R imeenteraadszitting laster van M. Daeus openlijk en algemeen geschandvlekt Heerlijke redevoering van M. D" Ds Haeyer. n der igbe- aven De pre- eek- eer- den ïene 3;en. vgggSB 26 APRIL 1912 van 23 April, te Aalst, (Vervolg), venijnigs, valschs en laffe besohuldigin- gen op onze Gasthuisnonnekens! \mand tori hei op sick nemen dien droe ven man nog te verdedigen! M. Ghyselinckx onthoudt zich DB VOLKSSTEM ken ïen. liga our van van iver Hij teil ie'n. and do >er- oet ien nS Ier Wij hebben gisteren verslag gegeven over de besproken punten en de hulde medege- eld door onzen achtbaren burgervader over ze gasthuisnonnekens uitgesproken. Wij an thans 't vervolg dier zitting geven. Wij illen er prijs op dit zoo onpartijdig en chtzinnig mogelijk te doen. Wij willen ichtans zoo goed mogelijk de gesteltenis den indruk van de zitting weergeven. Wij gaan hier de aanspraak van M. Daens jergeven gelijk hij ze heeft uitgesproken., het eerder eene kwakzalverij dan eene nslige toespraak, wij kunnen het niet ge- teren M. Daens is volksvertegenwoordiger, in die hoedanigheid zou hij toch in staal oeten zijn eene behoorlijke redevoering uil spreken. Ziehier dus de kip-kap of de rakzalversredevoering, waarin H. Daens et de allerminste weerlegging doet. M. Daens.Ik ga kort en goed antwoor- r, ja, 't zal kort zijn en goed. G'hebt isproken van gasthuisnonnen ik heb >k verdedigd, in do Kamer, overal, reral heb ik ze verdedigd. Ik ook heb alle* irbied en liuldo voor die gasthuisnonnen aar menschen blijven menschen, ja rnen- ;hen blijven menschen ze kunnen beter irgon voor dat en dat hij noemt niets). Er jn goede zusters er zijn ook zusters geene orde hebben. Dr Clans die mijn riend geweost is, heeft mij dat gezegd. Weeral beschuldigingen zonder een enkel vpaald feit en steken onder iccitcr). Er waren roole klachten. Er waren klachten in de olkswijken, klachten in zaal 1, zo kloegen an hard brood Mie Wie spreekt van ver- al sch le spijzen Van hard brood Ik heb effens den brief opgenomen. Ziet eens in de azerne, (Wat komt dekazerne hier van as Ziet eens in de kazerne, ja, menschen de kazerne, ja, in de kazerne, hevig en p de tanden bijtendwat is er gebeurd in e kazerne ja, wat is er daar gebeurd Hen kloegen van 't eten (toat stiller) allen loegen van 't eten weer nijdig) en er was edeii om te klagen, (hu streng). De kapitein ;wam en niemand zegde dat liet slecht was. Kunt ge op de markt 'nen schooner en kwak- laiver vinden: En dat zit inde Kamer, om \et volk van Aalst te vertegenwoordigen Wat'moet&n de Belgen van oh s toch denken?) tr jk heb gehoord, (hevig) ik.-heb klachten ge mord clo menschèn hebben geen slot op den nond, neon, geen slot op den mond, de nenschen hebben gesproken. Is dat een i ichölmstuk Doch ik heb gehoord, de toe fand is verbeterd de toestand is nu veel 'erbelerd M. Bosteels. Maar, M. Daens, dat 'ragen wij u niet. Dat komt hier niut te pas. Jeef bewijzen van uwe beschuldigingen. Jewijzen Wij eischen van u bewijzen M. Daens. Ali Jan Van Aflligem. De ïieehlvaderJa, do Biechtvader is daar. [Wöé stomme ktcinhslag Wat resonnatie wor een Kamerlid 't Is aartsdom en Iedereen haalt de schouders op hoe is 't nogeljk M. Bosteels. Wat erbarmelijk gepraat mch Hoe vernederend voor ons allen Hoort ge 't In plaats van te bewijzen of re- lelijk te spreken is hij weeral aan 't schel den hij mag alles zeggen, iedereen aanran- len, maar hij zelf is «kruidje roert mij niet." M. Daens. (De kwakzalverZiet het jeval Ghislain. Iiij ligt al 13 maand in liet gasthuis. Hij zal er niet meer uitkomen. Hij vierde overlest zijn 50jarig huwelijksfeest. De stad heeft haren plicht gedaan de koning gaf 50 fr., de hospicieraad deed niets. Do man is naar de mis gewoest. Hij is weer gekeerd, geen woord over hem, zonder bloe men Hij heeft geen koffie gekregen. Bij kleine menschen is dat hard. M. Bosteels. Hebt gij hem dan koffie geschonken (Gelach.) (M. Daens beziet gelijk eenevalsche kat den onderbreker en bijt op zijn lippen van gramschap M. Daens. Mijn antwoord is net en correct. In 't Hospicie, heeren Dat z'ons laten komen. Laat de minderheid in 't be stuur. Stuurt een brief, ik zal hem ondortee- kenen. Nooit een brief teekenen die mij-doet zwijgen Indrukwekkende en krachtdadige redevoe ring van M. Bosteels. De droeve P. Daens wordt in den grond geboord Ik zal over het geval niet veel woorden den nek kraken, en zal den stier seffens bij de horens grijpen We hebben eerst het geval Ghislain. Er is voor den braven Ghislain gedaan al wat de zusters en de lieer pastoor voor hem konden en mochten doen. Hij is zeer goed verzorgd en als een kind des huizes vertroe teld geworden. Zij hebben hem allen geluk gewenscht. De lieer pastoor van 't gasthuis heeft mij persoonlijk gezegd dat hij Gliis- lein had voorgesteld, op eigen kosten, in koets en de pastoor er bij, met alle ''be wijs, naar de groote kerk te voeren, om e«*n openbare feestviering te plegen. We mogen toch zeker den alomgfiwanrdeerdeu en ge prezen pastoor van 't gasthuis gelooven Welnu, Ghislain antwoordde Maar, mijn heer pastoor, ik ben stokoud, ik ben een zieke mensol), ik vraag niets liever, niets heter, dan met rust te worde» gelaten, want k heb veel rust uoodig Welnu, de zuster kens eo de beer pastoor, gehoor geveilde aan den wensch van den ouden zieken man, heb ben dit gouden jubelfeest, intiem, zachtjes, vriendelijk, in de zalige innigheid van hun-, nan familiekring gevierd. De man is er nu veel beter mee gevaren dan dat er rond zijn naam veel lawaai werd gemaakt... In den Winter zijn er geene bloemekens, maar bij gebrek aan een bloementuil hebben de zus terkens en de lieer pastoor, hem liefdebloe- mekens gegeven, bloemekens van bun kris ten hert, van hunne liefde, van hunne warme toewijding, waarmede zij den braven Ghis lain omkranst hebben. (Zeer welZeer wel Dit alles is heel wat beter dau al uw ellon- dlg geschrijf, dat niets voor gevolg gehad heeft dan de oude rustige dagen van een zieken grijsaard te vergallen en te verontru; sten. Gij hebt ellendige kiespolitiek zoeken te maken op den rug van een lijdenden zieke, /.onder acht te geven dat ge door uw onbe tamelijke polemiek dien eerbiedwaardige!! ouderling getroffen hebt in zijn rust, in zijn Lart, in zijn intiemste gevoelens M. Daens poogt te glimlachendoch het lukt hem met. Hij lacht groen en valsch Een onmogelijk gezicht Dan houdt hij zijne handen voor zijn toeeenal ware hij bswehaamd om zich te laten zien De Margarine. M. Daens heeft gesproken van liard brood en margarine-, maar hij kan niets bewijzen Nochtans om zo® iels te zeggen zou hij stel ligeen openbare bewijzen moeten hebben Zieken vcrplegon is immers eene heilige zaak liet hospitaal is een heiligdom Va do zusterkens zegt onze Vlaamsohe dichter Snieders. dat eenieder er met eerbied hel hoofd voor ontbloot. Wanneer men staafr voor zulke verlievone instelling,voor zulke heilige toewijding,voor zulko zuivere raenschenliefde, die geen jacht maakt op do volkspopularileit, M. Daens, maar zich nederig verschuilt achter de kloostermuren, ver van de wereld, dan moet men voorzichtig uitzien vooraleer besotmloi- gingen uit tebrengen. En alsmenonskatholie- ken aanrandt in het edelst on verhevenslc dat ons christen ideaal voortbrengt, in onze gaslhuiszusters, dan is het licht om begrij pen, dat wij geraakt zijn in de ziel zelve van ons geestelijk leven, in de ziel van dnskatho- liek bestaan Overigens al de menschen hebben eene natuurlijke eigenliefde, en 't is met zekeren tegenzin dat zij naar 't gasthuis gaan. Wat moet het dan worden als wanneer openbare mandatarissen, voor die instelling, lichtzin nig, zonder de minste bewijzen, mot feiten uit de lucht te grijpen, bij het volk argwaan verwekken, het vertrouwen schokken spre ken durven over margarine, over eetwaren- vervalsching, Gver strafbare feilen en over sléchte verzorging Als zulks gezegd wordt door oen persoon die gemeenteraadslid is en al3 dusdanig zijn verantwoordelijkheid draagt, dan noemen Udj dat eeno misdadige taal. Wij begrijpen dan die aandoening en de verontwaardiging dio onze zusterkens heeft aangegrepen, en wij voelen in ons een ge waarwording van diepgevoelde smart en verontwaardiging geweldig opbruisclien, die ons dwingt de stem van ons eerlijk geweten le verheffen, openbare rechthei-stelling en eerefcoel le plegen en uwe droeve houdiiig af te keuren, M. Daens Uwe beschuldigingen eindelijk zijn een aanslag tegen de volkszaak, tegen bet volk zelvo Want die heilige volkszaak van hos pitaal cn ziekenverpleging, door die engelen van liefde zoo trouw gediend,willen wij ver dedigen tegen u om ons werkende vplk ge rust te stellen en zijn geschokt vertrouwen te herstellen, en daarom sluiten wij de rech terzijde, ons aan, met een warm gevoel en met geestdriftige overtuiging bij do hulde van don lieer Burgemeester, en spreken nu luid onze afkeuring uit, tegen de onrecht vaardige en onnoemelijke aanranding. (Bravo rechts diepe indruk inde zaal. Elke andere me nsch, als M. Daens die zulke striemende woorden had, moeten hoorenin tegenwoordigheid zijner medeburgerszou van schaamte de zaal hebben verlaten M, Daens tracht te antwoorden M. Daens. Ik zal weinig antwoorden. Het is een® kleine zaak die inen wil vergrooten. M. Moyersoen Esno beschuldiging is nooit eene klein zaak (Bravo! M.Mogcrsoen!) M. Daens Uwe verontwaardiging is alle maal gemaakt! Hier valt M. Daens, M. Bosteels aan deze antwoordt terecht, dat het niet past de krislene werken van -bermliertig- lieid uit te bazuhien dat het voegt die in in getogenheid en in stille te verrichten De fameuze Daens besluit er uit kort en stom: Gij hebt nooit zieken bezocht Nu moet lieer Bosteels wol antw.oorden. Ik heb, zegt hij, nauwo bloedverwanten die gasthuiszusters zijn, en dit zal u zooveel te moer doen inzien hoe diepgevoeld mijne verontwaardiging is, verscheidene hospitalen heb ik bezocht, en deze laatste tijden nog heli ik te Aalst 2 maal in 't gasthuis geweest Dit zeg ik omdat gij mij gedwongen hebt te spreken 1 M. Eeman. Gij zijt een komediant M. Daens. Als gij naar 't gasthuis gaat, moet iedereen dat welen. Alleman moet weten dat gij hier 5 eens, ginder 10 eens geeft. Ge moest beschaamd zijn zulke komedie te spe len. M. Daens. Gij M. Eeman, zijt wel te dom om komedie te spelen. (M. Daens, ge hadt moeten zeggen, dat hij te eerlijk is om zulks te doen). M. Bosteels. 't Is ongehoord zulko taal Waar zijn wij hier Spreek van uwe b looging, van het muziek dat gij wildet meenemen naar 't gasthuis, van uwe pole miek daarover in uw gazellen. M. Daens. Ik daag z'uit te bewijzen dat ik de rust in 't gasthuis gestoord bek KI. Bosteels.De belanghebbenden en de bevoegde personen verklaren het. M. Daens. (Merkt wel op, lezerhoe hij van den os op den ezel springt.) Als het algemeen stemrecht er komt, zult gij wel buiten liggen. Doet gij maar op, daarmee heb ik gezegd M. Bosteels. Wij hebben Zondag ge zien in de kiezing van den werkrechtorsraad, wie er door ons werkende volk wordt buiten- gezet. Moedige en krachtige verklaringen van Schepene Ür Bauwens. M. Bauwens. (Met bowogene, maar in drukwekkende slem). Het is een heele tijd lang geweest dal er nooit klachten wer den gedaan over 't gasthuis. Het is eene zeer slechte verschooning aantijgingen te doen op enkele geruchten, en hel is eene "laf heid, ja eene ware lafheid, besehuldigingen te doen zonder bewijzen. M. Daens. Wat zegt gij dat ik laf ben geweest Durft gij dat zeggen M. Bauwens. Ik beoordeel uwe daden M. Daens. Het is eene andere lafheid, M. Daens, ik herhaal het, het is eene andere lafheid, hier in de bespreking een persoon te noemen, M. iJr Claus, die niet aanwezig is ew zich dus niet kan verantwoorden, of het misbruik dat gij maakt van zijne woor den te recht t® wijzen. Als geneesheer protonteer ik in zij a aaam, want hij is vooralles een vriend der klooster zusters en talentvol gcnöesheer. Ware hij hier, hij zou u zelf mot een antwoord betalen, zooals hij kan liet is Dog een schandete zeggen dat do zusterkens 'niargarina gebrui ken en zoo gij een man van oer zijt, zult gij bekennen dat gij mis zijt geweest, en uwe woorden intrekken. (Al die woorden waren ils verpletterende hamerslagendes te meer dat Dr Baiucens bekend is om zijn matig en onpartijdig karakter en dat hij sprak als geneesheer met alle kennis van zaken). M. Daens. Ik heb zooveel eer als gij. Gij hebt mij 2 maal het woord lafheid toege sproken. Ge wilt my vangen in mijne woor den. M. Bosteels. Gij hebt liet recht niet vertrouwelijke samenspraken in 't openbaar in t® roepen (Dat verstaal aie man niet Om dat te verstaan is er opvoeding en eer lijkheid noodig). M. Daens. Rt bob dikwijls doken D'Hcrt gehoord, (hier keert de onnoozefe volksvleier zich tot het volk), ja, deken D'Hert, mijn vriend die zegde dat men de klachten aan 't volk moet doen. (Luid ruchtig spotgelach in de zaal). M. De Somer. Hoe is 't toch mogelijk Van den eenen kaRt do zusterkens ophemelen en van den anderen kant zo zwart beschul digen, zonder de minste bewijzen. Hoe is dat toch mogelijk Ik'zal trachten 'dè 'kwestie vaii' liet hospi taal te bespreken niet 'nieer kalmte dan hét tot nu 'tóe is gedaan'geweest. Indien ik lid der kommissie der go'dshinzen Waró, dan zou liet voor mij enne zaak van eer zijn,do eerste gelegenheid die zich voordoet, te bate té ne men om hevig protest aan te feékenen tegen do aanvallen, welke M. Daens tegen ons hos pitaal en legen de zustors heeft gericht. Nochtans ik behoor tot do kommissie der hospiciën niet. ik ben enkel dokter in hel hospitaal. Als dusdanig heb ik een dubbelen plicht te vervullen; en, aangezien ik or steeds aan lioudde. nooit aan mijnen plicht te kort te blijven, zal ik hein ditmaal ook gansch en geheel vervullen. Ik ben als dokter aan de zustors mijne getuigenis schuldig en ander zijds moet ik in alle omstandigheden de be langen der zieken handhaven,en bijzonderlijk in het huidig gévalhunne rust verdedigen. De getuigenis aan de zusters Ik moet aan do zusters mijne getuigenis geven. Sedert 1892, t. t. z. sedert 20 jaar, ben ik aan den dienst van hot hospitaal ge hecht. Toen ik in dienst trad, was liet-op liet oogenblik dat de heelkunde volop op liet keerpunt barer geschiedenis stond. De antiseptie en de onlsmettiimsinelliodeu waren sedert weinige jaren in de bijzonderste hospi talen van ons land ingevoerd en hier in 't hos pitaal van Aalst, als in die van diergelijke steden.was er tot dan toe nog van dio nieuwe heelw.jze geen spraak geweest. De heel kundige dienst was te dien tijde toever trouwd aan de heeren dokters De Moor en Dg Windt, en vooral deze laatste mag aanzien zijn als altijd geslaan to hebben op de volle hoogte van zijn vak on. dan nog in tien vollen bloei zijner krachten verkeer.-nde, bracht hij niet weinig bij om, met behulp der a id- ro geneesbeeioi» van liet hospitaal, en zelf der stad Aalst in het oud-hospitaal de nieuwe 'methoden in te voeren. Maar iedereen weet dat ons oud ellendig hospitaal weinig vatbaar was voor een dege lijken heelkundigen dienst en 'l was slechts toen de zieken naar het nieuw hospitaal werden overgebracht dat do heelkunde er in hare volle macht kon beoefend worden. M. Dr. Claus die de heeren De Moor en De Windt in den dienst der heelkunde heeft op gevolgd, heeft dan ook do taak op zich geno men de voltrekking van den heelkundigen dienst te bewerken, en vu daag mag het zon der vrees gezegd zijn dat de dienst van Dr Claus alleszins op d« hoogté van den vooruit gang staat, en daarbij aan gewetensvolle bekwame en behendige handen is toever trouwd. Het spreekt van zelfs dat do zusters van hel hospitaal niet op de hoogte waren v zooals M. Daens het hier bevestigde, de heer Dr Claus aan de zusters van liet hospitaal een getuigschrift vauonbehendigheid, van na latigheid en neg veel min van kwaden wil zou afleveren integendeel, M. Dr Claus zal heel zeker bereid zijn aan M. Daens eene hhnkond® logenstraffing toe te passen want hij, die met de zusters gedurig groote heel kundige bewerkingen moet uitvoeren, weet beter dan iemand, dat zij ten volle op de hoogte hunner zorgwekkende taak sedert lang gesteld zijn. Voor wat mijnen dienst aangaat, moet ik openbaar verklaren dat de zusters nooit iels te wensch en overlieten, en nochtans, hoeft liet gezegd, dat de heelkun dige bewerkingen voor oogziekten, zeer de licate zorgen vergen. Voor wat liet gewoon onderhoud der zie ken betreft, zoouls hunne verpleging, hunne voeding en hun verschoon, lean ik wet volle kennis van zaken spreken. Want sedert lange jaren heb ik onafgebroken bestatigd dat de zieken zeer wel zijn opgepast dat de reinig- heid overal ben stipstc wordt onderhouden, en dat wel voornamelijk de voeding met de meest veranderde spijzen wordt verzorgd. Ik heb de geweonto nogal eens langs alle kan ten in bet hospitaal rond te gaan, en spreek nogal gaarne van tijd tot tijd een praatje met de zusters. Ik heb namelijk dikwijls in de keuken geweest en daar heb ik dikwijls de spijzen gezien en hunne bereiding bijgewoond. Ik mag verklaren dat er aan die spijzen met de meeste zorg van bereiding wordt gewerkt en volgaarne zou ik mij met de zieken aan tafel hebben gezot. De boter heb ik ook dikwijls gezien en geproefd en nooit of nooit bob ik in het hospitaal marga- ritia gezien of er hooren van spreken. De verdediging der zieken Benevens mijne getuigenis voor de zusters meet ik bijzonder de rust der zieken verdédi gen. Want na den geneeskundigen dienst en het toedienen van geneesmiddelen en voedsel,-is do rust een der hoofdzakelijksle vereischton voor de genezing. Ik lees met veel aandacht en regelmatig al de gazetten van Aalst oil ik heb daar verscheidene malen in vernomen dat M. Daens naar Slej'dinge trok om zijne gezondheid te herstellen. Wel, M. Daens, watgingt ge eerst en vooral naar Sfoydinge zoeken? Gij hebt het zelf zoo dik wijls in uwe gazellen geschreven, dat ge daar eerst en vooral, om niet te zeggen, uit- sluitolijk gingt rusten. Moesten nu in het geslicht van Sloydinge politieke groepen muzioken van verschillende partijen ei andere geruchtmakende gezelschappen in het gesticht aankomen en rondloopen, hoe zoudt gij M. Daens, daar uwe noodige rust kunnen vinden wat gezicht zoudt gij trek ken Het Is zoo, dat ik het grootelijks betreurde omtrent Nieuwjaar in het «Land Van Aalst» en «De Werkman de aankondiging te lezen dat M. Daens, en zijne partijgenooten met muziek naar het hospitaal zouden gaan om -daal' hunne» nieuwjaurwensch 1e gaan dra gen dienst die in liet oud" ul. maar ik rin> t hier l - hel eerste oo_ onverpo en met no ii nieiiwo laak In en dal er oo af. de iel d- lospitaal niet lig.'ii dat,van s zich met en .'V uau hunne .win niet aan- i viel over de zusters en nog veel minkanikaannemen,dat, Het reolit dat M. Daens zich toeeigent, van met muziek en stoet naar 't hospitaal te gaan, kan geen recht, zijn dat aan hem en zijne partij uitsluitelijk kan beliooren.Indien hij zulk recht bezit, waarom zou dit zelfde recht kunnen ontzegd worden aaa de libera len aan de socialisten, aan de katholieken, of zelfs aan private muziekmaatschappijen En moesten aide partijen en maatschappijen bezield zijn met deze' «ie volksgezindheid als M, Daens moest dezelfde bermhertigheid en liefde voor de noodlijdenden hun hart aan grijpen, dan zouden wij welhaast alle weken in liet hospitaal een festival zien inrichten. (Algemeen gelach). En zult go met mij be kennen M. Daens, dat hel hospitaal hel ter rein niet is om muzikale concerten te houden. M. Daens. Wij zijn daar met muziek niet geweest. Wij zijn er niet in stoet naar toe gegaan. Is de rust daar gestoord go weest M. Do Naeyer. Kan er iemand dat bewijzen M. De Naeyer. Ik weet dat geniet met muziek en stoet naar het hospitaal zijt goweest, en ik moet bekennen dat liet voor mij eene ontlasting was, na den vervaldag uwer aankondiging te vernemen dat gij vau uw betreurenswaardig ontwerp liadt afge zien. Misschien wel hebt ge, na overweging of na hot ontvangen van den een of anderen goeden raad uwe betooging naar het hospi taal gewijzigd. Maar indien er, in plaats van een stoet, een enkele afvaardiging der krislene volks partij in 't hospitaal is binncngegaan,daii ook is hot niet aan te nemen dat eene politieke partij, als dusdanig in bet hospitaal bezoeken gaat afleggou dio toch altijd politieke bezoe ken blijven, hoe zeer ze dan ook die hoeda nigheid trachten te verduiken. In het hospitaal hoeven slechts de perso nen toegelaten, die in do een of andere zieke persoonlijk belang te stellen hebben, want moest bet anders zijn, dan zouden de zieken niet meer van de noodig® bescheidenheid genieten, die hun slaat en hunne verblijf plaats vereischcn dan zouden de zieken veeleer in eene openbare tentoonstelling als in een hospitaal verblijven. Ten andere als hel toegelaten is, aan do daensisten daar de ronde in het hospitaal te maken, hoe dikwijls moet het niet aanstoote- lijk voorkomen aan zieken die tot andere par tijen beliooren. Het is dus eene hoofdzakelijke kwestie, en liet is het heilig recht der zieken, dat al wie in hot hospitaal niets te doen heeft, er buiten blijft. Do bezu-ken der zieken moeten gebeu ren in eenvoudigheid, met bescheidenheid en zonder eonig verloog gelijk liet aan een waar work van bermhertigheid betaamt en nooit onder oen enkel voorwendsel, mag bet toegelaten zijn. de rust, de noodzakelijke mst der zieken te komen storen, het is go- lijk door wie ook. Ik doe een oproep tot geheel de bevolking van Aalst, het is gelijk aan welke opinio zij beliooren, opdat zij zou den eischen elk in zijne partij, dat zij die meenen er politiek voordeel te moeten gaan zoeken in bet hospitaal, zich uit al hunne krachten tegen die partijgenooten zouden verzetten, en die politieke bezoeken zouden beletten. Niemand mag vergeten dat bij in het hos pitaal kan to verzorgen hebben, 't zij een kind, een vrouw, een moeder of zuster of broeder, en dat hij zelf eens de zorgen van 't hospitaal zon kunnen noodig hebben en dat bij en zijne nabestaande, daar moeten kun nen genieten, de volkomene rust en vrij moeten blijven van alle politieke bekommer nissen. Het behoort dus aan de bevolking van Aalst zelf de band te houden aan dezen die het hospitaal zouden willen storen. M. Daens. M. de dokter, ik stel u de vraag Is de rust wel gestoord geweest. Antwoord mij eens op die kwestie. Heeft d« kommissie het recht mij persoonlijk buiten te sluiten Men sluit mij niet buiten in Sint Jans- of Sint-Pietershospitaal te Brussel. M. De Naeyer. M. Daens ondervraagt me en ik geef hem heel gaarne mijn ant woord Er moet hier geen spraak zijn van Sint Pieters of Sint Janshospitaal van Brus sel, maar van 't hospitaal van Aalst. Ik her haal het, moest ik tot de kommissie der hos piciën beliooren, ik zou heel zeker hier geweest zijn om op te treden tot de ver dediging van den maatregel, welke die kommissie, tegenover M. Daens heeft ge nomen. Ik zou hem aantoonen, alswan- neer hij ir. zijne gazetten aankondigt dat hij met muziek en stoet naar het hospitaal zal gaan, dat hij zinnens is daar een Nieuwjaar te wenschen, dat er zeker argwaan moet bestaan en er moet gevreesd worden om rust- stoornis, al ging hij er dan ook met een enkele afvaardiging heen. Maar ik bon geen lid van de kommissie der hospitalen eu cLarom valt mij de verde diging der hospiciën niet te beurt cn ik houd me aan de twee punten welke ik plichtshalve hier in den gemeenteraad als dokter der hos pitalen te vervullon had. (Deze redevoering werd met de grootste stilt® on onafgebroken aandacht aanhoord en toen M. De Naeyer zijne spreekbeurt ein digde, werd hij door ganscb den gemeente raad geestdriftig goedgekeurd. Zijne getui genissen als geneesheer van 't gasthuis heb ben eenen diepen, blij venden eu gelukkigen indruk nagelaten.) Verklaring van M. Ghyselinckx. Ik zal mij bij de stemming onthouden.Wij willen do zusters allen lof toezwaaien, want waarlijk liet zijn engelen op aarde. Doch er kan eon graad bestaan in do volmaaktheid. Menschen blijven menschen, en er kan iels aan falen, doch ik moet zeggen, ik weet niet of er iets faaltik woet nu dat de klachten niet. waar zijn. Wij hrengen bier onze diepe hulde aan de zusters, maar zullen ons ont houden. M. Bostebus.Het is eene schoone troost voor de zusters. Zij zijn formeel beschuldigd. Gij moet bekennen dat die beschuldigingen ongegrond zijn, en £'j onthogdt uGe verdedigt eene spijtige zaak.M. Ghyselinckx. M. Ghyselinckx. Ik verdedig die zaak dor beschuldigingen nietik beken dat z© ongegrond zijn. Hulde van M. De Blieck In naam der kleine liberale minderheid, brengt M. De Blieck eene oprechte huldo aan de gasthuiszusters, aan den E. H. Pas toor. Hij zal do dagorde van den heer bur gemeester met veel genoegen stemmen doch hij vraagt dat de liberalen zouden ver tegenwoordigd zijn in de kommissie der godshuizen. Aansluiting van M. De Windt M. Do Windt sluit zich aan bij de woor den van M. De Blieck, docli zegt'dal de hee ren dokters ook in dit huldebetoog moeion begrepen worden. Hij drukt er op dat do katholieken dagbladen dus niet moeten schrijven dat do liberalen de gasthuiszusters uit de hospitalen willen verdrijven... Welnu, M. De Windt, dit laatste punt houden" wij teil volle en met do grootste krachtdadigheid staande. Overigens, in een der eerstvolgende nummers der Volksstem zullen wij in oen hoofdartikel, dat punt van het liberaal programma in volle licht stellon, zoodat er geen de minste plaats meer overblijft voor twijfel. Besluit getrokken door M. R. Moyersoen Onze beminde schepene en volksvertegen woordiger ln*kt uit deze gewichtige bespre kingen de praktische besluiiselen. Hij bedimkt al de leden voor de groolsclie maar toch zoo welverdiende huldo aan onze zusterkens gebracht. Wat de Evenredige Vertegenwoordiging aangaat wij zeggen aan de Daensisten Te Ninove hebt gij zelf do katholieken, overal buitengesloten en aan de liberalen autwoordun wij Overal waar uwe vrienden aan 't bewind zijn. sluiten zij ons buiten. Dat uwe vrienden dus begin nen met ons liet voorbeeld te geven en dan ot>k zull-m wij hun voorbeeld volgen. (De liberalen geven, getroffen door de klaarblijkendheid en de sterke logiek van den spreker, den beer Moyersoen, gelijk). Ten tweede, uit do bespreking blijkt dat er geene klachten beslaan want oin klach ten te doen moet men personen kunnen aan brengen. Niemand heeft het recht beschul digingen te doeifdie op geene vaste gronden gesteund zijn, en hier waren ze op niets, hoegenaamd op niets gesteund. Voorstel gestemd. Bij de stemming wordt het voorstel van den lieer burgemeester, hulde en eerbied brengend aan de gasthuiszusterkens, en krachtdadig verzet aunteekenend tegen de lage aanvallen tegen-het hospitaal door den het-r Dnons, niet eenpni iglieid van stemmen van katholieken en liberalen gestemd. De 3 daensisten, heeren Daens, Ghyselinckx en Blanckaert onthouden zich.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1912 | | pagina 3