten en
het min duur betalen. (Gelijk le Aalst!)
Juist kwam bet kontrakt met de gazmaat-
schappij ten einde te loopen. Hel was vol
doende het kontrakt niet meer le vernieuwen
en zich vastberaden aan het werk te stellen.
Door den meier medegesleept, was de ge
meenteraad eenpariglijk t'aceoord.
Doch van het begin af werd eene gewich
tige vraag gesteld. Zal men de beslaande
gazusine koopen met bet bestaande mate
rieel
Dat wou men niet. Men moest voor de ge
meentelijke uitbating eene nieuwe inrichting
hebben ultra-moderne, zooals de vooruitgang
zulks vereisebt.
Het ontbrak er niet aan ingenieurs en on
dernemers om zulks aan den meier wijs le
maken. Men maakte de plannen op eenor
nieuwe gasfabriek en men dreef het vooruit
zicht zelfs zoo verre, dat men liet fabriek op
bouwde aan de boorden der Seine, ten einde
eene besparing op bet vervoer te verwezent-
1 ij ken.
Men had nochtans deze teleurstelling dat
dat de. usine niet ten behoorlijken tijde was
voltrokken. Daarbij nog was ze klein. Men
moest tot fortuin inrichtingen overgaan.Ver
ders hadden do ingenieur het gereedschap
zoo wel verbeterd, dat do gas slecht was en
dat de meeste verbruikers zich verhaasten
aan het gaslicht te verzaken. Het was genoeg
voor die verbruikers te bestatigen, dat nooit
de stad zoo slecht verlicht was geweest en
zoo onregelmatig vóór het aansteken en voor
het uitdooven der bekken.
De oorzaak van dit'alles werd vastgesteld
door een orfieiëel verslag, voorgelezen aan
den municipalen raad.
Het schijnt, zoo luidt het verslag, dat
sqmmigen onzer werklieden en bedienden,
veel min hunne plichten verstaair, wan-
neer ze werken vooreen openbaar bestuur,
'tis te zeggen, voor iedereen, dan wanneer
ze werken voor een bijzondere'
De woorden -het schijntkenmerkt bij
den den verslaggever eene zekere blindheid.
Het zou hem voldoende geweest zijn van zich
in te lichten om tewetetekomendat het er ook
zoo toegaat in de arsenalen van het seeioezen
en in al de nijverheidsondernemingen gemo
nopoliseerd door de Staat. Men werkt er min
dan in de private ondernemingen,men brengt
er min voort en men maakt erslechterwerk.
Dit zijn gekende feilen en daarbij dit is zeer
natuurlijk. Zooals de Industriel EIboevien»
een lokaal blad,het zeer wel doet opmerken,
vloeit deze ontoereikendheid voort uit het
feit dat een bijzondere zich toelegt in alle
omstandigheden zijne belangen te vrijwaren,
le waken op het strikt evenwicht van zijne
begrooting oti een streng controol uit te
oefenen op al de diensten der onderneming.
In een openbaar bestuur zijn de zaken niet
gansch zoo gelogen. Hier zijn fonction-
narissen van allen graad, die zich meest be
kommeren met hunne jaarwedde te verdie
nen, zoo gemakkelijk mogelijk, meest letten
de op de uitbuiting der reglementen ten
hunnen voordeele.
Langs den andoren kant kunnen de recht-
streeksche uitbatingen in regie,nooit in. eenen
handelsgeest bestuurd worden, al ware het
maar voor de hierbovenstaaande redens. Men
ziet het klaar in het geval van Elhieuf. De
algemeene kosten waren belast met nulte-
looze uitgaven deaankoopen w erden gedaan
ten allen tijde, zonder zich te bekommeren
liet voordeeligste oogenblik vast grijpende.
Men dierf de ondernemers niet aanvallen,
die hunne verbintenissen veel le verre uit
rekten. Verder nog was het personeel niet
gedisciplineerd, zooals T behoort in een be
stuur dat odrecht socialist is.
Binnen de zes fnaanden, werden de inge-
niers driemaal vernieuwd en wellicht* ware
het overdreven van aan die ingenieurs eenig
verwijt te doen, aangezien men hun nog den
tijd niet overliet hun maleraal te kennen.
Prahtischen uitslag. Op zes maanden,
deficit van 65.000 fr, die op het einde van het
dienstjaar tot 250.000 fr. zal beloopen. En
de meier deed aan een dagbladschrijver van
de Matin de volgende beteekenisvolle
bekentenis. Ik weet niet juist zegdo hij, hoe
verre wij staan en nog veel min hoe verre
wij zullen komen.
Is het niet gansch stichtend
De heer burgemeester komt ons daareven
mede te deelen dat sedertdien de socialis
tische meier van Elboeuf zich heeft ge/.elf-
moord ormlat hij de stadsfinanciën door zijne
gazregie gansch in deficit had gebracht en er
een oprechte warrebuel bad van gemaakt.
M. De Windt. 1Dat moet ne slimmerik
geweest zijn.