De kleine misdienaar.
VERVALLEN GROOTHEID.
ROSA VAN CERCLLLE
Landbouwbelangen
Een liberale kandidaat te Brussel.
FEESTWIJZER
LICHTBEELDEN EN ZANG
DE VOLKSSTEM
31 MAART EN 1 APRIL 1912.
1888 «MM. Janson en Féron, de Brus-
aelsche liberalen zullen nooit vergeten,
•nooit, hoort gij dat het is aan u alleen
dat zij hunnen val schuldig zijn van 19 Juni
1888, en zij zullen het u doen zien veel vroe
^er dan gij het \v< 1 denkt.
Gij hebt u laten bedriegen met de hoop
dat onze val ons ging bewijzen dat gij ons
onmisbaar zijt
Bedriegt u Zij heeft ons bewezen dat
'het voor om onmisbaar is, ons van u te ont
maken.
Wij zullen deze liberale tegensprekers
zich laten schikken onder malkander, om de-
.genen aan te duiden die de anderen bekeerd
hebben, maar indien het land betrouwen had
,911 de behoudsgezindheid van M. Janson, zou
Let zijn misstap duur en vroeg betalen.
Klaarder om. klaarder wordt het woord
tan onzen eersten koning Leopold I «De
liberale partij is eene zandbank». Ongelukkig
diegenen die de toekomst van het land willen
vestigen op die' zandbank
Een kleine blonden koorknaap,
Ontsteld en aangedaan,
Kwam uit de mis des morgens,
Te huis, bij moeder aan.
Nooit moeder, sprak hij weenend,
Met sidderend gebaar,
Nooit dien ik pater Petrus,
De mis nog aan "t altaar.
Maar kindlief, sprak de moeder.
Zeg mij wat vreest ge dan,
Die goede pater Petrus,
Is zulk een heilig man.
Men zegt dat somtijds EnglenJ
In hagelblank gewaad,
Romdom den pater zweven,
Als hij aan 't altaar staat.
Ach moeder, moest gij weten,
Sprak 't kind met droeve stem,
Eersl was hij braaf en heilig,
Ik hield zóóveel yan hem.
Maar hoor, wat ik dees morgen.
Met eigen oogen zag
Ik zag, een schoon klein kindje,
Dat op den autaar lag.
En pater Petrus lachto,
Het schoone kindje toe,
En ook het kindje lachto,
ai Zoo lief en hlij moer ie
40 Btm (I 1
Hij bracht het aar. zijn lippen,
Enboog. sich diepe neer, ni
En k' zag.Let lieve kindje,
1 Voor hem op 't altaar lïoer.
Ik ben zoo hang ge.worden,
Nu, moeder, nu ik weet,
Hoe dat die pater Petrus,
Do kleine kindren eet.
Laat moeder me hier maar blijven,
Want als ik hem nog dien,
Ach moeder, 't is te vrcezen,
Dun sterf ik ook misschien
Do moeder stond bewogen,
En drukte haar kind aan 't hart,
Ach kindlief, sprak zij weenend,
Verban die bange smart.
Dit lieve kind was Jezus,
Ons heiige zielenspijs,
Eens zult ge Hem ook ontvangen
Wees dus steeds braaf en wijs.
Zondag- mengelwerk.
12® Vervolg.
Gij hebt gelijk, mama ik moet dus wel
tot morgen wachten, maar ik wil er ook des
te beter uitzien. Ik strik mijne voile op mijn
hofd en doe mijnen groenen mantel aan. Hoe
gelukkig dat papa tot eene plaats in de groote
kajuit besloten heeftik zCu het van vreugde
bijna hebben kunnen uitgillen, toen hij daar
van sprak.
Lieve Amalia, gij gaaft zoo even uwe
vrees te kennen, dat papa door iemand, die
voorbijging, mocht gehoord worden sprak
de moeder, en zag hare lievelinge met eene
uitdrukking van goedhartig verwijt aan.
Vergeef my, lieve mama hernam Ama
lia. Zij legde den kam uit hare hand, streek
de weelderige haarvlechten naar achteren en
boog zich over de hand harer moeder, om die
hartelijk te kussen, terwijl zij halflachend
fluisterde Papa is ook wat heel driftigmaar
ik weet hem zoo goed te vatten, dat hij bijna
nooit boos op mij wordt.
Ja, kind, gij leert bijtijds de moeilijke
kunst om met een lachend gelaat uwe smart
te verbergen. Ik heb haar al sedert vele jaren
bestudeerd maar gij moogt u gelukkig noe
men, dat de natuur u een opgeruimd gestel
gegeven heeft, dat zich niets al te zwaar aan
trekt. Ware het anders, dan had ik nog meer
reden tot verdrietwant dan zoudt gy ver
kwijnen onder de huiselijke onaangenaam
heden, over welke gy u thans met een luchtig
bart heenzet.
Werkzaamheden der maand April.
1. De landbouwers die tot*heden geene
haver gezaaid hebben, zullen niet aarzelen
de handen aan 't werk le slaan. Zij zullen op
den omgeploegden grond 400 kgr. superfos
faat strooiën, 150 kgr. zwavelzuur potasch
en 200 kgr zwavelzuy/ ammoniak vóór het
zaaien worden deze meststoffen zorgvuldig
met de eg ingewerkt.
2. Tijdens deze maand worden om zoo te
spreken, bijna al de aardappels geplant. Men
verwaarlooze niet eene goede keus te doen
van veelopbrengende soorten van goede hoe
danigheid als Kriiger, Industrie, Eigen-
hoimer enz,
Als bemesting zal men, benevens stalmest,
per hectare 500 kgr superfosfaat gebruiken,
200 kgr. zwavelzure potasch en 300 kgr.
zwavelzuur ammoniak.
Deze scheikundige meststoffen zal men,
vóór het planten, regelmatig uitstrooiën en
met de eg diep inwerken.
3. Voeder- en suikerbeeten zijn ware roof-
planlen. Derhalve is het noodig, zoo men
loonende opbrengsten wil bekomen, eene
doelmatige bemosling aan te wenden.
Wij raden dusvolgena delandhouwers aan,
per hectare te gebruiken 700 kgr. superfos
faat, 200 kgr. zwavelzure potasch en 400
kgr. zwavelzuur ammoniak.
Men zal al deze vetten op den omgeploeg
den akker strooiën en zorgvuldig, vóór het
planten, met de eg onderwerken.
4. De hep is insgelijks eene uitputtende
plant, die zich daarenboven sterk ontwikkelt.
Daaruit volgt dat er hier ook voor veel en
doelmatig voedsel moet gezorgd worden.
Benevens stalmest die liefst vóór den
winter ingeploegd wordt, geve men daaren
boven per hectare 500 kgr. superfosfaat,
200 kgr. zwavelzure potasch en 250 kgr.
zwavelzuur ammoniak.
Deze meststoffen~worden ten spoedigste
mogelijk aangewend en met de eg ingewerkt.
5. Do verstandige landbouwer zal ook
niet nalaten zijnen vlasakker met oordeel en
overleg te bemesten.
Wie bij deze teelt wil gelukken raden wij
aan per hectare 400 kgr. superfosfaat, 200
Icgr. zwavelzure potaseh en 200 kgT. zwavel
zuur ainmomak .te gebruiken. Namedging
strooi© men deze. .meststoffen op het omge
ploegde veld, jyi dekke zorgvuldig en mqt dc
eg, vóór hel zaaien.
r;-r1 jWTLL-y.
De bespreking der verschillende budgetten
van koloniën is geëindigd in het Senaat en
men heeft er verschillende redenaars hooren
terugkomen op de voorvallen van het proces
der Koninklijke erfenis, en do geschiedenis
der 30 millioen. Men veinst niet te weten
dat het geen 30 millioen. zijn die gaan inko
men in de kas van de kolonie, maar meer dan
ZESTIG
Maar een meer treffend feit en dat toont
hoeveel al deze uitvallen uitsluitelijk gedaan
worden met het naderen der kiezingen is wel
Denk niet, mama, dat ik ze geheel over
het hoofd zie en er het gewicht niet van ge
voel het is mij maar gelukt als ik het zoo
eens zeggen mag mij met papa's karakter
en luimen gemeenzaam te maken, en ik heb
opgemerkt, dat niets hem zoo zeer verdriet
dan tranen. Daarom schrei ik ook nooit in
zijne tegenwoordigheid, al doet ook hetgeen
hij zegt mij nog zoo zeer. Slechts wanneer ik
alleen ben.laat ik aan myne tranen den vrijen
loop.
En die tranen verbergt gij zelfs voor
mij vroeg de moeder, terwijl zij Arnalia's
hoofd oprichtte.
Hebt gij niet aan uwe eigene tranen
genoeg Met eene onbeschrijfelijke uitdruk
king van teederheid staarde Amalia hare
moeder in de vochtige oogen vervolgens ech
ter als ware het verkeerd, zich langer met
zulke smartelijke denkbeelden bezig te hou
den sprong zij overeind, om voor den spie
gel heur haar te strengelen en hare lokken
in orde te brengen.
Mevrouw von Dressen stond mede op, en
terwijl zy de bagaadje overzag en alle dingen
zoo plaatste, dat ze het minst hinderden,
wierp zij van tijd tot tijd eenen vergenoegden
blik op het aanminnige gelaat van hare
dochter, dat met dè frissche rozen der jeugd
versierd was.
Schooner wenkbauwen dan die van Amalia
kon men niet verlangen. Donkerbruin, even
als heur haar, en keurig gevormd welfden
zich de fijne bogen over hare oogleden, welke
zelfs nedergeslageniets van die lieftallige
uitdrukking verrieden, die in de heldere ge-
starnten daaronder woonde. Maar helaas
eene frissche kleur en schoone oogen zijn niet
voldoende. Er behoort meer toe om schoon te
zijn, dan enkele verstrooide schoone gedeel-
datgene die zich komt voor te doen in de
Liguo libérale van Brussel.
Na het Gouvernement te hebben bespuwd
en uitgejouwd tijdens de voorvallen van het
koninklijke erfenisproces, wie is het dan dat
de Brusselsche liberalen komen te kiezen in
hoedanigheid van eersten plaatsvervanger
van hunne lijst
M. Eugeen Hanssens, waarvan M. Hy-
mans de kandidatuur met hardnekkigheid
heeft verdedigd. Welnu, M. Eugeen Hans
sens is verbergen wij het aangezicht
de advohaat van het Gouvernement in het
honinhlijkproces! Het is hij die houdt staan
en niet zonder overtuiging, en in al zijne
kleinigheden, het stelsel der klerikale mi-
nisteriën, die al de linkerzijden heeft doen
huilen, groote en kleine, en doctrinairs, zoo
wel als socialisten
De advokaat van het Gouvernement in
het proces van de koninklijke nalatenschap
kandidaat der Brusselsche liberalen
Zijn er toch schooner comedianten dan de
liberalen
4® Vervolg.
Vier jaren vervlogen, en Roza was er
zeventien. O hoe was die lijd in vrede door
gebracht Elk jaar scheen gelukkiger dan
liet vorige, want in 't voorbijsnellen had elk
van hen kostelijk herinneringen achterge
laten. RozJ was groot; geworden, doch niet
bovenmate, en- zij was schoon als de bloem
wier naam zij droeg.
Te dien tijde stierf des smids vader, na
eene kortstondige ziekte. De arme oude
grootmoeder, nu weduwe, bevond zich alleen
want al hare andere kinderen woonden op
eenen groolen afstand,
Ambroise verzocht.haar met hem te komen
wonen maar de oude vrouw weigerde. Zij
was een te oude stam, zegde zij, om verplant
te worden, en zij wilde sterven, waar haar
echtgenoot gestorven was. Nochtans eischte
haar toestand eene gedurige zorg.
De twee woonsten stonden op kleinen
afstand van elkander, omtrent tien minuten
loopens, en zoo kon Joanna de oude vrouw
menigmaal daags bezqeken. Maar kon zij des
nachts alleen zijn, of aan de zorg toever
trouwd worden eener vreemde vrouw, welke
zou geslapen en hare plichten Verzuimd heb
ben Déze moeilijkheid word weldra wogge-
nomen. Roza had bet gesprek l^aier. ouders
afgeluisterd, en zij zegde hun eenvoudig-,
:dóch irfePberadéfibeid - - o j
Lieve vader, wees niet bekommerd
over grootmoeder fikttal £ij haar-gaan wo
nen en haar oppassen.
De smid wist niet, Svat antwoorden hij
aarzelde tusschen de liefde, die hij zijner
oude moeder, en de genegenheid, die hij zijn
kind toedroeg. Johahna vreesde dat Roza
niet sterk genoeg waswant ofschoon boter
dan vier jaren vroeger, zag men nog de ziek
teverschijnselen, die hare moeder met onrust
vervulden...
Doch Roza lachte met hare vrees, en ge
lukte er in haren vader te overtuigen, dat
geene andere schikking beter kon wezen.
De ouders stemden toe, hoewel tegen dank
en Roza begaf zich bij'hare grootmoeder. De
arme oude vrouw weende van vreugde, toen
zij vernam dat Roza bij haar kwam wonen.
ten en om aan de waarheid hulde te
doen moeten wij bekennen, dat onze heldin
nog veel ontbrakom schoon te kunnen heeten,
vooral in het oog der dames. Immers was de
neus niet te klein, en evenmin romoinsch als
grieksch het voorhoofd niet te laag, de kin
niet te weinig gerond En de mond, nu,
die kon ér nog door, maar de lippen, hoewel
frisch en rood, waren toch in allen gevalle te
dun. Wat de tanden betreft die had men wel
witter gezien en met parel- n kmuen ze in het
geheel niet vergeleken worden.
Bovendien was Amalia klein van gestalte,
en hoewel zij voor het overige welgemaakt en
bevallig in al hare bewegingen was, zoo ont
brak haar toch dat indrukwekkende in de
houding, wat aan rijzige figuten doorgaans
eigen is doch aan bevalligheid, geest en
leven haperde het haar niet. Wanneer men
haar recht in de vroolijke, bezielde oogen
staarde, was men niet in staat te beslissen,
of daarin een diep, warm gevoel, of eene uit
drukking van schalkachtigheid do bovenhand
had althans zo verwisselden zoo dikwijls van
uitdrukking, dat, terwijl men zich gereed
maakte om de eene te ontcijferen-, deze reeds
weder door de andere verdrongen werd.
Terwijl Amalia haar kapsel in orde bracht,
wandelde de lu f "maht-kolouolmet eene
sigaar in den mond, het dek op en neer. In
weerwil van de onverschilligheid, die hij
meende aan den dag te moeten leggen, wierp
hij toch telkens als hij zich omwendde, uit-
vorschende blikken op het gezelschap, dat de
groene zijbanken had ingenomen naar den
groep te oordeelen, die hij voor zich had,
scheen hij echter geen uitzicht te hebben om
gezelschap te vinden, dat hij voor zich bere
kend achtte. Hier vertoonden zich twee ge
spierde mannen in grove kleeding, die in een
Heeft Ambroise dit voorgesteld vroeg
zij aan hare schoondochter.
Neen, moeder, het kind zelf heeft er op
aangedrongen.
En Roza vestigde zich in het klein kamer
tje nevens dat haror grootmoeder, ten einde
bij de hand *te wezen wanneer er 's nachts
iets voorviel.
Kom hier, kind, sprak de oude vrouw,
nadat Roza haar goed aan den kant geschikt
had, en in de gewone zitkamer getreden was;
om hier, kind, en laat mij u zeggen dat gij
den eenigslen wensch dien ik nog kon doen,
volbracht hebt. Maar ik zal geen misbruik
maken van uwe genegenheid mijn inzicht
is niet, dat gij uwe schoone jeugd hier aan
't ziekbed eener oude vrouw verslijtik zal
mij spoeden om welhaast to sterven en u te
bevrijden.
Och grootmoeder, hoe kunt gij zoo
spreken
Hoort gij, Ambroise, zij begint mij
reeds te berispen.
Zij heeft gelijk moeder waarom van
sterven spreken 1
God beschikt over ons, mijn zoon
wanneer Hij wil, zal ik bereid zijn om tot
hem terug te keeren. Nu, Roza, gij zijt hier
de meesteres. Mijne hut en al wat er zich in
bevindt, behoort u ton. Daar, in dat klein
kastje, liggen twee stukken fijn linnen. Gij
kunt beginnen met uwe trouwkleederen te
maken.
Mijne trouwkleederen, grootmoeder?
Dat is een goed gedacht, moeder, zegde
de smid. Zij is nu zeventien jaren oud, en
binnen een jaar of omtrent, moeten wij den
ken om haar uit te huwelijken. Niet waar,
Roza
Het meisje scheen die vraag niet verstaan
le hebben, want zij antwoordde enkelijk
Ik zal bij grootmoeder blijven, tot wan
neer zij sterft, dan zal ik een bruidegom vol
gen, dien ik zal kiezen.
I)ela3t, dien Roza op zich genomon had,
was noch zwaar, noch moeilijk, maar hij
eischte groote en veel geduld, want vrouw
Duvivier was, zooals alle oude lieden, een
weinig knorrig, ofschoon, wij moeten het
bekennen, zij daar geen erg in had.
Zij begeerde hare kleindochter altijd ge-
spraakzaam te zien ook moest zij bekennen
welke vreugde het was, haar altoos in hare
kamer te hebben. Daarom verliet Roza haar
maar ^ainig^ ^Q^genyikXen, daags om Üo
frissche lucht te nemen, hetgeen voor haar
volkomen noodzakelijk^ was.
Wanneer liet schoon wasmat Roza met de
oude vrouw in <3ten,tuijn.rf>$ze was nauwe
lijks,gqo„()reed als het huisje, aan 't welk 1ij
toebehoorde doch hij was.wel opgeschikt.
Al de kommer van grootvader was geweest
om de groenten en de bloemen op te passen.
Eene plaats bijzonderlijk eischte hare bij
zondere zorg. Op 't eindo eens parks,tusschen
twee dikke booinen, rees eene schoone
sleenen koloin, boven welke een O. L. V.
beeld prijkte. Rond de voetzuil had Roza
hare liefste bloemen geplant, en met hare
grootmoeder bracht zij daar op eene bank de
Zomernamiddagen door.
Gedurende omtrent een half uur las Roza
luidop, en wanneer zij bemerkte, dat de oude
vrouw in slaap viel, zegde zij hare gebeden,
of hield de oogen in diepe overdenking op de
Moeder Gods gevestigd.
(Wordt voortgezet).
druk onderhoüd verdiept waren over de prij
zen der granen ginds lag een jong mrnsch,
die voor zich alleen eeno geheele bank be
sloeg, en om to gemakkelijker té kunnen
lezen zijnen regenscherm over zich uitgespan
nen had. Dicht bij dezen zaten vier heeren
over hun kaartje, en schenen door verdub
belden iever te willen inhalen, wat zij gedu
rende hunne wandeling door de stad hadden
verlet. Iets dichter by den kajuitstrap stond
een bleek, mager heer in eenen bruinen jas
en een bril met groene glazen op don neus.
Hij hield het hoofd bestendig op de borst, en
richtte het slechts nu en dan op, om na een
bedenkelijk hoesten overboord te spuwen,dat
hy waarschijnlijk niet op het dek wilde doen,
uit eerbied voor de voeten der dames in zijne
nabijheid. Deze dames, drie in getal, droegen
geruite schotsche mantels, grijze stoffen lioe-
deu, en hadden groene, nooit rustende zonne
schermen in de hand.
Anders vertoonde zich voor 't oogenblik
niets op het dek.
Nadat de luitenant-kolonel de stelligste
overtuiging verkregen had, dat het volstrekt
de moeite niet waard was zich verder met
deze lieden in te laten, daalde hij statig den
trap weder af, en begaf zich naar de groote
kajuit, om de lijstder passagiers door teloopen
en eene plaats op de sofa te bekomen.
Doch het was alsof hem heden alles moest
tegenloopen nergens plaats meer dan in de
hangmatten, en tot overmaat van ongeluk
louter passagiers, die te aanzienlijk waren,
om zich op het heetst van den dag op het dek
te vertoonen, een graaf, een baron, de hof
raad U.., de kabinets-sekretaris M.., enz.
Wat zouden deze heeren wel denken, zoo
zij den luitenant-kolonel, kamerheer von
Dresen, in eene hangmat onder studenten,
voor de Stad en het Arrondissement Aalst.
AALST.
31 Maart Prijsbolling met de platte bol,
ten lokale der maatschappij De
Vrije Bolders bij Dame J. B.
Wellekens, In de Groenpoort
Geeraardsbergsehestraat, 46,Aalst.
Inschrijvingen van heden af.
31 Maart Jaarlijksch Turn-Wapen- en Too-
neelfeest, ingericht door de katho
lieke Turnkring Steun geeft
Moed in de groote zaal van den
Kath. Werkmanskring.
29 April om 7 uren. Voordracht met Licht
beelden en Zang, over Z. H. den
Paus, Rome en het Vaticaan. Ten
voordeele van de Ambachtschool.
I11 den Kath. Werkmanskring.
19 Mei. Groot Festival voor harmonie, fan
faren en zangmaatschappijen, inge
richt door de zangmaatschappij
De Ware Vlamingen 200 fran
ken premiën.
LEDE.
31 Maart, om 5 ure in de zaal der Bewaar
school. laatste les der Katholieke
Vlaamsche Hoogeschooluilbreiding.
Voordracht door E. P. Stracke
Zang, Tooneel, Muziek.
LEEUWERGEM
12 Mei Groote gewestelijke vergadering
en betooging van Xaverianen.
DENDERHAUTEM
Op 1® en 2® Paaschdag zal de tooneelgilde
Nihil sine labore een buiten
gewoon looneelfeest gegeven ten
voordeele der vrije katholieke scho
len. Men zal opvoeren in de zaal
van 't Gildenhuis, 't blijspel Ge
decoreerd en 't prachtig geschied
kundig drama in 3 bedrijven Het
Kruis Christi
WELLE.
7B en 14 April 1912, om 5 ure, groot
Concert in 't Klooster, gegeven
door de Katholieke Jonge Wacht
en de fanfaren Geciliakring
MOORSEL.
8 en 14 April. Om 4 ure namiddag. Luister
rijk feest, door de Koninklijke Har
monie. Benevens eenige goed ge
kozen arias en kluchtliederen, zul
len opgevoerd worden «Lodewijk
van Nevers historisch drama in
3 bedrijv. en ln de War blijspel.
N. B. De katholieke Maatschappijen
van de Stad en het Arrondissement worden
beleefd eer zocht de datum's hunner feesten,
zoohaast mogelijk aan 't beheer van onè 'blad
mede te deeleii:
5TAO
i.9bnög.'o
OVER
Z. H. den Paus, Rome en het Vaticaan
ingericht door 't dagbl. De Volksstem
door den E. H. E. Janssens, Pastoor
te Lebbeke
TEN VOORDEELE VAN DE AMBACHTSCHOOL
op Maandag 29 April 1912, om 7 uren.
in de zaal van den Kath. Werkmanskring
PRIJZEN DER PLAATSEN
Voorbehoudene fr. 2,00; 1° Rang fr. 1.50
2e Rang fr. 1,00 3e Rang fr. 0,50.
kantoorbedienden, ja misschien onder knech
ten gekampeerd zagen
Neen, dat is onmogelijk riep de onge
lukkige luitenaut-kolonel. Nood breekt wet.
Ik ben wel gedwongen,mij in de kleine kajuit
naast de machien te laten braden, want aan
zijnen naam en stand is men een offer schul
dig. Op eene sofa had ik het nog kunnen uit
houden, maar in eene hangmat dat gaat
niet dat is volstrekt onmogelijk
V. DE AANLEIDING TOT DE REIS VAN
DEN LUITENANT EN ZIJNE FAMILIE.
Daar is eindelijk papa terug riep
Amalia nu zullen we toch eindelijk hooren,
wat voor nieuws hij ons van het dek mede
brengt.
Wat papa echter kon mededeelen, was,
zooals wij reeds weten, niet van een vervroo-
lijkenden aard, en in geenen deele geschikt
om Amalia op te beuren nog neerslachtiger
werd zij evenwel, toen zy vernam, dat de
luitenant-kolonel geene plaats meer in de
groote kajuit had kunnen vinden, want daar
mede vervloog al hare hoop op rust en gemak.
De luitenant-kolonel en kamerheer vod
Dressen was geheel uit zijn humeur, de sofa
werd weder door hem in pacht genomen.
Het is toch verdrietig, op zulk eenen
heerlijken Zoiner-acktermiddag hier als in
eene kooi opgesloten te zitten, ving Amalia
na eenige oogenblikken weder aan. Zoo dik
wijls men eene sluis doorvaart, is het, alsof
men zich tusschen de sombere müren eener
gevangenis bevindt. Ik word stellig ziek, zoe
ik niet spoedig naar boven mag gaan, om d«
frissche lucht en tevens het schoone uitzicht
op de bekoorlyke oevers te genieten.
(Wordt voortgezet).