Dynamieteurs aan 't werk
Werklieden, den buik toeriemen
Assisenhof van Brabant
De geheimzinnige zaak van Vorst.
Taft en Roosevelt.
•v*-
sihB
DE VOLKSSTEM
ïtl JUNI 1012
en ingedrukte ribben. Luitenant Peigniau
werd op den slag gedood. Hij ook was den
schedel en beide armen gebroken. Kapitein
Dubois, die bewusteloos opgenomen was,
stierf drie kwart uurs na het ongeluk.
Zoodra de minister van oorlog, M. Mille-
rand kennis bad gekregen van de dood der
beide officieren zond hij onmiddelijk een
zijner ordonnansofficieren ter plaats. De
tijding van het ongeluk heeft in do vliegers-
afdeeling van het leger bene diepe ontroering
verwekt. Beide verongelukte officieren wer
den als zeer ervaren vliegers aanzien.
De oorzaak van het ongeluk is toe te
schrijven aan den hevigen mist welke over
hot vliegplein hing.
rsriBz X-.XJI3S:
Woensdag morgend vroeg, zag een voer
man, die met zijn wagen voorbij de hoofdkerk
reed, een verdacht pak teeen de groote in
gangsdeur der kerk liggen.
Het pak was in zwart papier gewikkeld en
zag er uit als een phototoestel. Een schoen-
strik was rond het pak gebonden en het uit
einde stak in eene soort van doos, in het
pak verborgen.
Op een der zijden van het pak was een
soort van uurwerk bevestigd, waarvan de
wijzers op 7 ure 10 m. stilgehouden waren.
Daar men vreesde, hier met eene bom te
doen te hebben, werd het toestel met de
noodige voorzorgen in het hofje voor de
kathedraal neergelegd en het parket ver
wittigd.
Bevelhebber Genonceaux der genie werd
door het parket gelast de doos te onder
zoeken.
Deze kwam onmiddelijk ter plaats en legde
de doos een tijdje in het water, waarna hij
ze opende.
In de doos bevond zich eene groote hoe
veelheid dynamiet en nog een ander poeder,
waarvan hij niet onmiddelijk den aard ken
vaststellen.
Er waren geene nagelen, vijzen, draailin-
gen of andere ijzeren voorwerpen in de hom,
zoodat deze enkel eene geweldige luchtver
plaatsing kon veroorzaken, welke nochtans
ook erge schado kon teweegbrengen.
Het onderzoek wordt voortgezet.
dat zeggen de soc"aa§ssten.
De Travailleur socialistisch blad
zegt aan de werklieden dat zij zich moeten
voorbereiden tot den grooten slag, en dit op
deze manier Zij moeten zich voorbereiden
vooral met zich te onthouden van nu lot aan.
den 9 Juli, van iedere uitgave die niet voir
komen ngodzakeljk is voor het le ven en
het overige ie bespanen ten einde, in- dé male
van het mogelijk, de ellenden en de smarten
te verzachtendie de arbeidersklasse zich
zal motten opjegg&i doon de oorlogsverkla
ring der gekruiste armenindien zulks noo-
dig is.
Gedurende dezen wapenstilstand, eten
wij, kameraden, maar doen wij niets meer
dan enkel eten.
Koopen wij geen kleedingstukken, geen
kostumen, onthouden wij ons van alle uit
gave, die niet hoogst noodzakelijk is gaan
wij niet op café, zoeken wij niet naar onze
vermaken, hebben wij den moed en den wil
geduronde enkele weken, deze opoffering te
doen.
Ach De socialisten schrijven onbewim
peld Werkmenschen, knoopt den buik toe.
Eet weken lang enkel genoeg om te leven,
en niet te weinig om niet te sterven. En
diezelfde kerels hongen aan de vier hoeken
van België affichen uit tegen M. Woeste, die
aan al de standen der samenleving den
wijzen raad, en niets anders of niet meer dan
een simpelen raad had gegeveiï, om, in dure
tijden, matiger televen.
Ziet daartegen eens, wat de roode kopstuk
ken hunne slaven opleggen, 't Is kolossaal
Ondertusschen ligt gezel Terwagne aan de
zee gezel Vandervelde zit in Zwitserland,
gezel Furnémont rijdt de bergstreken door.
Al de rijke liberalen zijn reeds weg of ma
ken aanstalten om een schoon leven te gaan
slijten. Ondertusschen blijven al onze kloos
terlingen aan hun heldhaftig werk, in de
gasthuizen, in hun kleine cel of onder de
brandende Afrikaansche zon.
Werkmenschen, werkmenschen, hoe kunt
ge u toch zoo diep laten misleiden door
zoovele ellendige volksbedriegers, die ten
koste van uw zweet, van uwe smarten, van
uw leven, de kussens willen bemachtigen.
v/v*
ZITTING VAN 19 JUNI
De pleidooi der Burgerlijke Partij.
De Smedt, advokaat der Burgerlijke partij
neemt hij den aanvang dor zitting onmidde
lijk het woord.
Hij verklaart het dossier der zaak gewe
tensvol onderzocht te hebben en daaruit
overtuiging te hebben opgedaan dat de bei
de betichten ten volle plichlig zijn aan de
moord welke hen ten laste gelegd wordt.
De betichten zeggen dat zij niets welen
Do dagbladen noemen deze zaak het ge
heim van Vorst. Voor de twee betichten
hetgeen geheim, daar zij weten wat er ge
beurd is. ook bevestigen zulks de vinger
drukken.
De advokaat schetst het leven van Mad.
Agneessens en haar huisgezin.
M. Desmet spreekt ook over de betrekkin
gen die bestonden tusschen Mad. Agneessens
en Van Eeckhoudt.
De lieer Agneessens had geld. De betichten
hadden er geen en moesten er hebben.
Mad. Agneessens wilde vrij zijn om wille
barer betrekkingen met Van Eeckhoudt.
Daarvoor moest de heer Agneessens verdwij
nen.
M. Desmet bewijst hos Madame Agnees
sens, bekommerd was om de dood van haren
man, en verscheidene malen kaartenlegsters
aansprak. Zij zegde reeds aan verscheidene
barer kennissen dat haar man niet lang meer
zou leven. Hij verhaalt wat er den dag der
misdaad en de vorige dagen gebeurd is. De
gevonden bloedvlekken en de vingerindruk
ken, dit alles is een bew ijs harer plichtigheid.
Mad. Agneessens zegt, dat zij den nacht
der misdaad niets gehoord heeft. Zulks is
onmogelijk, daar het vastgesteld is dat de
dood van mijnheer Agneessens moet vooraf
gaan zijn van een lievig gevecht.
Ook zijn de eerste verklaringen, die zij
aan do policie gedaan heeft, onwaar bevon
den, namelijk, wanneer zij in de kamer der
misdaad kwam, verklaarde zij, dat haar man
op het bed lag, een arm er uithangende.
Zulks is onwaar betonden. Alles bewijst
nare plichtigheid.
Daarna Onderzoekt hij de plichtigheid van
Van Eeckhoudt.. Op zedelijk gebied acht hij
dezen zoo pliohtig als Madame Agneessens.
~r zijn nog stoffelijke bewijzen do vinger
indrukken, de bloedvlekken onder de nagels,
do kwetsuren op de handen, dio overeen
komen met de indrukken der tanden van den
ermoorde.
M. De Smedt tracht den alibi, door den
beschuldigde ingebracht, te weerleggen. Hij
bekent dat er eene leemte in de beschuldiging
Men kan niet bewijzen op welke manier
de beschuldigde te Vorst gekomen is en hoe
hij naar Nij vel teruggekeerd is. Maar de
misdaad heeft slechts drie of vier minuten
geduurd. Te meer dezen alibi is uitgevonden
en verscheidene getuigen ten ontlaste zijn in
hunne verklaring niet juist bevonden. In alle
geval, de Jury, die zijne overtuiging vormt
naar hetgeen hij ter zitting hoort, zal aan
dezen alibi geen geloof hechten.
Al de getuigen, door de betichten geroe
pen, komen hunne onschuld niet bowijzen.
Wij pleiten hier in naam van twee nede-
9C vervolg.
In die dagen van glanzende schoonheid,
wanneer stroomen van licht het oog verlusti
gen wanneer de gansche natuur oen zang
lied aanheft wanneer de bloemen hare geu
ren uitwasemen, zou ik mij niet meer gelijk
voorbeen,als een deel dezer luisterrijke schep
ping mogen aanschouwen nooit zou ik nog
mogen begeeren om my, in de vreugd des
harten, neder te werpen om Hem to aanbid
den, dio aan de vogelen en de stroomen eene
stem heeft gegeven om hem te loven aan
den prachtigen hemel, een melody om Hem
le verheerlijken, en aan den mensch, geest
drift, ontroering, poezij, muziek en al wat de
ziel boven de stoffelijke wereld verheft om
zich tot de onmeetbare ruimte der verruk
kende beschouwing te vervoeren
Een gewicht was mijnen geest voor altoos
komen nederdrukken eene sombere herin
nering zou zich gedurig tusschen mij en den
helderen hemel komen plaatsen eene stem
als die der dood, zou zich altijd met de wellui
dende klanken, met de woorden der liefde en
der genegenheid mengen. Eilaas de zoete
hoop als het licht van den dag was voor mij
111 eene twijfelachtige schemering of liever in
de duisternis des nachts herschapen.
Ik weende over mij zelve, over mijne ont
eerde jeugd, over mijn vernietigd geluk, over
mijne verlorene onschuld, en ik was... nauwe
lijks zestien jaren oud
Zoo zat ik, eene geheelen nacht te denken
mijne tante was door uitputting in eenen
diepen slaap gevallen, met hare hand in de
mijne en haar hoofd op mijne schouder. Ik
rige familieledon van het slachtoffer, Feli-
cienne en Boudewijn Agneessens. Ik eisch
voor hen eene herstelling. Men moet twee
misdadigers, zooals deze die hier terecht
staan, voor lange jaren dit de samenleving
verwijderen en in eene cel opsluiten opdat
zij de gruweldaad door hen voltrokken, zou
den kunnen overwegen. Zij moeten den tol
van de misdaad betalen. Noch genade, noch
vergiffenis voor hen (Toejuichingen lus
sehen het publiek. Het optreden der gen
darmen beteugelt evenwel spoedig alle
verdere betooging.)
Do beide bedichten schijnen zeer ontroerd.
De zitting wordt om 11 3/4 geheven en om
2 1/4 ure hernomen. Het woord is aan het
openbaar ministerie voor
Het rekwisitorium
De prokureur-generaal Demeur, die het
ambt van openbaar ministerie waarneemt,
spreekt een bijzonder streng rekwisitorium
uit. Hij begint mot eene beschrijving van bet
moordtooneel en van de kamer der misdaad.
Gansch de kamer lag overhoop; do spie
gel was gebroken evenals delavabo, waar
een paneel aan ontbrak. Op het lijk werden
vijf en tachtig kwetsuren en kneuzingen
vastgesteld, het lijk lag op den buik en had
een verseh hemd aan.
Het openbaar ministerie maakt de geschie
denis van het huishouden Agneesens en het
intreden van Van Eeckhout. Toen deze laat
ste de beminde werd der vrouw loefde hij
zeer breed op'hare kosten. Van dit oogen-
blik af werd de dood van Agneesens be
sloten.
Trots alles wilde de vrouw een onbeteu
geld gebruik maken der fortuin van Agnee
sens, en Karei Van Eeckhoudt. die in geld
verlegenheid verkeerde, ophelpen.
Met uittreksels van brieven en verklarin
gen bewijst liet Openbaar Ministerie dat de
vrouw eene ware drift van Van Eeckhoudt
had en naar de dood van Agneessens ver
langde.
Dit kon niet onopgemerkt voorbijgaan en
zoo kwam het dat het' ongeregeld leven der
vrouw door haren man werd opgemerkt en
dat deze meermaals de vrees uitdrukte ver
moord te worden.
De geldelijke aangelegenheden der over
genomen hoeve van Willembrouckx, bij
Nij vel, en der gebroeders Karei en Jan
Baptist Van Eeckhoudt, worden lang en
breed besproken.
Op het oogenblik dat Agneesens geen
geld meer in de boerderij wilde steken, ver
keerden heiden in geldverlegenheid.
De goederen van vader Van Eeckhoudt
werden op hypoheek geplaatst Jan Baptist
Van Eeckhoudt ging een leening aan van
10,000 fr., met als waarborg de eigendom
men zijner vrouw-, doch dit alles was niet
voldoende.
Vrouw Agneesens zou geld bezorgen,, doch
daarvoor Stond'haar echtgenoot in den weg
Kost wat lcost moest het'fortuin in hare .'han
den komen. Op haai aandringen was het
testament in dezen zin veranderd, ^at het
fortuin ten goede kwam- aait do partij die
langst leejtfei. Dus. kofi-ze er maar gebruik
Van maken ;na den dood van Agneesens.
Het Openbaar Ministerie maakt de op
somming van al de getuigenissen, brieven
en feiten, die we reeds kennen, door getui
genverhoor. Daaruit blijkt, ontegensprekelijk
dat de vrouw in den hoogsten graad verliefd
was op Van Eeckhoudt en dat deze geld
moest hebben.
Dat is onloochenbaar en niemand, zelfs
de betichten niet, trachten zulks te ont
kennen.
Slechts de dood van Agneesens kon beider
verlangens voldoen.
Na eene schorsing van een kwart uurs
zet het openbaar ministerie zijn rekwisitorum
voort.
Nu begint hij de bewijzen der misdaad
uiteen te leggen.
Op 15 October Zondagavond bevond Mev.
Termonia zich in de villa. Nauwelijks komt
de vrouw van Agneessens binnen, of ze
dierf mij niet bewegen, schier niet ademen.
Heete tranen rolden zachtjes langs mijne
wangen, en inwendig woelde een hevige
storm in mijne borst doch ik bad niet ik
kon niet bidden eene stalen scheiding scheen
zich tusschen mij en den hemel geplaatst te
hebben en wanneer het daglicht in de rouw
kamer binnenbrak, sloot ik de oogen, om de
zon in hare prachtige statigheid, met dewelke
zij den' eersten dag van mijne verandering
verlichtte, niet te aanschouwen.
De dag, dio onmiddelijk een groot en schie
lijk onheil opvolgt, brengt eene zekére opge
wondenheid met zich mede, die voor eenigen
tijd het hevig gevoelen der droefheid uit de
ziel verdrijft.
Mijn oom kwam 's anderendaags morgends
terug, met het lijk van zijn kind hij had het
eindelijk uit den stroom, ver buiten Elmsley,
opgevischt.
Do toebereidsels voor den lijkdienst in de
kerk gaven de bedrukte ouders zulke bezig
heden, dat, alhoewel zij hun het diep verlies
deden herinneren, toch aan Mevr. Middle-
ton eene verzachting in hare droefheid ver
schaften.
Ik had hare kamer schier den geheelen
dag niet verlaten en wanneer zij mij zeide
dat mijn oom ons 's middags allen te zamen
wilde zien, dacht ik het onmogelijk deze be
proeving te onderstaandoch als zij do bereid-
selén ging maken, kon ik niet weigeren haar
te volgen.
Toen wijde zaal binnen traden, stonden
Edward Middleton en Henri Lovell. beide bij
't vuur. Het was een geluk voor mij dat onze
samenkomst plaats greep omdat de ramp des
vorigen daags nog onlangs genoeg gebeurd
was om mijne ontroering door droefheid en
aandoening te verbergen.
wordt om zoo te zeggen buiten gestoken.
Jn den hof gekomen ziet Mev. Termonia
er eene schaduw, 't Was Van Eeckhoudt die
er op gewacht wordt door vrouw Agnees
sens om samen de beraamde moord te plegen
't Was rond 81/2 ure.
Om 11 ure komt de meid thuis. Deze
merkt niets op, daar de moord reeds vol
bracht was.
Ja, eene wreede misdaad was gepleegd
dit bewijzen de 85 kwetsuren en kneuzingen
die op het lijk werden aangetroffen, het
wordt ook nog bewezen door rond gespatte
bloedvlekken, die de moordenaars wilden
doen verdwijnen om aan eene natuurlijke
dood te doen gelooven. Het slachtoffer is
gestorven ten gevolge eener verwurging.
De moord moet gepleegd zijn door eenen
sterken kerel waarvoor Karei Van Eeck
houdt kan doorgaan.
De kwetsuren op zijn hand gevonden en
d« bloedsporen onder zijne nagelen zijn
overtuigend.
De kwetsuren aan de hand komen ten
volle overeen met de verminking van liet
gebit. Men ziet duidelijk waar de vuist
stamp is toegebracht. Ook de verklaringen
der wetsgeneesheeren zijn stellig.
Getuigen zijn komen verklaren dat Karei
Van Eeckhoudt den 15 October lijdend was
aan keelpijn en dat hij zeer vroeg naar bed
is gegaan.
Aangaande verklaringen der familieleden
en knechten der hoeve van Van Eeckhoudt,
moot men zeer wantrouwig zijn. Zoo kwam
hier een knecht, de genaamde Lemaire, ver
klaren dat Karei Van Eeckhoudt, tijdens den
nacht dei' misdaad, drie maal de nachtronde
deed in de stallen. Deze verklaring moest hij
later intrekken daar ze valsch werd bevon
den. De waarheid is dat de getuigen den
beschuldigde niet meer gezien hebben, min
stens een half uur voor den terugkeer van
zijn broeder J.-B. die met den trein van 8 u.
to Nijvel is aangekomen, met oen rijtuig aan
de statie werd afgehaald en om 8 1/4 ure op
de hoeve aankwam.
Al deze getuigen spreken zich tegen over
het uur waarop zij Karei voor de laatste
maal op de boerderij zagen en evenzoo voor
wat betreft do verzorging van het paard, die
hij zou gedaan hebben.
Het staat, vast dat tusschen 7 1/2 ure
's avonds en 2 ure 's morgens, Karei Van
Eeckhoudt door niemand meer gezien werd
en dat hij dus voldoende tijd had om naar
Vorst te komen en terug te keeren.
Met do afdrukken in de hand geeft het
Openbaar Ministerie uitleg over de vingerin
drukken die wetenschappelijk werden vast
gesteld. Tijdens dit betoog wordt de spreker
aandachtig- door de juryleden en advokaten
gevolgd.
FXet is dus bewezen, dat beiden de moojd
hebben gepleegd. Béiden 'hebben'" gepoogd
dié ongemerkt te (ldén'Toorbjjgaan, door de
verdwijning der bloedsporen te betrachten.
De waschkom, waar ze samen hunne be
bloede handeivrn wa-Séhten, lioten verschei
dene indrukken na;VATdeze'omstandigheden
sapien bewijzen dat vrouw Agneesens en
Karei Van Eeckhoudt de moordenaars van
Agneesens zijn en over hunne plichtigheid
bestaat niet den minsten twijtel, men mag
met volle zekerheid verklaren, dat de beide
betichten de plichtigen zijn.
Gij zult, zegt het openbaar Ministerie tot
de juryleden, u niet zwak of toegevend
toonen. Gij hebt voor u twee lieden die dub-
el plichlig zijn. Indien gij ze niet, ondanks
het zwaar gewicht der bewijzen dio op hen
wegen, plichlig oordeelen zoudt, dan zal uwe
uitspraak beschouwd worden als eene pre
mie, eene aanmoediging tot overspel en
moord.
Daarmede eindigt het openbaar Ministerie
zijne rede, welke met de grootste aandacht
gevolgd werd. De zitting wordt om 5 1/2 u.
geheven. Donderdag pleidooien der verdedi-
Ik was hevig aan 't beven ik scheen in
wendig hoe langer hoe meer overtuigd, dat
een dezer twee mannen van het vreeselijk
ongeval getuige was geweest nochtans wat
ebeurd was,scheen veeleer een afschuwelijke
droom dan eene oprechte wezenlijkheid te zijn.
Beide kwamen met uitgestrekte handen tot
mij doch konden zij beide de mijne nemen
Was er geen van hen, die wist wat deze hand
bedreven had
Een nevel verduisterde mijne oogen, en ik
viel in onmacht.
Nadat ik tot mij zei ven teruggekomen was,
bevond ik mij te bed, mijne tante naast mij,
met allerlei middelen, die mij uit de bezwy
ming geroepen hadden. Ik herstelde, en den
volgenden morgend, na ehnige uren koorts
achtig en ongedurig geslapen te hebben,
hoorde ik gerucht in cle voorplaats onder
mijne vensters.
Ilrstond spoedig op, ei} .zag den rouwstoet
zich in stilte bewegen en den weg naar de
dorpskerk inslaan.
Het klein doodkistje werd door vier oude
bedienden des huizes gedrageu mijn oom en
mijne tante gingen er te voet achter, gevogld
door mijnen kozijn en Henri Lovell.De andere
dienstboden, waaronder Julia's voedster, met
schier al de dorpelingen, sloten den stoet.
Ik volgde den stoet met mijne beweende
oogen, totdat hij buiten het zicht was. Voor
de eerste maal gedurende eenige stonden,
vergat ik mijn eigen en het afgrijselijk deel
dat ik in dit ongeluk genomen had ik dacht
enkellijk aan mijne tante en hare droefheid
Zelfs stelde ik mij het-^eeld van dat kind
ivoor, dat ik zoo dikwjjlsl gewiegd, in mijne
armen gedragen en tegen mijne borst gedrukt
had.
Wanneer ik mij inbeeldde dat dit klein
De republlekeinsche Nationale Conventie
te Chicago.
De Nationale Conventie der republiekein-
sche partij is heden geopend, twee minuten
over 12 uur.
De aanblik van het Coliseum, dat 14,000
man kan inhouden en dat eivol was, mag
eenig genoemd worden.
Eene haag van policie, 20 man dik, be
schermde de tribuun.
Nauwelijks was de Conventie geopend of
Roosevelt begaf zich naar zijn vertrek in zijn
hol el, vanwaar eene bijzondere telefoonver
binding met het Coliseum was gemaakt, om
aldus persoonlijk de zijnen in de zaal aan te
voeren.
Nadat er een tijd lang tusschen Roosevel-
liston en Taftislen was geknibbeld over het
schrappen van namen op de voorloopige lijst
van leden, en daardoor reeds eenig tumult
vas ontstaan, droeg Rosewaler, voorloopig
voorzitter, Root voor als tijdelijk voorzitter.
Cochom van Wisconsin droeg gouverneur
Mac Govern van Winconsin voör, een van de
gedelegeerden die is gezonden, om de be
noeming van senator Lafolette tot president
te steunen. Verscheiden aanhangers van Roo
sevelt steunden liet voorstel van Gochem,
Door deze manceuver hoopte de partij van
Roosevelt zich de hulp van de 25 gedele
geerden voor Lafollet te bij do tijdelijke con
stitutie van de conventie te verzekeren.
Maar toen trad Housser, uit Wisconsin,
partijganger van Lafollette naar voren en
verklaarde, dat de gedelegeerden uit Win
consin besloten hadden niemand als tijde
lijk. voorzitter te steunen.
Sherman, een afgevaardigde uit Illinois,
trachtte vervolgens een motie aanhangig te
maken, waarover men hst gisterenavond o p
de samenkomst der partijgangers van Roosei-
yelt eens was geworden en waarin gezegi i
wordt, dat geen besluit van de Conventie
geldig zal zijn, tenzij dit met 540 stemmen
van niet twijfelachtige gedelegeerden aan"
genomen zou zijn.
Rosewater verklaarde deze motie huiten
de orde en schonk niet de minste aandacht
aan het protest van de aanhangers van Roo
sevelt in zake het afroepen van de lijst vol
gens de Staten.
Daarop begon de stemming over don tijde-
lijken voorzitier.
De uitslag was dat Root, met 558 stommen
tegen 502 aan M. Govern, voorzitter der
Conventie werd gekozen.
Er brak een duivelsch spektakel los, de
aanhangers van Taft juichten, het muziek
korps begon te spelen. Root schreed naar het
voorzittersgestoelte.
Wat zal het er nog spannen te Chicago l
ISF'r etulï-i'ij it
Een schip vergaan. Het schip, Vitte
Cayenne op 16 dezer van Fort do France
vertrokken, is in het gezicht van Santa-Lucia
vergaan. Een gedeelte van de passagiers en
de bemanning is gered.
Oostenrij lt
De aanslag op den ban van Kroatië.
36 studenten aangehouden. Buiten den
pleger van den aanslag zijn 36 studenten en
M. Bornemiso, redakteur van het socialis
tische orgaan Hobodna Rijazaangehouden
on op water en brood gezet. Eon fotograaf
die het portret had gemaakt van den pleger
van den aanslag, is insgelijks aangehouden.
DuitscIilandL
70 menschen vergiftigd door gekapt
vleesch. Te Auerbach in het Saksische
Voogdland zijn 70 menschen na het gebruik
van ondeugdelijk gekapt vleesch ziek ge
worden; enkele hunner ernstig.
lichaampje in hetwelk het leven onlangs nog
zoo sterk was, nu in een smal graf lag, en dat
het mijne hand was, die het in den afgrond
had gedompeld, werd ik door zulke hevige
droefheid ontsteld, dat ik verwonderd ben hoe
ik niet stierf, of niet tot eene wanhopige daad
der zinneloosheid gedreven werd.
Het liep goed afweldra, door mijzelve te
beklagen, versteende mijn liart ten opzichte
van eens anders lijden.
Ik hield op Julia te beweenen zij was toch
dood. En was de dood niet eene zegening in
vergelijkenis met een leven zooals het myne
Myne tante had haar kind verloren, maar
was haar verdriet geene kleinigheid tegenover
het mijn
En dan vlogen mij schielijke gedachten door
het lioofd Waarom was ik hier in huis
Waarom was ik er alleen Was ik door hen
niet verdacht Had de boheerscher mijns lots,
de getuige mijner misdaad hen niet vermaand
om van liet graf van hun kind deszelfs moor
denares te verwijderen Was ik niet reeds
door hen als een wangedrocht aanzien Boe
zemde mijne tegenwoordigheid hun geenen
afkeer in Zouden zij mij naar de gevangenis
niet zenden Of zouden zij my buiten huize
jagen, om langs slechte wegen, door duistere
lanen en woelige stralen te dolen Zoude
't gemeen volk,'t gespuis mij niet achtervol
gen, zooals ik vroeger gelezen heb dat het
eene vrouw, die verdacht was haar kind ver
moord te hebben, vervolgde Zou het my met
den vinger niet wijzen, om mij uit te schelden
te verweuschen en na te roepen Daar gaat
de misdadige die 'tkind vermoord heeft
Ik viel op mijne knieën. Het scheen alsof
ik voetstappen achter mij hoorde een kreet
van vermaledijding klonk mij in de ooren..
t was de nachtmerrie... ik werd bijkans uit
zinnig
Toen mij in eens iets aanraakte, en een
warme adem tegen mijne schouders blies, ont
vloog er mij een scherpe schreeuw, en ik viel
plat ten gronde.
Eene stille jammerklacht deed mij uit dezen
toestand opstaan. Ik keek rond en zag mijnen
getrouwen Terre-neuve, die altijd in
mijne kamer sliep hij lekte mij de hand en
den hals. Met zijne heldere oogen aanzag hij
my van onder het ruwe haar, dat ze over
dekte, en scheen tevens my te beklagen over
mijn droevig lot.
Ik was dan nog een kind, want ik veron
derstel dat niemand dan een kind in het
sprakelooze medelijden van dit schepsel ver
sterking zou gevonden hebben.
Hoe ik ook was, ik sloeg mijne armen rond
zijnen hals en begon te weenen. Het dier
maakte geene beweging het stond daar ge
duldig alhoewel mijne tranen gedurig op zijn
hoofd rolden. Arme Hector men zal u nooit
verhalen wat ik bedreven heb gij zult a
nooit met afschrik van mij verwijderen, al
veracht mij de geheele wereld. Arme, arm©
Hector mijn goede, trouwe hond
Dit eenvoudig toeval deed mij goed, en da
tranen die ik gestort had, verkwikten mij.
Ik kleedde mij aan en wanneer mijne
tante, bij hare terugkomst van den dienst, id
myne kamer trad wanneer zij mij mede-
doelde hoe zij en mijn oom gehoopt hadden,
dat ik dit laatste uur met slapen zou hobben
doorgebrachtwanneer zij mij tot haar
trok en terwijl zij mijn haar van 't voorhoofd
wegruimde, hare koude hand er op legde en
mij dan tegen hare borst drukte, gevoeldo
ik in dat oogenblik eene verkwikking, die da
vreugd bijna gelijk was. (Wordt voortgezet).