HUL CONSCIENCE EN DE JEUGD Hulde san Hendrik Conscience Inl <31 din g? Programma dor Oonscisncefessten DE VOLKSSTEM 5 N, B. Ouderen mogen dit ook lezen, jong blijven moet iederen. De roemrijkste dag, dien H. Cons cience in gansch zijne letterkundige loopbaan beleefd heeft, wac voorzeker de Zondag 25 September 1881. De Vlamingen uit alle gouwen des lands te Brussel sailmgestroomd, kwa men hunnen geliefden schrijver vie ren, huldigen, kronen. Uren lang duurde het, eer die Stoet van honderden maatschappijen met wapperende vaandels en dreunend muziek was voorbijgetogen. En in den namiddag van dien heugelijken dag, die geestdriftige ontvangst op de Beurs Hoe moet zijn vadershart van ont roering hebben geklopt, als hij daar zag niet enkel mannen van rijpen leef tijd, maar ook de Vlaamsche jeugd, de levensblije, ideaal-volle en geestdrif tige jongelingschap, die scharen van jonge Vlaamsche krachten, in wier boezem hij het zaad der vaderlands liefde en Vlaamschgezindheid had neer gelegd en tot 'n weeligen wasdom doen gedijen. Want, ja, was hij de voor vechter niet der Vlaamsche beweging Was vóór Conscience's optreden alle Vlaamsche leven niet onderdrukt en als 't ware uitgedoofd Zijn «Vlaam- scheLeeuw. dat diep gevoelde en breed uitgewerkte Epos. waarin de helden van 1302 verheerlijkt oprijzen,om niet meer te sterven, deed 'n rilling gaan door de gemoederen van heel ons volk; nu voor 't eerst wisten wij wat het was Vlaming zijn, en voelden wij ons fier afstammelingen te heelen van die hel den uit de grijze Middeleeuwen. Hij ook was het die onze nationale letter kunde na eeuwen van rampzalig ver val opbeurde en herleven deed. En ongetwijfeld, het huldebetoon, het luidruchi^ meevieren der jeugd in die algemeene erkentelijkheid zal aan Conscience meer aangename vreugde hebben verschaft dan die opeenvol gende redevoeringen,hoe welsprekend, hoe hartelijk ook. Want beminde hij in 't algemeen het volk van Vlaandeten, zijn volk, dat hij had leeren lezen, opgevoed naar den geest, en stambewust ge maakt, na eeuwen van ontaarding, dan toch lag de jeugd hem vooral aan het hartwant te midden der hittere ont goochelingen en tenêerdrukkende te leurstellingen, was de hoop op de toe komst, de hoop in de jeugd hem steeds bijgebleven, verlichtend, versterkend. En wanneer hij, te midden dier luis terrijke feestviering uitriepGij Vlaamsche mannen en vrouwen gij bemint mij dan omvatte hij met die woorden ook de blijde Vlaamsche jeugd! En dat hij de jeugd beminde, zal ons geenszine verwonderen, als we nagaan hoe innig en hoe vurig Cons cience zijn eigen kinderen beminde, want zijn altijd jeugdig hart begreep en verstond, beter dan welk ander hart ook, de kindervreugden en kinder- sinarten. Als schrijver door de jeugd te worden bemind is 'n groote eerekroon die slech'S weinigen wisten te verwerven, omdat de bedoelingen van slechts wei nigen zuiver en belangloos zijn. Hoeve- Ie letterkundigen mochten zeggen als Conscience op het einde hunner loop baan geen enkele volzin heb ik ooit geschreven waar iemand hoeft over te blozen? Hij zag uit naar gezond, ze delijk leven hij had de menschheid lief, de eaar volmaaktheid strevende menschheid. In de natuur [beminde hij het levend-frissche, het gezonde, niet de ontbinding, de verrotting. Anderen laten zich verleiden door het vleiend.duiveltje der populariteit alle middeltjes, zoowel laakbare als geoorloofde, zullen ze te werk stellen om de gunst des volks te winnen, hun ne boeken schrijven al naar gelang de grillen en driften der menigtte doch niets in dien aard treffen we bij onzen schrijver aan Conscience was 'n Vla ming van één stuk, rondborstig en rechtzinnig zijne kunst stelde hij ten dienste van zijn leven en vreugde - brengend ideaal I Aan anderen liet hij (het over, door het uitbuiten vaD 'n soms schandelijk verworvene populariteit, 'n oneerlijk winstbejag na te zetten want daar voor waren zijne bedoelingen te zuiver, te edel, en zelfs meer dan eens zien we hem in geldverlegenheid verkeeren. Ik zei daareven, dat het feit van door de jeugd te worden bemind 'n zeldzame eerekroon is, die de slapen van weinig schrij vers versiert, doch juist daarom is ze des te schooner. Want, opdat 'n schrijver aan jeugdi ge lezers zou behagen, hoeft hij in al lereerste plaats 'n frisch gemoed te be zitten hij moet wil bij hunne achting en liefdewegdragen.tot hunne jeugdige verbeelding, tot hun nog onbezoedeld gemoed weten te spreken, en daartoe is vereischt, dat hij, man vol ernstige levensbeschouwingen, op wien de on stuimige levensstroomen soms vreese- lijk hebben losgebeukt, 'n kinderleven in zijn duizendvoudige schakeeringën, kan meeleven. Hij hoeft bovendien in hooge mate te bezitten oprechtheid en natuurlijkheid, twee hoedanigheden die onvermijdelijk het hart der jeugd uit oprechtheid en natuurlijkheid ge kneed, moeten winnen. Ware vaderlandsliefde, spreekt als 'n luide stem, niet enkel uit zijne tal rijke historische romans, maar zelfs uit zijne eenvoudig^oerennovellen. Was hij het niet, die den Vlamingen hunne geschiedenis leerde, schonk hij hun het bewustzijn van hunnen stam, van hunnen Vlaamschen aard niet te rug Was hij het niet, die den steeds wassenden vloed van verbastering stremde en dempte. Ik herinner u slechts aan den «Boe renkrijg» waarin de leeuwenkamp onzer Vlaamsche boerenjongens tegen vreemde overheersching, .verbastering en verdrukking in zoo roerende en hartstochtelijke bladzijden staat uitge beeld. Frischheid des gemoeds, oprecht heid, natuurlijkheid en ware vader landsliefde, ziedaar dus Conscience's schoonste verdiensten. Maar beminde Conscience de jeugd, hij werd niet minder doorhaarbemind. En, hoe kan het anders! Was zijn drukbewogen leven niet als 't ware geschikt om de aandacht te boeien, en de genegenheid te winnen der jeugd, belust op wonderlijk gebeuren, bij wien 'n leven als het zijne eerbied en genegenheid afdwingen moest. Denk slechts aan zijne ziekelijke kin derjaren; toen hij maanden zelfs jaren lang, zwak en têer te bed moest liggen en als eenige vreugde had, te luisteren naar moeders zoete verhalen aan vreugdiger jaren,buiten de stad op «den groenen hoek waar hij vrij kon stoei en en spelemeien, waar hij graag snuis terde in zijn prentenboeken; denkt aan zijn verblijf bij De'.in als onderwijzer en eindelijk aan zijn avontuurlijke lot gevallen tijdens de omwenteling van 1830. Bovendien was zijn eigen jongelings leven allerbest geschikt om tot voor beeld te strekken zijner jeugdige lezers. Noeste vlijt, taaien wil, en on verschrokken mannenmoed waren er noodig om ondanks de talrijke tegen kantingen en pijnlijke ontgoochelin gen die hij te onderstaan had, te vol harden 1 Van nature en karakter tegen strijdig met vaders denkbeelden en zienswijzen, was hij toch steeds een onderdanige zoon, en hij heeft nooit over zijn vader gesproken dan met grooten eerbied en liefde. En nuzijoe werken. Wat de jeugd steeds zoekt in een boek, is niet de ont leding of uitpluizing van psychologi sche toestanden, noch stijl- en woor denpracht, maar wel, een boeiend, aan grijpend verhaal. En verhalen, hoe meesterlijk kan hij het niet. Met gewone woorden, en een voudige, dagelijksche gebeurtenissen, zal hij 'n novelle of roman opbouwen, boeiend van de eerste bladzijden tot de laatste, zijn verhaaltrant, gemoedelijk vol gezond- natuurlijken eenvoud, spreekt direkl tot het hart van het volk en van de jeugd. Wie heeft er n jet, laat ons maar zeggen, uren aaneen in Cons cience's boeken zitten lezen, meege voerd ergens, op de vleugelen van schrijvers verbeelding in de aloude middeleeuwen, in 't een of 't ander oord zijner geliefkoosde Kempen, of meélevend de lotgevallen van dezen of genen jongen held. Ja, daarom ook beminde de jeugd haren schrijver, omdat hij zoo talrijke jeugdtypen heeft geteekend. Bijna in ieder hoek van Conscience, komen er een of meer jongelingen voor die eenen ruimen rol in de handeling spelen. In die typen, zien de jeugdige lezers hun eigen deugden of ondeugden, hunne goede of kwade driften afgeschilderd ze bewonderen of laken, jubelen of klagen,in een woord die.typen leven ze volkomen mêe. Denkt hier maar aan Fransken die schilder wil worden aan Jan die uit liefde voor zijne arme moeder naar zee zalaan Bavo en Lieveken die van een voudige en arme werkmanskinderen, zich tot gelukkige en welstellende bur- gersopwerken; aan den armen stomme, jongen uit het IJzeren Grafdie zich tot een befaamd kunstenaar ontwik kelt aan 't zoontje van den baanwach ter: de vlijtige onderdanige en voor beeldige Alexanderaan Pauwke Ple zier, de schoorsteenveger, aan Houten Klara, Siska van Roosemaél, Blinde Rosa,Mietje Korenbloem en zooveel an deren. allen bekend, overbekend en innig lief Ja, werkelijk, Conscience heeft de Vlaamsche jeugd, vooral de. burger- jeugd, geschetst, en uit zijne werken is er'nheele opvoedkunde te halen; immers, hij kende de jeugd, hij be minde de jeugd, eyenals hij zijne kin deren kende en beminde, en zijne wer ken, geschreven met verstand, onder vinding en gevoel beoogen, door het voorstellen van naar ideaal-strevende typen, de jeugd te verbeteren en op te leiden naar hooger banen 1 Conscience, die de jeugd beminde, wierd.en wordt dus ook op zijne beurt, bemind door die jeugd, en hij zal, ik durf het verhopen, geliefd worden zoolang als de jeugd hem kennen, lezen zal. En nu het heele Vlaamsche land door, de honderste verjaardag van onzen grootslen Vlaamsehen volks schrijver' herdacht wordt, in deze al gemeene landshulde, die er gebracht wordt aan de herinnering van hem die nooit uit het geheugen van het volk mag wijken, nu ook klinkt de stem der jeugd, als over 'n dertigtal jaren op de Beurs, luidruchtig en geestdriftig. Zij ook moet dien beminden geestes- vader hare welgemeende en diepge voelde hulde breugen. En in der waarheid, 't is 'n lofwaar dige daad, 't is 'n plicht zelfs dat de jeugd nu meêviere, doch dit alleen volstaat niet. De beste belooning, de schoonste hulde die we aan Conscience kunnen brengen is het gewetensvolle uitvoeren van de ons door hem voor- gehoudeo plichten. Benevens de talrijke plichten, die we als jongelingen te vervullen hebben, wegen ook nog op onze jeugdige schou ders de Vlaamsche plichten. Conscience was in den velsten en breedsten zin des woord 'n Vlaming. Hij heeft.de Vlamingen hun stamgevoel wakker geschud, aan de jeugd heeft hij ons roemrijk verleden leeren kennem hij heeft er op gewezen hoe in tijden van verbastering en verdrukking de Vlamingen ais moedige leeuwen te velde zijn getrokken tegen de kam pers hunner vrijheden en rechten, te gen de verdrukkers en uitroeiers hun ner Vlaamsche zeden, en zoo heeft hij bij hen de liefde tot het vaderland op gewekt en aangewakkerd, vooral de liefde tot het Vlaamsche volk, dat nu ook geketend ligt met de boeien van ontaarding en verdrukking, maar 'slechts wacht tot de jeugd, doordron- gen van de grootsche taak,die nu reeds maar later vooral op haar zal rusten, zich zal hebben gevormd tot katholieke Vlamingen van de daad groot van gedachte, edel van hart, sterk van wil, Katholiek en Vlaamsch»,bereid alles op te offeren voor hun schoon en edel ideaal de heropbeuring van ons diep- vernederd Viaanderen. Ja, Vlaamsche jongelingen, dat ver wacht Conscience van u, het opkomen de geslacht, dat gij uwen Vlaamschen plicht zoudt doen. En dan! oh! dan isde verwezenlijking van ons ideaal nabij, dan is de Vlaamschen strijd, waarin Conscience een der eerste en stevigste voorvechters was, uitgestreden, en de overwinning is aan ons want wij zullen hebben bewezen, voor het aan schijn der wereld,dat wij ons vaderland beminnen en zijue taal en zijnen roem. Frans De Boeck, Erpe. Gij zcj« oe?s Eief. 1. Gij zijt ons lief gelijk niet eene Laat jaren doodend henen strijken^ Zij dooven niet uwh eerlijk licht, Stout moogt gij in de toekomst kijken, Gij immers deedt altijd uw plicht. Waar gij verschijnt, daar voegt gij samen, Daar jaagt gij henen twist en nijd. Uw voorbeeld moeten wij beamen. En dus en dus wij minnen U altijd (bis). Uw roem verkonden, is het noodig? De wereld prijst uw schoónen naam, De lof wordt hij niet overbodig Waar't werken slichtte d'êelste faam. Gij leert ons werken, leert ons denken, Gij leert ons minnen Vlaandrens eer, Wat kunnen wij U weder schenken Och niets! Och niets! Wij minnen u zoo zeer (bis). Het is, in 't Vlaamsche Vaderland. Gij deedt ons lachen, deedt ons weenen. Gij geeft uw hart, uw kloek verstand. Gij mint ons volk en gansch uw leven Was strijden tegen dwang en grief, Wat kunnen wij U weder geven Och niets! Oeh niets! Wij hebben u zoo lief (bis). van MAX ROOSES, getrokken uit GÖfêSCBEfcSCE Eenige bladzijden uit het leven mijns Vaders door Mevr. Antheunis, ge boren Maria Conscience. (1) Conscience was een man van groote beteeken is en geestvermogens, niet alleen als schrijver ook als mensch. Wij hebben hem gekend, gevolgd in zijn openbare loopbaan en leeren be wonderen in al de uitingen zijner onge- meene begaafdheden. Hij is van den eersten stap op zijne loopbaan geen Vlaamschgezinde en zelfs geen Vlaamsche schrijver ge weest. Hij was een man van zijn tijd zijn vadershuis was Fransch en hij begon met Fransch te schrijven in proza en verzen, zooals men het alge meen rondom hem deed. Maar hij was een geboren schrijver en zijn eerzucht, zich een naam in de letteren te maken, had hem al vroeg overweldigd. Rondom hem leefde een beperkte kring, die een zelfden droom droomde. Die groep waarbij hij zich aansloot, met Jan De Laet aan het hoofd, vuurde bij hem een gelijken wensch aan. Zijne vrien den, louter letterkundigen als zij eerst waren, vervormden zich tot Vlaamsch- gezinden hij deed als zij. Rondom hem was het romantisme in vollen bloei, Walter Scott in Engeland, Victor Hugo in Frankrijk hadden den toon aangegeven heel Europa zwelgde zich een roes aan historische verhalen, ging op in bewondering voor vader- lai; sche helden. Conscience's eerste werk het Wonderjaarwas een histori sche roman. Zijne groote mannen leef den buiten den kring der gewone men- schen, bedreven daden, die afschuw of opgetogenheid verwekten. Zijn eerst volgende schrift Phantasy bestond uit verhalen van bandelooze verzinsels. Hij dreef mee op den-stroom van zijn tijd. (1) Dit boekdeel is te verkrijgen in den boekhandel van J. Van Naffei-De Oendt Kerkstraat, 21 Aelst. Prijs 2,00 Ff, Maar hij begreep alras dat voor hem een ander en hooger doel was te beoo gen dan 't involgen zijner speelsche verbeelding. Hij was warm van gemoed en voelde zich in gloed ontstoken voor de groote feiten der eigen geschiedenis. Hij wilde dien gloed aan anderen mee- deelen en gehechtheid aan eigen ras en eigen taal kweeken dopr verheffing van volk en strijdlust aanwakkeren door het verheerlijken van den moed der voorouders. Hij begon met het roemrijkste feit onzer geschiedenis uit te kiezen en hij deed de beteekenis van den Guldensporenslag voor ons later bestaan uitschijnen hij plaatste de Brugsche helden op een voetzuil waar heel zijn volk ze kon en moest zien en bewonderen. Zoo verstond hij de ge schiedenis niet een enkele opsomming van feiten, maar een ontrolling van van daden met een verheven moraal. Zoo schiep hij zijn Leeuw van Vlaanderen in gewonen letterkundigen zin niet zijn beste werk, maar als opvatting zijn machtigste, als invloed verreweg zijn belangrijkste het boek dat niet alleen zijn volk leerde lezen, maar het leerde leven en strijden voor het leven. Zijn eerste, daaropvolgende histori sche roman was van even hoog gewicht. Jacob Van Artevelde, verhaalt een belang rijk hoofdstuk uit de geschiedenis van Vlaanderen en teekent den grootslen staatkundige onzer middeleeuwen. De geschiedschrijvers van beroep hadden even de loopbaan van den grooten ruwaard toegelicht en uit de stadsre keningen en kronijken tal van kenmer kende bijzonderheden geput. Cons cience was geen geleerde van hun soorthij voegde niets bij wat zij ge vonden hadden, maar zijn zienersblik doorschouwde de beteekenis van den grooten man, de drijfveeren die hem deden handelen, den invloed dien hij uitoefende. Hij verhief Jacob van Arte- velde tot een held van de gedachte, van de staatkunde, terwijl hij met de schildering zijner omgevinghet tooneel waarin hij zich V.woog, belevendigde en aanschouwelijk maakte. En zoo gaf hij geest op en beweging aan elke der historische figuren of feiten die hij behandelde, niet in die hooge mate als hij het deed met zijn groote vaderland- sche heldenromans, omdat in de ove rige de stof niet dit belang opleverden en omdat zij in hem dezelfde machtige roerselen niet in beweging brachten. (Vervolg toekomende week in ons bijvoegsel). Te Aelst, op Zondag 21 Juli. 's Namiddags. Groote Optocht de» leerlingen van al de scholen, bestaan de binnen de stad, opgeluisterd dooi zang en muziekuitvoeringen. Vergadering en rangschikking te 3 ure namiddag op het Esplanadeplein, De optocht zal geschieden langs de volgende straten Statiestraat, Statie- plein, Albert-Liénartstraat, Vaartstraat Molenstraat, Groote Markt, alwaai plechtige schouwing door de stedelijke overheden, Nieuwstraat, Keizerlijke Plaats, Korte en Lange Zoutstraat. Na den optocht, ter Groote Markt, uitvoering vanVaderlandsche liederen door de verzamelde schoolkinderen, en muziekuitvoeringen. Te 6 uren in de groote Feestzaal van het Stadhuis, Feestredevoering over Conscience door den E. P. Strackd S.J. doctor inGermaansche taalkunde, leeraar in het St. Jozefscollege. Te 9 uren, ^srlichting del Groote Markt. Concert door de Koninklijke Harmonie Al Groeiend Bloeiend Zanguitvoeringen, Beiaardconcert Verheerlijking van het beeld van Conscienci De inwoners der stad worden uiige noodigd de huizen te bevlaggen. De Secretaris, De Burgemeester, [OsC. RfiYÖÏBSS. M.-L.ÜWiËKA.EIU/1'3,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1912 | | pagina 5