BUITENLAND.
08 lijkplecMiglietleii van
M. Leon de LaiitsÈeere.
NIEUWSBERICHTEN.
list schrikkelijk ongeluk tijdens
de krijgsoefeningen in Oostenrijk
ov.zt maatschappelijke beweging. Daarop
moet steunen de studie der belangrijkste
vraagstukken van den dag en alsdan de
Voorzitter van den studiekring een ecbte
verstandige leider is, dan zal uit den studie
kring een kern groeien van diep overtuigde
"katholieken, een echte leidende klasse die
ons volk zal voeren naar God. (Toej.)
Hierop volei een interessante besprekii
lusschcn E. II. Kan. Van Langendonck (Mo-
chelen), E. P. Glat-s (Leuven), E. P. Jans-
cens (Antwerpen) E. II. Simoens (Lier). Zij
wordt onderbroken door de intrede van Z.
Eminentie die er had aan gehouden de ver
gadering te komen hijwonen.
E. P. Rutten verwelkomt zijne Eminentie
Hij herinnert het doel dat de inrichters
beoogden, toen ze dit Congres hebben belegd
Wij zijn bijeengekomen, zegt hij, omdat
vooraleer de anderen te onderwijzen, w
eerst zelf moeten studeeren.
Aanspraak van Z. Eminentie Mercier
Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen
Vroeger bestond er familiegeest en het
godsdienstig leven was samengetrokken in
de parochie. Voorzeker ook toen was alles
Ij iet onberispelijk. Maar nu. wat is de toe
stand nu Familiegeest gaat de wereld uit,
het parochieleven vermindert.
Gij werklieden hebt hier een schoone taak
te vervullen. Studeert uwen godsdienst, niet
als een levenloos iets maar met een werkda-
dige liefde.
Bestudeer niet zoo zeer de opwerpingen
tegen den godsdienst dan wel de christelijke
leering zelf. Van uw voorbeeld en uw geloof,
maakt uw beste wapen ter verdediging van
uw godsdienst.
Maar gij moet ook uw godsdienst met
uwen stand verhinden gij moet hem toe
passen op de omstandigheden van uw prac-
tisch leven.
Uwe studiekringen zijn noodig, legt er u
op toe uwe economische belangen te bevor
deren, maar bestudeert ook de zedelijke wet
ten die uw arbeid beheerschen. Neem in
dit congres het voornemen een nationaal
verbond van studiekringen tot stand te bren
gen. (Langdurige en herhaalde toej.)
Nadat Zijne Eminentie zijnen zegen heeft
gegeven, neemt het congres en de oe Social
Week ten 6 ure een einde, allen de grootste
vreugde hebbende verschaft, van hef volko
men welgelukken, en de hoop dat zij goede
vruchten voor onze godsdienstige en sociale
werking zullen afwerpen.
Donderdag morgend heeft te Assclie, onder
een overgrooten volkstoeloop, de plechtige
begrafenis plaats gehad van den heer Leon
de Lantsheere, oud-minister van justicie en
lid der Kamer van Volksvertegenwoordigers.
De groole zaal van het gemeentehuis, waar
heen het lijk was overgebracht, was in rouw
kapel herschapen. De kist verdween onder
eene massa bloemen, omringd door een zee
van licht.
Naast de familie, waaronder de twee zonen
van den overledene, stonden ministers de
Broqueville, kabinetsoverste, Renkin, Van
de Vyverr en Michel Levie.
Van 9 ure af begon de optocht van het
volk voorbij het lijk en te 11 ure -moest hij
geslaakt worden.
Do staatsministers Helleputte, Liebaert,
Van den Heuvel, de rector der hoogeschool,
veel volksvertegenwoordigers en senators, de
bedienden der Nationale Bank, heer Lepreux,
beheerder der bank, enz., waren aanwezig.
Te 11 ure werd het lijk afgehaald door de
geestelijkheid van Assclie, De stoet werd
gevormd. Al de katholieke maatschappijen
van Assclie gingen met hunne vlaggen voorop
en aan bijna al de huizen van de gemeente,
hing de vlag half-top of met rouwstrikken
omhangen.
De hoeken van het baarkleed werden
gehouden door heeren De Coster, burgenu
ter van Assche, Goosemans, oud-stokhouder
der balie, Mgr. Ladeuze rector van de hoo
geschool van Leuven, heer Nerincx, voor
zitter van de katholieke Vereeniging te
Brussel, Cooreman, voorzitter van de kamel
en heer de Broqueville, minister-voorzitter.
Het professoraal korps van Leuven was in
zijn geheel in den stoet, met de toga en de
Academische muts gekleed.
In het koor namen plaats links van het
altaar, kardinaal Mercier, langs den kant
van 't epistel, majoor deJonghe d'Ardoye
commandant Caltoir, vertegenwoordigende
den koning, heer Beernaert, staatsminister.
Verder Mevr. de Lantsheere, weduwe van
den overledene en hare kinderen.
De oude vader van den afgestorvene, had
zich noch naar het gemeentehuis, noch naar
de kerk kunnen hegeven. De arme man was
al te zeer door smart terneergedrukt.
De mis werd gezongen door den pastoor
van Assche en de laatste gehedeu door kar
dinaal Mercier. Men moest het offer onder
breken, want dit was nog iet afgeloopen,
toen de mis reeds was gedaan.
De begrafenis had plaats in den familie
kelder, gelegen naast de kerk van Assche.
Na de laatste gebeden werden er vier rede
voeringen uitgesproken eene door heer
Nerincx, in naam van de katholieke grond
wettelijke vereeniging van Brussel en van
de katholieke afvaardiging der stad eene
door Mgr. Ladeuze, rector der hoogeschool
van Leuven, eeno door heer Coosemans,
oud-stokhouder der balie en eene door nota-
is Ampe, in naam van de katholieke bevol
king van Assche en van de werken waaraan
M. de Lantsheere gehecht was.
Hiermede was de indrukwekkende droe
vige plechtigheid afgeloopen.
DE VOLKSSTEM
G9C vervolg.
't Is waar, antwoordde ik, zij zijn te
duister en te bitter om door ons behandeld te
worden. Gij hebt gelijk. Vergeef mij mijne
uitzinnigheid ik zal in die dwaling niet meer
hervallen.
<- Eu zoo werden spijt, vrees en hoop in't
diepste van een opgezwollen hart terug ge-
stooten, en verplicht de stille oppervlakte van
huwelijksleven niet meer te storen. Voor
taan was ik genoodzaakt my te gedragen als
het standbeeld eens grafs.dat met den uitwen-
digen schijn van deugd omringd is. Nooit
mocht ik Edward meer laten hooren dat het
leven niet altijd aangenaam, zijne herinnerin
gen niet altijd zoet, zijn uitzicht niet altijd
helder is. De droom was over, alsook zijn©
gevaren.
Een der wonderbaarste aandoeningen in het
leven, is in eenen nieuwen staat van zaken,
met zulke natuurlijke gemakkelijkheid te tre
den, dat men ze vroeger nooit had kunnen
veronderstellen. Dit trof mij bijzonderlijk den
dag van onze aankomst to Elmsley, wanneer
ik mij aan tafel bevond, in die welbekeude
eetzaal, in welke al de meubelstukken, te
beginnen van de beeltenis des admiraals
Middleton,die op het schoorsteenblad tusscheD
eenen hoop kanonballen prijkte, tot de lange,
slepende roode gordijnen, waarachter ik in
mijne kindsheid zoo dikwijls schuilevinkje
gespeeld had, mij zoo bekend waren als liet
aangezicht van eenen getrouwen vriend. Hier,
in 't /.elfde huis, waar ik Edward eens in
wanhoop verstooten had, zat ik nu als zijne i
Acht soidaten verdronken.
Een officier en vier soldaten erg gekwetst.
Nopens het vreeselijk ongeluk, tijdens de
krijgsoefeningen in Gallicië (Oostenrijksch
Polen) voorgevallen, wordt thans noch het
volgende gemold, door een blad uit Gallicië
Het onderwerp der manoeuvers was de
inname der slad Yaroslaw door een vijande
lijk leger, en de verdediging der stad door
eenige regimenten. Een luitenant voerde het
hevel over eene patroelje, samengesteld uil
twaalf huzaren. Deze patroelje werd door
eene overmacht van vijanden ingesloten
Om niet in de macht van den vijand te
vallen, besloot de patroolje de rivier San
over te zwemmen.
Dat gelukte, doch de officier en zijne
manschappen bevonden dat de oveikant van
de rivier ook door den vijand bezet was
De patroelje die de streek niet kende, zocht
dan een uitweg bezijden de San en geraakte
in zeer diepe moerassen verdoold. Op een
oogwenk zonken de peerden in liet slijk. De
soldaten, met hunne zware uitrusting, kon
den zich niet redden, en hun hulpgeroep
werd wel door de andere regimenten ge
hoord, doch deze konden de slachtoffers niet
ter hulp komen, daar hel avond was
duister. Het was maar eenigen tijd later dat
de redding kon ingericht worden. Vier solda
ten en een officier, alhoewel erg gekwetst,
konden gered worden, doch niet zonder
moeite. De acht andere soldaten versmoord
den, met hunne peerden, in de moerassen.
Opmerkenswaardig is, dat het ministerie
van oorlog meldt dat de ramp niet zoo er^
is. Andere bijzonderheden worden echter niet
even.
bruid, en groette ik op de heildronken, die
mij ter eere mijns huwelijks toegestuurd
werden en Ilenri, Henri, die mij zo© dik
wijls gedreigd, berispt, en schier verwenscht
had groette mij nu met tien lach op de
lippen. De bloemtuil van witte camelias en
jasmijnen die ik in mijne hand hield, werd
mij door hem behandigd. Alice ook, 't kind
van Bridmans buitengoedje, de handelaars
dochter, zat in stille statigheid barer natuur
lijke houding, nevens M. Middleton. Voor de
eerste maal had zij een wit mouselinen kleed
aan en een tros van blinkenden palm stak
tussclien haar haar. M. Middleton scheen bij
zonder gelukkig hij had de vervulling zijner
weDsohen bekomen mijn huwelijk met Ed
ward. 't Was bijkans zeker dat Edward wel
haast naar 't graafschap zou terugkeeren en
deze staat van zaken had op haar zuïken ver
zachtenden invloed, dat hij Henri verzocht
om een glas met hem te drinken, terwijl hij
hem vriendelijk toelachte. Mevr. Middleton
had integendeel een angstig en treurig op
zicht ik bemerkte zelfs meer dan eens de
tranen in hare oogen, terwijl zij Alice en mij
overhands bekeek.
Henri sprak mij s' avonds zeer weinig aan.
Zijn gedrag was ten uiterste vriendelijk en be
leefd. Hij vermeed zorgvuldig elke oorzaak,
welke mij had kunnen bedroeven. In nietig
heden, te eenvoudig om te melden.gaf hij mij,
door do aangenaamheid zijner uitdrukkingen,
door een gepast antwoord, door eenen blik
van goedkeuring wanneer hij niet sprak,
hetgeen ik in dat oogenblik verlangde,
medegevoel; en dat stille,ware enbescheidene
medegevoel viel als een bliksem op eene ver
hitte wonde.
Behaagt haar Elmsley vroeg ik hem,
terwijl Alice recht over ons zat, bezig met
I^T ederland.
Storm. Het kamp van de jagers op de
Waalsdorper vlakte heeft óok zeer veelge
leden van den storm. Tegen drie uur in den
nacht, vertelt de N. Ct, was er van de tenten
zoo goed als niets meer te zien. De cantine
was uit elkaar geslagen, de keukens waren
een prooi van den wind, de linnen tenten op
een 5 tal na, uit elkaar geslagen, en in
weinig tijd was het goed van do soldaten
drijfnat. Toen werd het een sauve qui
peut naar hel huis van den kampwachter,
die allen een goed onderkomen bezorgde. De
schildw.achthuisjes werden in elkaar gedrukt
als kaartenhuisjes, zoodat onze landverde-
digers geheel tegen hun grondbegin op de
vlucht moesten voor den vijand die sterker
bleek dan zij. Toen de storm wat bedaard
was, bleek pas wat een schade het kamp on
dervonden had.
Alleen de overblijfselen hier en daar ver
spreid, wezen aan, waar de cantine gestaan
had. Geen stukje was er van heel gebleven
en overal in de ronde lagen eet-en drink
waren. Denzelfden aanblik vertoonden de
puinen van de keukens, die natuurlijk het
eerst herstelling noodig hadden. Tegen tien
uur in den morgen waren ze dan ook zoo
goed als het eenigzins mogelijk was, weer in
elkaar gezet en puften de sdhoorsteenen weer
hun blauwe rookwolken uit. waren de koks
het middagmaal voor de hongerigen te
bereiden. De linnen tenten, die het meest te
lijden gehad hadden, waren ook in den loop
van den morgen weer opgezet.
Volgens liet verhaal van de U. G. is het
Harskamp er al niet veel beter afgekomen.
De daar gelegerde troepen hebben als 't ware
een nachtelijken aanval te duchten gehad.
Tenten zijn tegen den grond geslagen. Slechts
tien bleven er staan, 't Werd een sauve
qui peut Verschillende officieren vlucht
ten, zonder den tijd te hebben zich bekoor
lijk aan te kleeden. Alles 'moest men achter
laten, doordat de tenten als parapluies dicht
klapten.
It
Eene bom. Woensdag morgend te 3 ure
25 is eene bom ontploft voor de woning van
den maire van Orange, in do ruc de la Gare
De ontploffing was vreeselijk. Gelukkig is er
enkel stoffelijke schade. Men weet niet
waaraau dezen aanslag toe te schrijven.
Vrijgesproken. Het assisenhof der S«ine
heeft een beeldhouwer Charles Lefebvre, die
op 7 Juli zijn vader doodde met een revol-
schot, meenende dat zijne moeder in gevaar
was, vrijgesproken.
Spoorwegongeluk. Verloden nacht,
rond 1 uur, hotste een kobpwarentrein in de
Monnervillestatie, nabij Etampes (Frankrijk)
tegen een stoolblok. Tien waggons ontspoor
den door den hevigen schok, en kwamen op
den weg terecht.
De mecanicien word doodgeplefferd, en tot
hiertoe is men er nog niet ingelukt het lijk
dat tusschen de locomotief geklemd, los
maken.
De treinoverste, Berten genaamd, werd
stervend naar het gasthuis van Etampes ge
voerd.
De stoker is krankzinnig geworden, en op
een trein gesprongen naar Orleans stoo-
meude.
Doodelijk automobielongeluk. Heer
Georges Dezoteux, wonende rue Montehello
te Boulogne-op-Zee, reed gisteren morgen
per automobiel naar Kales, vergezeld van
zijne vrouw en van zijne twee dochterkens.
Zij reden snel door het dorp Saint-ïngleVert,
als eensklaps de auto van eene hoogte van
twee meters viel en op een steenweg terecht
kwam.
Madame Dezoteux werd met ingedrukte
horst opgenomen en overleed kort daarna
Heer Dezoteux en de twee meisjes liepen
min of meer er ge verwondingen op.
neerstig in liet boekte lezen, dat zij uit de
bibliotheek genomen had.
Dat weet ik niet goed. De levenswijze,
die zij hier volgt, en die ons zoo stil schijnt,
is voor haar zoo nieuw, dat het haar, volgens
mijn gedacht schier moet vervelen. Sedert
dat zij hier gekomen is, schijnt zij op haar
emak niet geweest te zijn. Het is evenwel
geene wolk, maar eene schaduw, die op haar
aanschijn verschenen is. want vroeger was
het niet gewoon te veranderen. Herinnert gij
u nog de eerste maal dat gij ze gezien hebt
Hoe zou ik dat vergeten Welk tafe
reel Die oude bron, en die bloeiende kinde
ren Maar bezie haar nu. Is zij niet zoo als
onze inbeelding, door de liefelijkste ingovin-
gen des vernufts geholpen, die ons Diegene
voorstelt, welke alle volkeren gebenedijd
noemen
Ik murmelde stillekens, meer tot mijzelve
dan tot hem, deze schoone Damen der heilige
Maagd Lelie des Edens Ziunebecldige roos
Morgenster
Henri, op stillen toon, en zonder mij te
bezien voegde erbij Onze Lieve vrouw van
Bijstand
s Anderendaag was alles in beweging en
opschudding in huis en in de buurt. De stem
ming moest 's middags om twaalf uren aan
vangen. Wij reden allen zeer vroeg naar de
stad, om ons in de beste zalen van het hotel te
vestigen, dat aan mijnen oom toebehoorde,
en wiens bewoner eeu der warmste voorstan
ders van Edward was.
Dekreten Leve Middleton de geestdrif
tige toejuichingen, onder onzen weg het toe
vallig gehuil en gefluit, te flauw om ons te
ontmoedigen de vlaggen, de muziek, de be
weging, Edwards blozer.de wangen, zyne
levendigheid, het belang dat eenieder in hem
Door zijn schoonvader gedood. De
genaamde Roubrand, oud 73 jaar, wonende
te Montjean, leefde sedert langen tijd in on
eenigheid met zijnen schoonzoon Gabouland
oud 35 jaar.
Gisteren ontstond, ora eene nietige reden
twist, Rouhaud, greep een dikken stok en
sloeg er zoo geweldig mede op zijnen schoon
zoon. dat deze neerzeeg en eenige uren later
den geest gaf.
Het slachtoffer laat eene weduwe en ver
scheidene kinderen achter. De dader is aan
gehouden. Het Parket van Ruifec, heeft ziel
ter plaats begeven.
De Seine klimt. Een nieuw rijzen van
der Seine waterspiegel wordt geducht, en
hoewel het bureel van den waterstaat zich
bereidt voelt zulks te volkomen, zien de
oeverbewoners de toekomst met hangen blik
te gemoet.
Over twee jaar immers heeft de overstroo
ming toch plaats gegrepen niet in het minst
gehinderd door do onwrikbare berusting van
dienzelfden waterstaat.
353 :raan cl
De Joden en de speelzucht. Een He-
hre3uwsch dagblad Jewisch Chronicle
doet een hevigen uitval tegen de speelzucht
der joden.
Ons volk, zegt het blad, is driftiger naar
het spel, dan elk ander ras in Londen. Op
de paardenwedrennen zijn het grootste aantal
bookmakers en andere agenten van de ren
baan, joden. Zij sporen aan tot het spel. Op
de beurs, in alle lauden der wereld vindt men
een groot aantal joden.
Het woekeren is ook in veel gevallen een
soort spel, dat de onzen veel uitbuiten. De
laatste schanddaden der policie te New-York
heeft nog eens bewezen dat vele joden die
speelhuizen bezoeken.
In de noorderwijken van Londen vindt
men moeders van familie, die bedekt met
diamanten zelfs op Sabatdag met de kaart
spelen.
Het dagblad vraagt dat men een Israëlie
tenhond stichtte tegen het spel, en dal al de
leden zich zouden verbinden nooit te spelen,
en zelfs een veldtocht tegen de speelzucht te
ondernemen. Dit ware het beste middef om
den drift naar het spel bij de joden te beteu
gelen.
Dood van ean honderdjarigen geneesheer.
Dr Edgar Jones, bekent als de eudste
neesheer van Engeland, is overleden op 102
jarigen ouderdom op zijn kasteel te Great
Burstead (Essex). Gedurende 60 jaar was hij
vrederechter en lid van het Koninklijk Col
lege der heelmeesters gedurende 78 jaar.
Zijne gezondheid was goed tot zijn laatste
dagen, alleen zijn geheugen liet wat te wen
schen.
Hij rookte niet, en had in zijn leven slechts
één glas hier gedronken, te Weenen in 1863.
In dLe Salkans
Oorlogszucht in Bulgarië. Uit Belgrado
werd heden aan de National Zeitung geseind,
dat de oorlogsgeestdrift steeds toeneemt. Er
hadden betoogingen plaats ten gunste van de
oorlogsverklaring aan Turkyë. Een groote
volksmenigte trok door de straten en hield
stil voor het koninklijke paleis, het minis
terie van buitenlansche zaken en de officiers
sociëteit en riep onophoudelijk Verklaart
den barbaren den oorlog Volgens de
laatste berichten van de Servische grens ont
vangen, beerscht in oud Servië volslagen
oproer.
Eene stad geplunderd. De gemeente
Zovice,gelegen dichtbij Kozatine en bewoond
door Muzulmannen, werd door de Montene
grin en in brand gestoken.
E©n verwoed gevecht had plaats tusschen
de Turksclie troepen en de Malissoren, te
Tirada-Krapion, in de streek Elbassan ge
legen.
De Malissoren werden verslagen en had
den 10 dooden. De Turken verloren 3 doo-
den en hadden verscheidene gewonden.
stelde, de lievigheid van de strijd,de verlegen
heid voor den uitslag,de voorbarige zegepraal
ovor den vyand, alles voerde my in zulken
staat van aandoening dat ik my in het rijtuig
of aan het raam moeilyk kon stil houden, of
mij beletten mij met de juichende menigte
te verheugen.
Henri scheen In de zaak zooveel belang te
stellen als iemand van ons, hy ging gedurig
heen en weer van de kieszaal tot het hotel.
Hij won zelfs mijns ooms genegenheid, door
het misnoegd uitzicht, met hetwelk hy eens
tijding aanbracht dat onze tegenstrever óp
onverwachts de meerderheid behaalde, en
door de vreugdekreten niet dewelke hij,
rond een uur van den tweeden dag, in de
kamer vloog,met de verzekering dat Edward's
naam zegepralend met eene aanzienlijke meer
derheid uitgekomen was. Zijn aangezicht ver
raadde eenen hevigen angst, zoolang de uit
slag twijfelachtig was, en noch mijn oom,in al
de voldoening van eenen partijdigen geest of
eenen gelukkigen uitval, noch ik zelf, wan
neer ik Edward toegejuicht en op handen
gedragen zag waren vroolijker of blijgeestiger
dan Henri.
Ik was geneigd om naar Edward op 't stad
huis te gaan luisteren, en ik drong er op aan,
dat Henri en Alice my zouden vergezellen.
M. Middleton maakte daarop eenige bemer-
ngen maar ik weerlegde ze allen, en wel
haast bevond ik my in eene soort van gaande
rij, die men met vlaggen, vaandels en de
kleuren van 't land en onzer familie, haastig
versierd had.
Terwijl ik groette, om de toejuichingen die
mij als bruid en tevens als eclitgenoote van
den zegepralenden gekozene toegestuurd wer
den, te beantwoorden, tenvyl ik de ineenge
zakte menigte aanschouwde, die den naam
et AUGUSTI 1912
Een© bende Bulgaren, bestaande uit 20
man, drong te Denichti binnen, legde eene
bom neder voor een bewoond ;lïuis, dat ge
heel en al in de lucht vloog. De bende nam
daarna de vlucht.
Spanj e.
Verhongerd. Men meldt dat op de°galei
van Figueras, Gatalonië, een galeiboef, die
wilde protesteeren tegen het strenge regiem,
waaraan hij onderworpen werd, weigerde
te eten. Na zes dagen zonder voedsel te zijn
gebleven,stierf iiij van uitputting.
tul m 1 st ml c3L
Ontspoord. De spoortrein, waarin zich
priris Hendrik van Pruisen bevond, op weg
naar de begrafenis van den Mikkado, is
voorhij Iskoetsk, tusschen de halten Gabion
en Macom, ontspoord niemand werd ge
wond.
Gliina
Oproer in Mongolië. Tijdingen uit
Peking melden gedurige botsingen tusschen
de oproerlingen van Mongolië en de Cliinee-
sclie troepen, in de streken op de Mantsjoe-
rische grens. De troepen zijn verplicht voor
het getal te wijken.
De toestand is ernstig te Tao Nan Foe,
Tsyn-Han-Hsin is reeds door de opstandelin
gen bezet.
Er zijn uit Moekden twaalf bataljons ver-
terking gezonden. Men verwacht nu eerlang
een geregeld gevecht.
De Ghineezen signaleeren met aandrang
de aanwezigheid van Russen onder de Mon
golen. Dit is eene groote aanmoediging voor
de opstandelingen.
De regeering van Peking moet een ulti
matum hebben gezonden aan den Khoetoekh-
toe van Oerga, hem uitnoodigend zijne
onafhankelijkheidsverklaring van Mongolië
in te trekken. Zoo hij weigert, zal hij er de
gevolgen van dragen.
Brussel. Bestolen. Eene rentenier
ster der Van Arteveldeplaats t© Gent was
Woensdag voor handelszaken naar Biussel
gekomen. Toen zij uit de Noordstalie kwam,
rukte een gauwdief haar de kleine valies af,
die zij "in de hand hield en waarin zich een
zilveren beurs en een geldbeugel, 220 frank
inhoudend, bevonden. De dief is erin
gelukt te ontsnappen.
Overreden. De Sjarige Martin Van
de Meersche werd Woensdag avond op den
hoek van den vlaamschen steenweg en van
do Ste-Gatharinaplaats omvergeworpen door
eene stootkar. Üe arme kleine,werd een deel
der hoofdhuid afgerukt. De policie heeft een
onderzoek geopend.
Dienstmeid bestolen. Een dienst
meid, Francisca Besson. Vischverkoopers-
straat, 21-23," bevond Woensdagnamiddag
dat do deur barer kamer werd opengebroken.
Een dief had er alles overhoop geworpen en
de hand gelegd op aandeelen van eene lee
ning dor stad Brussel. De kwaaddoener stal
insgelijks de juwealen van het meisje en
plunderde hare kleerkas.
Ongevallen. Eene 60-jarige vrouw
uit de Vooruitgangstraat, wilde Woendag op
op de Kruidtuinlaan een tram vermijden,
doch werd verrast door eer. automobiel en
zwaar gewond aan het hoofd.
Een heenhouwersgast, wonende 18, Amn-
zoneslraat, te Elsene, werd Woensdagavond
op den steenweg van Vleurgat met geweld
van zijn velo geworpen.
Do wielen van een rijtuig rolden over 'hem.
Het slachtoffer werd gevaarlijk gewond.
VerdwijningenDe politie werd
verwittigd dat sedert 22 dezer spoorloos ver
dwenen zijn. Mej. Palmvre D..., oud 75 jaar,
wonend Ducpéliauxlraat en Mej. Germuiue
V..., oud 18 jaar, Gitslraat.
Hevige brand. Donderdag namiddag,
barstte er in de Huideveltersstraat, een he-
van mijnen beminde verkondigde, en dengene
die ik aanbad, lang leven wenschte, daar ik
voorheen nooit zulk tooneel van volksvreugde
bijgewoond had, was ik door de woelige be
weging van dat oogenblik gansch buiten mij-
zelve. Ik bemerkte dat alle oogen op mij ge
vestigd waren, en voor de eerste maal in mijn
leven, was ik overtuigden verheugd, dat ik
schoon was. t
Het gerucht van het handgeklap steeg op
van uit hot volk de lucht weerklonk met de
kreten Lang leve de bruid van Middleton
Lang leve de bruid van Elmsley! Edward
trad in de zaal, en keek omhoog naar de
galerij waar ik mij bevond. De glimlach, die
zijne wezenstrekken ophelderde de aandach
tige blik, die hy eene wijl op mij vestigde
vooraleer hy begon te spreken, overtuigden
meer dan woorden hadden kunnen doen,
dat de schoone. die de geestdrift der menigte
opgewekt had, over zyn hart heerschte, ea
zijne gansche ziel in haar bezit had.
Hij begon te spreken. Onwillekeurig greep
ik de hand van Ilenri, terwijl ik met adem-
looze aandacht luisterde.Zijne eerste woorden
waren traagzaam uitgesproken, docli zeer
goed gekozen en wel toegepast. Trapsgewijze
vuurde hij zich aan, en in 't kort verslag, dat
hij van zijne staatkundige gevoelens gaf, ont
dekte men die kracht van gedachten en uit
drukking, die eene verhevene welsprekend
heid verraadt. Daarenboven, in zijne huuding
en zijne woorden scheen die overtuiging van
onbevlekte waardigheid en oprechtheid, wier
zedelijke invloed noch door schitterend ver
nuft, nonli door ij verigen partijgeest kan ver
vangen worden.
(Wordt voortgezet).