De kleine misdienaar. VERVALLEN GROOTHEID. ROSA VAN CERCLLLE Landbouwbelangen Een liberale kandidaat te Brussel. FEESTWIJZER LICHTBEELDEN EN ZANG DE VOLKSSTEM 31 MAART EN 1 APRIL 1912. 1888 «MM. Janson en Féron, de Brus- aelsche liberalen zullen nooit vergeten, •nooit, hoort gij dat het is aan u alleen dat zij hunnen val schuldig zijn van 19 Juni 1888, en zij zullen het u doen zien veel vroe ^er dan gij het \v< 1 denkt. Gij hebt u laten bedriegen met de hoop dat onze val ons ging bewijzen dat gij ons onmisbaar zijt Bedriegt u Zij heeft ons bewezen dat 'het voor om onmisbaar is, ons van u te ont maken. Wij zullen deze liberale tegensprekers zich laten schikken onder malkander, om de- .genen aan te duiden die de anderen bekeerd hebben, maar indien het land betrouwen had ,911 de behoudsgezindheid van M. Janson, zou Let zijn misstap duur en vroeg betalen. Klaarder om. klaarder wordt het woord tan onzen eersten koning Leopold I «De liberale partij is eene zandbank». Ongelukkig diegenen die de toekomst van het land willen vestigen op die' zandbank Een kleine blonden koorknaap, Ontsteld en aangedaan, Kwam uit de mis des morgens, Te huis, bij moeder aan. Nooit moeder, sprak hij weenend, Met sidderend gebaar, Nooit dien ik pater Petrus, De mis nog aan "t altaar. Maar kindlief, sprak de moeder. Zeg mij wat vreest ge dan, Die goede pater Petrus, Is zulk een heilig man. Men zegt dat somtijds EnglenJ In hagelblank gewaad, Romdom den pater zweven, Als hij aan 't altaar staat. Ach moeder, moest gij weten, Sprak 't kind met droeve stem, Eersl was hij braaf en heilig, Ik hield zóóveel yan hem. Maar hoor, wat ik dees morgen. Met eigen oogen zag Ik zag, een schoon klein kindje, Dat op den autaar lag. En pater Petrus lachto, Het schoone kindje toe, En ook het kindje lachto, ai Zoo lief en hlij moer ie 40 Btm (I 1 Hij bracht het aar. zijn lippen, Enboog. sich diepe neer, ni En k' zag.Let lieve kindje, 1 Voor hem op 't altaar lïoer. Ik ben zoo hang ge.worden, Nu, moeder, nu ik weet, Hoe dat die pater Petrus, Do kleine kindren eet. Laat moeder me hier maar blijven, Want als ik hem nog dien, Ach moeder, 't is te vrcezen, Dun sterf ik ook misschien Do moeder stond bewogen, En drukte haar kind aan 't hart, Ach kindlief, sprak zij weenend, Verban die bange smart. Dit lieve kind was Jezus, Ons heiige zielenspijs, Eens zult ge Hem ook ontvangen Wees dus steeds braaf en wijs. Zondag- mengelwerk. 12® Vervolg. Gij hebt gelijk, mama ik moet dus wel tot morgen wachten, maar ik wil er ook des te beter uitzien. Ik strik mijne voile op mijn hofd en doe mijnen groenen mantel aan. Hoe gelukkig dat papa tot eene plaats in de groote kajuit besloten heeftik zCu het van vreugde bijna hebben kunnen uitgillen, toen hij daar van sprak. Lieve Amalia, gij gaaft zoo even uwe vrees te kennen, dat papa door iemand, die voorbijging, mocht gehoord worden sprak de moeder, en zag hare lievelinge met eene uitdrukking van goedhartig verwijt aan. Vergeef my, lieve mama hernam Ama lia. Zij legde den kam uit hare hand, streek de weelderige haarvlechten naar achteren en boog zich over de hand harer moeder, om die hartelijk te kussen, terwijl zij halflachend fluisterde Papa is ook wat heel driftigmaar ik weet hem zoo goed te vatten, dat hij bijna nooit boos op mij wordt. Ja, kind, gij leert bijtijds de moeilijke kunst om met een lachend gelaat uwe smart te verbergen. Ik heb haar al sedert vele jaren bestudeerd maar gij moogt u gelukkig noe men, dat de natuur u een opgeruimd gestel gegeven heeft, dat zich niets al te zwaar aan trekt. Ware het anders, dan had ik nog meer reden tot verdrietwant dan zoudt gy ver kwijnen onder de huiselijke onaangenaam heden, over welke gy u thans met een luchtig bart heenzet. Werkzaamheden der maand April. 1. De landbouwers die tot*heden geene haver gezaaid hebben, zullen niet aarzelen de handen aan 't werk le slaan. Zij zullen op den omgeploegden grond 400 kgr. superfos faat strooiën, 150 kgr. zwavelzuur potasch en 200 kgr zwavelzuy/ ammoniak vóór het zaaien worden deze meststoffen zorgvuldig met de eg ingewerkt. 2. Tijdens deze maand worden om zoo te spreken, bijna al de aardappels geplant. Men verwaarlooze niet eene goede keus te doen van veelopbrengende soorten van goede hoe danigheid als Kriiger, Industrie, Eigen- hoimer enz, Als bemesting zal men, benevens stalmest, per hectare 500 kgr superfosfaat gebruiken, 200 kgr. zwavelzure potasch en 300 kgr. zwavelzuur ammoniak. Deze scheikundige meststoffen zal men, vóór het planten, regelmatig uitstrooiën en met de eg diep inwerken. 3. Voeder- en suikerbeeten zijn ware roof- planlen. Derhalve is het noodig, zoo men loonende opbrengsten wil bekomen, eene doelmatige bemosling aan te wenden. Wij raden dusvolgena delandhouwers aan, per hectare te gebruiken 700 kgr. superfos faat, 200 kgr. zwavelzure potasch en 400 kgr. zwavelzuur ammoniak. Men zal al deze vetten op den omgeploeg den akker strooiën en zorgvuldig, vóór het planten, met de eg onderwerken. 4. De hep is insgelijks eene uitputtende plant, die zich daarenboven sterk ontwikkelt. Daaruit volgt dat er hier ook voor veel en doelmatig voedsel moet gezorgd worden. Benevens stalmest die liefst vóór den winter ingeploegd wordt, geve men daaren boven per hectare 500 kgr. superfosfaat, 200 kgr. zwavelzure potasch en 250 kgr. zwavelzuur ammoniak. Deze meststoffen~worden ten spoedigste mogelijk aangewend en met de eg ingewerkt. 5. Do verstandige landbouwer zal ook niet nalaten zijnen vlasakker met oordeel en overleg te bemesten. Wie bij deze teelt wil gelukken raden wij aan per hectare 400 kgr. superfosfaat, 200 Icgr. zwavelzure potaseh en 200 kgT. zwavel zuur ainmomak .te gebruiken. Namedging strooi© men deze. .meststoffen op het omge ploegde veld, jyi dekke zorgvuldig en mqt dc eg, vóór hel zaaien. r;-r1 jWTLL-y. De bespreking der verschillende budgetten van koloniën is geëindigd in het Senaat en men heeft er verschillende redenaars hooren terugkomen op de voorvallen van het proces der Koninklijke erfenis, en do geschiedenis der 30 millioen. Men veinst niet te weten dat het geen 30 millioen. zijn die gaan inko men in de kas van de kolonie, maar meer dan ZESTIG Maar een meer treffend feit en dat toont hoeveel al deze uitvallen uitsluitelijk gedaan worden met het naderen der kiezingen is wel Denk niet, mama, dat ik ze geheel over het hoofd zie en er het gewicht niet van ge voel het is mij maar gelukt als ik het zoo eens zeggen mag mij met papa's karakter en luimen gemeenzaam te maken, en ik heb opgemerkt, dat niets hem zoo zeer verdriet dan tranen. Daarom schrei ik ook nooit in zijne tegenwoordigheid, al doet ook hetgeen hij zegt mij nog zoo zeer. Slechts wanneer ik alleen ben.laat ik aan myne tranen den vrijen loop. En die tranen verbergt gij zelfs voor mij vroeg de moeder, terwijl zij Arnalia's hoofd oprichtte. Hebt gij niet aan uwe eigene tranen genoeg Met eene onbeschrijfelijke uitdruk king van teederheid staarde Amalia hare moeder in de vochtige oogen vervolgens ech ter als ware het verkeerd, zich langer met zulke smartelijke denkbeelden bezig te hou den sprong zij overeind, om voor den spie gel heur haar te strengelen en hare lokken in orde te brengen. Mevrouw von Dressen stond mede op, en terwijl zy de bagaadje overzag en alle dingen zoo plaatste, dat ze het minst hinderden, wierp zij van tijd tot tijd eenen vergenoegden blik op het aanminnige gelaat van hare dochter, dat met dè frissche rozen der jeugd versierd was. Schooner wenkbauwen dan die van Amalia kon men niet verlangen. Donkerbruin, even als heur haar, en keurig gevormd welfden zich de fijne bogen over hare oogleden, welke zelfs nedergeslageniets van die lieftallige uitdrukking verrieden, die in de heldere ge- starnten daaronder woonde. Maar helaas eene frissche kleur en schoone oogen zijn niet voldoende. Er behoort meer toe om schoon te zijn, dan enkele verstrooide schoone gedeel- datgene die zich komt voor te doen in de Liguo libérale van Brussel. Na het Gouvernement te hebben bespuwd en uitgejouwd tijdens de voorvallen van het koninklijke erfenisproces, wie is het dan dat de Brusselsche liberalen komen te kiezen in hoedanigheid van eersten plaatsvervanger van hunne lijst M. Eugeen Hanssens, waarvan M. Hy- mans de kandidatuur met hardnekkigheid heeft verdedigd. Welnu, M. Eugeen Hans sens is verbergen wij het aangezicht de advohaat van het Gouvernement in het honinhlijkproces! Het is hij die houdt staan en niet zonder overtuiging, en in al zijne kleinigheden, het stelsel der klerikale mi- nisteriën, die al de linkerzijden heeft doen huilen, groote en kleine, en doctrinairs, zoo wel als socialisten De advokaat van het Gouvernement in het proces van de koninklijke nalatenschap kandidaat der Brusselsche liberalen Zijn er toch schooner comedianten dan de liberalen 4® Vervolg. Vier jaren vervlogen, en Roza was er zeventien. O hoe was die lijd in vrede door gebracht Elk jaar scheen gelukkiger dan liet vorige, want in 't voorbijsnellen had elk van hen kostelijk herinneringen achterge laten. RozJ was groot; geworden, doch niet bovenmate, en- zij was schoon als de bloem wier naam zij droeg. Te dien tijde stierf des smids vader, na eene kortstondige ziekte. De arme oude grootmoeder, nu weduwe, bevond zich alleen want al hare andere kinderen woonden op eenen groolen afstand, Ambroise verzocht.haar met hem te komen wonen maar de oude vrouw weigerde. Zij was een te oude stam, zegde zij, om verplant te worden, en zij wilde sterven, waar haar echtgenoot gestorven was. Nochtans eischte haar toestand eene gedurige zorg. De twee woonsten stonden op kleinen afstand van elkander, omtrent tien minuten loopens, en zoo kon Joanna de oude vrouw menigmaal daags bezqeken. Maar kon zij des nachts alleen zijn, of aan de zorg toever trouwd worden eener vreemde vrouw, welke zou geslapen en hare plichten Verzuimd heb ben Déze moeilijkheid word weldra wogge- nomen. Roza had bet gesprek l^aier. ouders afgeluisterd, en zij zegde hun eenvoudig-, :dóch irfePberadéfibeid - - o j Lieve vader, wees niet bekommerd over grootmoeder fikttal £ij haar-gaan wo nen en haar oppassen. De smid wist niet, Svat antwoorden hij aarzelde tusschen de liefde, die hij zijner oude moeder, en de genegenheid, die hij zijn kind toedroeg. Johahna vreesde dat Roza niet sterk genoeg waswant ofschoon boter dan vier jaren vroeger, zag men nog de ziek teverschijnselen, die hare moeder met onrust vervulden... Doch Roza lachte met hare vrees, en ge lukte er in haren vader te overtuigen, dat geene andere schikking beter kon wezen. De ouders stemden toe, hoewel tegen dank en Roza begaf zich bij'hare grootmoeder. De arme oude vrouw weende van vreugde, toen zij vernam dat Roza bij haar kwam wonen. ten en om aan de waarheid hulde te doen moeten wij bekennen, dat onze heldin nog veel ontbrakom schoon te kunnen heeten, vooral in het oog der dames. Immers was de neus niet te klein, en evenmin romoinsch als grieksch het voorhoofd niet te laag, de kin niet te weinig gerond En de mond, nu, die kon ér nog door, maar de lippen, hoewel frisch en rood, waren toch in allen gevalle te dun. Wat de tanden betreft die had men wel witter gezien en met parel- n kmuen ze in het geheel niet vergeleken worden. Bovendien was Amalia klein van gestalte, en hoewel zij voor het overige welgemaakt en bevallig in al hare bewegingen was, zoo ont brak haar toch dat indrukwekkende in de houding, wat aan rijzige figuten doorgaans eigen is doch aan bevalligheid, geest en leven haperde het haar niet. Wanneer men haar recht in de vroolijke, bezielde oogen staarde, was men niet in staat te beslissen, of daarin een diep, warm gevoel, of eene uit drukking van schalkachtigheid do bovenhand had althans zo verwisselden zoo dikwijls van uitdrukking, dat, terwijl men zich gereed maakte om de eene te ontcijferen-, deze reeds weder door de andere verdrongen werd. Terwijl Amalia haar kapsel in orde bracht, wandelde de lu f "maht-kolouolmet eene sigaar in den mond, het dek op en neer. In weerwil van de onverschilligheid, die hij meende aan den dag te moeten leggen, wierp hij toch telkens als hij zich omwendde, uit- vorschende blikken op het gezelschap, dat de groene zijbanken had ingenomen naar den groep te oordeelen, die hij voor zich had, scheen hij echter geen uitzicht te hebben om gezelschap te vinden, dat hij voor zich bere kend achtte. Hier vertoonden zich twee ge spierde mannen in grove kleeding, die in een Heeft Ambroise dit voorgesteld vroeg zij aan hare schoondochter. Neen, moeder, het kind zelf heeft er op aangedrongen. En Roza vestigde zich in het klein kamer tje nevens dat haror grootmoeder, ten einde bij de hand *te wezen wanneer er 's nachts iets voorviel. Kom hier, kind, sprak de oude vrouw, nadat Roza haar goed aan den kant geschikt had, en in de gewone zitkamer getreden was; om hier, kind, en laat mij u zeggen dat gij den eenigslen wensch dien ik nog kon doen, volbracht hebt. Maar ik zal geen misbruik maken van uwe genegenheid mijn inzicht is niet, dat gij uwe schoone jeugd hier aan 't ziekbed eener oude vrouw verslijtik zal mij spoeden om welhaast to sterven en u te bevrijden. Och grootmoeder, hoe kunt gij zoo spreken Hoort gij, Ambroise, zij begint mij reeds te berispen. Zij heeft gelijk moeder waarom van sterven spreken 1 God beschikt over ons, mijn zoon wanneer Hij wil, zal ik bereid zijn om tot hem terug te keeren. Nu, Roza, gij zijt hier de meesteres. Mijne hut en al wat er zich in bevindt, behoort u ton. Daar, in dat klein kastje, liggen twee stukken fijn linnen. Gij kunt beginnen met uwe trouwkleederen te maken. Mijne trouwkleederen, grootmoeder? Dat is een goed gedacht, moeder, zegde de smid. Zij is nu zeventien jaren oud, en binnen een jaar of omtrent, moeten wij den ken om haar uit te huwelijken. Niet waar, Roza Het meisje scheen die vraag niet verstaan le hebben, want zij antwoordde enkelijk Ik zal bij grootmoeder blijven, tot wan neer zij sterft, dan zal ik een bruidegom vol gen, dien ik zal kiezen. I)ela3t, dien Roza op zich genomon had, was noch zwaar, noch moeilijk, maar hij eischte groote en veel geduld, want vrouw Duvivier was, zooals alle oude lieden, een weinig knorrig, ofschoon, wij moeten het bekennen, zij daar geen erg in had. Zij begeerde hare kleindochter altijd ge- spraakzaam te zien ook moest zij bekennen welke vreugde het was, haar altoos in hare kamer te hebben. Daarom verliet Roza haar maar ^ainig^ ^Q^genyikXen, daags om Üo frissche lucht te nemen, hetgeen voor haar volkomen noodzakelijk^ was. Wanneer liet schoon wasmat Roza met de oude vrouw in <3ten,tuijn.rf>$ze was nauwe lijks,gqo„()reed als het huisje, aan 't welk 1ij toebehoorde doch hij was.wel opgeschikt. Al de kommer van grootvader was geweest om de groenten en de bloemen op te passen. Eene plaats bijzonderlijk eischte hare bij zondere zorg. Op 't eindo eens parks,tusschen twee dikke booinen, rees eene schoone sleenen koloin, boven welke een O. L. V. beeld prijkte. Rond de voetzuil had Roza hare liefste bloemen geplant, en met hare grootmoeder bracht zij daar op eene bank de Zomernamiddagen door. Gedurende omtrent een half uur las Roza luidop, en wanneer zij bemerkte, dat de oude vrouw in slaap viel, zegde zij hare gebeden, of hield de oogen in diepe overdenking op de Moeder Gods gevestigd. (Wordt voortgezet). druk onderhoüd verdiept waren over de prij zen der granen ginds lag een jong mrnsch, die voor zich alleen eeno geheele bank be sloeg, en om to gemakkelijker té kunnen lezen zijnen regenscherm over zich uitgespan nen had. Dicht bij dezen zaten vier heeren over hun kaartje, en schenen door verdub belden iever te willen inhalen, wat zij gedu rende hunne wandeling door de stad hadden verlet. Iets dichter by den kajuitstrap stond een bleek, mager heer in eenen bruinen jas en een bril met groene glazen op don neus. Hij hield het hoofd bestendig op de borst, en richtte het slechts nu en dan op, om na een bedenkelijk hoesten overboord te spuwen,dat hy waarschijnlijk niet op het dek wilde doen, uit eerbied voor de voeten der dames in zijne nabijheid. Deze dames, drie in getal, droegen geruite schotsche mantels, grijze stoffen lioe- deu, en hadden groene, nooit rustende zonne schermen in de hand. Anders vertoonde zich voor 't oogenblik niets op het dek. Nadat de luitenant-kolonel de stelligste overtuiging verkregen had, dat het volstrekt de moeite niet waard was zich verder met deze lieden in te laten, daalde hij statig den trap weder af, en begaf zich naar de groote kajuit, om de lijstder passagiers door teloopen en eene plaats op de sofa te bekomen. Doch het was alsof hem heden alles moest tegenloopen nergens plaats meer dan in de hangmatten, en tot overmaat van ongeluk louter passagiers, die te aanzienlijk waren, om zich op het heetst van den dag op het dek te vertoonen, een graaf, een baron, de hof raad U.., de kabinets-sekretaris M.., enz. Wat zouden deze heeren wel denken, zoo zij den luitenant-kolonel, kamerheer von Dresen, in eene hangmat onder studenten, voor de Stad en het Arrondissement Aalst. AALST. 31 Maart Prijsbolling met de platte bol, ten lokale der maatschappij De Vrije Bolders bij Dame J. B. Wellekens, In de Groenpoort Geeraardsbergsehestraat, 46,Aalst. Inschrijvingen van heden af. 31 Maart Jaarlijksch Turn-Wapen- en Too- neelfeest, ingericht door de katho lieke Turnkring Steun geeft Moed in de groote zaal van den Kath. Werkmanskring. 29 April om 7 uren. Voordracht met Licht beelden en Zang, over Z. H. den Paus, Rome en het Vaticaan. Ten voordeele van de Ambachtschool. I11 den Kath. Werkmanskring. 19 Mei. Groot Festival voor harmonie, fan faren en zangmaatschappijen, inge richt door de zangmaatschappij De Ware Vlamingen 200 fran ken premiën. LEDE. 31 Maart, om 5 ure in de zaal der Bewaar school. laatste les der Katholieke Vlaamsche Hoogeschooluilbreiding. Voordracht door E. P. Stracke Zang, Tooneel, Muziek. LEEUWERGEM 12 Mei Groote gewestelijke vergadering en betooging van Xaverianen. DENDERHAUTEM Op 1® en 2® Paaschdag zal de tooneelgilde Nihil sine labore een buiten gewoon looneelfeest gegeven ten voordeele der vrije katholieke scho len. Men zal opvoeren in de zaal van 't Gildenhuis, 't blijspel Ge decoreerd en 't prachtig geschied kundig drama in 3 bedrijven Het Kruis Christi WELLE. 7B en 14 April 1912, om 5 ure, groot Concert in 't Klooster, gegeven door de Katholieke Jonge Wacht en de fanfaren Geciliakring MOORSEL. 8 en 14 April. Om 4 ure namiddag. Luister rijk feest, door de Koninklijke Har monie. Benevens eenige goed ge kozen arias en kluchtliederen, zul len opgevoerd worden «Lodewijk van Nevers historisch drama in 3 bedrijv. en ln de War blijspel. N. B. De katholieke Maatschappijen van de Stad en het Arrondissement worden beleefd eer zocht de datum's hunner feesten, zoohaast mogelijk aan 't beheer van onè 'blad mede te deeleii: 5TAO i.9bnög.'o OVER Z. H. den Paus, Rome en het Vaticaan ingericht door 't dagbl. De Volksstem door den E. H. E. Janssens, Pastoor te Lebbeke TEN VOORDEELE VAN DE AMBACHTSCHOOL op Maandag 29 April 1912, om 7 uren. in de zaal van den Kath. Werkmanskring PRIJZEN DER PLAATSEN Voorbehoudene fr. 2,00; 1° Rang fr. 1.50 2e Rang fr. 1,00 3e Rang fr. 0,50. kantoorbedienden, ja misschien onder knech ten gekampeerd zagen Neen, dat is onmogelijk riep de onge lukkige luitenaut-kolonel. Nood breekt wet. Ik ben wel gedwongen,mij in de kleine kajuit naast de machien te laten braden, want aan zijnen naam en stand is men een offer schul dig. Op eene sofa had ik het nog kunnen uit houden, maar in eene hangmat dat gaat niet dat is volstrekt onmogelijk V. DE AANLEIDING TOT DE REIS VAN DEN LUITENANT EN ZIJNE FAMILIE. Daar is eindelijk papa terug riep Amalia nu zullen we toch eindelijk hooren, wat voor nieuws hij ons van het dek mede brengt. Wat papa echter kon mededeelen, was, zooals wij reeds weten, niet van een vervroo- lijkenden aard, en in geenen deele geschikt om Amalia op te beuren nog neerslachtiger werd zij evenwel, toen zy vernam, dat de luitenant-kolonel geene plaats meer in de groote kajuit had kunnen vinden, want daar mede vervloog al hare hoop op rust en gemak. De luitenant-kolonel en kamerheer vod Dressen was geheel uit zijn humeur, de sofa werd weder door hem in pacht genomen. Het is toch verdrietig, op zulk eenen heerlijken Zoiner-acktermiddag hier als in eene kooi opgesloten te zitten, ving Amalia na eenige oogenblikken weder aan. Zoo dik wijls men eene sluis doorvaart, is het, alsof men zich tusschen de sombere müren eener gevangenis bevindt. Ik word stellig ziek, zoe ik niet spoedig naar boven mag gaan, om d« frissche lucht en tevens het schoone uitzicht op de bekoorlyke oevers te genieten. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1912 | | pagina 6