De gruwelen der
Vrijmetselarij.
Volksmeetingen
OiSzs Yqlkskandidateii
ROSA VAN CERCELE
VERVALLEN GROOTHEID,
Uit Stgenfiisize-Wpiiiiize,
ösïegd door den Katholieken
Propagandistenbond van Aalst
OP ZONDAG 5 MEI
De wijding der Kerk
VAN LEEBEKE.
Het wedervaren van Antonio Ribas
Tot stichting onzer lezers, en om hun te
toonen, tot wat vrijmetselaars in staat zijn,
willen wij heden weer een greep geven uit
den toestand in Portugal, dat land, naar
hetwelk ons Belgische broeders, vol ver
wondering opzien.
Een zeer pijnlijke kwestie voor de repu
bliek is steeds geweest de behandeling die
men de politieke gevangenen laat ondergaan
en waarmee zelfs do Engelsche gezanten zich
meenden te moeten bemoeiën. Pijnlijker is
die echter, nu een van Lissabons meest be
kende advokaton dr. Antonio Osorio in de
I)ia verbazing- en walgingwekkende ont
hullingen doet over de behandeling die den
politieke» beschuldigde, Antonio Ribas,
moest ondergaan welke hij met monsterach
tige laagheden betitolt. Wij laton dr. Oso-
rio's relaas volgen
Antonio Ribas werd, na gevangen geno
men te zijn,naar het Governo Civil gebracht.
Daar was hij geheel tegen de wet, gednrende
vele dagenvoor iemand bereikbaar. Maar
de onbereikbaarheid en de afzondering, ga
ven niet den uilslag, welke men ér van ver
wachtte en daar de beschuldigde vijanden
had, die zelfs Turkscho landen zouden onteo-
ren, gingen zij over tot de groote midde
len
Een nachtelijke tocht
In bet holst van den nacht word hij uit
•eno cel gesleept door twee agenten. Buiten
wachtte een auto, dio hen naar het Monsan-
te-gebergte braclit. Daar werd hij in eene
grot gevoerd, en met twee revolvers aan
slapen beval men hem alles te vertellen, wat
hij wist, wijl anders alleen de raven zouden
weten, dat hier een lichaam te verorberen
lagSchoonniet waar De gevangene
had niets le vertellen. Anderen zouden mis-
Hchien allerlei misdaden bedacht hebben, hij
had den moed te zwijgen, stelde zich te vre
de met een kreet van protest, en wachtte
kalm de dood.
De truc mislukte. Met schoppen werd hij
naar den auto terug gedreven en in de ge
vangenis gebracht, onderwege nog op bar-
baarsclie wijze mishandeld door do twee
steenen in menschenvorm die hem begeleid
den. Het ergste komt nog.
Tijden daarna werd hij naar de beruchte
Limoeiro gevoerd, waar men hom eenige
dagen met vrede liet. Maar op een goeien
dag werd hij zonder reden raar eon «segredo»
gevoerd.
In een segredo Een walgelijk soepje
Weet gij wat een segredo is? Een on-
deraardsche geaspjialteerde kelder, whar
water in staat het licht komt er binnen
door een gaatje, maar zoo weinig, dat m«»n
zelfs niet lezen kan. Geen bed, geen meube
len, geen bank waarop hij zitten Ijan, Hat
bed wordt er 's avonds om 9 'ure ingesno
ven,.en is (o e barbaarsche marteling, die de
Chineezen, kampioenen in martelen, gaarne
zouden kennen. Het stroo is zoo nat dat
zelfs geen houden er op slapen willen. Om 4
ure 's morgens worJt het onverwacht weg
getrokken, om don beschuldigde niet te lang
hiervan to laten genieten. In dezo segredo
was Antonio Ribas gedurende vier dagen
zonder dat hem eenig voedsel verstrekt werd.
Ik vroeg het den beschuldigde drie maal,
meeneud verkeerd gehoord te hebben.
Ja, mijnheer, zonder mij eenig voedsel
te verstrekken. Oh, China, arm China, dat
zoo achterlijk is Na die vier dagen gaf
men hem een soep te drinken. Uitgehongerd
bracht hij die aan don mond, maar na de
eerste slokken voelde hij zich, zooals Dij zegt
van binnen verbranden, en braakte alles
weer uit, waarbij nog eenige groene din
gen meekwamen, die hij niet kende.
Zondag- mengelwerk.
17J Vervolg.
IX. DE LUITENANT-KOLONEL
NEEMT ZIJNE MAATREGELEN.
Den volgenden morgend, toon het meisje
ten zes uur met den bestelden koffie binnen
trad, bracht zij tevens op het presenteerblad
een glas, met de uitgelczenste bloemen ge
vuld.
Een vroolijk ach ontvoer de schoone
lippen van Amalia haastig legde zij het haar
do gewone vlechten, en vatto toen met beide
banden het glas met bloemen op, om den
welriekenden geur met volle teugen in te
ademen.
Zijn dio bloemen ook voor onsvroeg de
luitenant-kolonel geeuwende, terwijl hij ge
lijktijdig een kop koffie nam.
Zij zijn voor de jonkvrouw, antwoordde
het meisje de lieer van nr 6 beval mij, die
met een groet van den kleinen Alfred, aan
haar over te brengen.
Nu, die ridderlijke geest is dan toch in
Zweden nog niet geheel uitgestorven sprak de
luitenant-kolonel, terwijl hij mot grooten
•etlust al do beschuitjes opat.
Toen het meisje vertrokken was, haalde
mevrouw vou Dressen den trommel met
gebak voor den dag, die zij van huis medege
nomen bad. Alles ging met smaak naar
binnen.
Geschoren eu opgedrild, alsof hij op de
parade moest, ging de luitenant-kolonel kort
daarop naar boven. Hij wilde, zegde hy, deu
Daarop heeft hij kolieken gekregen, brakin
gen, en is later gedurende drie maanden met
melk gevoed moeten worden. Sinds dien is
zijne gezondheid verwoest. Hij was een
sterke man, nu is hij een geraamte. Hij zegt
dat men hem de maag en ingewanden ver
brand heeft, en hij nooit meer gezond is ge
weest. Wat gaf men hem Het gedacht, dat
bij ieder opkomt is zoo verschrikkelijk, dat
wij het terugwijzen. Het is niet moge
lijk. niet mogelijk.
Hij bleef nog vijftien dagen in de se
gredo en dierf niet meer eten, behalve wat
brood in water gedoopt.
Toen men hem uit den donkeren kelder
haalde, en hij plotseling het zonlicht weer
zag, viel hij achterover. Het was het licht
dat hem, na het zoolang niet gebruiken der
oogen, den schok gaf die hem vallen deed.
Sinsdien is hij bijziende, on kost het hom
moeite te onderscheiden, wat hij vroeger
klaar zag.
Dr Osorio vertelt dan verder hoe men hem
met gewold dwong een koud bad te nemen en
daarin duwde Maar toen hij doorging
daartegen te protesteeren, stopte men hem
weer in de segredo. Na dit verhaal over de
mishandelingen waaraan de gevangene Ri
bas bloot stond, bespreekt Dr Osorio verder
zijn vonnis, met de volgende woorden
Fabrikant van samenzweerders
De ongelukkige viel toen in de handen
vaneen jury, samengesteld uit personen,
die hom kenden, en zijne, vijanden waren.
Hij werd veroordeeld tot de barbaarsche
straf (van 6 jaar cellulair en 10 jaar depor
tatie... of 20 jaar deportatie), op de eenige
getuigenis van dengene, die hem aanklaagde
wijl de andere getuigen alleen zeggen kon
den, dat zij het gehoord hadden. En wie
was deze getuige Do beruchte agent Anto
nio dos Santos, fabrikant van samonzweor-
ders, die zich er op beroemde Ik weet niet
hoeveel er reeds ingedraaid to hebben
een akelig personage dien ik ontmoette op
do eenige zitting waar ik verdedigen moest
(Tribunal das Trinas), en wiens houding
toen zulk een walging, zelfs bij de republi
keinen opwekte, dat hij gedegradeerd werd.
De wijze van werken van dezen spion
was eenvoudig. Hij gaf zich voor samon-
zweerder uit, belegde vergaderingen, tracht
te de vergaderden te overtuigen, en, over
tuigd of niet. eenmaal do vrucht rijp
maakte hij den valstrik gereed. Aan hem
danken vele ongelukkigen naamloozo ang
sten, en aan hem dankt Antonio Ribas zijn
verschrikkelijk vonnis.
Antonio Ribas, nu eene menscbelrjk vod,
zal naar de cellulaire gebracht worden, waar
zelfs sterken bijna altijd de gezondheid ver
liezen. Ik weet niet welke geneesheer hein
daar onderzoeken zal, maar hij zal slechts
enkele maanden daar leven. En dat zou nog
zacht zijn. Deporteert men hem voor 20jaar
naar de coloniënA dan zal hij-misschien zijn
verbrande ingewanden zien herstellen. Maar
dat zal men niet, want de cellulairo is harder
en men wil hek hardste kiezen. Hij moet naar
de cellulaire... Hij moet daar "sterven.
Hier eindigt de historie.
In de XX0 eeuw.
Het schijnt u ongelooflijk, lezer? Dit inge
zonden stuk verscheen in de twintigste eeuw
(9 April 1912), in een dagblad van Europa
Al is het Portugal.
Den 10 April, in de zitting van den Senaat
werd de minister van justicie over deze mar
telingen in de 20° eeuw geïnterpelleerd door
senator de Padua, met verzeek om een on
derzoek in te stellen en de schuldigen aan
deze martelingen streng te straften, opdat
deze tooneelen van ware barbaarsohheid,
die tot schande van Portugal strekken, zich
niet herhalen
Do minister beloofde een onderzoek in te
stellen, en daarmee uit.
God spare ons België van Porlugeesche
toestanden, en van de overheerscliiug der
Vrijmetselarij, welke die toestanden heeft in
het leven geroepen.
heerlijken morgendstond genieten, maar het
was eigenlijk slechts de nieuwsgierigheid die
hom dreef,om iets naders omtrentzynen over
buur in ur 6 to vernemen, en daarom richtte
hij dadelijk zijne schreden naar de groote
kajuit, waar hij ook zoo gelukkig was do
passagierslijst te vinden, geheel onder aan
stond daarop de naam i. Borgenstjerna.
Borgenstjerna, en niets meer, mompelde
hij bij zich zei ven. Geen titel Hm, wat kan
dat voor een mensen wezen De naam is zoo
onbekend dat ik niet eens weet, of hij wel in
liet adelboek te vinden is; en zelfs al is dat het
geval, dan geniet hij toch voor het oogonblik
volstrekt geen aanzien. Doch. waar duivel
mag ik toch dien naam vroeger al gehoord
hebben? Het is mij als kwam hy mij heden
niet voor de eerste maal voor... maar dat is
toch wel louter eene vergissing. Ik heb nooit
iemand gekend die zoo heette.
Onder het nadenken hierover keerde de luite
nant-kolonel naar zijne kajuit terug, om het
geheugen zij nor vrouw ter hulp te roepen
maar Amalia riep hem, nogeer hij binnentrad,
te gemoctLiovo papa, laat ons toch eerst
den boel bier een weinig in orde brengen
hetgeen hem bewoog naar het dek terug te
keeren, waar hij de komst zijner dames wilde
afwachten.
Hier zat, op eene der groene banken, de
man zonder titel, met zijn kind aan de eene
en den hond aan de andere zijde een openge
slagen bock lag op zijnen schoot.
Ei, dat komt heerlijk dat kon niet be
ter dacht de luitenant-kolonel, terwijl hij op
den vreemdeling toetrad, en hem vriendelijk
goeden morgend wenschto. Mij dunkt, wij
kunnen vandaag op eénen schooneu dag reke
nen, liet hij er op volgen.
Het schijnt zöo antwoordde de vreem-
aa-aa— DE VoESSSfÊiï
Om 9 ure te Okegem-Katteslraat In de
Ster» bij de Wed. De Brabander.
Om 10 ure te Hofstade, Dorp, in den Ka
tholieken kring.
Om 10 ure te Borsbeke, Heye, bij J.-B.
Schamp.
Om 10 ure te Iddergem.
Om 10 ure te Hillegem, in 't klooster.
Om 10 1/2 ure te Lede, Statieweg, in de
zaal Vereecken.
Om 3 ure te Nieuwerkerken, Kwalestraat
Om 3 ure te Zonnegein bij Vital Lammens
Om 4 ure te Denderhautem-Dries, bij P.
Van der Burght.
Om 4 ure te Sint-Lievens-Hautem, Cra-
penyek. bij A. Van Bever.
Om 5 1/2 ure te Vliorzele-Huj'lebroeck,
In de Smis
Om G ure te Herdersem, Broekstraat, bij
A. Arts.
Om 6 ure te Denderhautem-Vondelen, bij
Emeri Van der Stock.
Om 6 ure te Sïnt-Lieyens-Haulhem.
Verleden Zondag (28 April) moest er te
Steenhuize-Wynhuize eene Groote meeting
plaats hebben door Pieter Daens en
Victor Bocqué. Alzoo was er aangekondigd
door eene massa strooibriefjes verspreid in
Steenhuize en St-Lievens-Essche. Van die
twee gemeenten te zamen zijn er diep in de
zes personen naartoe geweest.
Do bijzonderste uitslag is dat M. Daens
daar eenen man Deelt leero» met de kaart
spelen.
Wat eerlijk, wat prachtig weder voor de
bevolking der Leebeken en omliggende, op
den dag der plechtige wijding hunner nieuwe
Kerk. Ja, God bad dien dag voor die zoe
deugdzame bevolking weggelegd. Ook had
den de Leebekennren hj?t hunne bijgedragen
om dio plechtige wijding te vieren.
Van daags le ypren bulderde het kanon
onophoudend do.straten waren herschapen
in een aangename» lusthof tot zelfs de stee
nen verdoken zich onder de rooskleurige
bloemen die gansche straten bedekten, overal
waar men het oog wendde, zag men niets dan
praalbogen wonderschoon die de oogen ver
blindden door do uitgezochtste kleuren waar
mede zij versierd waren, dan die vele jaar
schriften en opschriften, die alle huizen van
de kleinste tot do grootste versierden zonder
uitzondering, met dio duizende en duizend®
vlaggen en wimpels, waarmede zij bedekt
waren, en dan de bevolking dio de straten
deed dreunen van hunne stom, ter eere van
het nieuw kerkgebouw en hunne stichters.
De volgende welkomgroet werd uitgespro
ken door don heer Mddest Cobuert, bij den
deling, in wien de lezer3 misschien reeds lang
onze oude kennis, den voorspanrijder uit
Svarteborg horkend hebben, wiens latere lot
gevalion wij te gelegener tijd zullen mededee-
len. IIoo beleefd hij ook deu groet van den
luitenant-kolonel ook beantwoordde, scheen
hij toch in 't geheel niet gezind, om het onder
houd voort te zetten.
De luitenant-kolonel dacht er echter anders
over. Hij nam op dezelfde bank plaats en
liefkoosde do kleine, dio zich echter tamelijk
schuw toonde eu dichter bij zijnen vader
schoof.
Het moet toch eenigzins lastig zijn, zulk
een kleinen, teeren reismakker by zich te
hebben. Vermoedelijk uw zoontje
Ja, zoo is het.
Een jaar of vier oud dunkt mij het
knaapje ziet er zwak uit.
Tot mijn leedwezen is hij dat ook.
En gij zijt waarschijnlijk met hem op weg
naar de eene of anuere -badplaats
Ja, ik wil beproeveD, wat eene badkuur
uitrichten kan.
O een zeebad doet de weldadigste uit
werking. Ook ik ben met mijne familie op weg
naar eene dier heilzame inrichtingen, die van
een zoo veelzijdig nut zijn voor de gezondheid.
Mijne vrouw lijdt, helaas sedert oenigen tijd
aan kramppijnen, en ofschoon de kwaal voor
het oogenblik nog al dragelijk is, zoo wil ik
toch dat zij ter harer volkomene herstelling
eene poos het zeebad geqruike. Gij zijt denke
lijk ook van zins...
Hier hield de luitenant-kolonel op, als ver
wachtte hij een antwoord van den vreemde
ling.
Ik heb omtrent het doel myner reis nog
niets beslistik vêrwacht ««rst nog eonon
i I r ii i - i, é-
intrede in de Leebeken, aan den Eerwaarde
Heer Deken, de Eerwaarde Priesters en don
heer Burgemeester.
Mijnheeren,
In naam der inwoners van de Leebeken
heb ik de eer u te verwelkomen, ter gele
genheid der plechtige wijding van ons voor-
loopig nederig kerkgebouw.
Wat zijn wij gelukkig u in ons midden te
mogen ontvangen, vooral omdat don Eer
waarden Heer Deken ons steeds met raad en
daad moedig heeft terzijde gestaan en voor
uitgeholpen.
Ik bedank ook don Eerwaarden Heer Prin
cipaal die geeno voetstappen heeft gespaard,
zich veel moeito heeft getroost om ons het
gemak te verleenen onze Christene plichten
in 't vervolg.behoorlijk to kunnen kwijten.
Ik bedank den E. H. Pastoor voor zijne
vereerende tegenwoordigheid, dien wij met
tegenzin van zijne geestelijke gemeente zien
afscheiden. Ik gevoel immers hetzelfde spijt,
doch nood breekt wetten.
Wat indruk beeft dat alles niot teweeg
gebracht in de harten der Leebekenaren, die
vol moed voor hun geloof strijden, en dien
schoonen en uitgelezcnen dag nooit zullen
vergelen en in hun hart zullen prenten dees
opschrift dat aan de kerk op den praalboog
gehecht was.
Antonius help u volhren strijden
Want voor 't geloof zijn 't leciarlijk droeve
tijden.
En ook het schoon sermoen door den
Eerwaarden Heer Deken uitgesproken zoo
krachtig en aandoenlijk, dat menigeen deed
weg zinken in diep gepeins en een traan in
stilte deed wegzinken. Kortom prachtige
plechtigheid, dat de Leebekenaren ter eere
strekt. Een Misdienaar.
eSew Sesaasat.
Titelvoeren.de kandidaten
M. DE SADEDEER,uittredend volks-
vertegenwoordige, Brussel.
M. RAEPSAET, uittr. senator, bur
gemeester, Oudenaarde.
M. bon deKERCHOVE d'EXAERDE,
uittr. Senator.
Ptaatsvervangende kandidaten
M. bon de KERCHOVE d'EXAERDE,
voornoemd.
Een vertegenwoordiger van Oude
naarde.
M. GHEERAERDTS, burgemeester,
Aalst.
IFoos* de SCaraier.
Titelvoerende kandidaten
M. WOESTE, staatsminister, uittr.,
volksvertegenwoordiger.
M. MOYERSOEN, uittr.volksv.Aalst.
M. baron L. de BETIIÜNE, pl.volks-
vertegenwoordiger, Aalst.
M. VAN DER LINDEN, pl. volks
vertegenwoordiger, Goefferdinge.
M.COSYNS, burgemeester Meerbeke.
Plaatsvervangende kandidaten
M. VAN DER LINDEN, voornoemd.
M. GOSYNS, voornoemd.
M. VAN DER TAELEN, burge
meester, Idegem.
M. ROLLIER, prov. raadslid, Den
derleeuw.
brief van den doktor, eer ik my tot de eene
of andere badplaats bepaal.
Wij verkeeren juist in hetzelfde goval
ook wy hebben nog geene bepaalde keus ge
daan, doch... vergeef mij, dat ik van de vrij
heden, die men zich op reis soms veroorlooft,
gebruik heb gemaakt, u aan te spreken zon
der door iemand aan u voorgesteld te zijn.
Vergun mij, dat ik dit verzuim herstel. Mijn
naam is luitenant-kolonel en kamerheer von
Dressen. En ik heb de eer...
Ik heet Borgenstjerna.
Het verheugt mij zeer konnis met u te
maken, mijnheer... mijnheer... ik heb het ge
noegen niet gehad uwen titel te vernemen.
Ik bezit geen titel.
Op deze verklaring volgde eene kleine poos
in het gesprek. Met ©ene vlugge wending
bracht echter de luitenant-kolonel het onder
houd op de voortbrengselen der hedendaag-
sclie letterkunde. Eon edelman zonder titel
hm, 'tkon ten minste geen kwaad, dat men
er zoekt achter to komen, welke staatkundige
kleur hij omhelsde.
De antwoorden van Borgenstjerna,ofsohoon
kort en bepaald, waren evenwel tamelijk
openhartig.
Aha dacht de luitenant-kolonel, hij be
hoort tot de volksgezinde». Denkelijk zit er
dat nog, van uit den studententijd bij hem in.
Jammer, drommels jammer Zoo hij echter
rijk is en de noodzakelijkheid van het bezit
eens titels inziet...
Op dit oogenblik verschenen de dames op
het dek, en de luitenant-kolonel maakte van
de gelegenheid gebruik om ze den heer Bor
genstjerna voor te stellen. Dezo groette eer
biedig doch toen Amalia, den kleine op
do wang tikkende zegde Ik dank u, myn
kleine lieve Alfred, voor uwe fraaie bloemen,
5 EN 6 MEÏ lOIfc*
(Vervolg.)
Twee maanden lang bleef hij hard
nekkig wederstaan, en hij zou waar
schijnlijk volhard hebben, had Johan
na hem met voorzichtigheid niet doen
opmerken dat Roza magerder en blee-
ker dan ooit geworden was, dat zij on
gelukkig was, omdat zij door dit uitstel
harer belofte moest breken en dat zij
haar huis niet kon verlaten, zelfs met
de toestemming harer moeder, indien
haar vader haar zijne zegening en zijne
toestemming weigerde? Ambroise werd
verlegen. Hij dacht aan de teederheid
zijns kinds; en oordeelde,dat hij beter
zou doen haar den weg te laten volgen
dien zij gekozen had, dan haar te laten
kwijnen, tot den dood.. Daarbij, (meen
de hij) zou zij zich weldra gelukkig
geacht hebben om naar het vaderlijk
huis terug te keeren.
Door deze hoop overtuigd, gaf de
smid zijne toestemming.
Hij zpgde aan Roza dat zij naar het
noviciaat mocht gaan, en voor het ove
rige zou hij later gezorgd hebben. Hij
was volkomen verzekerd, dat zij niet
langer dan één jaar zou weggebleven
zijn, en dat de zusters haar niet zouden
behouden hebben.
Zekeren morgend, na de heilige Mis
bijgewoond te hebben, in welke zij met
vreugde haren vader tegenwoordig zag,
vertrok Roza met hare moeder naar de
stad, waar het klooster, dat zij verko
zen had, gelegen was,
Roza was het vermaak geweest en de
vreugde des huizes, de zonnestraal, die
het verlichtte. Hare afwezigheid kon
door niets worden vervangen. Johanna
vergat hare gezangen; zij was stilzwij
gend, droevig en hare oogen kwamen
dikwijls vol tranen. Wanneer zij alleen
aan haar werk was, dacht zij aan haar
kind. Is zij gelukkig Zouden de Zus
ters haar geenen arbeid opleggen, die
hare macht te boven gaat? En dan blikte
zij op de plaats waar Roza gewoonlijk
zat, op het klein stoeltje dat haar vader
in vroegere jaren, toen zij schier nog
niet kon loopen, van eene foore had
medegebracht. Zij bewaarde met de
meeste zorg al hetgeen aan%haai kind
had toebehoord, tot zelfs haar gebroken
speelgoed. Dat zijn mijne juweelen
zegde zij tot degenen die haar kwamen
.gezelschap houden en troosten.
Wat den smid betreft, wanneer de'
veertien dagen om, en de weken in
maanden veranderd waren, zoodat
Roza bijkans een jaar weg was, en er
nog geen schijn van terugkomst be
stond, werd hij verdrietig en lastig.
Hij verwaarloosde zijn werk, want,
zegde hij, waarom zou ik nu geld spa
ren Ik heb geene dochter te begifti
gen, en voar ons is er genoeg.
Weinig dacht Ambroise, dat hij de
oorzaak was van de opoffering der ge
voelens van 't jeugdig hart zijner doch
ter. Want had zij de gehoorzaamheid
niet onderhouden,had zij God met vast
beradenheid niet aanroepen om hare
plechtige belofte te kunnen volbrengen,
zij had naar 't voorstel van Karei Bou
vier geluisterd, en zijne aanbiedingen
tot het huwelijk gretig aanvaard.
Wordt voortgezet.
verdween eensklaps de terughouding, die ge
durende het gesprek met den luitenant-kolo
nel hem beheerscht had, en een glans van
genoegen schitterde in zijne oogen, toen hy
op een veel uitdrukkenden toon zegde: Alfred
kon zijnen dank welniet naarbehooren uiten,
want hij weet niet, dat hij zoo gelukkig ge
weest is nog eene andere bescherming te
genieten, dan die van zijnen vader en van do
tróuwe Diana.
Ongekunsteld wondde Amalia zich nu tot
hare ouders en verklaarde hun den zin dezer
woorden. Zij had den h'alf-sluimerenden knaap
hooren schreien, en was toon binnengetreden
om hem weder in slaap te sussen.
Hij is anders altijd gewoon, als hij eens
ingesluimerd is, in de eerste uren niet weder
wakker te worden,voer Borgenstjerna voort
maar de gejaagdheid, die ik zelf gedurende
mijne afwezighoid ondervond, deed mij vreo-
zen dat hij mocht ontwaakt zijn waarom ik
zoo haastig terugkeerde.
Inmiddels waren voor en na ook de overige
passagiers op het dek verschenen, wat den
luitenant-kolonel noopte zijne gezellige gaven
ook voor dezen tentoon te spreiden. Mevrouw
von Dressen zette zich echter naast Borgen
stjerna, en zegde, terwijl zij Diana's geelen
kop streeldeIk ben eene groote vriendin van
honden, en voor lang bezat ik er zelve een,die
in naam en kleur met dezen overeen kwam.
Ik stond hem uit dankbaarheid af, en het is
mij sedert niet meer gelukt eenen dergelijken
weder te hekomen. Haar zachte blik viel hier
bij op Borgenstjerna deze had zich tot zijn
kind gewend, om het eenige woorden toe to
sprekenthans echter richtte hij de oogen we
der naar Mevrouw von Dressen, en beider
blikken ontmoetten elkander met eeDe diepo
uitdrukking. (Wordt vervolgd).