Een lid van dsn Gemeenteraad Sneert ZEVEN leeps aan EEN draad Brief uit Congo Voor onze vrije katholieke scholen ONZE VÖLKSREÏS NAAR ROME Pierke INHALING STANLEYVILLE 5 EN 6 MEI 1912- DE VOLKSSTEM' Liegen is gemeen 't is ook gevaar lijk. Om fijn en slim to liegen, hoeft men nog al verstand, vooruitzicht en trouw geheugen. Wien dat ontbreekt en liegen durft, staan leed en schande te wachten. Men hoeft veel logons om êèn logen te bewimpelen zegt de wyze Vondel en M. Daens moet ja knikken. Hij loog een eerste logen, wilde 't niet bekennen, en was ge dwongen voort te liegen tol zeven maal toe. EERSTE LEUGEN Groote klachten hoor ik over zaall van 't hospitaal P. Daens, 27 Maart. Het Bestuur antwoordt hem x Gesn enkele klacht hebben wij vernomen. Gelief ons dus te zeggen, klaar en duidelijkvan waar, waarover en tegen wie die groote klachten gedaan wierden Silentio Grande silentio Hij staat daar stom, zonder klach ten Doch 't middel is al haast verzonnen. Nog voor het kraaien van den haan Heeft Petrus nieuwe list gesponnen Menzalop zoek naar klachten gaan I Ja, cito cito achter klachten En de drie Ridders, fier over hunne taak, loopen de Moorselbaan op en af. (29 Maart). Ze gaan bij arme zieke menschen klachten opvisschen. Met loodzware beenen keerden zij huiswaarts, overlast en overladen met... getuigenissen Van eerbied en. dankbaarheid voor 't Hospitaal TWEEDE LEUGEN Hooren de Heeren niet van te veel hard brood met margarine P. Daens, 31 Maart. De Heeren antwoorden Neen de Heeren hooren dat niet; en dè Heeren zullen dat niet hooren, want die klacht is uitgevonden. Nooit of nooit is er een once margarine in ons Hospitaal geleverd. Jeremias, de klager, antwoordt zooveel te beter Maar DERDE LEUGEN 't Is' op den Rattatjoel dat de klach ten vallen (L. v. Aelst 21 Apr.) D'' De Naeyer antwoordt hem Sedert 20 jaren ben ik in dienst op 't Hospitaal, twee-, driemaal per week ga ik naar de keuken de spijzen nazien deze zijn gezond en zeer sma kelijk bereid Wien gelooven D1' De Naeyer die 't sedert 20 jaren naziet of Petrus Daens die 't nog nooit gezien heeft Wien VIERDE LEUGEN 't Is over den Jubilaris Ghislain dat de groote ltlacht is voor den Jubilaris werd niets gedaan M. Bosteels antwoordt hem x Voor den Jubilaris is juist gedaan al wat hij zelf begeerde dat gedaan wierd geen lawaai of beslag, vroeg de brave manmaar alles in stilte, lijk de gesteltenis mijner gezondheid hetvereischt.» x Maar, zegt M. Petrus, maar... VIJFDE LEUGEN De klacht is op de Zusters Er zijn Zusters die verzuimd hebben de bevelen der geneesheeren uit te voe ren. D' Claus vroeger mijn vriend heeft mij dat gezegd. P. Daens, 23 Apr. Dokter Claus die voor geen vuile operatie schrikt vat don lasteraar bij de tong en schrijft hem Uw vriend wil ik niet zijn. Die woorden over de Zusters hebt n gij nooit gehoord uit mijnen mond. Wantin 1897 ben ik in 't Hospitaal getreden en sedert 1895 heb ik u nimmer aangesproken n Wat nu gedaan waar nu naartoe? Hij staat een oogenblik verlegen. Wordt hij misschien dat liegen moe? Want al wat leeft het spreekt hem tegen Heer Daens geeft nog zijn vaan niet af De Laster zal nog immer stijgen Welaan De dooden uit graf Zij toch zullen zwijgen En hij riskeert EEN ZESDE LEUGEN Maar zoo grofZoo ongelooflijk dom Deken Dé Hert ESBiJa vriend heeft gezegd dat de klachten aan ji 't volk moeten gedaan worden (Gemeenteraad 23 Ap. 1912.) Pieter Daens wierd geboren op 10 Juni 1842. Deken De Hert stierf op 15 Oktober 1851. Zoodat de boezemvriend de vertrouweling de raadsman van den Zeer Eerwaarden Heer Ka nunnik De Hert 9 jaren oud was 2 jaar te jong voor d'eerste communie HET ZEVENDE wordt steeds verwacht Een forsche telg, gelijk aan dezen. Het Zevende geeft hier wel acht, want 't zal een koene ridder wezen Helas tot Vaders leed en hartepijn De Koning wi! geen peter zijn van den achtbaren heer PETRUS CLAUS als burgemeester van impe. Nooit, van 's menschen geheugen heeft Impe eenen dag beleefd zooals deze van Zondag. De achtbare Heer Petrus Claus, deed er als burgemeester zijne blijde intrede. Zijne onderdanen hadden geene moeite gespaard, om hem te toonen én hunne ware genegenheid én hunne hartelijke dankbaarheid. Een komiteit bestaande uit 65 man nen had de noodige schikkingen geno men tot het welgelukken der feest. De 132 familiën op 140 hadden edel moedig' het hunne bijgedragen tot het dekken der onkosten. Zondag laatst was het de groote dag, de dag van hartelijken vreugde van rechtzinnige hulde, van openbare dankbetuiging. Van in den vroegen morgen ging alles aan het werk de huizen werden bevlagd, welgepaste jaarschriften kon digden den lof van den heer burge meester en gaven de vreugde en de hoop te kennen der bewoners. In vleiende opschriften werd hij ge prezen x als de ware volksvriend als de man naar ieders wensch x x als de steun van allegoede werken Om 3 uren dem de achtbare heer Claus zijne intrede als burgemeester in het schoon versierd Impe. voorafge gaan door 5 fanfarenmaatschappijen, een talrijken stoet van flinke ruiters, en meer dan 50 rijtuigen waarin tal rijke vrienden plaats hadden genomen. Op den doortocht was de geestdrift algemeen, ja, uitspattend lieve bloem tuilen werden hem in schoone woorden aangeboden en uit aller monden klonk de lieve wensch Leve lang de heer Burgemeester 1 Aan liet lief versierde gemeentehuis wachtten honderden menschen. De heer Emiel Godfroid nam als voorzitter van het feestcomiteit het woord. Het feest van heden, sprak hij, is het bewijs van de tevredenheid en de dankbaar heid van al de inwoners van Impe Impe, achtbare heer burgemeester, is U getrouw en zal U getrouw blijven tot ter dood omdat Impe U bemint. Vier prachtige geschenken werden den heer Burgemeester in naam van de gansche bevolking aangeboden. De heer Burgemeester diep getroffen dankte in welgepaste woorden x Aan u allen mijn hert, aan u allen mijn leven 1 De geestdrift steeg ten top, het volk juichte en zong, de fanfaren doorkruis ten de gemeente en tot laat in den avond werd het blijde feest in deftig heid voortgezet. Des anderdaags werd in de kerk van Impe eene plechtige Mis van dankbaar heid gezongen en aan den arme en schoolk in deren een overvloedige brood- uitdeeiing gedaan. Voorwaar een schoone dag voor Impe, een onvergetelijke dag. Een Iiipenaar. Gedurende dezen schoonen en niet te warmen zonnigen morgen heb ik aan mijne vrienden van België gedachtik zei tót mij zeiven dat de regen hen daar misschien verplichtte in de modder te plassen, en door medelijden vervuld, zend ik hen een beetje van de Afrikaan- sche zon. De merkwaardigste indruk welken men in dit zoo nieuwe laad opdoet, is dat niets er verwondertmen onder zoekt alles op eene nogal losse manier gelijk een toeschouwer die verwittigd is welk soort schouwspel hij gaat bij wonen. Ik schrijf deze geestesgestelte- nis toe aan de onmerkbare wijze waarop men zich met het zwarte land vertrouwd maakt, reeds van af het ver trek uit Antwerpen. Vooreerst zijn het de negers van Sierra-Léone welke gelast zijn het schipsdek te kuischen nadien is het Sierra-Léone zelf welke men, op eenen sfheonen morgen, omlijst door zijne roodbruine rotsen, ontdektdan is het Banana waar de schuiten der visschers u komen halen om te ontschepen dan komt Boma met zijne bevolking van kosmopolitische negers, verders Matadi te midden der rotsen gebouwde stad, met senegaleesche en kongoleesche werklieden, welke aan den ijzerenweg verbonden zijn Leopoldville waar zee lieden, arbeiders, gevangenen en pas sagiers elkander kruisen, en eindelijk na 17 dagen varen op den Kongostroom Stanleyville Alleman stapt af. Bij gebrek aan beter, bewoon ik voor het oogenblik eeae soort hangaar, van waar ik ten andere een prachtig ver gezicht heb. Van 's 'morgens vroeg zie ik al de beweging op den stroom de prauwen die om over te varen tegen de strooming moeten worstelen de boot van den ijzerenweg van Stanleyville welke een reiziger aanbrengtde stoo- mervan Leopoldville komende, welke zich tot het vertrek gereed maakt en zijn eerste gefluit laat hooren de vis schers welke onbeweeglijk in hunne prauw hun tuig bewaken. In de groote laan wemelt eene bonte menschen- schaar. Bij den geneesheer wordt een met een deken omwikkeld lijk binnen gedragen om liét overlijden te doen bestatigen getuigen begeven zich bij den rechter fier in hunne bruine of witte gandourah gehuld, zij gaan voor bij zonder een blanke te groeten. Zij zijn fier, valsch en, als hun be lang het vereischt, van eene kruipende beleefdheid. Achter hen komt het iuheemsch opperhoofd de gezagsme- I dalie op de borst. Te midden van al dit volk loopen de vrouwen met de onaf scheidelijke trekharmonika in de han den, overal, in ga:.sch Congo door, dezelfde melodij spelend. Zij zingen u daarop urenlang, de belangrijkste din gen. Men oordeeie de blanke heeft dezen morgend een bad genomen, hij zal er dezen avond ook een nemen. Als ze gedaan hebben, herbeginnen zij. De vrouwen der policiebedienden en der soldaten wedijveren in sierlijkheid. Wat de arbeidersvrouwen betreft, deze dragen versletene schorten. Allerellen digst zien er de vrouwen der inboorlin gen uitzij brengen manden rijst naar de statie de mand hangt op den rug en wordt vastgebonden met eene liaan, welke langs over het hoofd met de han den aangetrokken wordt. Deze dames, ten minste de eerste, groeten zich en drukken zich de hand op zijn Euro- peaansch. Niettegenstaande al die onderschei dene manieren, gebeurt het hen toch soms wat te diep in het glas te kijken. Dan brengen zij de geheeie laan in rep en roer en men is verplicht hen in het droog te brengen, maar dan wordt dit gedaan met alle mogelijke omzichtig heid. Stanleyville aan den oever van den stroom, is de hoofdstad der oostelijke provincie. Zij is geroepen om eens een zeer belangrijkmiddenpunt te worden Oordeel liever vertrekpunt van den ijzerenweg der Groote Meren, eindpunt van de stoombootlijn Leo-Stanleyville, toekomstig vertrekpunt van den ijze renweg Fremu naar den Nijl, welke vandaar waarschijnlijk de weg zal worden van de transafrikaansche lijn Kaïro-Kaapstad. Stanleyville is in een woord het kruispunt van Afrika. Aan al deze middelen van welstand kan men nog bijvoegen de beweeg kracht, welke door de watervallen gevormd wordt en welke ons binnen korten tijd de eleotriciteit zal geven, daarbij komen nog de petroleumbron- nen, welke men zegt, niet ver van hier voorhanden zijn. Van nu af aan bouwt men veel, en eene prachtige kerk rijst als bij betoovering uit den grond. Het leven is aangenaam te Stanleyville, het klimaat betrekkelijk gezond. Buiten sommige insecten die u zachtjes tus- schen de teenen komen bijten, en die uw boy niet minder zacht er van afneemt, en eene soort huidontsteking veroorzaakt door de warmte, gaat alles hier wel. Muggen zijn er hier zoo zel den, dat, als men er bij toeval eene vindt, men ze naar het museum van Tervueren zendt. Een goed middel om te Stanley ville wel fortuin te maken, is eene faktorij stichten. Nochtans met minder dan 150 of 200,000 franken kan men niets ma ken. De mededinging wordt natuurlijk eiken dag grootermaar niettegen staande dat, hebben alle huizen het uitzicht van goede zaken te doen. Er zijn magazijnen voor zwarten, waar alles aan zeer hoogen prijs verkocht wordt, en stapelplaatsen van ingelegde levensmiddelen, wijnen, enz. voor de Europeanen. Handeldrijvenden gaan naar het bin nenland, met koopwaren welke zij uit wisselen tegen ivoor of rekgom. Wat hier voor het oogenblik ontbreekt, is een hotel met drinkhuis en naast dit hotel een magazijn of soort bazar Ware dit ingericht, de klanten zouden niet ontbreken. Er zijn altijd passagiers, het is te zeggen beambten aan het einde van hun termijn, of ambtenaars van het gerecht, welke hier veertien dagen of eene maaDd verblijven. Bericht aan de liefhebbers. Mükubwa. Een oproep aan christene ouders, meesters en kinderen mag op heden zeker wel de wereld ingezonden wor den Tegenwoordig houden de bedor- vene wereld en Godsvijanden zich onledig met alle middelen uit te zoekeu en te beramen om het hart van het kind te bederven en te vergiftigen of ten minste..schade .lae. te breag.ea.D-e hel heeft eene geheime en op alle gron den werkende maatschappij doen ont staan, met name de vrijmetselarij om de scholen te ontchristenen en te ver wereldlijken of beter nog om er dui- velsgebroed in te kweeken en groot te brengen. Met de afschaffing der chris tene leering en zedenleer willen de vijanden alle geloof, godsdienst, geluk en vrede uitdooven, doen verdwijnen en vernietigen. In de plaats moet de geuzenschool of 't zoogezegde onzijdig onderwijs ingebracht worden. Ja, zij willen ten gronde afslaan de katholieke vrije school, dat wat na onze kerken ons het nauwst aan'therte ligt en ons het allerdierbaarst is. Doch neen, dat zal, kan of mag niet gebeuren, want de oude kreet van scholen zonder God en meesters zon der geloof van gij zult ze niet heb ben de schoone ziei van 't kind zult ge daverend hooren weerklinken en bergen en heuvelen en steden en dor pen zullen er den weergalm van her- Slim aan boord gelegd eh O, onze vijanden die de gezworene vijanden zijn van Christus, zijn uitgeslapen om 't kwaad te berokken, zielen in 't ver derf te storten cd voor eeuwig verlo ren te doemen. Indien ze hunne plan nen mochten ten uitvoer brengen, dan zou zeker de christene beschaving er zeer door lijden, achteruit gaan en voor een groot aantal kinderen van geen tel meer zijn. En nog eens 't zou den wederom de kinders der werklie den, der armen, der nederige (doch groot van herte) buitenlieden zijn, die er meest zouden door uitstaan.Ze weten het zoo wel, dat het kind de man en de vrouw is van morgen dat wanneer zij het kind kunnen omleiden en verleiden, zij meester worden van zijn gansche leven, doening, wending en keering. Doch de christene ouders zijn nog talrijk, Gode zij dank, talrijk bijzon derlijk in ons Vlaamsche land, die weten dat een slecht opgevoed kind de nagel zoude wezen hunner doodkist die hebben verstaan dat de schatten van 't geloof en der goede zeden en der voorvaderlijke deugden meer weerde hebben dan al wat zij kunnen verschaf fen en geven aan hunne lievelingen. Dat alleen immers blijft bij, 't overige vergaat in stof en asch. Ieverige leids mannen, de priesters, zijn er ook nog, den Heere zij lof, om aan onze kinderen den rechten weg te wijzen. Intusschen- tijd hebben alle vrijmetselaars en socios eenen eeuwigen haat gezworen tegen ai de zwartrokken 't is te verstaan Z. H. P'iusX, 't opperhoofd der chris tene wereld heeft zich boven allen onderscheiden 1) door het aanbevelen en gebieden van maatregelen, meer en beter den catechismus te doen aanlee- ren op school, van uit den preekstoel en zelfs in 't huisgezin 2) doorzijn alomgekend en gewenscht besluit over de vervroegde en menigvuldiger Com munie der kinderen meer en dieper grondslagen te leggen in de teedere herten om ze zoo zuiverder en onge schonden te bewaren, te versterken tegen alle vijanden. Niet te verwonde ren dat de priesters? met gebed, woord en daad en raad den Roomschen stad houder gretig volgen Vermits onze geestelijke overheid zoo te werke gaat en alles te baat neemt om heer en meester te blijven op 't terrein van 't katholiek onder wijs, dat onderwijs, dat alleen de H. Kerk toekomt, moeten wij, echte christenen en vrije Vlamingen toonen, hoe hoog we schatten de groote voor- deelen van het vrije katholiek onder wijs. Ten allen tijde, maar inzonderheid met de aanstaande kiezingen wijzen wij er op, dat wij nooit of nooit zullen ver zaken aan onze zoo goeddoende katho lieke scholen. Negen en dertigste vervolg. Wet oude Rome. Het Kapitoo! De kleinste, maar tevens de belangrijkst» heuvel van Rome, is voorzeker het Kapitool. Deze heuvel bestaat uit drie gedeelten, welke zeer duidelijk te onderscheiden zijn De top van het Noorden, met de kerk en het klooster van Aracoeli het middendeel, met do plaats van het Kapitool en den top van het Zuid- Westen, met het paleis van Caffarelli. Vroeger stond op den Noordertop der ci tadel (Arx) en den tempel van Junon-Mo- neta, waar sinds het jaar 269 vóór J. C. het Munthotel van den Senaat ingericht was. Ten Zuid-Westen was de groote tempel van Jupiter, gebouwd door don laatsten koning van Rome, ten jare 509, dus het eerste jaar der Republiek In het begin der Middeleeuwen, hoorde deze heuvel toe aan het klooster van Ara coeli. Het verleden van den heuvel was ver geten, en van daar de naam van Geitenheu vel Monte Caprinowelke men er aan gege ven had. In de oudste tijden reeds was de heuvel slechts te hereiken, langs den kant van hot Forum, daar ten Noord-Westeu de heuvel schier geheel stijl was. In 1348 heeft men er den Aracoelitrap ge bouwd, welke de eerste gemeenschap was, tusschen de nieuwe stad en het kapitool. Van der Aracoeliplaats zijn er thans drie wegen om den Capitolinberg te beklimmen links den trap van 1348, die 124 treden telt en recht naar de kerk van Sl° Maria van Aracoeli leidt rechts de via del Tre Pile, waar mon de overblijfselen gevonden heeft van den ringmuur van Servius. Deze straat loopt voorbij den ingang van het kasteel Caffarelli. in 1580 gebouwd en waar thans het Duitsch gezantschap gevestigd is. De groote troonzaal van dit paleis is versierd met frescoschilderingen van Kermann Prell. De bijzonderste trap is echter de midden- trap, cordonata genoemd, welke zeer ge makkelijke breede troden heeft. Aan den voet van dezen trap bevinden zich de Egyp tische leeuwen, en boven, de Paardentem mers twee antieke groepen. In de hovingen, links, een beeld van Cola di Rienzo. modern bronzen beeld, waarvan het voetstuk samen gesteld is uit antieke deelen en onder meer kooien met eene wolvin en twee arenden bevat. De kapitoolplaats (Piazza delCampidoglio) was reeds op de Rooinsche plannen vaa Michel Ango ontworpen. Waarschijnlijk heeft men met de oprichting der gehouwen aanvang genomen rond 1538, doch waren slechts in de XVII* eeuw geëindigd. Op de horstweringen, langs den voorkant nabij de Paardentemmers, verheffen zich de trofeën van Marius, afkomstig uit het Aqua Julia en de heelden van Constantinus en zijn zoon Constant. Rechts heeft men den eersten steen van eene oude Romeinsche krijgsbaan, de zevende van den beroemden Appiaanschen weg. In het midden der Kapitoolplaats prijkt het prachtig ruiterbeeld van keizer Marcus- Aurelius, geheel in verguld brons. In de middeleeuwen versierde dit beeld de Latran- plaats. doch in 1538 werd het naar de Kapi toolplaats overgebracht. Men beweert dat Michel Ange de ontwerper is van het voet stuk. Het geheel is zoo goed berekend, dat het don toeschouwer gemakkelijk toegelaten is zelfs het hoofd van den ruiter te bezich tigen. Het bijzonderste gebouw van de plaats ia het paleis derSenatorsfPalazzo del Senatore) grootendeels in de middeleeuwen opgetrok ken. Vroeger stond op die plaats het oude Tabuzarium. De huidige voorgevel werd onder het bestuur van Girolfi Rainaldi opge trokken. Op het perron gemaakt volgens de plan nen van Michel Ange, ziet men den Nyl (links) en den Tiber (rechts). In het midden eene fontein, verbeeldende Rema (vrouwen beeld). De municipale raad houdt er gewoonlijk zij ne zittingen.Verders treft men er ook de bu- reelen van den municipalen raad aan, alsook een observatorium. De campanile werd gebouwd in 1579 door Martin Lingh.. Boven op prijkt ook nog een beeld van Roma.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1912 | | pagina 5