BUITENLAND. 08 lijkplecMiglietleii van M. Leon de LaiitsÈeere. NIEUWSBERICHTEN. list schrikkelijk ongeluk tijdens de krijgsoefeningen in Oostenrijk ov.zt maatschappelijke beweging. Daarop moet steunen de studie der belangrijkste vraagstukken van den dag en alsdan de Voorzitter van den studiekring een ecbte verstandige leider is, dan zal uit den studie kring een kern groeien van diep overtuigde "katholieken, een echte leidende klasse die ons volk zal voeren naar God. (Toej.) Hierop volei een interessante besprekii lusschcn E. II. Kan. Van Langendonck (Mo- chelen), E. P. Glat-s (Leuven), E. P. Jans- cens (Antwerpen) E. II. Simoens (Lier). Zij wordt onderbroken door de intrede van Z. Eminentie die er had aan gehouden de ver gadering te komen hijwonen. E. P. Rutten verwelkomt zijne Eminentie Hij herinnert het doel dat de inrichters beoogden, toen ze dit Congres hebben belegd Wij zijn bijeengekomen, zegt hij, omdat vooraleer de anderen te onderwijzen, w eerst zelf moeten studeeren. Aanspraak van Z. Eminentie Mercier Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen Vroeger bestond er familiegeest en het godsdienstig leven was samengetrokken in de parochie. Voorzeker ook toen was alles Ij iet onberispelijk. Maar nu. wat is de toe stand nu Familiegeest gaat de wereld uit, het parochieleven vermindert. Gij werklieden hebt hier een schoone taak te vervullen. Studeert uwen godsdienst, niet als een levenloos iets maar met een werkda- dige liefde. Bestudeer niet zoo zeer de opwerpingen tegen den godsdienst dan wel de christelijke leering zelf. Van uw voorbeeld en uw geloof, maakt uw beste wapen ter verdediging van uw godsdienst. Maar gij moet ook uw godsdienst met uwen stand verhinden gij moet hem toe passen op de omstandigheden van uw prac- tisch leven. Uwe studiekringen zijn noodig, legt er u op toe uwe economische belangen te bevor deren, maar bestudeert ook de zedelijke wet ten die uw arbeid beheerschen. Neem in dit congres het voornemen een nationaal verbond van studiekringen tot stand te bren gen. (Langdurige en herhaalde toej.) Nadat Zijne Eminentie zijnen zegen heeft gegeven, neemt het congres en de oe Social Week ten 6 ure een einde, allen de grootste vreugde hebbende verschaft, van hef volko men welgelukken, en de hoop dat zij goede vruchten voor onze godsdienstige en sociale werking zullen afwerpen. Donderdag morgend heeft te Assclie, onder een overgrooten volkstoeloop, de plechtige begrafenis plaats gehad van den heer Leon de Lantsheere, oud-minister van justicie en lid der Kamer van Volksvertegenwoordigers. De groole zaal van het gemeentehuis, waar heen het lijk was overgebracht, was in rouw kapel herschapen. De kist verdween onder eene massa bloemen, omringd door een zee van licht. Naast de familie, waaronder de twee zonen van den overledene, stonden ministers de Broqueville, kabinetsoverste, Renkin, Van de Vyverr en Michel Levie. Van 9 ure af begon de optocht van het volk voorbij het lijk en te 11 ure -moest hij geslaakt worden. Do staatsministers Helleputte, Liebaert, Van den Heuvel, de rector der hoogeschool, veel volksvertegenwoordigers en senators, de bedienden der Nationale Bank, heer Lepreux, beheerder der bank, enz., waren aanwezig. Te 11 ure werd het lijk afgehaald door de geestelijkheid van Assclie, De stoet werd gevormd. Al de katholieke maatschappijen van Assclie gingen met hunne vlaggen voorop en aan bijna al de huizen van de gemeente, hing de vlag half-top of met rouwstrikken omhangen. De hoeken van het baarkleed werden gehouden door heeren De Coster, burgenu ter van Assche, Goosemans, oud-stokhouder der balie, Mgr. Ladeuze rector van de hoo geschool van Leuven, heer Nerincx, voor zitter van de katholieke Vereeniging te Brussel, Cooreman, voorzitter van de kamel en heer de Broqueville, minister-voorzitter. Het professoraal korps van Leuven was in zijn geheel in den stoet, met de toga en de Academische muts gekleed. In het koor namen plaats links van het altaar, kardinaal Mercier, langs den kant van 't epistel, majoor deJonghe d'Ardoye commandant Caltoir, vertegenwoordigende den koning, heer Beernaert, staatsminister. Verder Mevr. de Lantsheere, weduwe van den overledene en hare kinderen. De oude vader van den afgestorvene, had zich noch naar het gemeentehuis, noch naar de kerk kunnen hegeven. De arme man was al te zeer door smart terneergedrukt. De mis werd gezongen door den pastoor van Assche en de laatste gehedeu door kar dinaal Mercier. Men moest het offer onder breken, want dit was nog iet afgeloopen, toen de mis reeds was gedaan. De begrafenis had plaats in den familie kelder, gelegen naast de kerk van Assche. Na de laatste gebeden werden er vier rede voeringen uitgesproken eene door heer Nerincx, in naam van de katholieke grond wettelijke vereeniging van Brussel en van de katholieke afvaardiging der stad eene door Mgr. Ladeuze, rector der hoogeschool van Leuven, eeno door heer Coosemans, oud-stokhouder der balie en eene door nota- is Ampe, in naam van de katholieke bevol king van Assche en van de werken waaraan M. de Lantsheere gehecht was. Hiermede was de indrukwekkende droe vige plechtigheid afgeloopen. DE VOLKSSTEM G9C vervolg. 't Is waar, antwoordde ik, zij zijn te duister en te bitter om door ons behandeld te worden. Gij hebt gelijk. Vergeef mij mijne uitzinnigheid ik zal in die dwaling niet meer hervallen. <- Eu zoo werden spijt, vrees en hoop in't diepste van een opgezwollen hart terug ge- stooten, en verplicht de stille oppervlakte van huwelijksleven niet meer te storen. Voor taan was ik genoodzaakt my te gedragen als het standbeeld eens grafs.dat met den uitwen- digen schijn van deugd omringd is. Nooit mocht ik Edward meer laten hooren dat het leven niet altijd aangenaam, zijne herinnerin gen niet altijd zoet, zijn uitzicht niet altijd helder is. De droom was over, alsook zijn© gevaren. Een der wonderbaarste aandoeningen in het leven, is in eenen nieuwen staat van zaken, met zulke natuurlijke gemakkelijkheid te tre den, dat men ze vroeger nooit had kunnen veronderstellen. Dit trof mij bijzonderlijk den dag van onze aankomst to Elmsley, wanneer ik mij aan tafel bevond, in die welbekeude eetzaal, in welke al de meubelstukken, te beginnen van de beeltenis des admiraals Middleton,die op het schoorsteenblad tusscheD eenen hoop kanonballen prijkte, tot de lange, slepende roode gordijnen, waarachter ik in mijne kindsheid zoo dikwijls schuilevinkje gespeeld had, mij zoo bekend waren als liet aangezicht van eenen getrouwen vriend. Hier, in 't /.elfde huis, waar ik Edward eens in wanhoop verstooten had, zat ik nu als zijne i Acht soidaten verdronken. Een officier en vier soldaten erg gekwetst. Nopens het vreeselijk ongeluk, tijdens de krijgsoefeningen in Gallicië (Oostenrijksch Polen) voorgevallen, wordt thans noch het volgende gemold, door een blad uit Gallicië Het onderwerp der manoeuvers was de inname der slad Yaroslaw door een vijande lijk leger, en de verdediging der stad door eenige regimenten. Een luitenant voerde het hevel over eene patroelje, samengesteld uil twaalf huzaren. Deze patroelje werd door eene overmacht van vijanden ingesloten Om niet in de macht van den vijand te vallen, besloot de patroolje de rivier San over te zwemmen. Dat gelukte, doch de officier en zijne manschappen bevonden dat de oveikant van de rivier ook door den vijand bezet was De patroelje die de streek niet kende, zocht dan een uitweg bezijden de San en geraakte in zeer diepe moerassen verdoold. Op een oogwenk zonken de peerden in liet slijk. De soldaten, met hunne zware uitrusting, kon den zich niet redden, en hun hulpgeroep werd wel door de andere regimenten ge hoord, doch deze konden de slachtoffers niet ter hulp komen, daar hel avond was duister. Het was maar eenigen tijd later dat de redding kon ingericht worden. Vier solda ten en een officier, alhoewel erg gekwetst, konden gered worden, doch niet zonder moeite. De acht andere soldaten versmoord den, met hunne peerden, in de moerassen. Opmerkenswaardig is, dat het ministerie van oorlog meldt dat de ramp niet zoo er^ is. Andere bijzonderheden worden echter niet even. bruid, en groette ik op de heildronken, die mij ter eere mijns huwelijks toegestuurd werden en Ilenri, Henri, die mij zo© dik wijls gedreigd, berispt, en schier verwenscht had groette mij nu met tien lach op de lippen. De bloemtuil van witte camelias en jasmijnen die ik in mijne hand hield, werd mij door hem behandigd. Alice ook, 't kind van Bridmans buitengoedje, de handelaars dochter, zat in stille statigheid barer natuur lijke houding, nevens M. Middleton. Voor de eerste maal had zij een wit mouselinen kleed aan en een tros van blinkenden palm stak tussclien haar haar. M. Middleton scheen bij zonder gelukkig hij had de vervulling zijner weDsohen bekomen mijn huwelijk met Ed ward. 't Was bijkans zeker dat Edward wel haast naar 't graafschap zou terugkeeren en deze staat van zaken had op haar zuïken ver zachtenden invloed, dat hij Henri verzocht om een glas met hem te drinken, terwijl hij hem vriendelijk toelachte. Mevr. Middleton had integendeel een angstig en treurig op zicht ik bemerkte zelfs meer dan eens de tranen in hare oogen, terwijl zij Alice en mij overhands bekeek. Henri sprak mij s' avonds zeer weinig aan. Zijn gedrag was ten uiterste vriendelijk en be leefd. Hij vermeed zorgvuldig elke oorzaak, welke mij had kunnen bedroeven. In nietig heden, te eenvoudig om te melden.gaf hij mij, door do aangenaamheid zijner uitdrukkingen, door een gepast antwoord, door eenen blik van goedkeuring wanneer hij niet sprak, hetgeen ik in dat oogenblik verlangde, medegevoel; en dat stille,ware enbescheidene medegevoel viel als een bliksem op eene ver hitte wonde. Behaagt haar Elmsley vroeg ik hem, terwijl Alice recht over ons zat, bezig met I^T ederland. Storm. Het kamp van de jagers op de Waalsdorper vlakte heeft óok zeer veelge leden van den storm. Tegen drie uur in den nacht, vertelt de N. Ct, was er van de tenten zoo goed als niets meer te zien. De cantine was uit elkaar geslagen, de keukens waren een prooi van den wind, de linnen tenten op een 5 tal na, uit elkaar geslagen, en in weinig tijd was het goed van do soldaten drijfnat. Toen werd het een sauve qui peut naar hel huis van den kampwachter, die allen een goed onderkomen bezorgde. De schildw.achthuisjes werden in elkaar gedrukt als kaartenhuisjes, zoodat onze landverde- digers geheel tegen hun grondbegin op de vlucht moesten voor den vijand die sterker bleek dan zij. Toen de storm wat bedaard was, bleek pas wat een schade het kamp on dervonden had. Alleen de overblijfselen hier en daar ver spreid, wezen aan, waar de cantine gestaan had. Geen stukje was er van heel gebleven en overal in de ronde lagen eet-en drink waren. Denzelfden aanblik vertoonden de puinen van de keukens, die natuurlijk het eerst herstelling noodig hadden. Tegen tien uur in den morgen waren ze dan ook zoo goed als het eenigzins mogelijk was, weer in elkaar gezet en puften de sdhoorsteenen weer hun blauwe rookwolken uit. waren de koks het middagmaal voor de hongerigen te bereiden. De linnen tenten, die het meest te lijden gehad hadden, waren ook in den loop van den morgen weer opgezet. Volgens liet verhaal van de U. G. is het Harskamp er al niet veel beter afgekomen. De daar gelegerde troepen hebben als 't ware een nachtelijken aanval te duchten gehad. Tenten zijn tegen den grond geslagen. Slechts tien bleven er staan, 't Werd een sauve qui peut Verschillende officieren vlucht ten, zonder den tijd te hebben zich bekoor lijk aan te kleeden. Alles 'moest men achter laten, doordat de tenten als parapluies dicht klapten. It Eene bom. Woensdag morgend te 3 ure 25 is eene bom ontploft voor de woning van den maire van Orange, in do ruc de la Gare De ontploffing was vreeselijk. Gelukkig is er enkel stoffelijke schade. Men weet niet waaraau dezen aanslag toe te schrijven. Vrijgesproken. Het assisenhof der S«ine heeft een beeldhouwer Charles Lefebvre, die op 7 Juli zijn vader doodde met een revol- schot, meenende dat zijne moeder in gevaar was, vrijgesproken. Spoorwegongeluk. Verloden nacht, rond 1 uur, hotste een kobpwarentrein in de Monnervillestatie, nabij Etampes (Frankrijk) tegen een stoolblok. Tien waggons ontspoor den door den hevigen schok, en kwamen op den weg terecht. De mecanicien word doodgeplefferd, en tot hiertoe is men er nog niet ingelukt het lijk dat tusschen de locomotief geklemd, los maken. De treinoverste, Berten genaamd, werd stervend naar het gasthuis van Etampes ge voerd. De stoker is krankzinnig geworden, en op een trein gesprongen naar Orleans stoo- meude. Doodelijk automobielongeluk. Heer Georges Dezoteux, wonende rue Montehello te Boulogne-op-Zee, reed gisteren morgen per automobiel naar Kales, vergezeld van zijne vrouw en van zijne twee dochterkens. Zij reden snel door het dorp Saint-ïngleVert, als eensklaps de auto van eene hoogte van twee meters viel en op een steenweg terecht kwam. Madame Dezoteux werd met ingedrukte horst opgenomen en overleed kort daarna Heer Dezoteux en de twee meisjes liepen min of meer er ge verwondingen op. neerstig in liet boekte lezen, dat zij uit de bibliotheek genomen had. Dat weet ik niet goed. De levenswijze, die zij hier volgt, en die ons zoo stil schijnt, is voor haar zoo nieuw, dat het haar, volgens mijn gedacht schier moet vervelen. Sedert dat zij hier gekomen is, schijnt zij op haar emak niet geweest te zijn. Het is evenwel geene wolk, maar eene schaduw, die op haar aanschijn verschenen is. want vroeger was het niet gewoon te veranderen. Herinnert gij u nog de eerste maal dat gij ze gezien hebt Hoe zou ik dat vergeten Welk tafe reel Die oude bron, en die bloeiende kinde ren Maar bezie haar nu. Is zij niet zoo als onze inbeelding, door de liefelijkste ingovin- gen des vernufts geholpen, die ons Diegene voorstelt, welke alle volkeren gebenedijd noemen Ik murmelde stillekens, meer tot mijzelve dan tot hem, deze schoone Damen der heilige Maagd Lelie des Edens Ziunebecldige roos Morgenster Henri, op stillen toon, en zonder mij te bezien voegde erbij Onze Lieve vrouw van Bijstand s Anderendaag was alles in beweging en opschudding in huis en in de buurt. De stem ming moest 's middags om twaalf uren aan vangen. Wij reden allen zeer vroeg naar de stad, om ons in de beste zalen van het hotel te vestigen, dat aan mijnen oom toebehoorde, en wiens bewoner eeu der warmste voorstan ders van Edward was. Dekreten Leve Middleton de geestdrif tige toejuichingen, onder onzen weg het toe vallig gehuil en gefluit, te flauw om ons te ontmoedigen de vlaggen, de muziek, de be weging, Edwards blozer.de wangen, zyne levendigheid, het belang dat eenieder in hem Door zijn schoonvader gedood. De genaamde Roubrand, oud 73 jaar, wonende te Montjean, leefde sedert langen tijd in on eenigheid met zijnen schoonzoon Gabouland oud 35 jaar. Gisteren ontstond, ora eene nietige reden twist, Rouhaud, greep een dikken stok en sloeg er zoo geweldig mede op zijnen schoon zoon. dat deze neerzeeg en eenige uren later den geest gaf. Het slachtoffer laat eene weduwe en ver scheidene kinderen achter. De dader is aan gehouden. Het Parket van Ruifec, heeft ziel ter plaats begeven. De Seine klimt. Een nieuw rijzen van der Seine waterspiegel wordt geducht, en hoewel het bureel van den waterstaat zich bereidt voelt zulks te volkomen, zien de oeverbewoners de toekomst met hangen blik te gemoet. Over twee jaar immers heeft de overstroo ming toch plaats gegrepen niet in het minst gehinderd door do onwrikbare berusting van dienzelfden waterstaat. 353 :raan cl De Joden en de speelzucht. Een He- hre3uwsch dagblad Jewisch Chronicle doet een hevigen uitval tegen de speelzucht der joden. Ons volk, zegt het blad, is driftiger naar het spel, dan elk ander ras in Londen. Op de paardenwedrennen zijn het grootste aantal bookmakers en andere agenten van de ren baan, joden. Zij sporen aan tot het spel. Op de beurs, in alle lauden der wereld vindt men een groot aantal joden. Het woekeren is ook in veel gevallen een soort spel, dat de onzen veel uitbuiten. De laatste schanddaden der policie te New-York heeft nog eens bewezen dat vele joden die speelhuizen bezoeken. In de noorderwijken van Londen vindt men moeders van familie, die bedekt met diamanten zelfs op Sabatdag met de kaart spelen. Het dagblad vraagt dat men een Israëlie tenhond stichtte tegen het spel, en dal al de leden zich zouden verbinden nooit te spelen, en zelfs een veldtocht tegen de speelzucht te ondernemen. Dit ware het beste middef om den drift naar het spel bij de joden te beteu gelen. Dood van ean honderdjarigen geneesheer. Dr Edgar Jones, bekent als de eudste neesheer van Engeland, is overleden op 102 jarigen ouderdom op zijn kasteel te Great Burstead (Essex). Gedurende 60 jaar was hij vrederechter en lid van het Koninklijk Col lege der heelmeesters gedurende 78 jaar. Zijne gezondheid was goed tot zijn laatste dagen, alleen zijn geheugen liet wat te wen schen. Hij rookte niet, en had in zijn leven slechts één glas hier gedronken, te Weenen in 1863. In dLe Salkans Oorlogszucht in Bulgarië. Uit Belgrado werd heden aan de National Zeitung geseind, dat de oorlogsgeestdrift steeds toeneemt. Er hadden betoogingen plaats ten gunste van de oorlogsverklaring aan Turkyë. Een groote volksmenigte trok door de straten en hield stil voor het koninklijke paleis, het minis terie van buitenlansche zaken en de officiers sociëteit en riep onophoudelijk Verklaart den barbaren den oorlog Volgens de laatste berichten van de Servische grens ont vangen, beerscht in oud Servië volslagen oproer. Eene stad geplunderd. De gemeente Zovice,gelegen dichtbij Kozatine en bewoond door Muzulmannen, werd door de Montene grin en in brand gestoken. E©n verwoed gevecht had plaats tusschen de Turksclie troepen en de Malissoren, te Tirada-Krapion, in de streek Elbassan ge legen. De Malissoren werden verslagen en had den 10 dooden. De Turken verloren 3 doo- den en hadden verscheidene gewonden. stelde, de lievigheid van de strijd,de verlegen heid voor den uitslag,de voorbarige zegepraal ovor den vyand, alles voerde my in zulken staat van aandoening dat ik my in het rijtuig of aan het raam moeilyk kon stil houden, of mij beletten mij met de juichende menigte te verheugen. Henri scheen In de zaak zooveel belang te stellen als iemand van ons, hy ging gedurig heen en weer van de kieszaal tot het hotel. Hij won zelfs mijns ooms genegenheid, door het misnoegd uitzicht, met hetwelk hy eens tijding aanbracht dat onze tegenstrever óp onverwachts de meerderheid behaalde, en door de vreugdekreten niet dewelke hij, rond een uur van den tweeden dag, in de kamer vloog,met de verzekering dat Edward's naam zegepralend met eene aanzienlijke meer derheid uitgekomen was. Zijn aangezicht ver raadde eenen hevigen angst, zoolang de uit slag twijfelachtig was, en noch mijn oom,in al de voldoening van eenen partijdigen geest of eenen gelukkigen uitval, noch ik zelf, wan neer ik Edward toegejuicht en op handen gedragen zag waren vroolijker of blijgeestiger dan Henri. Ik was geneigd om naar Edward op 't stad huis te gaan luisteren, en ik drong er op aan, dat Henri en Alice my zouden vergezellen. M. Middleton maakte daarop eenige bemer- ngen maar ik weerlegde ze allen, en wel haast bevond ik my in eene soort van gaande rij, die men met vlaggen, vaandels en de kleuren van 't land en onzer familie, haastig versierd had. Terwijl ik groette, om de toejuichingen die mij als bruid en tevens als eclitgenoote van den zegepralenden gekozene toegestuurd wer den, te beantwoorden, tenvyl ik de ineenge zakte menigte aanschouwde, die den naam et AUGUSTI 1912 Een© bende Bulgaren, bestaande uit 20 man, drong te Denichti binnen, legde eene bom neder voor een bewoond ;lïuis, dat ge heel en al in de lucht vloog. De bende nam daarna de vlucht. Spanj e. Verhongerd. Men meldt dat op de°galei van Figueras, Gatalonië, een galeiboef, die wilde protesteeren tegen het strenge regiem, waaraan hij onderworpen werd, weigerde te eten. Na zes dagen zonder voedsel te zijn gebleven,stierf iiij van uitputting. tul m 1 st ml c3L Ontspoord. De spoortrein, waarin zich priris Hendrik van Pruisen bevond, op weg naar de begrafenis van den Mikkado, is voorhij Iskoetsk, tusschen de halten Gabion en Macom, ontspoord niemand werd ge wond. Gliina Oproer in Mongolië. Tijdingen uit Peking melden gedurige botsingen tusschen de oproerlingen van Mongolië en de Cliinee- sclie troepen, in de streken op de Mantsjoe- rische grens. De troepen zijn verplicht voor het getal te wijken. De toestand is ernstig te Tao Nan Foe, Tsyn-Han-Hsin is reeds door de opstandelin gen bezet. Er zijn uit Moekden twaalf bataljons ver- terking gezonden. Men verwacht nu eerlang een geregeld gevecht. De Ghineezen signaleeren met aandrang de aanwezigheid van Russen onder de Mon golen. Dit is eene groote aanmoediging voor de opstandelingen. De regeering van Peking moet een ulti matum hebben gezonden aan den Khoetoekh- toe van Oerga, hem uitnoodigend zijne onafhankelijkheidsverklaring van Mongolië in te trekken. Zoo hij weigert, zal hij er de gevolgen van dragen. Brussel. Bestolen. Eene rentenier ster der Van Arteveldeplaats t© Gent was Woensdag voor handelszaken naar Biussel gekomen. Toen zij uit de Noordstalie kwam, rukte een gauwdief haar de kleine valies af, die zij "in de hand hield en waarin zich een zilveren beurs en een geldbeugel, 220 frank inhoudend, bevonden. De dief is erin gelukt te ontsnappen. Overreden. De Sjarige Martin Van de Meersche werd Woensdag avond op den hoek van den vlaamschen steenweg en van do Ste-Gatharinaplaats omvergeworpen door eene stootkar. Üe arme kleine,werd een deel der hoofdhuid afgerukt. De policie heeft een onderzoek geopend. Dienstmeid bestolen. Een dienst meid, Francisca Besson. Vischverkoopers- straat, 21-23," bevond Woensdagnamiddag dat do deur barer kamer werd opengebroken. Een dief had er alles overhoop geworpen en de hand gelegd op aandeelen van eene lee ning dor stad Brussel. De kwaaddoener stal insgelijks de juwealen van het meisje en plunderde hare kleerkas. Ongevallen. Eene 60-jarige vrouw uit de Vooruitgangstraat, wilde Woendag op op de Kruidtuinlaan een tram vermijden, doch werd verrast door eer. automobiel en zwaar gewond aan het hoofd. Een heenhouwersgast, wonende 18, Amn- zoneslraat, te Elsene, werd Woensdagavond op den steenweg van Vleurgat met geweld van zijn velo geworpen. Do wielen van een rijtuig rolden over 'hem. Het slachtoffer werd gevaarlijk gewond. VerdwijningenDe politie werd verwittigd dat sedert 22 dezer spoorloos ver dwenen zijn. Mej. Palmvre D..., oud 75 jaar, wonend Ducpéliauxlraat en Mej. Germuiue V..., oud 18 jaar, Gitslraat. Hevige brand. Donderdag namiddag, barstte er in de Huideveltersstraat, een he- van mijnen beminde verkondigde, en dengene die ik aanbad, lang leven wenschte, daar ik voorheen nooit zulk tooneel van volksvreugde bijgewoond had, was ik door de woelige be weging van dat oogenblik gansch buiten mij- zelve. Ik bemerkte dat alle oogen op mij ge vestigd waren, en voor de eerste maal in mijn leven, was ik overtuigden verheugd, dat ik schoon was. t Het gerucht van het handgeklap steeg op van uit hot volk de lucht weerklonk met de kreten Lang leve de bruid van Middleton Lang leve de bruid van Elmsley! Edward trad in de zaal, en keek omhoog naar de galerij waar ik mij bevond. De glimlach, die zijne wezenstrekken ophelderde de aandach tige blik, die hy eene wijl op mij vestigde vooraleer hy begon te spreken, overtuigden meer dan woorden hadden kunnen doen, dat de schoone. die de geestdrift der menigte opgewekt had, over zyn hart heerschte, ea zijne gansche ziel in haar bezit had. Hij begon te spreken. Onwillekeurig greep ik de hand van Ilenri, terwijl ik met adem- looze aandacht luisterde.Zijne eerste woorden waren traagzaam uitgesproken, docli zeer goed gekozen en wel toegepast. Trapsgewijze vuurde hij zich aan, en in 't kort verslag, dat hij van zijne staatkundige gevoelens gaf, ont dekte men die kracht van gedachten en uit drukking, die eene verhevene welsprekend heid verraadt. Daarenboven, in zijne huuding en zijne woorden scheen die overtuiging van onbevlekte waardigheid en oprechtheid, wier zedelijke invloed noch door schitterend ver nuft, nonli door ij verigen partijgeest kan ver vangen worden. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1912 | | pagina 2