mn leve utte Tweede Manifest van Alfons DU.HOVT, I Christen Detnokiaal. erij i Ten too Bordeao 11 ^rr^, Reme ANTI PYR E, óocli ee uunendes T en de m JERZACHI in 2 each. 9 OTHEKH A. DEFGN rite, BRUS sgem der Kcli Beer; \K leP. S renten an nala 3ij hei m te be i«uwei dorpeli kensbak asidi Alfons DUMONT. Demokraat vrank en vrij, Zoo zijn en blijven wij Voor werkman, volk en christendom Strijden wij met vriend Alfons Dumont Wie zijn de leugenaars Wie zijn de verraders Wie zijn de uitgekoehten Erpe, den 11 Mei 1912. Vrije Christene Demokraten, ik roep allen blijft mannen met een vrij geweten en volgt Petrus Daens niet, want hij is de knecht der framassons, de slaaf der logie- mannen Terwijl dat ik bezig ben met dit tweede manifest gereed te maken om de WAAR HEID te zeggen over al de valschheid en het menschenbedrog van Mr Petrus Daens, verneem ik door een strooibriefken dat ze al in bun vet geschoten zijn van koleire en razernij en dat Van den Bruel op mij een manifestje uitgegeven heeft dat hij betiteld Een schandaal waarin hij zegt dat ik afschuwelijk uitgevallen ben op onze partij en op Daens en Van den Bruele, en zegt dat het een duivelswerk is der bewaarders, en mij per brief vrij beroept op eene tegensprekelijke meeting. Ik lach fijnekes met al die gemaakte mannekes, met die gemaakte koleire van 't on noozel brullemanneken. Als hij schrijft dat ik uitgevallen ben op Daens, dat is waar dat zal ik nog omdat de waarheid voor niemand moet zwijgen alware die iemand Petrus Daens De waarheid zal hier klinken in 't land, met de bewijzen en feiten, legen den menschenverdrukker en volksbedrieger P. Daens Ik heb altijd hooren zeggen dat den grooten Vlaamschen Schrijver Hendrik Con science ons Vlaamsche Volk heeft leeren lezen en ik, Dumont zeg: Petrus Daens heeft ons Vlaamsche Volk leeren liegen en valsch zijnEN DAT WIL IK AAN ONS VOLK BEWIJZEN Van den Bruele schrijft dat mijn manifest is een duivelswerk der bewaarders. Gij zijt er niet, manneken, gij zijt wederom aan 't liegen en aan 't lasteren, ik zit niet in noch met bewaarders, noch met liberalen of socialisten mijn werk is mijn werk, 't werk van de waarheid en van de goede echte Democratie. Van den Bruele schrijft dat ik uitval op de partij Ik antwoord u, Van den Bruele, dat gij liegt. Ik val de partij niet aan IK WIL DE PARTIJ REDDEN Ik, een oude strijder, weet beter wat ik moet doen, dan gij, een demokraat van de eerste broek, voor uwen intrest, om uwe positie te maken. Van den Breide beroept mij, Alfons Dumont, op eene tegensprekelijke meeting. Ik antwoord u Jonge Snotneus, ik heb met u niets te stellen Gij, een vrijdenker zijt op uwe plaats bij de socialisten, maar niet bij christene Democraten. Gij laagt nog in uw wieg, onnoozel pretentieus ventje met uw onnoozel gebrul, als Dumont reeds aan 7 strijden teasEn het betaamt niet voor een kind gelijk gij, van'nen ouden strijder deles te willen spellen, verstaat ge dat, slimmeken nul Metu wil ik niets meer te stellen hebben Er is hier kwestie tusschen mij en Petrus Daens Tus schen mij, den armen gebroodroofden en verstooten Dumont, den echten waren chris ten Democraat en tusschen Daens, den verdrukker, den broodroover, den geldman, den valschen Democraat, die onze beminde volkspartij naar den afgrond voert Wil Daens met mij komen afrekenen te Erpe, in meeting of anders, hij kome dan Dumont is gereed En als ge op mijn kap aan 'L afgeven zijt van schandaal en valscheid dan wist ik dat ik mij daaraan moest verwachten Want van u mag men alles verwachten Want ik ken u, ik ken uwen inhoud O gi valschaards O gi huichelaars 't Spreekwoord zegt immers 'T VAT GEEFT UIT WAT HET IN HEEFT, 't is te zeggen, ne leugenaar peist dat iedereen leugenaar is, en nen uitgekoehten peist dal iedereen voor 't geld uit te koopen is. 7 is maar van een zwarten pot dat men vuilgemaakt wordt. Maar om van leugens te spreken, hoe dikwijls heb ik M. Daens niet hooren zeggen In tijd van kiezing moogt ge liegen, 't en steekt zoo nauw niet't Aalst in den gemeenteraad en in zijne gazetten hebben ze hem gedurig aan betrapt en vastgezet in zijne leugens. Foei foeinen leugenaar In 1908 als we propaganda maakten voorde kiezing, dal ik alle dagen mijn beenen alliep, aan de treins, in de Staties, in de herbergen, bij 't volk, met geheel mijn familie, en dat we ons eigen huishouden verwaarloosden, en 's avonds met een stuk droog brood content waren (wat niemand en weet wat dat ik afgezien en geleden heb voor de partij) en als we van de CONGO spraken in de meetings en aan 't volk, en dat M. Daens ons deed zeggen dat de kinderen en de soldaten naar de Congo zouden moeten gaan, dat ze zouden doodgeschoten zijn niet vergiftige pijlen, dat ze zouden opgeë/cn worden van de zwarte menschcncters, en dat hij ons zegde van le weenen en te kermen als we bij 't volk kwamen zegde ik hem eens Maar Mijnheer Petrus, de Katholie ken zeggen in hun meetings en in hun gazetten dat 't allemaal niet waar is, dat ei' geen soldaten naar den Conga moeten gaan, dal het een uitvindsel is, om 7 volk schrik aan te jagen, dat hel allemaal leugens zijn Weet ge wat dat hij dan antwoordde? Ik laat U 'nen keer raden Dumont, man, onze strijd tegen den Congo, dat pakt bij 7 volk Zeg maar voorts OCH, LIE GEN LIEGEN WAT IS DAT de andere doen dat ook Ik meende dat ik 'nen slag in mijn gezicht kreeg. Als braven ecnvoudigen menscli van den buiten, meende ik dal 'nen leugeneer, 'nen slechterik was, en Mr Daens, die grooten heer uit de stad die alle dagen naar Brussel mag gaan hij 7 ginot volk, leerde mij dat anders. Ge kunt peinzen, vrienden Demokraten, dat ik daar dikwijls op nagedacht heb op die leelijke woorden van M. Daens; ik was beschaamd lot achter mijn ooren. Ons wapen van democraten was De waarheid is ons wapen, en M. Daens «egde achter d'hand De leugentaal is mijn wapen, FOEIFOEI DIE LEUGENEERS Wie zijn nu de leugeneers Ik heb beloofd van ALLES TE BEWIJZEN en ik zal dat doen zoo goed als ik liet kan, als werkman, omdat ik wil dal alle demokraten hunne oogen zouden opengaan en dat zij, terwijl dat het nog tijd is, in den afgrond zich niet zouden storten en terug ko men tot ons goed geloofwant met M. Daens gaan zij naar den afgrond en worden zij slaven van't geuzendöm en van de framassons. Ik en wil niet spreken van priester Daens, die geld kreeg van de liberalen en alle maanden 30o frank kreeg van nen framasson, nen apotheker van Brussel om den godsdienst te bestrijden (hij heeft dat zelf dikwijls bekend op zijn ziekbed in 1907, 't staat geschreven, hij zegde dat op 1 Februari 1907 aan den heer onderpastoor Van den Abeele van Aalst, aan de familie DelaforLerie en aan M. Roosen, koster van Aalst) en die 300 frank moest hij alle maanden afgeven aan Petrus Daens voor zijn onderhoud Schoone broederliefde hein voor M. Petrus Daens, alle maanden 300 frank vragen aan zijn broeder voor den onderhoud! En nen armen merteleer, die P. Daens, die aan iemand ALLE MAANDEN 300 Ir. of 10 fr. per dag vraagt voor de kost aan zijn tafel le krijgen! Een vrekkige rijkaard! een slokop! wat moest er daar allemaal op die tafel komen? Wijn,champagne, en drij of vier vleezen. Daar is allijd beter geleefd bij Pio Daens, als in 't. huis van Oosten rijk, en 't kwam allemaal van 't werkvolk, van de drukkerij, van de gazetten, van de 1000 ballen van de kamers, allemaal gewonnen op den rug van den werkman. O die valsche merteleer Alle jaren zijn duizenden en duizenden frank revenu, en in 1908, gaan meeting geven met lang haar en horren in zijn kousen en versleten broek en schoenen, en kermen en janken gelijk nen bedeleer om 't volk te bedriegen, om de kiezers duin compassie te krijgen, en terwijl geld winnen gelijk slijk en zijn mes snijden langs tien kanten gelijk Bedrog altijd bedrog 7 geld't geld Zou hij dat spelleken nog durven beginnen nog stemmen bedelen met een versleten broek aan nadat hij mij, armen Dumont, verstooten en gebroodroofd heeft met vrouw en kinderen De honden moesten achter hem zitten gelijk achter nen valschen bedeleer Bedrog Bedrog alle leugens, alle bedrog kan M. Daens uitpeinzen Niets zou mij van hem nog verwonderen Kiezers maakt u maar gereed, hij zal wel 't een of 'L ander uitvinden P. Daens is zelfs bekwaam om op'L laatste oogenblik alle loeren uit te peinzen, om 'L volk voor hem te doen stemmen. Hij is kapabel van zich doodelijk ziek te laten, en te janken en te kermen in zijn gazet mensehen menschen Ik gaster ven Gaat gij mij laten sterven zonder voor mij te stemmen Wilt gij mij dus seffens dood hebben" Gij liebt voor den dooden vriend De Backer gestemd Denkt op mij, denkt op mij Kiezers, verwacht er u aan, aan dit of aan anderen truk Ge ziel wat ge van dien man moogt gelooven, als ge leest alles wat ik hierboven zegen bewijs. Hoe dikwijls heeft hij geld g'had van de framassons in zijn kiezingen En nooit of van leven niet en zag er niemand geen rekening hij ontving alles op zijnen alleen, en stak het alleen op. Ha de framassons zijn de meesters, en P. Daens is den hond M. De Blieck het kopstuk van de liberalen van Aalst, heeft mij gezegd dat hij duizenden franken verschoten had voor het lokaal van de Daensisten van Aalst, en 180 tonnen bier Moet dat dan verwonderen dat Pie Daens in 'tlokaal 't klein manneken is, en dat de liberalen er de chefs zijn, en dat hij moet dansen gelijk deze schui felen Moet dat dan verwonderen dat Pie Daens, in de ballottecring te Aalst, den 28 October 1911, voor de liberalen deed stemmen? 'ten was niet van le willen: hij moest't geld 't geld 't geld En als hij niet meeging op den 15 Augustus 1911 naar Brussel, naar den Geuzenstoet, ging het allemaal op 't tapijt komen van de liberalen van 't geld, van de kwittanciën, van de Jezabel De Jezabel, dat schandalig briefken dat uitkwam in 1894 vóór de Kie zingen waarin stond, dat de katholieken een slecht vrouwmenscli hadden willen uit- koopen voor 1000 fr. om priester Daens in schande le brengen. Dat was valsch, schan dalig valsch, dat briefken. Dat was een duivelsstreek, en dat smerig briefken, van wie kwam het? Wie had het opgesteld en gedrukt?? DE DAENSEN ZELF Gansch die affaire was een smerig uitvindsel van de Daensen zelfIs dat niet schromelijk 'L Is nog te zien, te Aalst, 't ge'schrift van dat briefken, in de geburen van t, lokaal in de Zoutstraat Foei foeimijn hart van eerlijke werkman walgt voor zulke soort Wij moesten dan naar Brussel gaan, wij die van niets wisten, en wij gingen daar in die goddelooze en krapuleuze stoet Den 15 Augustus 1911, en dat nog op Onze Lieve Vrouw Hemelvaart ('non heiligen dag!) honderd duizend socialisten en liberalen gingen manifesleeren tegen 't christen onderwijs, om d'armc kinderkas van de christene werkman met 7 geweld naar de slechte scholen le doen gaan, 't Algemeen Stemrecht en had daar niets te zien Dat was daar geuzenboelbas la kalotte Weg met de kloosters, weg met de priesters In den stoet vóór ons democraten, wierden priesters vertoond met verkenskoppen en met slecht vrouwvolk. Walgelijk! Ik zie het nog voor mijn oogen, dien priester verbeeld meteen verkenskop, op een ander groot schild stond verbeeld een oude pries ter die met slecht vrouwvolk aan den arm liep, verder nog een zuslerken van 't hospi taal die danste met een broederken Schrikkelijk Schrikkelijk had ik kunnen gaan loopen, ik was weg Maar wij moesten, P. Daens zijn 4000 frank stonden op't spel. fin wij, arme demokraten, moesten voor M. Daens zijn 4000 fr. aan dat schandaal meedoen Dat geld dat vervloekt geld En zijn geen uitvinsels 'I Is de echte waarheid Waarom zou ik, arme werkman, leugens willen vertellen aan andere werkbroeders. Ik heb al genoeg afgezien om niet te liegen, om hier aan allen waarheid eens te zeggen. Hier is 't bewijs 't Staat op portret getrokken, 't eigen geschrift van Pie Daens met zijn handteeken. Ziehier nog onder andere een bewijs dat Daens geen vrije handen heeft, en dat hij in de klauwen is van de liberalen en framassons. 't Was in 1910. In de Kamers stoof het er geweldig, voor de kiezing van 1910, alle schandalen wierden er uitgevonden en verteld, om 't Gouvernement omver te krijgen, en om de socialisten en liberalen meester te geraken. Die schandalen waren gericht tegen groolc katholieken, tegen 't geestelijk, enz. enz. Dat was alles valsch, schandalig leelijk, cn, die mannen deden terwijl niemendallen voor 't welzijn van werk man en boer. Ook wierden de lasteraars door de rechtbanken veroordeeld, en een zeker geuzengazetje dat niet anders doet dan afgeven en kabassen op priesters en zus- terkens, Le Railiement wierd schandelijk gecondamneerd door 't tribunaal van Brussel.' MET WIE DEED DE CHRISTENE HEER PIE DAENS in schijn, met de Christene menschen, maar achter d'hand met de framassons, met de geuzen en met de loge, liet bewijs is hier in dezen brief,'die hij daarover schreef aan Volksvertegenwoordiger Mechelynck van Gent, het hoofd der framassons en der geuzen van Gent.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1912 | | pagina 5