Dynamieteurs aan 't werk Werklieden, den buik toeriemen Assisenhof van Brabant De geheimzinnige zaak van Vorst. Taft en Roosevelt. •v*- sihB DE VOLKSSTEM ïtl JUNI 1012 en ingedrukte ribben. Luitenant Peigniau werd op den slag gedood. Hij ook was den schedel en beide armen gebroken. Kapitein Dubois, die bewusteloos opgenomen was, stierf drie kwart uurs na het ongeluk. Zoodra de minister van oorlog, M. Mille- rand kennis bad gekregen van de dood der beide officieren zond hij onmiddelijk een zijner ordonnansofficieren ter plaats. De tijding van het ongeluk heeft in do vliegers- afdeeling van het leger bene diepe ontroering verwekt. Beide verongelukte officieren wer den als zeer ervaren vliegers aanzien. De oorzaak van het ongeluk is toe te schrijven aan den hevigen mist welke over hot vliegplein hing. rsriBz X-.XJI3S: Woensdag morgend vroeg, zag een voer man, die met zijn wagen voorbij de hoofdkerk reed, een verdacht pak teeen de groote in gangsdeur der kerk liggen. Het pak was in zwart papier gewikkeld en zag er uit als een phototoestel. Een schoen- strik was rond het pak gebonden en het uit einde stak in eene soort van doos, in het pak verborgen. Op een der zijden van het pak was een soort van uurwerk bevestigd, waarvan de wijzers op 7 ure 10 m. stilgehouden waren. Daar men vreesde, hier met eene bom te doen te hebben, werd het toestel met de noodige voorzorgen in het hofje voor de kathedraal neergelegd en het parket ver wittigd. Bevelhebber Genonceaux der genie werd door het parket gelast de doos te onder zoeken. Deze kwam onmiddelijk ter plaats en legde de doos een tijdje in het water, waarna hij ze opende. In de doos bevond zich eene groote hoe veelheid dynamiet en nog een ander poeder, waarvan hij niet onmiddelijk den aard ken vaststellen. Er waren geene nagelen, vijzen, draailin- gen of andere ijzeren voorwerpen in de hom, zoodat deze enkel eene geweldige luchtver plaatsing kon veroorzaken, welke nochtans ook erge schado kon teweegbrengen. Het onderzoek wordt voortgezet. dat zeggen de soc"aa§ssten. De Travailleur socialistisch blad zegt aan de werklieden dat zij zich moeten voorbereiden tot den grooten slag, en dit op deze manier Zij moeten zich voorbereiden vooral met zich te onthouden van nu lot aan. den 9 Juli, van iedere uitgave die niet voir komen ngodzakeljk is voor het le ven en het overige ie bespanen ten einde, in- dé male van het mogelijk, de ellenden en de smarten te verzachtendie de arbeidersklasse zich zal motten opjegg&i doon de oorlogsverkla ring der gekruiste armenindien zulks noo- dig is. Gedurende dezen wapenstilstand, eten wij, kameraden, maar doen wij niets meer dan enkel eten. Koopen wij geen kleedingstukken, geen kostumen, onthouden wij ons van alle uit gave, die niet hoogst noodzakelijk is gaan wij niet op café, zoeken wij niet naar onze vermaken, hebben wij den moed en den wil geduronde enkele weken, deze opoffering te doen. Ach De socialisten schrijven onbewim peld Werkmenschen, knoopt den buik toe. Eet weken lang enkel genoeg om te leven, en niet te weinig om niet te sterven. En diezelfde kerels hongen aan de vier hoeken van België affichen uit tegen M. Woeste, die aan al de standen der samenleving den wijzen raad, en niets anders of niet meer dan een simpelen raad had gegeveiï, om, in dure tijden, matiger televen. Ziet daartegen eens, wat de roode kopstuk ken hunne slaven opleggen, 't Is kolossaal Ondertusschen ligt gezel Terwagne aan de zee gezel Vandervelde zit in Zwitserland, gezel Furnémont rijdt de bergstreken door. Al de rijke liberalen zijn reeds weg of ma ken aanstalten om een schoon leven te gaan slijten. Ondertusschen blijven al onze kloos terlingen aan hun heldhaftig werk, in de gasthuizen, in hun kleine cel of onder de brandende Afrikaansche zon. Werkmenschen, werkmenschen, hoe kunt ge u toch zoo diep laten misleiden door zoovele ellendige volksbedriegers, die ten koste van uw zweet, van uwe smarten, van uw leven, de kussens willen bemachtigen. v/v* ZITTING VAN 19 JUNI De pleidooi der Burgerlijke Partij. De Smedt, advokaat der Burgerlijke partij neemt hij den aanvang dor zitting onmidde lijk het woord. Hij verklaart het dossier der zaak gewe tensvol onderzocht te hebben en daaruit overtuiging te hebben opgedaan dat de bei de betichten ten volle plichlig zijn aan de moord welke hen ten laste gelegd wordt. De betichten zeggen dat zij niets welen Do dagbladen noemen deze zaak het ge heim van Vorst. Voor de twee betichten hetgeen geheim, daar zij weten wat er ge beurd is. ook bevestigen zulks de vinger drukken. De advokaat schetst het leven van Mad. Agneessens en haar huisgezin. M. Desmet spreekt ook over de betrekkin gen die bestonden tusschen Mad. Agneessens en Van Eeckhoudt. De lieer Agneessens had geld. De betichten hadden er geen en moesten er hebben. Mad. Agneessens wilde vrij zijn om wille barer betrekkingen met Van Eeckhoudt. Daarvoor moest de heer Agneessens verdwij nen. M. Desmet bewijst hos Madame Agnees sens, bekommerd was om de dood van haren man, en verscheidene malen kaartenlegsters aansprak. Zij zegde reeds aan verscheidene barer kennissen dat haar man niet lang meer zou leven. Hij verhaalt wat er den dag der misdaad en de vorige dagen gebeurd is. De gevonden bloedvlekken en de vingerindruk ken, dit alles is een bew ijs harer plichtigheid. Mad. Agneessens zegt, dat zij den nacht der misdaad niets gehoord heeft. Zulks is onmogelijk, daar het vastgesteld is dat de dood van mijnheer Agneessens moet vooraf gaan zijn van een lievig gevecht. Ook zijn de eerste verklaringen, die zij aan do policie gedaan heeft, onwaar bevon den, namelijk, wanneer zij in de kamer der misdaad kwam, verklaarde zij, dat haar man op het bed lag, een arm er uithangende. Zulks is onwaar betonden. Alles bewijst nare plichtigheid. Daarna Onderzoekt hij de plichtigheid van Van Eeckhoudt.. Op zedelijk gebied acht hij dezen zoo pliohtig als Madame Agneessens. ~r zijn nog stoffelijke bewijzen do vinger indrukken, de bloedvlekken onder de nagels, do kwetsuren op de handen, dio overeen komen met de indrukken der tanden van den ermoorde. M. De Smedt tracht den alibi, door den beschuldigde ingebracht, te weerleggen. Hij bekent dat er eene leemte in de beschuldiging Men kan niet bewijzen op welke manier de beschuldigde te Vorst gekomen is en hoe hij naar Nij vel teruggekeerd is. Maar de misdaad heeft slechts drie of vier minuten geduurd. Te meer dezen alibi is uitgevonden en verscheidene getuigen ten ontlaste zijn in hunne verklaring niet juist bevonden. In alle geval, de Jury, die zijne overtuiging vormt naar hetgeen hij ter zitting hoort, zal aan dezen alibi geen geloof hechten. Al de getuigen, door de betichten geroe pen, komen hunne onschuld niet bowijzen. Wij pleiten hier in naam van twee nede- 9C vervolg. In die dagen van glanzende schoonheid, wanneer stroomen van licht het oog verlusti gen wanneer de gansche natuur oen zang lied aanheft wanneer de bloemen hare geu ren uitwasemen, zou ik mij niet meer gelijk voorbeen,als een deel dezer luisterrijke schep ping mogen aanschouwen nooit zou ik nog mogen begeeren om my, in de vreugd des harten, neder te werpen om Hem to aanbid den, dio aan de vogelen en de stroomen eene stem heeft gegeven om hem te loven aan den prachtigen hemel, een melody om Hem le verheerlijken, en aan den mensch, geest drift, ontroering, poezij, muziek en al wat de ziel boven de stoffelijke wereld verheft om zich tot de onmeetbare ruimte der verruk kende beschouwing te vervoeren Een gewicht was mijnen geest voor altoos komen nederdrukken eene sombere herin nering zou zich gedurig tusschen mij en den helderen hemel komen plaatsen eene stem als die der dood, zou zich altijd met de wellui dende klanken, met de woorden der liefde en der genegenheid mengen. Eilaas de zoete hoop als het licht van den dag was voor mij 111 eene twijfelachtige schemering of liever in de duisternis des nachts herschapen. Ik weende over mij zelve, over mijne ont eerde jeugd, over mijn vernietigd geluk, over mijne verlorene onschuld, en ik was... nauwe lijks zestien jaren oud Zoo zat ik, eene geheelen nacht te denken mijne tante was door uitputting in eenen diepen slaap gevallen, met hare hand in de mijne en haar hoofd op mijne schouder. Ik rige familieledon van het slachtoffer, Feli- cienne en Boudewijn Agneessens. Ik eisch voor hen eene herstelling. Men moet twee misdadigers, zooals deze die hier terecht staan, voor lange jaren dit de samenleving verwijderen en in eene cel opsluiten opdat zij de gruweldaad door hen voltrokken, zou den kunnen overwegen. Zij moeten den tol van de misdaad betalen. Noch genade, noch vergiffenis voor hen (Toejuichingen lus sehen het publiek. Het optreden der gen darmen beteugelt evenwel spoedig alle verdere betooging.) Do beide bedichten schijnen zeer ontroerd. De zitting wordt om 11 3/4 geheven en om 2 1/4 ure hernomen. Het woord is aan het openbaar ministerie voor Het rekwisitorium De prokureur-generaal Demeur, die het ambt van openbaar ministerie waarneemt, spreekt een bijzonder streng rekwisitorium uit. Hij begint mot eene beschrijving van bet moordtooneel en van de kamer der misdaad. Gansch de kamer lag overhoop; do spie gel was gebroken evenals delavabo, waar een paneel aan ontbrak. Op het lijk werden vijf en tachtig kwetsuren en kneuzingen vastgesteld, het lijk lag op den buik en had een verseh hemd aan. Het openbaar ministerie maakt de geschie denis van het huishouden Agneesens en het intreden van Van Eeckhout. Toen deze laat ste de beminde werd der vrouw loefde hij zeer breed op'hare kosten. Van dit oogen- blik af werd de dood van Agneesens be sloten. Trots alles wilde de vrouw een onbeteu geld gebruik maken der fortuin van Agnee sens, en Karei Van Eeckhoudt. die in geld verlegenheid verkeerde, ophelpen. Met uittreksels van brieven en verklarin gen bewijst liet Openbaar Ministerie dat de vrouw eene ware drift van Van Eeckhoudt had en naar de dood van Agneessens ver langde. Dit kon niet onopgemerkt voorbijgaan en zoo kwam het dat het' ongeregeld leven der vrouw door haren man werd opgemerkt en dat deze meermaals de vrees uitdrukte ver moord te worden. De geldelijke aangelegenheden der over genomen hoeve van Willembrouckx, bij Nij vel, en der gebroeders Karei en Jan Baptist Van Eeckhoudt, worden lang en breed besproken. Op het oogenblik dat Agneesens geen geld meer in de boerderij wilde steken, ver keerden heiden in geldverlegenheid. De goederen van vader Van Eeckhoudt werden op hypoheek geplaatst Jan Baptist Van Eeckhoudt ging een leening aan van 10,000 fr., met als waarborg de eigendom men zijner vrouw-, doch dit alles was niet voldoende. Vrouw Agneesens zou geld bezorgen,, doch daarvoor Stond'haar echtgenoot in den weg Kost wat lcost moest het'fortuin in hare .'han den komen. Op haai aandringen was het testament in dezen zin veranderd, ^at het fortuin ten goede kwam- aait do partij die langst leejtfei. Dus. kofi-ze er maar gebruik Van maken ;na den dood van Agneesens. Het Openbaar Ministerie maakt de op somming van al de getuigenissen, brieven en feiten, die we reeds kennen, door getui genverhoor. Daaruit blijkt, ontegensprekelijk dat de vrouw in den hoogsten graad verliefd was op Van Eeckhoudt en dat deze geld moest hebben. Dat is onloochenbaar en niemand, zelfs de betichten niet, trachten zulks te ont kennen. Slechts de dood van Agneesens kon beider verlangens voldoen. Na eene schorsing van een kwart uurs zet het openbaar ministerie zijn rekwisitorum voort. Nu begint hij de bewijzen der misdaad uiteen te leggen. Op 15 October Zondagavond bevond Mev. Termonia zich in de villa. Nauwelijks komt de vrouw van Agneessens binnen, of ze dierf mij niet bewegen, schier niet ademen. Heete tranen rolden zachtjes langs mijne wangen, en inwendig woelde een hevige storm in mijne borst doch ik bad niet ik kon niet bidden eene stalen scheiding scheen zich tusschen mij en den hemel geplaatst te hebben en wanneer het daglicht in de rouw kamer binnenbrak, sloot ik de oogen, om de zon in hare prachtige statigheid, met dewelke zij den' eersten dag van mijne verandering verlichtte, niet te aanschouwen. De dag, dio onmiddelijk een groot en schie lijk onheil opvolgt, brengt eene zekére opge wondenheid met zich mede, die voor eenigen tijd het hevig gevoelen der droefheid uit de ziel verdrijft. Mijn oom kwam 's anderendaags morgends terug, met het lijk van zijn kind hij had het eindelijk uit den stroom, ver buiten Elmsley, opgevischt. Do toebereidsels voor den lijkdienst in de kerk gaven de bedrukte ouders zulke bezig heden, dat, alhoewel zij hun het diep verlies deden herinneren, toch aan Mevr. Middle- ton eene verzachting in hare droefheid ver schaften. Ik had hare kamer schier den geheelen dag niet verlaten en wanneer zij mij zeide dat mijn oom ons 's middags allen te zamen wilde zien, dacht ik het onmogelijk deze be proeving te onderstaandoch als zij do bereid- selén ging maken, kon ik niet weigeren haar te volgen. Toen wijde zaal binnen traden, stonden Edward Middleton en Henri Lovell. beide bij 't vuur. Het was een geluk voor mij dat onze samenkomst plaats greep omdat de ramp des vorigen daags nog onlangs genoeg gebeurd was om mijne ontroering door droefheid en aandoening te verbergen. wordt om zoo te zeggen buiten gestoken. Jn den hof gekomen ziet Mev. Termonia er eene schaduw, 't Was Van Eeckhoudt die er op gewacht wordt door vrouw Agnees sens om samen de beraamde moord te plegen 't Was rond 81/2 ure. Om 11 ure komt de meid thuis. Deze merkt niets op, daar de moord reeds vol bracht was. Ja, eene wreede misdaad was gepleegd dit bewijzen de 85 kwetsuren en kneuzingen die op het lijk werden aangetroffen, het wordt ook nog bewezen door rond gespatte bloedvlekken, die de moordenaars wilden doen verdwijnen om aan eene natuurlijke dood te doen gelooven. Het slachtoffer is gestorven ten gevolge eener verwurging. De moord moet gepleegd zijn door eenen sterken kerel waarvoor Karei Van Eeck houdt kan doorgaan. De kwetsuren op zijn hand gevonden en d« bloedsporen onder zijne nagelen zijn overtuigend. De kwetsuren aan de hand komen ten volle overeen met de verminking van liet gebit. Men ziet duidelijk waar de vuist stamp is toegebracht. Ook de verklaringen der wetsgeneesheeren zijn stellig. Getuigen zijn komen verklaren dat Karei Van Eeckhoudt den 15 October lijdend was aan keelpijn en dat hij zeer vroeg naar bed is gegaan. Aangaande verklaringen der familieleden en knechten der hoeve van Van Eeckhoudt, moot men zeer wantrouwig zijn. Zoo kwam hier een knecht, de genaamde Lemaire, ver klaren dat Karei Van Eeckhoudt, tijdens den nacht dei' misdaad, drie maal de nachtronde deed in de stallen. Deze verklaring moest hij later intrekken daar ze valsch werd bevon den. De waarheid is dat de getuigen den beschuldigde niet meer gezien hebben, min stens een half uur voor den terugkeer van zijn broeder J.-B. die met den trein van 8 u. to Nijvel is aangekomen, met oen rijtuig aan de statie werd afgehaald en om 8 1/4 ure op de hoeve aankwam. Al deze getuigen spreken zich tegen over het uur waarop zij Karei voor de laatste maal op de boerderij zagen en evenzoo voor wat betreft do verzorging van het paard, die hij zou gedaan hebben. Het staat, vast dat tusschen 7 1/2 ure 's avonds en 2 ure 's morgens, Karei Van Eeckhoudt door niemand meer gezien werd en dat hij dus voldoende tijd had om naar Vorst te komen en terug te keeren. Met do afdrukken in de hand geeft het Openbaar Ministerie uitleg over de vingerin drukken die wetenschappelijk werden vast gesteld. Tijdens dit betoog wordt de spreker aandachtig- door de juryleden en advokaten gevolgd. FXet is dus bewezen, dat beiden de moojd hebben gepleegd. Béiden 'hebben'" gepoogd dié ongemerkt te (ldén'Toorbjjgaan, door de verdwijning der bloedsporen te betrachten. De waschkom, waar ze samen hunne be bloede handeivrn wa-Séhten, lioten verschei dene indrukken na;VATdeze'omstandigheden sapien bewijzen dat vrouw Agneesens en Karei Van Eeckhoudt de moordenaars van Agneesens zijn en over hunne plichtigheid bestaat niet den minsten twijtel, men mag met volle zekerheid verklaren, dat de beide betichten de plichtigen zijn. Gij zult, zegt het openbaar Ministerie tot de juryleden, u niet zwak of toegevend toonen. Gij hebt voor u twee lieden die dub- el plichlig zijn. Indien gij ze niet, ondanks het zwaar gewicht der bewijzen dio op hen wegen, plichlig oordeelen zoudt, dan zal uwe uitspraak beschouwd worden als eene pre mie, eene aanmoediging tot overspel en moord. Daarmede eindigt het openbaar Ministerie zijne rede, welke met de grootste aandacht gevolgd werd. De zitting wordt om 5 1/2 u. geheven. Donderdag pleidooien der verdedi- Ik was hevig aan 't beven ik scheen in wendig hoe langer hoe meer overtuigd, dat een dezer twee mannen van het vreeselijk ongeval getuige was geweest nochtans wat ebeurd was,scheen veeleer een afschuwelijke droom dan eene oprechte wezenlijkheid te zijn. Beide kwamen met uitgestrekte handen tot mij doch konden zij beide de mijne nemen Was er geen van hen, die wist wat deze hand bedreven had Een nevel verduisterde mijne oogen, en ik viel in onmacht. Nadat ik tot mij zei ven teruggekomen was, bevond ik mij te bed, mijne tante naast mij, met allerlei middelen, die mij uit de bezwy ming geroepen hadden. Ik herstelde, en den volgenden morgend, na ehnige uren koorts achtig en ongedurig geslapen te hebben, hoorde ik gerucht in cle voorplaats onder mijne vensters. Ilrstond spoedig op, ei} .zag den rouwstoet zich in stilte bewegen en den weg naar de dorpskerk inslaan. Het klein doodkistje werd door vier oude bedienden des huizes gedrageu mijn oom en mijne tante gingen er te voet achter, gevogld door mijnen kozijn en Henri Lovell.De andere dienstboden, waaronder Julia's voedster, met schier al de dorpelingen, sloten den stoet. Ik volgde den stoet met mijne beweende oogen, totdat hij buiten het zicht was. Voor de eerste maal gedurende eenige stonden, vergat ik mijn eigen en het afgrijselijk deel dat ik in dit ongeluk genomen had ik dacht enkellijk aan mijne tante en hare droefheid Zelfs stelde ik mij het-^eeld van dat kind ivoor, dat ik zoo dikwjjlsl gewiegd, in mijne armen gedragen en tegen mijne borst gedrukt had. Wanneer ik mij inbeeldde dat dit klein De republlekeinsche Nationale Conventie te Chicago. De Nationale Conventie der republiekein- sche partij is heden geopend, twee minuten over 12 uur. De aanblik van het Coliseum, dat 14,000 man kan inhouden en dat eivol was, mag eenig genoemd worden. Eene haag van policie, 20 man dik, be schermde de tribuun. Nauwelijks was de Conventie geopend of Roosevelt begaf zich naar zijn vertrek in zijn hol el, vanwaar eene bijzondere telefoonver binding met het Coliseum was gemaakt, om aldus persoonlijk de zijnen in de zaal aan te voeren. Nadat er een tijd lang tusschen Roosevel- liston en Taftislen was geknibbeld over het schrappen van namen op de voorloopige lijst van leden, en daardoor reeds eenig tumult vas ontstaan, droeg Rosewaler, voorloopig voorzitter, Root voor als tijdelijk voorzitter. Cochom van Wisconsin droeg gouverneur Mac Govern van Winconsin voör, een van de gedelegeerden die is gezonden, om de be noeming van senator Lafolette tot president te steunen. Verscheiden aanhangers van Roo sevelt steunden liet voorstel van Gochem, Door deze manceuver hoopte de partij van Roosevelt zich de hulp van de 25 gedele geerden voor Lafollet te bij do tijdelijke con stitutie van de conventie te verzekeren. Maar toen trad Housser, uit Wisconsin, partijganger van Lafollette naar voren en verklaarde, dat de gedelegeerden uit Win consin besloten hadden niemand als tijde lijk. voorzitter te steunen. Sherman, een afgevaardigde uit Illinois, trachtte vervolgens een motie aanhangig te maken, waarover men hst gisterenavond o p de samenkomst der partijgangers van Roosei- yelt eens was geworden en waarin gezegi i wordt, dat geen besluit van de Conventie geldig zal zijn, tenzij dit met 540 stemmen van niet twijfelachtige gedelegeerden aan" genomen zou zijn. Rosewater verklaarde deze motie huiten de orde en schonk niet de minste aandacht aan het protest van de aanhangers van Roo sevelt in zake het afroepen van de lijst vol gens de Staten. Daarop begon de stemming over don tijde- lijken voorzitier. De uitslag was dat Root, met 558 stommen tegen 502 aan M. Govern, voorzitter der Conventie werd gekozen. Er brak een duivelsch spektakel los, de aanhangers van Taft juichten, het muziek korps begon te spelen. Root schreed naar het voorzittersgestoelte. Wat zal het er nog spannen te Chicago l ISF'r etulï-i'ij it Een schip vergaan. Het schip, Vitte Cayenne op 16 dezer van Fort do France vertrokken, is in het gezicht van Santa-Lucia vergaan. Een gedeelte van de passagiers en de bemanning is gered. Oostenrij lt De aanslag op den ban van Kroatië. 36 studenten aangehouden. Buiten den pleger van den aanslag zijn 36 studenten en M. Bornemiso, redakteur van het socialis tische orgaan Hobodna Rijazaangehouden on op water en brood gezet. Eon fotograaf die het portret had gemaakt van den pleger van den aanslag, is insgelijks aangehouden. DuitscIilandL 70 menschen vergiftigd door gekapt vleesch. Te Auerbach in het Saksische Voogdland zijn 70 menschen na het gebruik van ondeugdelijk gekapt vleesch ziek ge worden; enkele hunner ernstig. lichaampje in hetwelk het leven onlangs nog zoo sterk was, nu in een smal graf lag, en dat het mijne hand was, die het in den afgrond had gedompeld, werd ik door zulke hevige droefheid ontsteld, dat ik verwonderd ben hoe ik niet stierf, of niet tot eene wanhopige daad der zinneloosheid gedreven werd. Het liep goed afweldra, door mijzelve te beklagen, versteende mijn liart ten opzichte van eens anders lijden. Ik hield op Julia te beweenen zij was toch dood. En was de dood niet eene zegening in vergelijkenis met een leven zooals het myne Myne tante had haar kind verloren, maar was haar verdriet geene kleinigheid tegenover het mijn En dan vlogen mij schielijke gedachten door het lioofd Waarom was ik hier in huis Waarom was ik er alleen Was ik door hen niet verdacht Had de boheerscher mijns lots, de getuige mijner misdaad hen niet vermaand om van liet graf van hun kind deszelfs moor denares te verwijderen Was ik niet reeds door hen als een wangedrocht aanzien Boe zemde mijne tegenwoordigheid hun geenen afkeer in Zouden zij mij naar de gevangenis niet zenden Of zouden zij my buiten huize jagen, om langs slechte wegen, door duistere lanen en woelige stralen te dolen Zoude 't gemeen volk,'t gespuis mij niet achtervol gen, zooals ik vroeger gelezen heb dat het eene vrouw, die verdacht was haar kind ver moord te hebben, vervolgde Zou het my met den vinger niet wijzen, om mij uit te schelden te verweuschen en na te roepen Daar gaat de misdadige die 'tkind vermoord heeft Ik viel op mijne knieën. Het scheen alsof ik voetstappen achter mij hoorde een kreet van vermaledijding klonk mij in de ooren.. t was de nachtmerrie... ik werd bijkans uit zinnig Toen mij in eens iets aanraakte, en een warme adem tegen mijne schouders blies, ont vloog er mij een scherpe schreeuw, en ik viel plat ten gronde. Eene stille jammerklacht deed mij uit dezen toestand opstaan. Ik keek rond en zag mijnen getrouwen Terre-neuve, die altijd in mijne kamer sliep hij lekte mij de hand en den hals. Met zijne heldere oogen aanzag hij my van onder het ruwe haar, dat ze over dekte, en scheen tevens my te beklagen over mijn droevig lot. Ik was dan nog een kind, want ik veron derstel dat niemand dan een kind in het sprakelooze medelijden van dit schepsel ver sterking zou gevonden hebben. Hoe ik ook was, ik sloeg mijne armen rond zijnen hals en begon te weenen. Het dier maakte geene beweging het stond daar ge duldig alhoewel mijne tranen gedurig op zijn hoofd rolden. Arme Hector men zal u nooit verhalen wat ik bedreven heb gij zult a nooit met afschrik van mij verwijderen, al veracht mij de geheele wereld. Arme, arm© Hector mijn goede, trouwe hond Dit eenvoudig toeval deed mij goed, en da tranen die ik gestort had, verkwikten mij. Ik kleedde mij aan en wanneer mijne tante, bij hare terugkomst van den dienst, id myne kamer trad wanneer zij mij mede- doelde hoe zij en mijn oom gehoopt hadden, dat ik dit laatste uur met slapen zou hobben doorgebrachtwanneer zij mij tot haar trok en terwijl zij mijn haar van 't voorhoofd wegruimde, hare koude hand er op legde en mij dan tegen hare borst drukte, gevoeldo ik in dat oogenblik eene verkwikking, die da vreugd bijna gelijk was. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1912 | | pagina 2