VERVALLEN GROOTHEID,
Voor da uitwijdingen,
Erussslscfie briefwisseling.
Til. Stevens,
OFFICIEELE~KWO TEERING
BJEBEéEELiSaeEa.
6
dan 3150.000 blinden.'waarvanhet groot
ste getal door hune eigene onvoorzich
tigheid van het licht zijn beroofd.
Daarom roepen wij u beste lezers toe!
Spaart uwe oogen Een kwaal voor
komen is gemakkelijker dan dejgevol-
gen ervan te doen verdwijnen.
Wanneer de oogen 'tzij van binnen
cf aan den schedel rood worden moet
men spoedig zich tot eenen. oogmeester
wenden
Het kwaad niet spoedig uitgeroeid.
IIREFT ALTIJD GROOTER KWAAD GEBROEID.
Voor flauwe, slechte, en donkere
oogen raadt men aan ze te baden of te
wasschen met het sap van eenen wijn
gaard, of met water waarin men wit
ten, gebranden en gestampten 'aluin
heeft gemengd.
De bladeren van den notenboom
hebben eene samentrekkende kracht en
worden voor klierachtige oogziekten
aanbevolen.
Om een seherp en beter gezicht te
bekomen droppe men Venkelsap in de
oogen men kan dit ook met kandijsui-
kei kleverig te maken.
Voor daistere oogen wordt nog aan
geraden ze dikwijls te wasschen met
[iet water waarin oogentroost (euphra-
»ia) eene kleine en op zandgronden
gcmeene plant gezoden of theevor-
mig opgegoten is.
Wascht de oogen met het sap waarin
Suikerijbloemen gekookt zijn.
Men kan ook het sap van stinkende
gouwe of oogenklaar (Chelidoni major)
met honing zieden, en na het goed ge
schuimd te hebben,in de oogen druipen.
Het is zeer bijtend en afetend.
De groote langgesteelde bladeren van
het Beverkruid (Platago) of de weeg
bree, somS ook nog hondsribben gehee-
ten,ende aar die witte, grauwe bloe-
mekens draagt welke zaadjes voort
brengen, behelzen een kleverachtig
vocht dat men tot eene uitmuntende,
verzachtende oogzalf kan bereiden
men late 50 grammen groene of droge
bladeren in eenen liter water koken,
en met dat kleverachtig sap wassche of
bade men flauwe oogeD, dat zijn dezul
ken die het zonlicht niet kunnen ver
dragen, gedurig loopen en tranen laten
wegvloeien.
Een ander middel tegen verzwakking
der oogen is het volgende In 1/8 bran
dewijn doe men 20 grammen rozema
rijnbladeren, schudde dit dagelijks een
paar malen door elkander, late het
mengsel drie dagen staan,en dan door
zijgen. Van het doorzegene of heldere
vocht neme men een theelepeltje.
Sluiten wij deze verhandeling over
dit kostelijk zintuig met de wijsheid en
de almacht van den Schepper te loven
en te bewonderen. Zoo kunstig is de
oog gemaakt, zoo ingewikkeld is hare
samenstelling en zoo menigvuldig zijn
de voorzorgen die God voor dat koste
lijk zintuig genomen heeft, dat alle
geleerden er voor in verbazing staan.
Welke verpletterend bewijs voor de
goddeloozen van het bestaan van een
wijs Opperwezen, dat onze nieren en
herten doorgrondt.
Terecht roept de Psalmist uit
Zoude Hijdie het oog zoo kunstig ge-
maakt hee/t, niet ziende zijn en niet gade
slaan teat in zijne schepping plaats grijpt
Qui Jinxis oculus non consideret
(Wordt voortsgezet) P.
Zondag - mengelwerk.
29' Vervolg.
Maar men moet ook niet op zulk eene
wijze, als gij deedt, de dames in den weg
staan Antwoordde de assessor lachende, en
inmiddels o.gende dat, terwijl de kamer
jonker nog bezig was om zich af te droogen,
alle plaatsen bezet werden, zoodat de jonker,
toen bij eiödelijk naar de dame ran zijn hart
omzag, deze tusschen hare moeder en den
barop Lindsköld geplaatst vond. Nu was hij
verplicht, zoo hij niet wilde blijven staan en
aan het stooten der rooiers blootgesteld zijn,
het hoekje in te nemen, dat nog alleen was
overgebleven, de plaats namelyk naast jufvr,
Nyqvist, wat hij dan ook eindelijk met alle
teekenen van weerzin deed.
Met de goede luim van den kamerjonker
was het door dit ongeval ten eenenmale uit
zijne buurvrouw daarentegen herstelde zich
spoedig van haren schrik en knoopte met de
heeren in hare nabijheid een staatkundig ge
sprek aan. Dezen hadden echter in de laatste
dagen geene dagbladen gelezen, en poogden
daarom aan het onderhoud eene andere rich
ting te geven, door haar bijzonderheden om
trent eenige badgasten te vragen. Nu vloeiden
de woorden als een stroom van de dunne lip
pen van jufvrouw Nyqvist, ofschoon zij
eigenlijk geenen opmerkzamen toehoorder
had buiten den luitenant-kolonel,die bij deze
gelegenheid eei.e menigte inlichtingen op
deed, van welke hij later partij hoopte te
trekken.
Men schrijft ons uit Brussel
Zaterdag, 31 Oogst 1912.
De fanfaren Wauquier van Vleurgat,
onder het eerevoorzitterschap van Prins-*
Pieter de Caraman Ghimay, heeft Zondag
haar geweon uitstapje naar Hooylaert-bij-
Groenendael gedaan, 't Is het land der
serren. Het is van dat dorp, en uit de om
streken, dat de groote hoeveelheden schoon©
druiventrossen komen, welke men gewoon
lijk bij den aanvang van het schoon seizoen,
reeds in de uitstallingen der fruitverkoopers
kan bewonderen. Is er nu wat vertraging bij
de trossen, dan is zulks le wijten aan de zon,
die, men mag liet wel zeggen, al te lang in
verlof is gegaan. Evenwel had de zon er in
toegestemd Zondag ook van de partij te zijn
on de regen werd heel dén dag achterge
houden.
Na eens goed van.de druiven geproefd te
hebben, vergaderde^ de genoodigden ten
getalle van 190, waaronder verscheidene
damen, aan een Koninklijk feestmaal, in de
zaal der Harmonie. De terugkeer naar
Vleurgat, 's avonds, was waarlijk toover-
achtig. Al de niet spelende leden, eereleden
en damen,droegen veelkleurige ballonnekens.
't Was voorwaar een schoon feestje, dat tèr
eere strekt der inrichters en bijzonderlijk van
den voorzitter en den schrijver.
De lijkplechtjgheden van M. Leon De
Laotsheere, wélke Donderdag te Assehe
plaats hadden, waren indrukwekkend en 't
was als een algemeene rouw. Was de brave
man een groote minister en een uitstekend
geleerde, bij was ook een uitstekend viool
speler. Herinneren wij hier ter loops, dat
wij reeds vroeger twee ministers hadden, die
echte virtriozen waren op de viool Prins de
Ghimay, vader van prins Pieter de Caraman
Ghimay die zelf ook een uitstekend viool
speler is, en Jules Lejeune.
Die drie groote mannen zochten en vonden
in het vioolspel het middel, om hun geest
door politiek of ander werk overspannen, te
laten rusten.
Gezien het slechte weder, waarmedo wij
nu begiftigd zijn, zal het niemand verwonde
ren, dat er maar weinig jagers uitgetrokken
zijn om de jacht te openen.
Diensvolgens is er ook niet veel wild in de
hallen te Brussel, en zijn de prijzen zeer
hoog. De Brusselaars zijn nochtans groote
liefhebbers van wild, hetgeen niet te ver
wonderen is, aangezien een goed haasje of
een patrijsje in 't geheel niet te versmaden is
en integendeel zeer lekker is. Een mijner
vrienden, een goed jager, heeft mij zoo een
beestje beloofd voor Zondag en 't water
komt mij nu al in den mond...
Eene zonderlinge bruiloft werd Maandag
te Brussel gevierd. De jonggehuwden reden
per tandem, vergezeld door talrijke vrienden
en voorafgegaan door de velofanfaro La
Pedale van Elsene, waarvan de man lid is.
De stoet bevatte ongeveer 150 genoodigden,
allen per rijwiel. Onder het spelen eener
lustige Marsch kwamen zij op de Groote
Markt gereden waar eene g:roote menigte
nieuwsgierigen hen eene ovatie braebt. Na
do godsdienstige plechtigheid in de kerk van
St-Katherina, werd het bruiloftsmaal gehou
den in de oude gekende herberg - De Bloe
menmarkt Zes Penningenstraat. De spijs
kaart bevatte voor ieder twee ballekens, een
boterham met plattekees en een stuk rijs-
taart. Lambic en gueuze waren a volonté
en onnoodig te zeggen dat allen er hun deel
van binnengoten....
Het gouvernement en provinciaal Bestuur
van Brabant, zijn nu eindelijk t' akkoord ge
komen voor de vergrootingswerken van het
Provinciaal hotel, langs den kant der Lom
bardenstraat. Einde September zal de aan-
Toen men eindelijk ver genoeg van den
oever verwijderd was, om met visschen een
begin te maken, verwisselde het gezelschap
van plaats. De baron, de assessor, de luite
nant-kolonel en Amalia wierpen gelijktijdig
hunne hengels uit,en de kamerjonker spoorde
allen aan, om zich doodstil te houden. De
kleine Alfred stiet evenwel plotseling eenen
gil vac vreugde uit, toen zijne Ammi een aar
dig visehje optrok, dat Borgenstjerna haar
van den haak hielp losmaken en in den viscli-
bak wierp.
Nu verliepen er eenige oogenblikken, dat
er niets gevangen werd, totdat de baron zoo
gelukkig was eene goede vangst te doen bij
den assessor wilde echter niets aanbijten. Hij
schreef dit aan het onophoudelijke gesnap van
jufvrouw Nyqvist toe, en wilde juist aan zijne
verbolgenheid jegens haar lacht geven, toen
hij iets zwaars aan zijnen heugel voelde.
Nu, dames is het mijne beurt! riep hij
met eene triomfeerende houding denke
lijk een groote kabeljauw en meteenen trok
hij haastig den hengel op. Op het eigen oogen-
blik hief jufvrouw Nyqvist een gevaarlijk
gegil aan, want eene geweldige groote zeekat
had zich van den hoek losgewrongen en was
juist in den schoot gevallen. Dit zeemonster,
waarmede niet te spotten is, (daar het zeer
lange en scherpe tanden heeft en vinnig
bijten kan), en wiens bovenlijf volmaakt naar
dat eener kat gelykt, wentelde zich in den
schoot van jufvrouw Nyqvist om en om, en
bemorste met zijn vuil slijm deu fraaien zijden
mantel.
Wirèn had in het eerst geenen lust om het
ondier aan te grijpen toen hij echter zijne
vrouw, die er dichtst bij zat, zag verbleeken
en het geschreeuw der overige dames hoorde,
die door Alfred trouw werden bijgestaan,
i DE VOLKSSTEM uujihmh
bestedingplaals hebben. Op het gelijksvloers
zulleff, voor rekening van den staat, maga
zijnen gebouwd worden. De uitbreiding van
den linkervleugel, langs de Lombardenstraat
'zal op gemeenzame kosten gedaan worden.
De namen der straten zouden moeten on
veranderd blijven, want in sommige gemeen
ten is het als eene ziekte die onder gemeente
overheden woedt. Al de straten worden er
herdoopt ter eere van den èenen of den an
deren politieker. In meest alle Brusselscbe
voorsteden, is het voldoende de namen der
straten te lezen, om te weten welke politieke
partij er aan het bewind is. 't Is oprecht be
lachelijk.
Men hoopt dat in November aanstaande
de herstelling der oude gevels op de Groote
Markt zal geëindigd zijn en dat de stellingen
er eindelijk zullen verdwijnen.
Het beeldhouwwerk zal dan in al zijne
schoonheid en pracht prijken. De Groote
Merkt zal er nog mede verschoonen.
Tusschen de twee buizen welke thans her
steld worden, is een ijzeren hekken dat veel
beziens heeft. Dit hekken diende vroeger om
een straatje af te sluiten, <jat van de Melk
markt naarde Groote Markt liep en liet in
tijd van oploopen de magistraten toe het
stadhuis te bereiken-, daar de straten die naar
de Groote Markt leidden.met ijzeren hekkens
afgesloten waren.
Zooals vroeger heeft het gemeentebestuur
van Brussel aan de Belgische Vereeniging
van oud-officieren en onderofficieren van het
leger de zorg opgedragen, der inrichting van
de Vaderlandsche betooging. welke op 29
September zal plaats hebben, op de Marte-
laarplaals, ter herinnering- aan do Septem
berdagen van 1830. Alle maatschappijen van
oud-soldaten van het land, zijn uitgenoodigd
om aan den stoet deel te nemen. De stoet zal
gevormd worden om 91/2 ure in de August
Ortstraat, nabij de Beurs.
De klassen der ruiterij en der bereden
artillerie zullen op 30 September in onbe
paald verlof gezonden worden en de klas der
artillerie te voet op 15 December. Onder het
bevel van den generaal-bevelliebber der
3° brigade artillerie, zullen op Dinsdag 3
September, tusschen Brussel en Leuven,
nabij Gortenberg, legeroefeningen plaats
hebben. Koben.
Men weet in welken droevigen toe
stand meestendeels de arbeiders ver-
keeren, die naar den vreemde uitwijken,
het zij om er tijdelijk werk te zoeken,
het zij om er zich voorgoed te vestigen.
Er is nu een Motu Proprio van Z. H.
Paus Pius X betreffende die uitwijke
lingen afgekondigd.
De H. Vader doet daarin opmerken,
dat de Kerk, alhoewel als eene ware
moeder voor alle katholieken bezorgd,
niettemin hare bijzondere aandacht
wijdt aan do werklieden, die, tot ver
betering van hun lot, hun vaderland
verlaten, om naar den vreemde te trek
ken, waar zij dikwijls gevaar loopen,
jammerlijke nadeelen te lijden ten op
zichte dereeuwige goederen, terwijl zij
met de tijdelijke goederen bekommerd
zijn. Daarom ook moedigt de H. Stoel
de vereenigingen aan, voor het zedelijk
welzijn der uitwijkelingen gesticht, en
zoowel Z. H. Paus Pius X, als zijn voor
ganger, Leo XIII heeft altijd de bis
schoppen aanbevolen op bijzondere
maakte hij zich gereed om, met het pand van
zijnen jas om de hand gewonden, het dier te
vatten. Borgenstjerna, die een weinig meer
ter zijde stond, was evenwel koelbloediger
dan zijn vriend; hij greep het met eene
vaste hand in den nek, en slingerde het in den
vischbak.
Neen, om Godswil, smijt het In zee
riep jufvrouw Nyqvist. De roeiers echter
kantten zich hier tegen aan en verzochten om
het dier, verzekerende dat geen visch beter
smaakte dan eene zeekat.
Nu dan willen wij het dier ook behou
den, sprak Wirèn, zoo ten minste de overige
dames niet van hetzelfde gevoelen zijn als
jufvrouw Nyqvist. Wat dunkt u, Virginia
willen wij het dier mede naar huis nemen
Waarom niet
Mevrouw von Dressen en Amalia waren
van hetzelfde gevoelen, en de baron riep met
ware geestdrift
Om alles in de wereld.laten wij zulk eene
zeldzaamheid niet weder in zee werpen Ik
heb reeds lang gewenscht om zulk een beest
eens van nabij te beschouwen.
Ach hemel, mijn mantel jammerde
jufvrouw Nyqvist. Hij is geheel bedorven
Gij hadt toch wel wat voorzichtiger kunnen
zijn, heer assessor, en moeten bedenken, dat
er eene dame in uwe nabijheid was.
Ach, lieve jonkvrouw, ik bid u duizend
maal om verschooning! Maar ik dacht juist
aan het belangwekkend artikel in het Avond
blad, waarin Frankrijks staatkundige toe
stand zoo treffend ontwikkeld is. Ik ben over
tuigd, dat gij het ook niet over het hoofd hebt
gezien het stond in een van de laatste num
mers ik zou er wezenlijk veel prijs op stel
len, uw oordeel te vernemen.
Ja, zeker heb ik het gelezen, en naar
wijze voor het zleleheil dier werklieden
zorg te dragen.
Door het steeds toenemend verkeer,
r'oir de groote gemakkelijkheden van
het reizen en andere oorzaken nog, ver
meerdert het getal landverhuizers van
dag tot dag. De H. Vader aanziet het
dan ook als zijn plicht, bijzondere maat-
tregelen te nemen om hen in hunne
geestelijke noodwendigheden bij te
staan. Wij zijn, zegt hij, diep ontroerd
door de talrijke gevaren, waaraan de
godsdienstige gevoelens en de zedelijk
heid dier uitwijkelingen blootgesteld
zijn meestal kennen zij de taal en de
gewoonten niet van de streek waar zij
zich gaan vestigen, en bij gebrek aan
zielenherders, kunnen zij zich denoo-
dige hulpmiddelen voor hun geestelijk
leven niet aanschaffen, en de bisschop
pen, evenals de vereenigingen tot be
scherming der landverhuizers gesticht,
zijn niet altijd in staac om ze hun op
voldoende wijze te bezorgen.
De maatregelen, tot nu toe genomen
om in dien betreurenswaardigen toe
stand te voorzien, hebben de verwachte
uitslagen niet opgeleverd, daar de
grootheid van het werk, de lofwaar
dige pogingen dergenen, die er zich
aan toegewijd hebben, te boven gaat,
ofwel ook omdat er menigmaal gebrek
is aan verstandhouding en eenheid in
de werking.
De Paus heeft daarom besloten, na de
cardinaals der Congregatie van het
Consistorie geraadpleegd te hebben, in
die Congregatie eene nieuwe afdeeling
te stichten voor de zielezorg der uit
wijkelingen. Die afdeeling zal gelast
zijn de noodige maatregelen te be
ramen, om den toestand der landver
huizers, tot den latijnschen ritus be-
hoorende, onder godsdienstig opzicht
te verbeteren, terwijl de Congregatie
der Propaganda zal blijven zorgen voor
de uitwijkelingen der Oostersche ritus
sen.
De nieuwe afdeeling der Congregatie
van het Consistorie zal ook zorg moe
ten dragen voor de priesters die naar
vreemde landen uitwijken.
Met de hulp der bisschoppen, aan
wier gezag de inwijkelingen onder
worpen zijn en met de ondersteuning
der vereenigingen, tot bescherming der
landverhuizers gesticht, en welker
werking zij volgens de plaatselijke
noodwendigheden zal besturen, zal de
'Congregatie alles om ter beste trachten
te verbeteren. De H. Vader drukt de
hoop uit dat al de geloovigen het werk,
voor het geestelijk en zedelijk welzijn
hunner broeders gesticht, door hunne
gebeden en hunne aalmoezen, elk in de
maat zijner krachten zullen ondersteu
nen, overtuigd als zij zijn dat de opper
ste bisschop en herder onzer zielen,
dien liefdedienst met het grootste loon
inden hemel zal vergelden.
Het Motu Proprio aan Z. H. Paus
Pius X betreffende de uitwijkelingen
is gedagteekend van 15 Augustus 1912
en is ofgekondigd in de laatst versche
nen aflevering van de «Acta Apostolicce
Sedis.
mijn inzien... BIJ deze woorden zette jufvrouw
Nyqvist zich naast den assessor, die in den
staatkundigen zondvloed vreesde te verdrin
ken, welke thans zich over hem vreesde uit
te storten. Om zich daarover te behoeden,
begon hij den hengel zoo te hanteeren, als zat
er andermaal een vertegenwoordiger van het
zeekattengeslacht aan den haak.
Sneller dan de weerlicht vloog jufvrouw
Nyqvist overeind, en stoof naar het andere
einde der boot, zonder op het geschreeuw
der overige dames acht te slaan, die het om
kantelen van'het geweldig aan 'tslingeren
geraakte vaartuig vreesden.
De zaak wordt op den duur toch wat
eentonig, merkte thans de kamerjonker aan,
die sedert het ©ngeval met zijnen mantel bijna
geen woord gesproken had en hij wierp
daarby eenen smachtenden blik op het strand
van Kjebal. De dames zijn het zeker ook al
moede.
Mevrouw Wirèn zweeg mevrouw von
Dressen hield het varen voor eene aangename
uitspanning, en Amalia, die al vrij wat ge
vangen had, vermaakte zich al te zeer, ©m
in den voorslag der landing behagen te vin
den. Nadat men echter-nog eene poos gehen
geld had, stuurde men op het strand aan, en
stuurde van daar naar Norkjar, alwaar Wirèn
in eene lommerrijke laan halt maakte, en het
gezelschap uitnoodigde om op het gras plaats
te nemen. Een tafellaken werd hier uitge
spreid, en weldra prykten flesschen, glazen,
gebak, vauchten en ververschingen van aller-
handen aard daarop, welk een en ander door
het gezelschap wakker werd aangesproken.
Een Godenfeestriep de baron, en strek
te de hand naar een glas limonade uit. Wie
van de dames wil de goedheid hebben voor
mij een appelsien te schillen
l Ëff 2 SEPTEMBER 1912
WISSELAGENT,
16, Onderwijsstraat (Achterstraat), Aalst,
Telefoon 68A
Aankoop en vorkoop van titels aan 1 frank per
duizend. Kostelooze uitbetaling van coupons en
nazien van trekkingen.
BEURS VAN BRUSSEL 30 AUGUSTI
Leen van Staaf, Provin., Steden
Belgische leening le r.
3
81.25
Belgische leening 26 r.
8
80.10
Belgische leening 3° r.
3
81
Belgische leening
2,5
Belgische schatkistbon 4
100
Kongo uitbeerbaar
4
95.55
Kongo (Loten)
77.-
77!25
Annuiteiten
3
82.65
82.85
Gemeentekrediet
3
Gemeentekrediet 1868
3
Buurtspoorw. Jan.-Juli 3
79.—
Buurtsp. obl. Mei-Nov
3
79.—
79.50
Buurtspoorw. (loten) 2,5
Anderlecht 1907
3,5
Aalst
3
Antwerpen 1887
2,5
84.-
Antwerpen f§03
2
Brussel 19Ó2
2,5
mm,
Brussel J.905
2
72
Brussel Zeehaven
2
69
Charleroi 1905
3
Gent 1896
2
68! 75
Elsene 1880
3
Elsene 190S
3,5
Laken 1902
3
Luik 1860
3
Luik 1897
2
68!b0
Luik 1905
2
72.25
72!t5
Mechelen 1885
3
82.40
Mechelen 1897
3
Oostende 1852
Oostendg 1898
2
66.25
66.50
Siqt-Öillis 1904
3
80.30
St-Joos-ien-Noode 1881
3
Schaarbeek (100 fr.)
2
Schaarbeek (500 fr.)
3
Spa 1909
3,5
Doornik (50 fr.)
3
Vervicrs 1873
3
Vervbers 1893
3
SOTTEGEM
Op 8 September 1912 zullen hier plaats
grijpen groote Conscience-feesten, waarvan
't programma luidt volgt
Zaterdag 7 Sept. om 6 ure 's avonds.
Aankondiging der feestelijkheden door
bazuingeschal.
Zondag S September.
9 1/2 ure. Algemeen© vergadering der
opgekomene studeutengilden waai'op de heer
Lod. Dosfel is uitgonoodigd.
11 ure. Concert van thebaansche trom
petten.
3 ure. Groote praalstoet met wagens
en groepen De werken van Conscience
voorstellend.
In den namiddag concerten op den wijk
Bevegem, door de toegetredene maatschap
pijen.
8 ure. Prachtig vuurwerk.
HERZELE.
De inhaling van den E. H. De Meester,
als Pastoor-Deken van Herzele, 13 vastge
steld op Zondag S Septemberaanstaande,
om 3 uren namiddag
Er worden toebereidselen gemaakt om die
inhuldiging zoo luisterrijk mogelijk le ma
ken.
Binnen eenige dagen zullen wij de orde
van den stoet en de verschillige feestelijkhe
den van dien dag mededeelen.
AYGEM
Tentoonstelling van fruit, groensel, land-
bouwvruchten en werktuigen, op Zondag
8, 9, en 10 September.
Voordracht en inlichtingen op Zondag 25
Oogst, na de hoogmis bij M. De Rycke. door
M. Paul Daens, hof- en landbouwkundige,
gediplomeerde werktuigkundige te Erembo-
bodegem.
Iedereen mag fruit medebrengen ten einde
er de naam en waarde als handels- of tafel
vrucht van te kennen. Wij verwachten ook
bijzonder al de vertegenwoordigers dor hui
zen van landbouwmachienen.
Ik riep Amalia, terwijl zij naar eenen
appelsien en een klein mesje greep.
De oude baron knikte vergenoegd, en wierp
eenen schalkschen blik op den kamerjonker,
die er nog zeer verdrietig uitzag, maar nu
insgelijks eenen appelsien nam, en daarbij
uitriep
O, dat ik toch zoo gelukkig ware Nog
nimmer heb ik twee kleine sneeuwwitte han
den gezien, die met meer bevalligheid een
appelsien ontleedden,dan die van de genadige
jonkvrouw
Zeer voldaan over zijn geestig kompliment,
blikte hij met welgevallen in het rond.
Amalia sloeg er geen acht op, maar stak
met een vriendelijk lachje den geschilden
appelsien op den punt van het mes, en reikte
hem den baron toe. die met de aan een oud
man vergunde vrijheid de kleine poezele
hand teeder drukte, welke hein dezen vriend
schapsdienst bewees.
Thans begeerde Alfred dat Ammi ook
voor hem een sinaasappel zou schillen. Zy
zette den knaap naast zich, vervulde zijnen
wensch, en sneed den appelsien in vier stuk
jes.
Dat is lief van u, Ammi riep de kleine.
Nu zult gij één stukje hebben, papa ééo,
Diana één, en ik één.
Amalia nam haar deel, om den knaap te
vrede te stellen, en met veel smaak nuttigde
Borgenstjerna het zijne. Toen echter de
kamerjonker van Alfred tegen eenen heeleu
appselsien het stukje wilde ruilen, dat doze
voor Diana bestemd had, sloeg Alfred, tut
groot genoegen van Amalia, dezen voorslag
glad af. Diana vergenoegde zich echter met
aanzijn stukje te rieken, waarop deze deoi
kop onverschillig afwendde.
(Wordt voortgezet).