Hervallen grootheid, Eene doodstraf te Stanlaystad in Congo, Esr.3 üare hailigscüisMis pssMefeis van VlaaMersn HEILIGDOM VAN MARIA laatste'"kërmismb Baens en tlsa Galusnsporenslarf. .1 Baens ea Het Conscience Eeuwfeest. vA/* v FEESTilflJSEH Velodroom van Aalst üVscSaïs-rso Uisï-ursakoers ■r, - ,1, „i, 6 Uit Congo werd door een harer briefwis selaars van het dagblad Le Bien Public volgende brief gezonden waar in hij de aandoenlijke terechtstelling door de wapens verhaalt van den soldaat Walou, beschul digd voor moord op den postoverste Copet- te. Dit feit heeft plaats gehad den 17 Mei 1. 1. 't Was een grijze morgendstond. Een lucht loodzwaar op de aarde drukkend. De soldaten het wapen aan de schouders,komen zwijgend tot de strafplaats door den regen doortrokken. Op 100 metors afstand van den strafpaal snijden ze der. weg af en stel len zich in gelid. En in de groote schiet- dreef heerscht er eene doodsche stilte. Alle oogen zijn gericht naar een hoekje van het bosch, de veroordeelde Walou moet immers van daarachter verschijnen. Deze glorievol le dood door de wapens is hijna te edel voor don inensch die laf weg een doodend schot gelost heeft in den rug van zijnen postover- sto. Geen de minste redenen had hij er toe en de daad van eenen soldaat die zijnen overste doodt zonder den moed te hebben hem in 't aangezicht le trolseeren is buiten gewoon hatelijk en terugstootend. En noch tans staat de angst door die strafuitvoe ring verwekt op ieders aangezicht te lezen.. Maar zie, daar komt de gebiedoverste in ge zelschap van den afdeelingoversle en den geneesheer. Ilun aangezicht is getrokken en men bemerkt dal ze hun eigen geweld moeten aandoen om kalm te blijven in de uitvoering van dien droeven plicht die op bumie schouders weegt. Kort achter bon koint de treurige stoet. De veroordeelde bijgestaan door eenenPater der Missie, prevelt eenen. paternoster. Naast hem stapt een eerste sergeant van 'tpoli- ciekorps. Die mannen zijn daar nu wel overbodig want Walou schijnt" zijn toestand niet to beseffen. Hij gaat voorbij zonder iemand le zion.zijn oogen zijn niet verdwaald zijn gelaatstrekken niet veranderd, 't Is het algemeen uitzicht dat u met verstomming slaat. Do schoone Azandée van vroeger is door het cclregiem een arm bloedelooze ge worden. De veroordeelde heeft den priester gesmeekt hem niet voor het einde te verlak ten. 't Is op dergelijke oogenblikken dat men ziuh rekenschap geven kan van de kracht eii de manmoedigheid die de gods dienst alleen schenkt in de pijnlijkste beproe vingen. Ik vermeen nochtans ,dat het nqodr- lolsgeloof ingeankerd iu de levènshogrippeh van hel zwarte ras voor een deel tusschen komt in deze, misschien schijnbare ouver- schilligh'oid. Het peloton gelast met de strafuitvoering, heeft plaats gevat op 20 stappen afstand. Walou knielt. Een laatste zegen. Men snoert hem aan den schandpaal, de oogen geblinddoekt. Alleen staat hij daar Wat deukt hij God alleen weet het. Een kort bevel. Laadt 't geweer legt aan Vuur Een zwarte massa ploft ten gronde, nog een kort en droog schot', 't Is de zwarte sergeant die den genadeklop geeft. Rond qns op de miorhopen, de boomtron ken, in 't dichte struikgewas, negers en Zondag-mengelwerk. 23! Vervolg. Hoe dikwijls heb ik het naderhand betreurd haai'in dezen haren'zin gegeven te hebben doch ik was zoo gelukkig, liaar dé teederste moederplicht te zien vervullen dat ik er toen niet aan dacht, dat het kind een verderfelijk voedsel kreeg. Alfred bleef ons eenig kind, en Mathilde behandelde haren lieveling met dezelfde wee- kelijkheid, die hare eigen zwakke gezondheid vorderde. Dikwijls geraakten wij hierover in verschil, maar haar kwijnende toestand maakte mij steeds toegevend. Eindelijk ge beurde het ergste.Eene uitterende borstziekte openbaarde zich, en na een jaar lijdeus, ge durende hetwelk mijn eeuig streven was, haren toestand dragelijk te maken, stierf zij zacht in mijne armen. Ik heb mijne Mathilde zeer gemist, voegde Borgenstjerna er, na een kort ernstig zwijgen bij ja, inderdaad zeer gemist. Zij was goed en beminde mij, en de schaduw zijde van haar karakter ontsproot alleen uit hare verkeerde opvoeding. Welk eene ver bazende macht oefent ook niet de gewoonte op ons uit Wanneer ik na haar overlijden met mijnen Alfred op de sofa zat, op welke zij geduldig lijdend gerust had, dan dankte ik wel God, uat haar leed een einde had ge- romen, maar voelde tevens diep en smarte lijk, hoe eenzaam en verlaten ik was weldra zal liet mij nog veel eenzamer wor den Spreek zoo niet, en zie alles niet zoo duistor in I sprak Wirén .met innige deel- negerinnen, geen enkele kreet is uit hunne borsten opgestegen. Hun primitief rechtveer- digheidsbegrip neemt zonder moeite deze straf aan en hunne zienswijze daarover kan men heel eenvoudig samenvatten in 't geen ik zekeren dag hoorde van eenen ordonnans dien ik ondervroeg. Hij heeft don eerste gedood, 't is maar recht dat men hem doodt. De policiemannen dragen naar het doo- denveld een arme menschel'ijke romp van kogels doorboord. De blanken groeten de voorbijgaande draagberrie. De dood heeft alle wraaklust gedempt. Stilzwijgend gaan ze huiswaarts, terwijl het zwarte volk luid ruchtig en 't geval besprekend, zich ver spreidt in de werkersploegen. En in do ver latene dreef waar dit drama afgespeeld werd, blijft enkel bloed naar 'twelk de vraatzuch tige mieren van alle kanten aankomen. H. B. owes' da M. Daens steekt zijne onbehendige, droeve politiek. in alles. Politiek voor dien droeven man 't is verwijten, lasteren, schelden, ofwel 't volk vleien, ophitsen, alles heioven, niets geven... maar zorgen voor zijn eigen zak, voor zijn 4000 franken. In geen enkel stad van ons land wordt er zoo'n gemeene politiek gevoerd, als de poli tiek van Daens. En die politiek steekt hij in alles is er een kunstbetoogingDaens loopt te koop met zijn politiek... is er een letterkundig feest.., Daens is daar met zijn politiek... is er een volksspel... Daens is daar aan 't po litieleen... is er een geschiedkundig feest... Daens neemt zijn pen .om politiek te ma ken... is hij op xoandeling't is politiek... is hij in den trein... 't is politiek... is hij in den gemeenteraad.'t is comedie politiek... in zijn gazetten... 't eerste woord tot het laatste is politiek... Hij verplaatst geen voet, hij roert den mond niet, zijn oogen gaan niet open... of 't ïs politiek... pofitick, politiek... luge po litiekgemeene politiek. Dit zien wij nogmaals in zijn Werkman van 12 Juli 1912 on in 't Land van Aelst van 14 Juli. Daens schrijft over de groote Vlaamsche 'feestdagen, en den Guldeusporenslag, en over de Gonsciencefeeslen. Wat doet Daens voor don Galdensporen slag Niets. Heeft hij ooitin zijn partij een betooging, en) feest ingericht tot herinnering aan die groote gebeurtenis Neen... Ziet, de Katholieke maatschappijen vie ren jaarlijks in onpartijdige vaderlandsliefde die grootsche gebeurtenis... terwijl de daen- sislen niets doen. Daens schrijft daarover, dat in den slag van Groeningen van 1302 aan den eenen kant hij de Franschen, edeldom en rijkdom stonden, aan don anderen kant de werkende neming. Het komt mij voor, dat gij het leven nog wel eons in eene andere, schoonere ge daante zult leeren kennen. Gij hebt reeds zware beproevingen ondergaan, maar gij hebt nog niet bemind. Neen, niet recht maar wanneer zal ik een blik in uw leven werpen, even als gij thans in het mijne Wirén zag op zijne horloge, Het is al laat sprak hij 'mijne vrouw wacht mij. Ik moet haar van de soirée afhalen maar morgen kom ik u weer bezoeken, dan wil ik u mijne eenige smart toevertrouwen, en u vervolgens aan mijne Virginia voorstellen. XII. NOG EEN HUWELIJKSTAFEREEL. Even nadat Wiren vertrokken was, werd Alfred wakker. Ivar nam deu knaap op zijnen schoot en zette zich met hem aan het open venster, om naar de voorbijgangers te kijken. Uit de gezelschapszaal, die er vlak tegen over lag, keerden een aantal badgasten naar huis, onder welke zich ook de familie von Dresseu bevond. De luitenant-kolouel, die des middags zoo gelukkig was geweest, eenige van zijne schitterendste' kennissen te ontmoeten, had aan zijne dames geenen tijd gegund, om een weinig van de vermoeienis sen der reis te bekomen, maar baar hals over kop naar het bad en vervolgens naai de soirée gedreven, waar Amalia's beval lige figuur on jeugdige frischheid, evenals het waardige en innemende voorkomen harer moeder, de opmerking vuil velen tot zich trokken. De luitenant-kolonel stapte na dezen triomf fier en vol zelfbehagen over het plein, toen Alfred, uitkijkende, Amelia herkende, en uit DÉ VOLKSSTEM standen. Nu ook wordt geroepen, schrijtt. Daons, Vlamingen, werklieden, stemt voor Woeste, den versteenden vijand van volk en taal. Wij zeggen u, Pieter Daens, gij bedrijft heiligschennis tegen de waarheid, want aan den kant der Vlamingen stonden er te Groe ningen ook Vlaamsche edellieden, en tal rijke. 1302 was geen daensenpolitiek, mijn heer, dat was een vaderlandsche strijd, en verlaagt toch den strijd uwer voorouders niet met hun te vergelijken'aan een daens- of Woeste stemming. Eerbiedig onze voor oudersM. Petrus Daens Verders begaat Daens een ware heilig schennis tegen den Godsdienst. Is het gelooflijk hoe diep die man gezon ken is in zijn vuile politiek Daens schrijft dan 'ook, gelijk altijd xcb'd de Godsdienst een xoapen in de handen der rijke alleenheerschersDaens durft schrijven dat de godsdienst en de geestelijk heid de Vlamingen verraden heeft om samen te spannen met Frankrijk, met de rijken, zooals altijd Zeg, Daens, verdedigt gij zoo den gods dienst, met aan 't Vlaamsche volk te leeren dat, de geestelijkheid met de rijken deed in 1302, en tegen Vlaanderen. Zeg, Daens, zou een socialistof liberaal dat durven schrijven Pieter Daens, zegt' de geschiedenis niet dat er in 't Vlaamsch leger vele geestelijken waren Zegende een priester de Vlamingen niet vóór den slag Riop hun aanleider, Willem van Sullik, in den volksstrijd niet om hulp bij Onze Lieve Vromo van Kortrijk En na de zegepralen, togen de Vlamingen niet naar ons Lieve Vrowwekerh van Kor- trïjk, om God te danken, en waar zij door de geestelijkheid ontvangen wierden. De Paus van Rome zelf, Paus Bonifacius. als de zegepraal der Vlamingen hem aange kondigd wierd, deed t9 Rome een Te Deum zingen En dan durft Daens schrijven, de gods dienst, de geestelijken, zooals altijd wa ren tegen 't Vlaamsche volk. Daens die woorden zijn schandige leugen taal't is eene ware heiligschennis Wat doet Daens voor de vereering van Conscience? Niets dan lage politiek, ont- eerende politiek, opnieuw heiligschennis. Conscience was een ohrislene schrijver, geen politieker. Volgons M. Daens, om Conscience te ver heerlijken moet er komen leerplicht en alge meenstemrecht, 't is te zeggen politiek. Hoe gemeen, hoe dom gemeenwelke lummelt aal Geen liberaal, geen socialist, zou zulke vloekentaal durven schrijven. Eerbiedig onzen groolen Conscience, M. Daens Achteruit met uw lage politiekerij. Conscience, de verhevene zanger en dich ter van zijn volk, stond duizend meters hoven de politiek, en voorzeker zou hij den politie- kon lof niet willen van een politieker die het christen geloof verrHadt om te loopen met afgevallen priesters, in schandalige geuzen'stoeten gaat zooals op 15 Oogst 1911 alle maclit schreeuwde Ammi, lieve Ammi ik wil naar Ammi Doch zijn vader sprak Stil, stil, lieve jon gen. Van avond niet meer Morgen, als gij zoet zijt. m Hierop begroette men elkander van weers zijde, terwijl Alfred voortvoer zijne vriendin Ammi te roepen, tot dit roepen eindelijk in een hevig schreien ontaardde, 'twelk Bor genstjerna noodzaakte het venster te verlaten. Alfred liet zich echter niet eer tot bedaren brengen, dan nadat zijn vader beloofd had, hem den volgenden morgend met eenen fraaien ruiker naar Ammi te zullen zenden. Om zijne belofte te kunnen behouden, liet Ivar nog dien eigen avond uit den tuin van den heer Simonson de schoonste bloemen plukken die er te vinden waren. Een sierlijk mandje met lekkere kersen werd er bijgevoegd, en Alfred trappelde den volgenden morgend met zijne kleine voeten van vreugde, teen men hem tot deze zending zijne beste kleederen aantrok. Maar wees nu ook zoet en niet lastig hermaande hem Borgenstjerna. O, ik ben heel zoet en Ammi ook, verze kerde Alfred.Juist Iaën hij gereed stond om onder het geleide van eene meid zijnen tocht, te aanvaarden, met den grooten ruiker in eene hand, en het mandje met kersen in de andere, opende Wirén de deur. Verrukt over den kleinen hovenier, diemet zijnen wit ten strooihopd en zijne lange zwarte lokken er allerliefst uitzag, wilde deze hem tegen houden, om hem eenen kus te geven. Maar Alfred begon luidkeels te schreeuwen Laat mij los laat mij los UGij ziet immers, dat ik met mijne bloemen en kersen naar Ammi moet. Wat beduidt dat? Is hij een kleine postil- om leerplicht in te voeren die het christen onderwijs zou vexmietigen, of een algemeen stemrecht dat men als een wapen wil ge bruiken teg-en het vaderland en tegen onze vrijheden, om een socialistische republiek in te voeren. Hoog leve Conscience, die reine figuur staande boven alles die held van 't vader land die reus van ware grootheid. Weg met de lage politiekers die zulken reinen naam, zulke verhevene figuur durven gebruiken voor hun ellendige, rampzalige politiek Wag êo heaBigschesi^es'S Eerfoaed voob* C®sfss©5ea2©© S Lew© toog dat ee§e8e g die vaderlanden i Godsdienstige kronijk, Belsisclie Bedevaart naar het TE B£E"5?ELaESÏ. De zevende bedevaart naar Onze Lieve Vrouw van Kevelaer, in 't Rijnland, zal dil jaar plaats hebben op Maandag 19, Dinsdag 20 en Woensdag 21 Augustus 1912. VERTREK uil Brussel (Noord) op Maan dag rond 8,30 ure 's morgens. TERUGKOMST in Brussel (Noord) rond 7,00 ure 's avonds. Prijs van het ticket heen en weer 2£le kl. 18 fr., 3t,e kl. 12 fr. De reis zal plaats hebben per speciale trein, via Mechelen, Lier, Heren Ihals, met stilstand in die drie statiën. De prijs van het pensioen is ongeveer van 5 marken per dag. Men vraagt inlichtingen en men schrijft in: Te Brussel, bij den Z. E. H. E. Remes, 'Geestelijke Bestuurderpastoor, Kieken- markt, 30. Te Brussel, bij M. A. Rosman, Bestuur derFabrikstraat, 13. Te Brussel, bij M. A. De Staercne, schrij ver, Gasthuisstraat, 17. Te Sinte-Katharina-Lombeek (Ternath), bij den E. Heer H. Dassen, pastoor, of bij de andere correspondenten wier namen op de plakbrieven staan. STAD AALST Zondag 14 Juli: Te II 1/2 uren, op de Groote Markt, Muzikaal Morgendfeest door de Fanfaren der Pupillenschool. In den namiddag, Groote militaire koers ia den Velodrome, Gentschen Steenweg, (Deelnemers uit al de Regimenten van het Land), 's Avonds te S uren, Concert door het muziekkorps der Stedelijke Brandweer. Te 10 uren, op de Statieplaats, Luisterrijk Vuurwerk. Het Museum van Oudheden, in het Oud Stad huis, zal toegankelijk wezen voor het publiek op al de hierboven aangewezen dagen van 10 uren 's morgens tot 7 uren 's avonds. Gedaan ten stadhuize, den 24 Mei 1912. De Secretaris, De Burgemeester en Schepen. Oscar Risyntens. M.-L. Gheeraekdts. CONCERT der Fanfaren vaxi de Legerpupillenschool. Uit oorzaak der afwezigheid van den heer Liesenborghs, Bestuurder, zal het Concert van Zondag 14 dezer, geschieden onder de leiding van een Pupil-Muziekant, Scha ff e- neers. Ion d'amour Ja. ja, hij ziet er wel naar uit maar zeg eens, manneken, wie is die Ammi Ammi is mijn lieve Ammi, die met mij speelt en groote, heele groote paarden en kleine, o zoo kleine honden voor mij knipt. Laat hem toch gaan gij ziet immers dat hij haast heeft, scherste Ivar, en trok zijnen vriend de kamer in. Maar zeg mij dan ten minste wie die Ammi is. Ik wist niet dat gij reeds kennis met dames hier ter plaats had aangeknoopt. Ammi is zekere jonkvrouw von DresseD in wier gezelschap zoowel als in dat harer ouders wij op de stoomboot gereisd hebben. Van daar dagteekent Alfred's vertrouwelijk heid met de innemende Amalia. Nu, en op welken voet staat gij zelf bij deze innemende Amalia, bij welke uw Alfred zoo zeer in gunst is 1 Ik Daaromtrent kan ik u geene uitleg ging geven, en wel om de eenvoudige reden, dat ik het zelf niet weet. 't Is, dunkt mij, ook eene vrij onverschillige zaak. In het geheel niet, lieve vriend. Die zen ding van bloemen en vruchten kwint mij zeer verdacht voor. Men bewijst dergelijke beleefd heden niet aan eene dame, .wier oordeel ons onverschillig is. Borgenstjerna bloosde min of meer, en niet zonder eene zekere gevoeligheid merkte hij aan Mijn kennismaking met jonkvrouw von Dreüseu is hoogstens acht dagen oud. En ik ben van meening, viel Wirèn hem in derede, dat men, om op iemand te verlie ven, geene acht uren noodig heeft, soms niet eens zoo velo minuten. Hot staat eiken dwaas vrij, met zijn hart op die wijze te spelen ik weet alleen, 14 EN 15 JULI 1912 Dit is, naar men ons verzekert, wel de eerste maal dat zulks zal gebeuren. Wij hopen dat de Aelslorsche bevolking zoo oprecht onze Legerpupillenschool genegen den jongen kunstenaar, met welwillendheid zal komen aanhooren, en, hem geestdriftig zal mogen toejuichen. Do volgend muziekstukken zullen uitge voerd worden 1. Le due de Brabant, T. Liesenborghs. 2. Retour de Ghasse, G. Mas ure. 3. Los Pêcheurs de Perlos, G. Beget. 4. Valse des Pat incurs-, T.Liesenborghs. 5. Gavaleria Rusticana, Mascggni. voor de Stad en het Arrondissement Aalst. AALST 14 Juli. Om 9 ure 's avonds, groot vuurwerk op het Statieplein. 21 Juli. Consciencefeesten. Stoet der school kinderen, uitvoering van Vader- lamjsche liederen, feestrede, ver lichting van de Groote Markt. Bciaardfoest, enz. 28 Juli. Jaarlijksch feest der gedekoreerde werklieden. 4 Oogst. Officinale inhuldiging van den bloe menhof op het Burgemeesterplein. 11 Oogst. Jaarlijksche reis van den Reizi gers Club van den Katholieken Werkmanskriiig Reis naar Brus sel en Tervuren. 18 Qogst. Prachtige Bloemen en reklaam- stoet. 1500 fr. premiën en prijzen. GEERA ARBSBERGEN 21 Juli. Prachtige Historische Stoet en Pro cessie, tereere van O. L. V. van den Oudenberg. Reeds 6000 deel nemers ingeschreven. N. B. De katholieke Maatschappijen van de Stad en het Arrondissement xoorden beleefd verzocht de datum's hunner feesten, zoohaast mogelijk aan 't beheer vuxi ons blad mede te declen. op Zondag 14 Juli 1912, ten 2.30 ure stipt namiddag. Deelnemers 1. P'etit jSreton driemaal overwinnaar der Ronde van Frankrijk; der le ronde van België, enz., enz. 2. Pierke Van de Velde van Lovendegem, le der 24 urenkoersen van Antwerpen en en.Evorgem (30 Juni 1912) 1° der afzon derlijke renners der ronde van België (1912) 5cle der Ze sda gen koers van Brussel. 3. Jan Van Ingelghem, Brussel, le der 3-ürenkoers van Brussel, vóór Leon Georget (7 Juli 1912)2e der Rondo van België 1911. 4. Julien Van den Hoeck, de vlugge Leu venaar, 19 der uurkoers van Gosselies 2® 3-uurkoers Brussel overwinnaar van menigvuldige piatekoersen. 5. Alois Persyn, Nazareth, overwinnaar Zondag laatstleden der 100 kilom., Harel- beke (vóór van Houwaert) alsook der 4-uur koers van Maldegem. 6. Abel Do Vogelaere, Maria Leerne, da moedige demarreur, 1® der 3 uurkoers van Aalst en Erqnèlinnes. 7. Fernand Buyl, Brussel. De harde trein- looper 4° 3urenkoers Brussel. 8. Vincent Reychler Eecloo, een onzer rapste renners overwinnaar van Lapize to Gent. 9. Verbraeke Louis kampioen van Gent, le der 70 kil. Evergem en der uurkoers- Zurenborg. 10. Albert Olte Oombergen, een jonga beroepsrenner die zich moedig zal verdedigen. dat ik nooit dit voorbeeld zal volgon. Da vader van de jonkvrouw von Dressen is daarenboven de hoogmoedigste man, die ooit eenen adelijken naam droeg. Ja, ik houd hem zelfs voor een belachelijke!) zotslcop, die ik om bijzondere redenen daarenboven verach ten moet. Nu, nu, om den vader is het in der gelijke gevallen ook niet t.e doen daarom.... Ja, daarom juist behoordet gij geen» verdere gevolgtrekking uit deze af te leiden, viel Borgenstjerna hem in derede d© oor zaak trouwens, waarom ik belang in dit meisje stel is, dat zij en hare moeder de twee personen waren, die ik in der tij(^ «oerde, toen ik nog te Svartèborg bij mijne ouders thuis was. Ik heb u dat voorval meermalen herhaald, en gij zult u ook herinneren-, dat ik van die vreemde dame mijnen hond ten ge schenke ontving. Drommels de zaak begint veel te ge lijken naar eenen roman Mevrouw von Dros sen is dus die schoone bleeke Duitsclie dame met haar kind Juist, en de luitenant-kolonel is de offi cier die als koerier mij in liet jaar 1814 ettelijke oor vagen en zweepslagen toediende, omdat ik in spijt van mijnen adellijken naam voorspanrijder durfde zijn. De beschaafd» edelman sloeg een onbeschaafd, schuldeloos monsch, omdat hij er geen begrip van had, wat eigenlijk adel is. Nu, ik hoop, dat gij thans over hem ge zegevierd hebt, door hem te toonen, wat er van den voorspanrijder geworden is. Zoo ver zijn wij nog niet. Ik bespaar dit tot een gelegener tijd. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1912 | | pagina 6