Hervallen grootheid,
Eene doodstraf te
Stanlaystad in Congo,
Esr.3 üare hailigscüisMis
pssMefeis van VlaaMersn
HEILIGDOM VAN MARIA
laatste'"kërmismb
Baens en tlsa Galusnsporenslarf.
.1
Baens ea Het Conscience Eeuwfeest.
vA/*
v
FEESTilflJSEH
Velodroom van Aalst
üVscSaïs-rso Uisï-ursakoers
■r, - ,1, „i, 6
Uit Congo werd door een harer briefwis
selaars van het dagblad Le Bien Public
volgende brief gezonden waar in hij de
aandoenlijke terechtstelling door de wapens
verhaalt van den soldaat Walou, beschul
digd voor moord op den postoverste Copet-
te. Dit feit heeft plaats gehad den 17 Mei
1. 1.
't Was een grijze morgendstond. Een
lucht loodzwaar op de aarde drukkend. De
soldaten het wapen aan de schouders,komen
zwijgend tot de strafplaats door den regen
doortrokken. Op 100 metors afstand van
den strafpaal snijden ze der. weg af en stel
len zich in gelid. En in de groote schiet-
dreef heerscht er eene doodsche stilte. Alle
oogen zijn gericht naar een hoekje van het
bosch, de veroordeelde Walou moet immers
van daarachter verschijnen. Deze glorievol
le dood door de wapens is hijna te edel voor
don inensch die laf weg een doodend schot
gelost heeft in den rug van zijnen postover-
sto. Geen de minste redenen had hij er toe
en de daad van eenen soldaat die zijnen
overste doodt zonder den moed te hebben
hem in 't aangezicht le trolseeren is buiten
gewoon hatelijk en terugstootend. En noch
tans staat de angst door die strafuitvoe
ring verwekt op ieders aangezicht te lezen..
Maar zie, daar komt de gebiedoverste in ge
zelschap van den afdeelingoversle en den
geneesheer. Ilun aangezicht is getrokken
en men bemerkt dal ze hun eigen geweld
moeten aandoen om kalm te blijven in de
uitvoering van dien droeven plicht die op
bumie schouders weegt.
Kort achter bon koint de treurige stoet.
De veroordeelde bijgestaan door eenenPater
der Missie, prevelt eenen. paternoster. Naast
hem stapt een eerste sergeant van 'tpoli-
ciekorps. Die mannen zijn daar nu wel
overbodig want Walou schijnt" zijn toestand
niet to beseffen. Hij gaat voorbij zonder
iemand le zion.zijn oogen zijn niet verdwaald
zijn gelaatstrekken niet veranderd, 't Is het
algemeen uitzicht dat u met verstomming
slaat. Do schoone Azandée van vroeger is
door het cclregiem een arm bloedelooze ge
worden. De veroordeelde heeft den priester
gesmeekt hem niet voor het einde te verlak
ten. 't Is op dergelijke oogenblikken dat
men ziuh rekenschap geven kan van de
kracht eii de manmoedigheid die de gods
dienst alleen schenkt in de pijnlijkste beproe
vingen. Ik vermeen nochtans ,dat het nqodr-
lolsgeloof ingeankerd iu de levènshogrippeh
van hel zwarte ras voor een deel tusschen
komt in deze, misschien schijnbare ouver-
schilligh'oid.
Het peloton gelast met de strafuitvoering,
heeft plaats gevat op 20 stappen afstand.
Walou knielt. Een laatste zegen. Men
snoert hem aan den schandpaal, de oogen
geblinddoekt. Alleen staat hij daar
Wat deukt hij
God alleen weet het. Een kort bevel.
Laadt 't geweer legt aan Vuur
Een zwarte massa ploft ten gronde, nog een
kort en droog schot', 't Is de zwarte sergeant
die den genadeklop geeft.
Rond qns op de miorhopen, de boomtron
ken, in 't dichte struikgewas, negers en
Zondag-mengelwerk.
23! Vervolg.
Hoe dikwijls heb ik het naderhand betreurd
haai'in dezen haren'zin gegeven te hebben
doch ik was zoo gelukkig, liaar dé teederste
moederplicht te zien vervullen dat ik er toen
niet aan dacht, dat het kind een verderfelijk
voedsel kreeg.
Alfred bleef ons eenig kind, en Mathilde
behandelde haren lieveling met dezelfde wee-
kelijkheid, die hare eigen zwakke gezondheid
vorderde. Dikwijls geraakten wij hierover in
verschil, maar haar kwijnende toestand
maakte mij steeds toegevend. Eindelijk ge
beurde het ergste.Eene uitterende borstziekte
openbaarde zich, en na een jaar lijdeus, ge
durende hetwelk mijn eeuig streven was,
haren toestand dragelijk te maken, stierf zij
zacht in mijne armen.
Ik heb mijne Mathilde zeer gemist,
voegde Borgenstjerna er, na een kort ernstig
zwijgen bij ja, inderdaad zeer gemist. Zij
was goed en beminde mij, en de schaduw
zijde van haar karakter ontsproot alleen uit
hare verkeerde opvoeding. Welk eene ver
bazende macht oefent ook niet de gewoonte
op ons uit Wanneer ik na haar overlijden
met mijnen Alfred op de sofa zat, op welke
zij geduldig lijdend gerust had, dan dankte
ik wel God, uat haar leed een einde had ge-
romen, maar voelde tevens diep en smarte
lijk, hoe eenzaam en verlaten ik was
weldra zal liet mij nog veel eenzamer wor
den
Spreek zoo niet, en zie alles niet zoo
duistor in I sprak Wirén .met innige deel-
negerinnen, geen enkele kreet is uit hunne
borsten opgestegen. Hun primitief rechtveer-
digheidsbegrip neemt zonder moeite deze
straf aan en hunne zienswijze daarover kan
men heel eenvoudig samenvatten in 't geen
ik zekeren dag hoorde van eenen ordonnans
dien ik ondervroeg. Hij heeft don eerste
gedood, 't is maar recht dat men hem doodt.
De policiemannen dragen naar het doo-
denveld een arme menschel'ijke romp van
kogels doorboord. De blanken groeten de
voorbijgaande draagberrie. De dood heeft
alle wraaklust gedempt. Stilzwijgend gaan
ze huiswaarts, terwijl het zwarte volk luid
ruchtig en 't geval besprekend, zich ver
spreidt in de werkersploegen. En in do ver
latene dreef waar dit drama afgespeeld werd,
blijft enkel bloed naar 'twelk de vraatzuch
tige mieren van alle kanten aankomen.
H. B.
owes' da
M. Daens steekt zijne onbehendige, droeve
politiek. in alles.
Politiek voor dien droeven man 't is
verwijten, lasteren, schelden, ofwel 't volk
vleien, ophitsen, alles heioven, niets geven...
maar zorgen voor zijn eigen zak, voor zijn
4000 franken.
In geen enkel stad van ons land wordt er
zoo'n gemeene politiek gevoerd, als de poli
tiek van Daens.
En die politiek steekt hij in alles
is er een kunstbetoogingDaens loopt te
koop met zijn politiek...
is er een letterkundig feest.., Daens is daar
met zijn politiek...
is er een volksspel... Daens is daar aan 't po
litieleen...
is er een geschiedkundig feest... Daens
neemt zijn pen .om politiek te ma
ken...
is hij op xoandeling't is politiek...
is hij in den trein... 't is politiek...
is hij in den gemeenteraad.'t is comedie
politiek...
in zijn gazetten... 't eerste woord tot het
laatste is politiek...
Hij verplaatst geen voet, hij roert den
mond niet, zijn oogen gaan niet open... of
't ïs politiek... pofitick, politiek... luge po
litiekgemeene politiek.
Dit zien wij nogmaals in zijn Werkman
van 12 Juli 1912 on in 't Land van Aelst
van 14 Juli.
Daens schrijft over de groote Vlaamsche
'feestdagen, en den Guldeusporenslag, en
over de Gonsciencefeeslen.
Wat doet Daens voor don Galdensporen
slag Niets.
Heeft hij ooitin zijn partij een betooging,
en) feest ingericht tot herinnering aan die
groote gebeurtenis Neen...
Ziet, de Katholieke maatschappijen vie
ren jaarlijks in onpartijdige vaderlandsliefde
die grootsche gebeurtenis... terwijl de daen-
sislen niets doen.
Daens schrijft daarover, dat in den slag
van Groeningen van 1302 aan den eenen
kant hij de Franschen, edeldom en rijkdom
stonden, aan don anderen kant de werkende
neming. Het komt mij voor, dat gij het leven
nog wel eons in eene andere, schoonere ge
daante zult leeren kennen. Gij hebt reeds
zware beproevingen ondergaan, maar gij hebt
nog niet bemind.
Neen, niet recht maar wanneer zal ik
een blik in uw leven werpen, even als gij
thans in het mijne
Wirén zag op zijne horloge, Het is al
laat sprak hij 'mijne vrouw wacht mij.
Ik moet haar van de soirée afhalen maar
morgen kom ik u weer bezoeken, dan wil
ik u mijne eenige smart toevertrouwen, en
u vervolgens aan mijne Virginia voorstellen.
XII. NOG EEN HUWELIJKSTAFEREEL.
Even nadat Wiren vertrokken was, werd
Alfred wakker. Ivar nam deu knaap op
zijnen schoot en zette zich met hem aan het
open venster, om naar de voorbijgangers te
kijken.
Uit de gezelschapszaal, die er vlak tegen
over lag, keerden een aantal badgasten naar
huis, onder welke zich ook de familie von
Dresseu bevond. De luitenant-kolouel, die
des middags zoo gelukkig was geweest,
eenige van zijne schitterendste' kennissen te
ontmoeten, had aan zijne dames geenen tijd
gegund, om een weinig van de vermoeienis
sen der reis te bekomen, maar baar hals
over kop naar het bad en vervolgens naai
de soirée gedreven, waar Amalia's beval
lige figuur on jeugdige frischheid, evenals
het waardige en innemende voorkomen harer
moeder, de opmerking vuil velen tot zich
trokken.
De luitenant-kolonel stapte na dezen triomf
fier en vol zelfbehagen over het plein, toen
Alfred, uitkijkende, Amelia herkende, en uit
DÉ VOLKSSTEM
standen. Nu ook wordt geroepen, schrijtt.
Daons, Vlamingen, werklieden, stemt voor
Woeste, den versteenden vijand van volk en
taal.
Wij zeggen u, Pieter Daens, gij bedrijft
heiligschennis tegen de waarheid, want aan
den kant der Vlamingen stonden er te Groe
ningen ook Vlaamsche edellieden, en tal
rijke. 1302 was geen daensenpolitiek, mijn
heer, dat was een vaderlandsche strijd, en
verlaagt toch den strijd uwer voorouders
niet met hun te vergelijken'aan een daens-
of Woeste stemming. Eerbiedig onze voor
oudersM. Petrus Daens
Verders begaat Daens een ware heilig
schennis tegen den Godsdienst.
Is het gelooflijk hoe diep die man gezon
ken is in zijn vuile politiek
Daens schrijft dan 'ook, gelijk altijd
xcb'd de Godsdienst een xoapen in de handen
der rijke alleenheerschersDaens durft
schrijven dat de godsdienst en de geestelijk
heid de Vlamingen verraden heeft om samen
te spannen met Frankrijk, met de rijken,
zooals altijd
Zeg, Daens, verdedigt gij zoo den gods
dienst, met aan 't Vlaamsche volk te leeren
dat, de geestelijkheid met de rijken deed in
1302, en tegen Vlaanderen.
Zeg, Daens, zou een socialistof liberaal
dat durven schrijven
Pieter Daens, zegt' de geschiedenis niet
dat er in 't Vlaamsch leger vele geestelijken
waren
Zegende een priester de Vlamingen niet
vóór den slag
Riop hun aanleider, Willem van Sullik,
in den volksstrijd niet om hulp bij Onze
Lieve Vromo van Kortrijk
En na de zegepralen, togen de Vlamingen
niet naar ons Lieve Vrowwekerh van Kor-
trïjk, om God te danken, en waar zij door
de geestelijkheid ontvangen wierden.
De Paus van Rome zelf, Paus Bonifacius.
als de zegepraal der Vlamingen hem aange
kondigd wierd, deed t9 Rome een Te Deum
zingen
En dan durft Daens schrijven, de gods
dienst, de geestelijken, zooals altijd wa
ren tegen 't Vlaamsche volk.
Daens die woorden zijn schandige leugen
taal't is eene ware heiligschennis
Wat doet Daens voor de vereering van
Conscience? Niets dan lage politiek, ont-
eerende politiek, opnieuw heiligschennis.
Conscience was een ohrislene schrijver,
geen politieker.
Volgons M. Daens, om Conscience te ver
heerlijken moet er komen leerplicht en alge
meenstemrecht, 't is te zeggen politiek.
Hoe gemeen, hoe dom gemeenwelke
lummelt aal
Geen liberaal, geen socialist, zou zulke
vloekentaal durven schrijven.
Eerbiedig onzen groolen Conscience, M.
Daens
Achteruit met uw lage politiekerij.
Conscience, de verhevene zanger en dich
ter van zijn volk, stond duizend meters hoven
de politiek, en voorzeker zou hij den politie-
kon lof niet willen van een politieker die
het christen geloof verrHadt om te loopen
met afgevallen priesters, in schandalige
geuzen'stoeten gaat zooals op 15 Oogst 1911
alle maclit schreeuwde Ammi, lieve Ammi
ik wil naar Ammi
Doch zijn vader sprak Stil, stil, lieve jon
gen. Van avond niet meer Morgen, als gij
zoet zijt. m
Hierop begroette men elkander van weers
zijde, terwijl Alfred voortvoer zijne vriendin
Ammi te roepen, tot dit roepen eindelijk in
een hevig schreien ontaardde, 'twelk Bor
genstjerna noodzaakte het venster te verlaten.
Alfred liet zich echter niet eer tot bedaren
brengen, dan nadat zijn vader beloofd had,
hem den volgenden morgend met eenen
fraaien ruiker naar Ammi te zullen zenden.
Om zijne belofte te kunnen behouden, liet Ivar
nog dien eigen avond uit den tuin van den
heer Simonson de schoonste bloemen plukken
die er te vinden waren. Een sierlijk mandje
met lekkere kersen werd er bijgevoegd, en
Alfred trappelde den volgenden morgend met
zijne kleine voeten van vreugde, teen men
hem tot deze zending zijne beste kleederen
aantrok.
Maar wees nu ook zoet en niet lastig
hermaande hem Borgenstjerna.
O, ik ben heel zoet en Ammi ook, verze
kerde Alfred.Juist Iaën hij gereed stond
om onder het geleide van eene meid zijnen
tocht, te aanvaarden, met den grooten ruiker
in eene hand, en het mandje met kersen in
de andere, opende Wirén de deur. Verrukt
over den kleinen hovenier, diemet zijnen wit
ten strooihopd en zijne lange zwarte lokken
er allerliefst uitzag, wilde deze hem tegen
houden, om hem eenen kus te geven. Maar
Alfred begon luidkeels te schreeuwen Laat
mij los laat mij los UGij ziet immers, dat
ik met mijne bloemen en kersen naar Ammi
moet.
Wat beduidt dat? Is hij een kleine postil-
om leerplicht in te voeren die het christen
onderwijs zou vexmietigen, of een algemeen
stemrecht dat men als een wapen wil ge
bruiken teg-en het vaderland en tegen onze
vrijheden, om een socialistische republiek
in te voeren.
Hoog leve Conscience, die reine figuur
staande boven alles die held van 't vader
land die reus van ware grootheid.
Weg met de lage politiekers die zulken
reinen naam, zulke verhevene figuur durven
gebruiken voor hun ellendige, rampzalige
politiek
Wag êo heaBigschesi^es'S
Eerfoaed voob* C®sfss©5ea2©© S
Lew© toog dat ee§e8e g
die vaderlanden i
Godsdienstige kronijk,
Belsisclie Bedevaart
naar het
TE B£E"5?ELaESÏ.
De zevende bedevaart naar Onze Lieve
Vrouw van Kevelaer, in 't Rijnland, zal dil
jaar plaats hebben op Maandag 19, Dinsdag
20 en Woensdag 21 Augustus 1912.
VERTREK uil Brussel (Noord) op Maan
dag rond 8,30 ure 's morgens.
TERUGKOMST in Brussel (Noord) rond
7,00 ure 's avonds.
Prijs van het ticket heen en weer 2£le kl.
18 fr., 3t,e kl. 12 fr.
De reis zal plaats hebben per speciale
trein, via Mechelen, Lier, Heren Ihals, met
stilstand in die drie statiën.
De prijs van het pensioen is ongeveer van
5 marken per dag.
Men vraagt inlichtingen en men schrijft in:
Te Brussel, bij den Z. E. H. E. Remes,
'Geestelijke Bestuurderpastoor, Kieken-
markt, 30.
Te Brussel, bij M. A. Rosman, Bestuur
derFabrikstraat, 13.
Te Brussel, bij M. A. De Staercne, schrij
ver, Gasthuisstraat, 17.
Te Sinte-Katharina-Lombeek (Ternath),
bij den E. Heer H. Dassen, pastoor, of bij
de andere correspondenten wier namen op de
plakbrieven staan.
STAD AALST
Zondag 14 Juli: Te II 1/2 uren, op de Groote
Markt, Muzikaal Morgendfeest door de Fanfaren
der Pupillenschool. In den namiddag, Groote
militaire koers ia den Velodrome, Gentschen
Steenweg, (Deelnemers uit al de Regimenten van
het Land), 's Avonds te S uren, Concert door het
muziekkorps der Stedelijke Brandweer. Te 10
uren, op de Statieplaats, Luisterrijk Vuurwerk.
Het Museum van Oudheden, in het Oud Stad
huis, zal toegankelijk wezen voor het publiek op
al de hierboven aangewezen dagen van 10 uren
's morgens tot 7 uren 's avonds.
Gedaan ten stadhuize, den 24 Mei 1912.
De Secretaris, De Burgemeester en Schepen.
Oscar Risyntens. M.-L. Gheeraekdts.
CONCERT
der Fanfaren vaxi de Legerpupillenschool.
Uit oorzaak der afwezigheid van den heer
Liesenborghs, Bestuurder, zal het Concert
van Zondag 14 dezer, geschieden onder de
leiding van een Pupil-Muziekant, Scha ff e-
neers.
Ion d'amour Ja. ja, hij ziet er wel naar
uit maar zeg eens, manneken, wie is die
Ammi
Ammi is mijn lieve Ammi, die met mij
speelt en groote, heele groote paarden en
kleine, o zoo kleine honden voor mij knipt.
Laat hem toch gaan gij ziet immers
dat hij haast heeft, scherste Ivar, en trok
zijnen vriend de kamer in.
Maar zeg mij dan ten minste wie die
Ammi is. Ik wist niet dat gij reeds kennis met
dames hier ter plaats had aangeknoopt.
Ammi is zekere jonkvrouw von DresseD
in wier gezelschap zoowel als in dat harer
ouders wij op de stoomboot gereisd hebben.
Van daar dagteekent Alfred's vertrouwelijk
heid met de innemende Amalia.
Nu, en op welken voet staat gij zelf bij
deze innemende Amalia, bij welke uw Alfred
zoo zeer in gunst is 1
Ik Daaromtrent kan ik u geene uitleg
ging geven, en wel om de eenvoudige reden,
dat ik het zelf niet weet. 't Is, dunkt mij,
ook eene vrij onverschillige zaak.
In het geheel niet, lieve vriend. Die zen
ding van bloemen en vruchten kwint mij zeer
verdacht voor. Men bewijst dergelijke beleefd
heden niet aan eene dame, .wier oordeel ons
onverschillig is.
Borgenstjerna bloosde min of meer, en niet
zonder eene zekere gevoeligheid merkte hij
aan
Mijn kennismaking met jonkvrouw von
Dreüseu is hoogstens acht dagen oud.
En ik ben van meening, viel Wirèn hem
in derede, dat men, om op iemand te verlie
ven, geene acht uren noodig heeft, soms niet
eens zoo velo minuten.
Hot staat eiken dwaas vrij, met zijn
hart op die wijze te spelen ik weet alleen,
14 EN 15 JULI 1912
Dit is, naar men ons verzekert, wel de
eerste maal dat zulks zal gebeuren.
Wij hopen dat de Aelslorsche bevolking
zoo oprecht onze Legerpupillenschool
genegen den jongen kunstenaar, met
welwillendheid zal komen aanhooren, en,
hem geestdriftig zal mogen toejuichen.
Do volgend muziekstukken zullen uitge
voerd worden
1. Le due de Brabant, T. Liesenborghs.
2. Retour de Ghasse, G. Mas ure.
3. Los Pêcheurs de Perlos, G. Beget.
4. Valse des Pat incurs-, T.Liesenborghs.
5. Gavaleria Rusticana, Mascggni.
voor de Stad en het Arrondissement Aalst.
AALST
14 Juli. Om 9 ure 's avonds, groot vuurwerk
op het Statieplein.
21 Juli. Consciencefeesten. Stoet der school
kinderen, uitvoering van Vader-
lamjsche liederen, feestrede, ver
lichting van de Groote Markt.
Bciaardfoest, enz.
28 Juli. Jaarlijksch feest der gedekoreerde
werklieden.
4 Oogst. Officinale inhuldiging van den bloe
menhof op het Burgemeesterplein.
11 Oogst. Jaarlijksche reis van den Reizi
gers Club van den Katholieken
Werkmanskriiig Reis naar Brus
sel en Tervuren.
18 Qogst. Prachtige Bloemen en reklaam-
stoet. 1500 fr. premiën en prijzen.
GEERA ARBSBERGEN
21 Juli. Prachtige Historische Stoet en Pro
cessie, tereere van O. L. V. van
den Oudenberg. Reeds 6000 deel
nemers ingeschreven.
N. B. De katholieke Maatschappijen
van de Stad en het Arrondissement xoorden
beleefd verzocht de datum's hunner feesten,
zoohaast mogelijk aan 't beheer vuxi ons blad
mede te declen.
op Zondag 14 Juli 1912, ten 2.30 ure stipt
namiddag.
Deelnemers
1. P'etit jSreton driemaal
overwinnaar der Ronde van Frankrijk; der
le ronde van België, enz., enz.
2. Pierke Van de Velde van Lovendegem,
le der 24 urenkoersen van Antwerpen en
en.Evorgem (30 Juni 1912) 1° der afzon
derlijke renners der ronde van België (1912)
5cle der Ze sda gen koers van Brussel.
3. Jan Van Ingelghem, Brussel, le der
3-ürenkoers van Brussel, vóór Leon Georget
(7 Juli 1912)2e der Rondo van België 1911.
4. Julien Van den Hoeck, de vlugge Leu
venaar, 19 der uurkoers van Gosselies 2®
3-uurkoers Brussel overwinnaar van
menigvuldige piatekoersen.
5. Alois Persyn, Nazareth, overwinnaar
Zondag laatstleden der 100 kilom., Harel-
beke (vóór van Houwaert) alsook der 4-uur
koers van Maldegem.
6. Abel Do Vogelaere, Maria Leerne, da
moedige demarreur, 1® der 3 uurkoers van
Aalst en Erqnèlinnes.
7. Fernand Buyl, Brussel. De harde trein-
looper 4° 3urenkoers Brussel.
8. Vincent Reychler Eecloo, een onzer
rapste renners overwinnaar van Lapize to
Gent.
9. Verbraeke Louis kampioen van Gent,
le der 70 kil. Evergem en der uurkoers-
Zurenborg.
10. Albert Olte Oombergen, een jonga
beroepsrenner die zich moedig zal verdedigen.
dat ik nooit dit voorbeeld zal volgon. Da
vader van de jonkvrouw von Dressen is
daarenboven de hoogmoedigste man, die ooit
eenen adelijken naam droeg. Ja, ik houd hem
zelfs voor een belachelijke!) zotslcop, die ik
om bijzondere redenen daarenboven verach
ten moet.
Nu, nu, om den vader is het in der
gelijke gevallen ook niet t.e doen daarom....
Ja, daarom juist behoordet gij geen»
verdere gevolgtrekking uit deze af te leiden,
viel Borgenstjerna hem in derede d© oor
zaak trouwens, waarom ik belang in dit
meisje stel is, dat zij en hare moeder de twee
personen waren, die ik in der tij(^ «oerde,
toen ik nog te Svartèborg bij mijne ouders
thuis was. Ik heb u dat voorval meermalen
herhaald, en gij zult u ook herinneren-, dat ik
van die vreemde dame mijnen hond ten ge
schenke ontving.
Drommels de zaak begint veel te ge
lijken naar eenen roman Mevrouw von Dros
sen is dus die schoone bleeke Duitsclie dame
met haar kind
Juist, en de luitenant-kolonel is de offi
cier die als koerier mij in liet jaar 1814
ettelijke oor vagen en zweepslagen toediende,
omdat ik in spijt van mijnen adellijken naam
voorspanrijder durfde zijn. De beschaafd»
edelman sloeg een onbeschaafd, schuldeloos
monsch, omdat hij er geen begrip van had,
wat eigenlijk adel is.
Nu, ik hoop, dat gij thans over hem ge
zegevierd hebt, door hem te toonen, wat er
van den voorspanrijder geworden is.
Zoo ver zijn wij nog niet.
Ik bespaar dit tot een gelegener tijd.
(Wordt voortgezet).