Gouden Regen
VERVALLEN GROOTHEID.
Grondkrediet
Uit Conscience's
soSgü^eBikieves?.
NA DEN STRIJD.
FEESTWIJZER
I
C. Praet-BE Wiiiö
Tli. Steven»,
GFFICIEELE KWOTEERING
tiaasilooze Muatschaiipij, ingericht in 1835
TIED KOOP
DE VOLKSSTEM
VERVOLG
De Laet haalde die eerste dichtproef
nog al ruw over den hekel doch op 't
einde moedigde hij Conscience aan hij
zou hem welhaast overtreffen, hij had
veel verbeelding Er was een licht
opgegaan voor de oogen van onzen
soldaat en ver voor zich uit zag hij iets
dat hem tegenlachte, 't Besluit was ge
nomen, hij zou dichter worden noch
geweld noch tegenspoed zouden hem
van dien weg afbrengen. Den 13 Januari
1835 ontvinghij van de Laeteenenbrief,
waarin hij verklaarde en zonder
vleierij dat Conscience reuzenstap
pen deed.
't Zelfde jaar vierde men in zijn regi
ment de geboorte van den jongen Leo
pold, Hertog van Brabant, onze latere
Leopold den Iie. Er was banket en
men hief de glazen met geestdrift. Hen
drik had nog geen woord gesproken,
eensklaps riep iemand dat de poëet
spreken moest men noemde hem
dikwijls de poëet.— Hij weigerde eerst,
maar zijne makkers droegen hem op 't
gestoelte. Hij stond lnjgend en voelde
zich verbleeften,hij stamelde,aarzelde...
Maar zie, hij laat zijn gemoed spreken.
Zijn stem wordt vrij, hij siddert van
begeestering. Er heerschte eene ont-
zaggelijke stilte, de oogen glinsteren...
Eindelijk verrast en beschaamd over 't
gedane, daalde hij van 't gestoelte, dan
eerst braken de toejuichingen los, er
onder geestdriftig gejubel en handge
klap werd hij rond de zaal gedra
gen. Het was de eerste maal dat hij tot
eene vergaderde menigte sprak.
Sinds dien oefende hij zich zonder
verpoozing in de Letterkunde en zelfs
de brieven aan zijn vriend werden in
verzen opgesteld. Ook in de Vlaamsche
taal poogde hij een prozastuk te maken
doch het. scheen niet goed geslaagden
hij scheurde het aan stukken. Daarover
schreef hij aan de LaetIk had het
stukje, dat ik U in het Fransch toezend
eerst in het Vlaamsch opgesteld. Ik
vind in onze moederteal iets waarlijk
Romantisch, iets naïefs, iets wilds. In
dien ik eenmaal het doel bereik waar
naar ik streef, zal ik mij gansch aan de
beoefening der Vlaamsche Letterkunde
toewijden. Het is een droom die mijne
verbeelding wiegelt en die droom zal
niet spoedig vergaan; mijn nationaal
gevoel is daar, om dien wil in mij te
voeden Later verwonderden die
woorden Hendrik zelf. Alles wat hem
omringde was Fransch en hij vermoed
de zelfs niet dat het mogelijk was in
't eigenlijke Vlaamsch, een letterkun
dig werk te schrijven. Wel had de Laet
hem laten weten dat er te Antwerpen
een jongeling, Theodoor van Ryswyck
eenige onuitgegeven liederen in de
Moedertaal had gedicht. Verder wist
hij niets. Van Duyse, "Willeras waren
hem onbekend.
Hij zou zich dus meer toeleggen op
de F ranse he" letteren dan op de Vlaam
sche. En om er zich meer te kunnen
4 EN AUGUSTI 1912
aan overgeven, vroeg hij om van ser- Qe nage/ 0„ Jen fan
geant-majoor, sergeant te mogen wor
den. Aan den adjudant gaf hij geschen
ken, om hem zonder reden te doen
straffen op de policiekamer kon hij
stil zitten dichtenOm zijne nalatig
heid kreeg hij acht dagen cachot, maar
at deed hij, hij rijmde gansch zijn
zakboekje vol en ook... de muren. Ja
hij was nalatig en verstrooid. Zoo ge
beurde het eens terwijl men krijgsbe
wegingen aan 't uitvoeren was men
zou zich voorwaarts in slagorde be
wegen daar de voorbereidselen tot
die bewegingen wat lang duurden,had
hij het hoofd gebogen en droomde van
een stuk, dat hij den avond te voren
had gedicht, 't Woord marche, weer
klonk en hij bleef... gansch alleen
staan Of zijne makkers lachten De
graad van sergeant werd hem ontno
men en men noemde hem de arme
poëet Daarop besloot hij al de plich
ten van zijnen staat met nauwkeurig
heid te vervullen. Nu liet men hem zeer
rijmen kon er toch geen soldaat van
maken, hij werd ingelijfd bij een ander
compagnie daar wordt hij opnieuw
estraft, en hij- vraagt om 't leger te
mogen verlaten.
Acht dagen nadien zond men hem
naar de regimentschool van Dender-
monde.
Hij liet zich bepraten door zijn vader
die hem kwam bezoeken hij zou
aarwei zeggen aan de poëzie maar
eenige dagen nadien kwam De Laet
naar Dendermonde en hield hem voor
oogen zijn schitterende toekomst. Zijn
besluit stond weerom vast. De Laet
sprak hem over kunstenaars en las hem
zijn eigene Vlaamsche proeven voor,
Nadien maakte hij eenige verzen iu
de moedertaal zond ze op aan Theodoor
Van Ryswyck.
Daarmee naderde 't verval zijner
verbintenis zeer snel. Kort na die
nachtelijke letteroefening waarin men
hem verraste trad hij het burgerlijk
leven in, gefolterd door de toekomst
die voor zijn oogen schemerde.
Welken invloed heeft het krijgsleven
op hem nagelaten. Het ontwikkelde
zijn spierkracht en stelde hem in staat
om stoffelijk lijden te verdragen. Het
heeft zijn karakter veranderd, en zijn
gemoed gesterkt, het heeft in hem de
wilskracht, gesteven. Het heeft zeer veel
bijgedragen tot zijne verstandelijke
ontwikkeling, het heeft hem bezorgd
hooger onderwijs. Hij heeft gedu
rende zijn soldatenleven veel gereisd
en ook veel gezien, zoodat hij de men
sehen leerde kennen, dë nederige lie
den van de Kempen die hij later uit-
beelde in zijne dorpsnovellen.
't Was ook gedurende zijn soldaten
leven, toen hij omzwierf in de Kempen
en elders, dat hij verzamelde de stof
voor zijne natuurtafereelen waar
zijne dorpsnovellen spelen, verre van
hem te verhinderen heeft het soldaten
leven bijgedragen tot de vorming van
den Vlaamschen romandichter dien we
met-liefde vandaag herdenken.
F. Hanssbns, Erondegem.
Zondag-mengelwerk.
26® Vervolg.
Het is reeds zoo lang geleden, sedert ik
nu en dan als kind reed, wanneer Lars de
paarden naar de waadplaats bracht, dat ik
thans als amazone zeker eene zeer slechte fi
guur zou maken, sprak Amalia laclrend.
De luitenant-kolonel wierp zijne dochter
eenon toornigen blik toe. terwijl hij uitriep
Van morgen af aan zult gij les in liet rijden
nemen, opdat gij kunt rijden wanneer u eonen
toer te paard wordt voorgeslagen.
Ilij wendde zich hierop tot Borgenstjorna.
ten einde deze in de gelegenheid te stellen iets
te zeggen, dat aan het gesprek eene andere
richting gaf.
Borgenstjerua kwam nu in alle deftigheid
nu t zijne uitno cdiging voor den dag, en toen
do luitenant-kolonel hooide, dat de baron
Lindsköld en de kamerjonker van Göse mede
van de partij zouden zijn, nam hij dadelijk
voor zich en zijne familie de uitnoodiging aan
Spoedig daarop kwam mevrouw von Dros
sen terug, en nadat men vervolgens nog eene
poos over het voorgenomen watertochtje, het
bad, de badgasten, de gezelschapszaal en het
weer gesproken had, trad Borgenstjerna naar
de sofa, om zijn zoontje wakker te maken
Mevrouw von Dresden hield hem echter
daarvan terug, met de aanmerking, dat het
kind 's middags moede en uit zijii humeur zou
zijn. zoo men het thans in zijnen slaap stoorde
zij sloeg derhalve voor om liet ouder har
hoede te laten, tot men elkander, volgens af
spraak, aan de tol brug zou ontmoeten.
De kerk van Christus'zegepraalt
In't Vaderland,
Het helsch gebroed is omgehaald
In Belgenland;
De schuldelooze ziel van 't kind
Is vrij altharis;
Voor hen, van God zoo gansch bemind,
Den lauwerkrans.
Wie heeft der kiezers hart gestemd
Zoo algemeen
Heeft menschenmacht de hel getemd
Wel zeker neen
De Paus, die nooit is t'einde raad
Als 't menschdom trilt,
Sprak 't woord,enwaseen heldendaad;
't Is God die 't wilt
En op het woord van 't Hoofd der Kerk,
De kleinen gaan,
En doen eenvoudig 'i grootste werk
Dat kan bestaan
Z'ontvangen 't heilig Sacrament;
Tot ergernis
Van al die Jezus' Hapt niet kent
En ij del is.
Maar 't kind naar Jezus toegevlucht.
Eer 'twas misleid,
Behoeft van geen gevaar beducht,
Door Hem bevrijd.
Gaat veel en dikwijls tot ons Heer,
O kinders kl'fein,
Gij Jezus' vrienden toch zoo teer,
Met 't hert zoo rem.
Onwetend hebt gij u althans
En 't land bevrijd.
Hoezee Voor u de zegekrans,
Nu na den strijd. O. W.
zou zeggen, als gij nu reeds eene vrouw
meebrachtEn dan, rechtuit gespro- j
kenzou ik er zelf ook tegen opzien om,
zonder uwen ouden oom gewaarschuwd i
te hebbenmij zoo onverwacht als zijne 4 0oSst- Officieel» inhuldiging van den blqe
J manlinf nn hal KllPiremPADternlAin
nicht te laten voorstellen. Bovendien
wat zou ik in Messina doen, ik die geen
voor de Stad en het Arrondissement Aalst.
AALST
enkel woord Italiaansch versta Dezen
morgen spraakt gij er nog van aisof
wij eerst over drie jaren zouden trou
wen, en als wij ons nu daaraan hou
den, dan zie ik volstrekt niet in wat
het gesprek van mijn vader zou kun
nen veranderen.
Zoo en veronderstel eens dat gij
in dien tusschentijd iemand anders leer-
det kennen, die...
(vervolgt.)
vau Al. C,
uatiei P:>aei, opticiou-specialiste
Aalst, lange Zoutstraat, 6
augusti. 15
NOVELLE
3" Vervolg.
Kom, beste Gustaaf, wees niet zoo
verbitterd, vertel mij eens alles. Mijn
vader is niet de man om iemand, wie
het ook zij, verdriet aan te doen zegde
Louise, terwijl zij zijne hand met zulk
een vriendelijken smeekenden blik
vastgreep, dat hij niet langer weer
staan kon om haar het gansche gesprek
met den heer Harland mede te deelen.
Tot groote verwondering van Gustaaf
vertoonde er zich dnder dit verhaal op
het gelaat van Louise volstrekt geen
droefheid, veeleer een glimlach zij
brak zeifs een zacht, vroolijk gelach
uit, leunde haar hoofd tegen zijnen
schouder, sloeg hare oogen neder en
duisterde
Maar, lieve Gustaaf, gij hebt im
mers niet ernstig gemeend, dat wij
nog vdór uw vertrek, zouden trouwen
En waarom dan niet vroeg hij
verwonderd. Ik kan daar niets ver
schrikkelijks in vinden.
Ik ben 25, gij weldra 19 jaren oud...
Ik wordt in Augusti eerst 19 jaren
fluisterde Louise. Maar daar komt het
hier nu niet op aan. Neen, laat ons be
daard en verstandig over de zaak spre
ken, Gustaaf, want eigenlijk zijn wij
nog in dezelfde omstandigheden als te
voren. Bedenk eens wat uw oudoom
Barometer 759°
Thermometer 17°2
Wiu<lnoord-oost
Vooruiti. goed weer
Al wie het goed zicht van
zijne oogen wil bewaren,
verfoeit de slechtste brilgla
zen, maar wendt zich naar
HET HUIS
AALST
6, Lange Zoutstraat6,
waar men zich eenen aller-
fijnstenbril kan verschaffen
te beginnen aan 1,50 fr.
men hof op het Burgemecsterplein.
11 Oogst. Deelneming van 't Koninklijk
Gezelschap van 't Land van Riem,
met Eere- en Werkendeleden aan
de Gonsciencefeesten te Antwerpen
De vrienden der maatsshïtppij wor
den eveneens tot den uitstap uitge-
roodigd zij kunnen zicli laten
inschrijven in 't lokaal«Beyershof»
Groote Markt.
11 Oogst. Jaarlijksche reis van den Reizi
gers Club van den Katholieken
Werkmanskring Reis naar Brus
sel en Tervuren.
24 November, te 17 uren, tooneelfeest door
den kring «In Liefde Bloeiend» van
St-Martensgeslicht. Opvoering van
De Kerhvervolger of De Nero van
het Noordendrama in 3 bedrijven,
en Baas Ganzendonck, blijspel in
1 bedrijf.
GEER A ARDSBERGEN
4 Oogst. Om 5 ure nanoen, geeft de knappe
Klauwaarlsgilde een Conscience-
avond, in de feestzaal van den
Kath. Kring. M. Lambrechts zal er
eene voordracht geven over den
öroolen Vlaamschen Schrijver.
N.-B. De katholieke Maatschappijen
van de Stad en het Arrondissement worden
beleefd verzocht de datum's hunner feesten,
zoohaast mogelijk aan 't beheer van ons blad
mede te deelen.
WISSEL AGENT.
16, Qnderwijsstraat (Achterstraat), Aalst.
Telefoon 68A
Aankoop en verkoop van titels aan 1 frank per
duizend, llostelooze uitbetaling van coupons en
nazien van trekkingen.
BEURS VAN BRUSSEL 2 AUGUSTI
Leen van Staat, Previa., Stvdcsi
Belgische leening r
JL 2* r
940
lG.
Geldleeningen te bekomen voor het
bouwen van huizen, aankoop van gebouwen
en landen, aan gewonen intrest, aflosbaar in
eens of met drij maandelijksche afkortingen,
met of zonder levensverzekering.
Uitgave van obligatièn van 100,200,
500 en 1000 franken, intrestende aan 3.60
°/0'sjaars. Geiduitzetting van eersten
rang. Koslelooze inlichtingen te bekomen
ter studie van den notaris EBMAKte
Moorsel en in het bureel der maatschappij te
Aalst, Leopoldstraat, 28, (van 8 tot 11 uur
's morgens.)
Hoofdagentschap voor verzekeringen te
gen brand, ongevallen, op 't leven, enz.
761.
K©ngo uitkeorbaar.
Kongo (Lóten)
Annuïteiten
Gemeentekrediet.
3
2,5
4
3
3
1868 3
Buurtspoorw ,lan -Juli3
Obl. Mei-Nov. 3
(loten) 2.5
An-derlecht 1907 3,5
Aalst-3
Antwerpen 1887 2,5
1903 2
Brussel 19022,5
Brussel lpr)52
Zeehaven 2
Charleroi 19053
Gent 1896 2
Ëisene 18803
1908 3,5
Laken 19023
Luik 18603
1897
MEN VRAAGT
Ter fabriek Bosteels-De Smeth.
Breisters grof en fijn, voor binnen
of buiten huis.
Sëiksteips, leerjongens. 933.
De luitenant-kolonel drong hiermede op
aan, omdat hij het met zichzelven nog niet
eens was, welken van de twee vrijers hij be-
unstigen wilde. Natuurlijk was het zijn plan,
gedurende zyn verblijf in de badplaats beide
al ware het enkelom zich een zeker aan
zien te geven in het gevolg zijner dochter
te houden ja, wanneer zich nog een derde
of vierde mocht opdoen dat kon nooit
kwaad De luitenant-kolonel begreep, hoe
meer aanbidders een meisje heeft, des te meer
komt zij in naam, en zich naam te verwerven
was altijd zaak.
Tot zijne groote vreugd herinnerde hij zich
thans plotseling, dat zijne vrouw altijd eene
groote vriendin van kinderen was geweest,
en dat Borgenstjerna haar dus ten hoogste
zou verplichten, wanneer hij zijnen zoon bij
haar achterlietwant, voegde hij er bij,
Sophie herleeft als 't ware, zoodra zij kin
deren rondom zich heeft.
Niet zonder tegenstreven gaf Ivar eindelijk
toe, daar het geenszins zyn verlangen was,
verplichting aan de familie van Dressen te
hebben. Dit baatte hem echter niethij
moest wel eindelijk, zoo hij niet vlak weg on
beleefd wilde zijn, in spijt van alle tegenwer
pingen, alleen naar lrais keeren.
Amalia had geen woord vóór of tegen in
het, midden gebrachtdit was misschien
de reden, waai^m Ivar onder het naar huis
wandelen eene nog sterkere ontevredenheid
gevoelde, dat hij toegegeven en den knaap
niet medegenomen had.
XIV. VIRGINIA. DE KAMERJONKER.
Om vijf ure trad Ivar bij VViren binnen,
dien hij neven den baron Lindsköld bij een
glas water, met de pijp in den mond, aantrof.
Nu, zullen de Dressens komen vroeg
de assessor na de eerste begroeting.
Ja, zij zullen zien ten bestemden tijde
laten vinden, gaf Ivar ten antwoord.
Dat is heerlijk! Maar waar is uwe kleine
jongen
Mevrouw von Dressen heeft de goedheid
gehad, zich zijner aan te trekken,antwoordde
Ivar op eenen toon, die onverschillig m»»est
lieeten, maar die toch wel eenigszins verle
gen was.
Wiren glimlachte, zonder zich echter eenige
aanmerking te veroorloven, stelde Ivar
aan den baron voor, en Trad in de kamer zij
ner vrouw, om haar het bezoek van zijnon
vriend aan te kondigen.
De baton Lindsköld was een van die voor
treffelijke aangename gryzaards, die aan
eiken stand tot sieraad strekken. Hij was een
oude jongman, die met zijn gansch niet on
aanzienlijk vermogen g,eheel naar eigen wel
gevallen leefde. Nu eens bewoog hij zich in
de kringen der hoofdstad, dan weder wijdde
hij zich in eene afgelegene provinciestad aan
de beoefening der fraaie letteren, ofwel hy
leefde als kostgaDger bij fatsoenlijke lieden,
die hem aanstonden maar den zomer bracht
hij regelmatig in de eene of audere badplaats
door. Daar hij nu reeds vóór de badreis ver
scheidene weken in het huis van den assessor
had doorgebracht, waardevroolykehuisheer,
diens schoone vrouw, en de orde en netheid,
die er heerschten hem hadden geboeid, had
hij goedgevouden om in Wirens gezelschap de
reis te doen want al mocht de vrouw veel
van een standbeeld hebben, haar man was
daarentegen des te levendiger en gezelliger.
Diehengelpartijen hier te lande zijn niet
onvermakelijk, sprak de baron, terwijl hij
eenen vischhaak van de tafel nam, en dien
met het oog van eenen kenner beschouwde
en Strömstad zelf is geene kwade plaats. Ik
1905
Meckel en 1885
1897
Oostende 1852
1898
St.-Gillis 1904
St-.loos-ien nirode 1881
Schaarbeek (100 fr.)
(500 fr.)
Spa 1909
Doornik (50 fr.)3
Verviers 1873 3
18933
80.-
80.10
ö0
96.—
81'90
79 90
98 75
90.—
82 25
71.—
Sii.
OS. 70
52
81.50
80.—
99.25
85.;>o 1.
82.50
71.2.-,
80 05
66.50
Coffre-fort wegende 1200
kilogr.; hoogte 1,90 in., breedte 1 m.. diepte
0.65 m. Zich te bevragen Groote Markt,
22, Aalst. 920
voor mij heb het hier recht naar mijnen zin,
en nog nooit heb ik zulken lekkeren visch
geeten dan dien, welken ik hier zelf vang.
Op het land daarentegen schijnt er wei
nig bijzonders te zijn, merkte Borgenstjerna
aan, om ook iets te zeggen.
Ho, ho daar is heel veel bijzonders,
wanneer men zich slechts de moeite geeft om
er naar rond te zien. Zoo gij een vriend van
wandelen zij t, dan zal ik liet mij als een oudere
gast tot een genoegen rekenen, u tot wegwij
zer te dienen. Wij zullen dan de IJsterkloof
bezoeken, waarin ik reeds lang voornemens
was af te dalen, om te zien wat zij in hare
diepte verbergt. Overal in den berg vindt men
Reuzenpotten, en na eene afmattende, maar
zeer heilzame wandeling drinkt men het over-
heerlijkste water uit de bron, die Karei XII
ontdekt heeft. Bovendien is Strömstad zelf
volstrekt niet zoo geheel van alle afwisseling
ontbloot, als doorgaans gezegd wordt. Men
vare slechts de eilanden rond men vissche,
jage, doorkruise den omtrek en bestijge de
bergen men late zich door den een of ande
ren knaap aan het strand verhalen, hoe Nor-
berg de vloot der Noormannen versloeg en
hen met eenen langen neus deed afdeinzen, en
het zal blijken, dat dit als door een toeval
tusschen de rotsen in geslingerd plekje gronds
genoeg bevat, om er zich iu goed gezelschap
niet alleen vier weken maar zelfs vier maan
den te vermaken.
De lofrede van den baron op Strömstad en
den omtrek werd door Wiren afgebroken, die
uit de kamer zijner vrouw terugkwam, en
Borgenstjerna verzocht hem daarheen te vol
gen.
Laat mij niet alleen, riep de baron, ter.
wijl hij z'yne pijp uit de hand legde, en het
water, dat voor hem stoud, uitdronk. Onzen
kamerjonker wacht ik elk oogenblik, en ik
voel niet den minsten lust, om een tète-a-tête
met hem te hebben.
De heeren traden de aangrenzende kamer
binnen. Mevrouw Wiren zat aan een werkta
feltje, en was bezig met borduren in goud en
gekleurde wol. Zij was een ryzige, jonge
vrouw met een ovaal gelaat, waarvan de klas
sieke schoonheid aan die meesterstukken deed
denken, voor welke wij met diepe bewonde
ring blijven stilstaan. Doch men zou misschien
hebben kunnen zeggen, dat de door den beitel
geschapen trekken meer ziel en leven verrie
den, dan Virginia's gelaat uitdrukte.
Onder het bukken over haren arbeid waren
hare lokken zoo gevallen, dat zij als een door
zichtig net van gouddraad hare wangen om
zweefden. Toen zij echter oprees, om vrij stijf
en afgemeten, Borgenstjerna's buiging te be
antwoorden, streek zij de lokken niet met die
bevalligheid weg, welke ons bij schoone vrou
wen veeltijds bekoort, maar wierp ze meteen
korten schielyken ruk naar achteren.
Bij dezen, lieve Virginia, stel ik u den
heer Borgenstjerna, mijnen ouden, besten
vriend, voor. Gij zult hem zeker als eene aan
gename aanwinst voor onzen kleinen kring
met genoegen ontvangen.
Zeker' sprak Virginia, terwijl zij op eene
wyze boog, waarbij de nauwiettendste opmer
ker ook niet de geringste afwijking ter rech
ter- of linkerzijde zou hebben kunuen be
speuren.
Borgenstjerna uitte zoo iets over 't geluk,
dat hem zoo onverwacht zijnen vriend en
wel gehuwd had doen wedervinden eene
beleefdheid, welke. Virginia door een schiei
onmerkbaar openen der lippen, dat voor eeu
glimlach moest gehouden worden, beaut-
woordde. (Vervolgt.)
I