De gruwelen der Vrijmetselarij. Volksmeetingen OiSzs Yqlkskandidateii ROSA VAN CERCELE VERVALLEN GROOTHEID, Uit Stgenfiisize-Wpiiiiize, ösïegd door den Katholieken Propagandistenbond van Aalst OP ZONDAG 5 MEI De wijding der Kerk VAN LEEBEKE. Het wedervaren van Antonio Ribas Tot stichting onzer lezers, en om hun te toonen, tot wat vrijmetselaars in staat zijn, willen wij heden weer een greep geven uit den toestand in Portugal, dat land, naar hetwelk ons Belgische broeders, vol ver wondering opzien. Een zeer pijnlijke kwestie voor de repu bliek is steeds geweest de behandeling die men de politieke gevangenen laat ondergaan en waarmee zelfs do Engelsche gezanten zich meenden te moeten bemoeiën. Pijnlijker is die echter, nu een van Lissabons meest be kende advokaton dr. Antonio Osorio in de I)ia verbazing- en walgingwekkende ont hullingen doet over de behandeling die den politieke» beschuldigde, Antonio Ribas, moest ondergaan welke hij met monsterach tige laagheden betitolt. Wij laton dr. Oso- rio's relaas volgen Antonio Ribas werd, na gevangen geno men te zijn,naar het Governo Civil gebracht. Daar was hij geheel tegen de wet, gednrende vele dagenvoor iemand bereikbaar. Maar de onbereikbaarheid en de afzondering, ga ven niet den uilslag, welke men ér van ver wachtte en daar de beschuldigde vijanden had, die zelfs Turkscho landen zouden onteo- ren, gingen zij over tot de groote midde len Een nachtelijke tocht In bet holst van den nacht word hij uit •eno cel gesleept door twee agenten. Buiten wachtte een auto, dio hen naar het Monsan- te-gebergte braclit. Daar werd hij in eene grot gevoerd, en met twee revolvers aan slapen beval men hem alles te vertellen, wat hij wist, wijl anders alleen de raven zouden weten, dat hier een lichaam te verorberen lagSchoonniet waar De gevangene had niets le vertellen. Anderen zouden mis- Hchien allerlei misdaden bedacht hebben, hij had den moed te zwijgen, stelde zich te vre de met een kreet van protest, en wachtte kalm de dood. De truc mislukte. Met schoppen werd hij naar den auto terug gedreven en in de ge vangenis gebracht, onderwege nog op bar- baarsclie wijze mishandeld door do twee steenen in menschenvorm die hem begeleid den. Het ergste komt nog. Tijden daarna werd hij naar de beruchte Limoeiro gevoerd, waar men hom eenige dagen met vrede liet. Maar op een goeien dag werd hij zonder reden raar eon «segredo» gevoerd. In een segredo Een walgelijk soepje Weet gij wat een segredo is? Een on- deraardsche geaspjialteerde kelder, whar water in staat het licht komt er binnen door een gaatje, maar zoo weinig, dat m«»n zelfs niet lezen kan. Geen bed, geen meube len, geen bank waarop hij zitten Ijan, Hat bed wordt er 's avonds om 9 'ure ingesno ven,.en is (o e barbaarsche marteling, die de Chineezen, kampioenen in martelen, gaarne zouden kennen. Het stroo is zoo nat dat zelfs geen houden er op slapen willen. Om 4 ure 's morgens worJt het onverwacht weg getrokken, om don beschuldigde niet te lang hiervan to laten genieten. In dezo segredo was Antonio Ribas gedurende vier dagen zonder dat hem eenig voedsel verstrekt werd. Ik vroeg het den beschuldigde drie maal, meeneud verkeerd gehoord te hebben. Ja, mijnheer, zonder mij eenig voedsel te verstrekken. Oh, China, arm China, dat zoo achterlijk is Na die vier dagen gaf men hem een soep te drinken. Uitgehongerd bracht hij die aan don mond, maar na de eerste slokken voelde hij zich, zooals Dij zegt van binnen verbranden, en braakte alles weer uit, waarbij nog eenige groene din gen meekwamen, die hij niet kende. Zondag- mengelwerk. 17J Vervolg. IX. DE LUITENANT-KOLONEL NEEMT ZIJNE MAATREGELEN. Den volgenden morgend, toon het meisje ten zes uur met den bestelden koffie binnen trad, bracht zij tevens op het presenteerblad een glas, met de uitgelczenste bloemen ge vuld. Een vroolijk ach ontvoer de schoone lippen van Amalia haastig legde zij het haar do gewone vlechten, en vatto toen met beide banden het glas met bloemen op, om den welriekenden geur met volle teugen in te ademen. Zijn dio bloemen ook voor onsvroeg de luitenant-kolonel geeuwende, terwijl hij ge lijktijdig een kop koffie nam. Zij zijn voor de jonkvrouw, antwoordde het meisje de lieer van nr 6 beval mij, die met een groet van den kleinen Alfred, aan haar over te brengen. Nu, die ridderlijke geest is dan toch in Zweden nog niet geheel uitgestorven sprak de luitenant-kolonel, terwijl hij mot grooten •etlust al do beschuitjes opat. Toen het meisje vertrokken was, haalde mevrouw vou Dressen den trommel met gebak voor den dag, die zij van huis medege nomen bad. Alles ging met smaak naar binnen. Geschoren eu opgedrild, alsof hij op de parade moest, ging de luitenant-kolonel kort daarop naar boven. Hij wilde, zegde hy, deu Daarop heeft hij kolieken gekregen, brakin gen, en is later gedurende drie maanden met melk gevoed moeten worden. Sinds dien is zijne gezondheid verwoest. Hij was een sterke man, nu is hij een geraamte. Hij zegt dat men hem de maag en ingewanden ver brand heeft, en hij nooit meer gezond is ge weest. Wat gaf men hem Het gedacht, dat bij ieder opkomt is zoo verschrikkelijk, dat wij het terugwijzen. Het is niet moge lijk. niet mogelijk. Hij bleef nog vijftien dagen in de se gredo en dierf niet meer eten, behalve wat brood in water gedoopt. Toen men hem uit den donkeren kelder haalde, en hij plotseling het zonlicht weer zag, viel hij achterover. Het was het licht dat hem, na het zoolang niet gebruiken der oogen, den schok gaf die hem vallen deed. Sinsdien is hij bijziende, on kost het hom moeite te onderscheiden, wat hij vroeger klaar zag. Dr Osorio vertelt dan verder hoe men hem met gewold dwong een koud bad te nemen en daarin duwde Maar toen hij doorging daartegen te protesteeren, stopte men hem weer in de segredo. Na dit verhaal over de mishandelingen waaraan de gevangene Ri bas bloot stond, bespreekt Dr Osorio verder zijn vonnis, met de volgende woorden Fabrikant van samenzweerders De ongelukkige viel toen in de handen vaneen jury, samengesteld uit personen, die hom kenden, en zijne, vijanden waren. Hij werd veroordeeld tot de barbaarsche straf (van 6 jaar cellulair en 10 jaar depor tatie... of 20 jaar deportatie), op de eenige getuigenis van dengene, die hem aanklaagde wijl de andere getuigen alleen zeggen kon den, dat zij het gehoord hadden. En wie was deze getuige Do beruchte agent Anto nio dos Santos, fabrikant van samonzweor- ders, die zich er op beroemde Ik weet niet hoeveel er reeds ingedraaid to hebben een akelig personage dien ik ontmoette op do eenige zitting waar ik verdedigen moest (Tribunal das Trinas), en wiens houding toen zulk een walging, zelfs bij de republi keinen opwekte, dat hij gedegradeerd werd. De wijze van werken van dezen spion was eenvoudig. Hij gaf zich voor samon- zweerder uit, belegde vergaderingen, tracht te de vergaderden te overtuigen, en, over tuigd of niet. eenmaal do vrucht rijp maakte hij den valstrik gereed. Aan hem danken vele ongelukkigen naamloozo ang sten, en aan hem dankt Antonio Ribas zijn verschrikkelijk vonnis. Antonio Ribas, nu eene menscbelrjk vod, zal naar de cellulaire gebracht worden, waar zelfs sterken bijna altijd de gezondheid ver liezen. Ik weet niet welke geneesheer hein daar onderzoeken zal, maar hij zal slechts enkele maanden daar leven. En dat zou nog zacht zijn. Deporteert men hem voor 20jaar naar de coloniënA dan zal hij-misschien zijn verbrande ingewanden zien herstellen. Maar dat zal men niet, want de cellulairo is harder en men wil hek hardste kiezen. Hij moet naar de cellulaire... Hij moet daar "sterven. Hier eindigt de historie. In de XX0 eeuw. Het schijnt u ongelooflijk, lezer? Dit inge zonden stuk verscheen in de twintigste eeuw (9 April 1912), in een dagblad van Europa Al is het Portugal. Den 10 April, in de zitting van den Senaat werd de minister van justicie over deze mar telingen in de 20° eeuw geïnterpelleerd door senator de Padua, met verzeek om een on derzoek in te stellen en de schuldigen aan deze martelingen streng te straften, opdat deze tooneelen van ware barbaarsohheid, die tot schande van Portugal strekken, zich niet herhalen Do minister beloofde een onderzoek in te stellen, en daarmee uit. God spare ons België van Porlugeesche toestanden, en van de overheerscliiug der Vrijmetselarij, welke die toestanden heeft in het leven geroepen. heerlijken morgendstond genieten, maar het was eigenlijk slechts de nieuwsgierigheid die hom dreef,om iets naders omtrentzynen over buur in ur 6 to vernemen, en daarom richtte hij dadelijk zijne schreden naar de groote kajuit, waar hij ook zoo gelukkig was do passagierslijst te vinden, geheel onder aan stond daarop de naam i. Borgenstjerna. Borgenstjerna, en niets meer, mompelde hij bij zich zei ven. Geen titel Hm, wat kan dat voor een mensen wezen De naam is zoo onbekend dat ik niet eens weet, of hij wel in liet adelboek te vinden is; en zelfs al is dat het geval, dan geniet hij toch voor het oogonblik volstrekt geen aanzien. Doch. waar duivel mag ik toch dien naam vroeger al gehoord hebben? Het is mij als kwam hy mij heden niet voor de eerste maal voor... maar dat is toch wel louter eene vergissing. Ik heb nooit iemand gekend die zoo heette. Onder het nadenken hierover keerde de luite nant-kolonel naar zijne kajuit terug, om het geheugen zij nor vrouw ter hulp te roepen maar Amalia riep hem, nogeer hij binnentrad, te gemoctLiovo papa, laat ons toch eerst den boel bier een weinig in orde brengen hetgeen hem bewoog naar het dek terug te keeren, waar hij de komst zijner dames wilde afwachten. Hier zat, op eene der groene banken, de man zonder titel, met zijn kind aan de eene en den hond aan de andere zijde een openge slagen bock lag op zijnen schoot. Ei, dat komt heerlijk dat kon niet be ter dacht de luitenant-kolonel, terwijl hij op den vreemdeling toetrad, en hem vriendelijk goeden morgend wenschto. Mij dunkt, wij kunnen vandaag op eénen schooneu dag reke nen, liet hij er op volgen. Het schijnt zöo antwoordde de vreem- aa-aa— DE VoESSSfÊiï Om 9 ure te Okegem-Katteslraat In de Ster» bij de Wed. De Brabander. Om 10 ure te Hofstade, Dorp, in den Ka tholieken kring. Om 10 ure te Borsbeke, Heye, bij J.-B. Schamp. Om 10 ure te Iddergem. Om 10 ure te Hillegem, in 't klooster. Om 10 1/2 ure te Lede, Statieweg, in de zaal Vereecken. Om 3 ure te Nieuwerkerken, Kwalestraat Om 3 ure te Zonnegein bij Vital Lammens Om 4 ure te Denderhautem-Dries, bij P. Van der Burght. Om 4 ure te Sint-Lievens-Hautem, Cra- penyek. bij A. Van Bever. Om 5 1/2 ure te Vliorzele-Huj'lebroeck, In de Smis Om G ure te Herdersem, Broekstraat, bij A. Arts. Om 6 ure te Denderhautem-Vondelen, bij Emeri Van der Stock. Om 6 ure te Sïnt-Lieyens-Haulhem. Verleden Zondag (28 April) moest er te Steenhuize-Wynhuize eene Groote meeting plaats hebben door Pieter Daens en Victor Bocqué. Alzoo was er aangekondigd door eene massa strooibriefjes verspreid in Steenhuize en St-Lievens-Essche. Van die twee gemeenten te zamen zijn er diep in de zes personen naartoe geweest. Do bijzonderste uitslag is dat M. Daens daar eenen man Deelt leero» met de kaart spelen. Wat eerlijk, wat prachtig weder voor de bevolking der Leebeken en omliggende, op den dag der plechtige wijding hunner nieuwe Kerk. Ja, God bad dien dag voor die zoe deugdzame bevolking weggelegd. Ook had den de Leebekennren hj?t hunne bijgedragen om dio plechtige wijding te vieren. Van daags le ypren bulderde het kanon onophoudend do.straten waren herschapen in een aangename» lusthof tot zelfs de stee nen verdoken zich onder de rooskleurige bloemen die gansche straten bedekten, overal waar men het oog wendde, zag men niets dan praalbogen wonderschoon die de oogen ver blindden door do uitgezochtste kleuren waar mede zij versierd waren, dan die vele jaar schriften en opschriften, die alle huizen van de kleinste tot do grootste versierden zonder uitzondering, met dio duizende en duizend® vlaggen en wimpels, waarmede zij bedekt waren, en dan de bevolking dio de straten deed dreunen van hunne stom, ter eere van het nieuw kerkgebouw en hunne stichters. De volgende welkomgroet werd uitgespro ken door don heer Mddest Cobuert, bij den deling, in wien de lezer3 misschien reeds lang onze oude kennis, den voorspanrijder uit Svarteborg horkend hebben, wiens latere lot gevalion wij te gelegener tijd zullen mededee- len. IIoo beleefd hij ook deu groet van den luitenant-kolonel ook beantwoordde, scheen hij toch in 't geheel niet gezind, om het onder houd voort te zetten. De luitenant-kolonel dacht er echter anders over. Hij nam op dezelfde bank plaats en liefkoosde do kleine, dio zich echter tamelijk schuw toonde eu dichter bij zijnen vader schoof. Het moet toch eenigzins lastig zijn, zulk een kleinen, teeren reismakker by zich te hebben. Vermoedelijk uw zoontje Ja, zoo is het. Een jaar of vier oud dunkt mij het knaapje ziet er zwak uit. Tot mijn leedwezen is hij dat ook. En gij zijt waarschijnlijk met hem op weg naar de eene of anuere -badplaats Ja, ik wil beproeveD, wat eene badkuur uitrichten kan. O een zeebad doet de weldadigste uit werking. Ook ik ben met mijne familie op weg naar eene dier heilzame inrichtingen, die van een zoo veelzijdig nut zijn voor de gezondheid. Mijne vrouw lijdt, helaas sedert oenigen tijd aan kramppijnen, en ofschoon de kwaal voor het oogenblik nog al dragelijk is, zoo wil ik toch dat zij ter harer volkomene herstelling eene poos het zeebad geqruike. Gij zijt denke lijk ook van zins... Hier hield de luitenant-kolonel op, als ver wachtte hij een antwoord van den vreemde ling. Ik heb omtrent het doel myner reis nog niets beslistik vêrwacht ««rst nog eonon i I r ii i - i, é- intrede in de Leebeken, aan den Eerwaarde Heer Deken, de Eerwaarde Priesters en don heer Burgemeester. Mijnheeren, In naam der inwoners van de Leebeken heb ik de eer u te verwelkomen, ter gele genheid der plechtige wijding van ons voor- loopig nederig kerkgebouw. Wat zijn wij gelukkig u in ons midden te mogen ontvangen, vooral omdat don Eer waarden Heer Deken ons steeds met raad en daad moedig heeft terzijde gestaan en voor uitgeholpen. Ik bedank ook don Eerwaarden Heer Prin cipaal die geeno voetstappen heeft gespaard, zich veel moeito heeft getroost om ons het gemak te verleenen onze Christene plichten in 't vervolg.behoorlijk to kunnen kwijten. Ik bedank den E. H. Pastoor voor zijne vereerende tegenwoordigheid, dien wij met tegenzin van zijne geestelijke gemeente zien afscheiden. Ik gevoel immers hetzelfde spijt, doch nood breekt wetten. Wat indruk beeft dat alles niot teweeg gebracht in de harten der Leebekenaren, die vol moed voor hun geloof strijden, en dien schoonen en uitgelezcnen dag nooit zullen vergelen en in hun hart zullen prenten dees opschrift dat aan de kerk op den praalboog gehecht was. Antonius help u volhren strijden Want voor 't geloof zijn 't leciarlijk droeve tijden. En ook het schoon sermoen door den Eerwaarden Heer Deken uitgesproken zoo krachtig en aandoenlijk, dat menigeen deed weg zinken in diep gepeins en een traan in stilte deed wegzinken. Kortom prachtige plechtigheid, dat de Leebekenaren ter eere strekt. Een Misdienaar. eSew Sesaasat. Titelvoeren.de kandidaten M. DE SADEDEER,uittredend volks- vertegenwoordige, Brussel. M. RAEPSAET, uittr. senator, bur gemeester, Oudenaarde. M. bon deKERCHOVE d'EXAERDE, uittr. Senator. Ptaatsvervangende kandidaten M. bon de KERCHOVE d'EXAERDE, voornoemd. Een vertegenwoordiger van Oude naarde. M. GHEERAERDTS, burgemeester, Aalst. IFoos* de SCaraier. Titelvoerende kandidaten M. WOESTE, staatsminister, uittr., volksvertegenwoordiger. M. MOYERSOEN, uittr.volksv.Aalst. M. baron L. de BETIIÜNE, pl.volks- vertegenwoordiger, Aalst. M. VAN DER LINDEN, pl. volks vertegenwoordiger, Goefferdinge. M.COSYNS, burgemeester Meerbeke. Plaatsvervangende kandidaten M. VAN DER LINDEN, voornoemd. M. GOSYNS, voornoemd. M. VAN DER TAELEN, burge meester, Idegem. M. ROLLIER, prov. raadslid, Den derleeuw. brief van den doktor, eer ik my tot de eene of andere badplaats bepaal. Wij verkeeren juist in hetzelfde goval ook wy hebben nog geene bepaalde keus ge daan, doch... vergeef mij, dat ik van de vrij heden, die men zich op reis soms veroorlooft, gebruik heb gemaakt, u aan te spreken zon der door iemand aan u voorgesteld te zijn. Vergun mij, dat ik dit verzuim herstel. Mijn naam is luitenant-kolonel en kamerheer von Dressen. En ik heb de eer... Ik heet Borgenstjerna. Het verheugt mij zeer konnis met u te maken, mijnheer... mijnheer... ik heb het ge noegen niet gehad uwen titel te vernemen. Ik bezit geen titel. Op deze verklaring volgde eene kleine poos in het gesprek. Met ©ene vlugge wending bracht echter de luitenant-kolonel het onder houd op de voortbrengselen der hedendaag- sclie letterkunde. Eon edelman zonder titel hm, 'tkon ten minste geen kwaad, dat men er zoekt achter to komen, welke staatkundige kleur hij omhelsde. De antwoorden van Borgenstjerna,ofsohoon kort en bepaald, waren evenwel tamelijk openhartig. Aha dacht de luitenant-kolonel, hij be hoort tot de volksgezinde». Denkelijk zit er dat nog, van uit den studententijd bij hem in. Jammer, drommels jammer Zoo hij echter rijk is en de noodzakelijkheid van het bezit eens titels inziet... Op dit oogenblik verschenen de dames op het dek, en de luitenant-kolonel maakte van de gelegenheid gebruik om ze den heer Bor genstjerna voor te stellen. Dezo groette eer biedig doch toen Amalia, den kleine op do wang tikkende zegde Ik dank u, myn kleine lieve Alfred, voor uwe fraaie bloemen, 5 EN 6 MEÏ lOIfc* (Vervolg.) Twee maanden lang bleef hij hard nekkig wederstaan, en hij zou waar schijnlijk volhard hebben, had Johan na hem met voorzichtigheid niet doen opmerken dat Roza magerder en blee- ker dan ooit geworden was, dat zij on gelukkig was, omdat zij door dit uitstel harer belofte moest breken en dat zij haar huis niet kon verlaten, zelfs met de toestemming harer moeder, indien haar vader haar zijne zegening en zijne toestemming weigerde? Ambroise werd verlegen. Hij dacht aan de teederheid zijns kinds; en oordeelde,dat hij beter zou doen haar den weg te laten volgen dien zij gekozen had, dan haar te laten kwijnen, tot den dood.. Daarbij, (meen de hij) zou zij zich weldra gelukkig geacht hebben om naar het vaderlijk huis terug te keeren. Door deze hoop overtuigd, gaf de smid zijne toestemming. Hij zpgde aan Roza dat zij naar het noviciaat mocht gaan, en voor het ove rige zou hij later gezorgd hebben. Hij was volkomen verzekerd, dat zij niet langer dan één jaar zou weggebleven zijn, en dat de zusters haar niet zouden behouden hebben. Zekeren morgend, na de heilige Mis bijgewoond te hebben, in welke zij met vreugde haren vader tegenwoordig zag, vertrok Roza met hare moeder naar de stad, waar het klooster, dat zij verko zen had, gelegen was, Roza was het vermaak geweest en de vreugde des huizes, de zonnestraal, die het verlichtte. Hare afwezigheid kon door niets worden vervangen. Johanna vergat hare gezangen; zij was stilzwij gend, droevig en hare oogen kwamen dikwijls vol tranen. Wanneer zij alleen aan haar werk was, dacht zij aan haar kind. Is zij gelukkig Zouden de Zus ters haar geenen arbeid opleggen, die hare macht te boven gaat? En dan blikte zij op de plaats waar Roza gewoonlijk zat, op het klein stoeltje dat haar vader in vroegere jaren, toen zij schier nog niet kon loopen, van eene foore had medegebracht. Zij bewaarde met de meeste zorg al hetgeen aan%haai kind had toebehoord, tot zelfs haar gebroken speelgoed. Dat zijn mijne juweelen zegde zij tot degenen die haar kwamen .gezelschap houden en troosten. Wat den smid betreft, wanneer de' veertien dagen om, en de weken in maanden veranderd waren, zoodat Roza bijkans een jaar weg was, en er nog geen schijn van terugkomst be stond, werd hij verdrietig en lastig. Hij verwaarloosde zijn werk, want, zegde hij, waarom zou ik nu geld spa ren Ik heb geene dochter te begifti gen, en voar ons is er genoeg. Weinig dacht Ambroise, dat hij de oorzaak was van de opoffering der ge voelens van 't jeugdig hart zijner doch ter. Want had zij de gehoorzaamheid niet onderhouden,had zij God met vast beradenheid niet aanroepen om hare plechtige belofte te kunnen volbrengen, zij had naar 't voorstel van Karei Bou vier geluisterd, en zijne aanbiedingen tot het huwelijk gretig aanvaard. Wordt voortgezet. verdween eensklaps de terughouding, die ge durende het gesprek met den luitenant-kolo nel hem beheerscht had, en een glans van genoegen schitterde in zijne oogen, toen hy op een veel uitdrukkenden toon zegde: Alfred kon zijnen dank welniet naarbehooren uiten, want hij weet niet, dat hij zoo gelukkig ge weest is nog eene andere bescherming te genieten, dan die van zijnen vader en van do tróuwe Diana. Ongekunsteld wondde Amalia zich nu tot hare ouders en verklaarde hun den zin dezer woorden. Zij had den h'alf-sluimerenden knaap hooren schreien, en was toon binnengetreden om hem weder in slaap te sussen. Hij is anders altijd gewoon, als hij eens ingesluimerd is, in de eerste uren niet weder wakker te worden,voer Borgenstjerna voort maar de gejaagdheid, die ik zelf gedurende mijne afwezighoid ondervond, deed mij vreo- zen dat hij mocht ontwaakt zijn waarom ik zoo haastig terugkeerde. Inmiddels waren voor en na ook de overige passagiers op het dek verschenen, wat den luitenant-kolonel noopte zijne gezellige gaven ook voor dezen tentoon te spreiden. Mevrouw von Dressen zette zich echter naast Borgen stjerna, en zegde, terwijl zij Diana's geelen kop streeldeIk ben eene groote vriendin van honden, en voor lang bezat ik er zelve een,die in naam en kleur met dezen overeen kwam. Ik stond hem uit dankbaarheid af, en het is mij sedert niet meer gelukt eenen dergelijken weder te hekomen. Haar zachte blik viel hier bij op Borgenstjerna deze had zich tot zijn kind gewend, om het eenige woorden toe to sprekenthans echter richtte hij de oogen we der naar Mevrouw von Dressen, en beider blikken ontmoetten elkander met eeDe diepo uitdrukking. (Wordt vervolgd).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1912 | | pagina 6