VERVALLEN GROOTHEID, Voor da uitwijdingen, Erussslscfie briefwisseling. Til. Stevens, OFFICIEELE~KWO TEERING BJEBEéEELiSaeEa. 6 dan 3150.000 blinden.'waarvanhet groot ste getal door hune eigene onvoorzich tigheid van het licht zijn beroofd. Daarom roepen wij u beste lezers toe! Spaart uwe oogen Een kwaal voor komen is gemakkelijker dan dejgevol- gen ervan te doen verdwijnen. Wanneer de oogen 'tzij van binnen cf aan den schedel rood worden moet men spoedig zich tot eenen. oogmeester wenden Het kwaad niet spoedig uitgeroeid. IIREFT ALTIJD GROOTER KWAAD GEBROEID. Voor flauwe, slechte, en donkere oogen raadt men aan ze te baden of te wasschen met het sap van eenen wijn gaard, of met water waarin men wit ten, gebranden en gestampten 'aluin heeft gemengd. De bladeren van den notenboom hebben eene samentrekkende kracht en worden voor klierachtige oogziekten aanbevolen. Om een seherp en beter gezicht te bekomen droppe men Venkelsap in de oogen men kan dit ook met kandijsui- kei kleverig te maken. Voor daistere oogen wordt nog aan geraden ze dikwijls te wasschen met [iet water waarin oogentroost (euphra- »ia) eene kleine en op zandgronden gcmeene plant gezoden of theevor- mig opgegoten is. Wascht de oogen met het sap waarin Suikerijbloemen gekookt zijn. Men kan ook het sap van stinkende gouwe of oogenklaar (Chelidoni major) met honing zieden, en na het goed ge schuimd te hebben,in de oogen druipen. Het is zeer bijtend en afetend. De groote langgesteelde bladeren van het Beverkruid (Platago) of de weeg bree, somS ook nog hondsribben gehee- ten,ende aar die witte, grauwe bloe- mekens draagt welke zaadjes voort brengen, behelzen een kleverachtig vocht dat men tot eene uitmuntende, verzachtende oogzalf kan bereiden men late 50 grammen groene of droge bladeren in eenen liter water koken, en met dat kleverachtig sap wassche of bade men flauwe oogeD, dat zijn dezul ken die het zonlicht niet kunnen ver dragen, gedurig loopen en tranen laten wegvloeien. Een ander middel tegen verzwakking der oogen is het volgende In 1/8 bran dewijn doe men 20 grammen rozema rijnbladeren, schudde dit dagelijks een paar malen door elkander, late het mengsel drie dagen staan,en dan door zijgen. Van het doorzegene of heldere vocht neme men een theelepeltje. Sluiten wij deze verhandeling over dit kostelijk zintuig met de wijsheid en de almacht van den Schepper te loven en te bewonderen. Zoo kunstig is de oog gemaakt, zoo ingewikkeld is hare samenstelling en zoo menigvuldig zijn de voorzorgen die God voor dat koste lijk zintuig genomen heeft, dat alle geleerden er voor in verbazing staan. Welke verpletterend bewijs voor de goddeloozen van het bestaan van een wijs Opperwezen, dat onze nieren en herten doorgrondt. Terecht roept de Psalmist uit Zoude Hijdie het oog zoo kunstig ge- maakt hee/t, niet ziende zijn en niet gade slaan teat in zijne schepping plaats grijpt Qui Jinxis oculus non consideret (Wordt voortsgezet) P. Zondag - mengelwerk. 29' Vervolg. Maar men moet ook niet op zulk eene wijze, als gij deedt, de dames in den weg staan Antwoordde de assessor lachende, en inmiddels o.gende dat, terwijl de kamer jonker nog bezig was om zich af te droogen, alle plaatsen bezet werden, zoodat de jonker, toen bij eiödelijk naar de dame ran zijn hart omzag, deze tusschen hare moeder en den barop Lindsköld geplaatst vond. Nu was hij verplicht, zoo hij niet wilde blijven staan en aan het stooten der rooiers blootgesteld zijn, het hoekje in te nemen, dat nog alleen was overgebleven, de plaats namelyk naast jufvr, Nyqvist, wat hij dan ook eindelijk met alle teekenen van weerzin deed. Met de goede luim van den kamerjonker was het door dit ongeval ten eenenmale uit zijne buurvrouw daarentegen herstelde zich spoedig van haren schrik en knoopte met de heeren in hare nabijheid een staatkundig ge sprek aan. Dezen hadden echter in de laatste dagen geene dagbladen gelezen, en poogden daarom aan het onderhoud eene andere rich ting te geven, door haar bijzonderheden om trent eenige badgasten te vragen. Nu vloeiden de woorden als een stroom van de dunne lip pen van jufvrouw Nyqvist, ofschoon zij eigenlijk geenen opmerkzamen toehoorder had buiten den luitenant-kolonel,die bij deze gelegenheid eei.e menigte inlichtingen op deed, van welke hij later partij hoopte te trekken. Men schrijft ons uit Brussel Zaterdag, 31 Oogst 1912. De fanfaren Wauquier van Vleurgat, onder het eerevoorzitterschap van Prins-* Pieter de Caraman Ghimay, heeft Zondag haar geweon uitstapje naar Hooylaert-bij- Groenendael gedaan, 't Is het land der serren. Het is van dat dorp, en uit de om streken, dat de groote hoeveelheden schoon© druiventrossen komen, welke men gewoon lijk bij den aanvang van het schoon seizoen, reeds in de uitstallingen der fruitverkoopers kan bewonderen. Is er nu wat vertraging bij de trossen, dan is zulks le wijten aan de zon, die, men mag liet wel zeggen, al te lang in verlof is gegaan. Evenwel had de zon er in toegestemd Zondag ook van de partij te zijn on de regen werd heel dén dag achterge houden. Na eens goed van.de druiven geproefd te hebben, vergaderde^ de genoodigden ten getalle van 190, waaronder verscheidene damen, aan een Koninklijk feestmaal, in de zaal der Harmonie. De terugkeer naar Vleurgat, 's avonds, was waarlijk toover- achtig. Al de niet spelende leden, eereleden en damen,droegen veelkleurige ballonnekens. 't Was voorwaar een schoon feestje, dat tèr eere strekt der inrichters en bijzonderlijk van den voorzitter en den schrijver. De lijkplechtjgheden van M. Leon De Laotsheere, wélke Donderdag te Assehe plaats hadden, waren indrukwekkend en 't was als een algemeene rouw. Was de brave man een groote minister en een uitstekend geleerde, bij was ook een uitstekend viool speler. Herinneren wij hier ter loops, dat wij reeds vroeger twee ministers hadden, die echte virtriozen waren op de viool Prins de Ghimay, vader van prins Pieter de Caraman Ghimay die zelf ook een uitstekend viool speler is, en Jules Lejeune. Die drie groote mannen zochten en vonden in het vioolspel het middel, om hun geest door politiek of ander werk overspannen, te laten rusten. Gezien het slechte weder, waarmedo wij nu begiftigd zijn, zal het niemand verwonde ren, dat er maar weinig jagers uitgetrokken zijn om de jacht te openen. Diensvolgens is er ook niet veel wild in de hallen te Brussel, en zijn de prijzen zeer hoog. De Brusselaars zijn nochtans groote liefhebbers van wild, hetgeen niet te ver wonderen is, aangezien een goed haasje of een patrijsje in 't geheel niet te versmaden is en integendeel zeer lekker is. Een mijner vrienden, een goed jager, heeft mij zoo een beestje beloofd voor Zondag en 't water komt mij nu al in den mond... Eene zonderlinge bruiloft werd Maandag te Brussel gevierd. De jonggehuwden reden per tandem, vergezeld door talrijke vrienden en voorafgegaan door de velofanfaro La Pedale van Elsene, waarvan de man lid is. De stoet bevatte ongeveer 150 genoodigden, allen per rijwiel. Onder het spelen eener lustige Marsch kwamen zij op de Groote Markt gereden waar eene g:roote menigte nieuwsgierigen hen eene ovatie braebt. Na do godsdienstige plechtigheid in de kerk van St-Katherina, werd het bruiloftsmaal gehou den in de oude gekende herberg - De Bloe menmarkt Zes Penningenstraat. De spijs kaart bevatte voor ieder twee ballekens, een boterham met plattekees en een stuk rijs- taart. Lambic en gueuze waren a volonté en onnoodig te zeggen dat allen er hun deel van binnengoten.... Het gouvernement en provinciaal Bestuur van Brabant, zijn nu eindelijk t' akkoord ge komen voor de vergrootingswerken van het Provinciaal hotel, langs den kant der Lom bardenstraat. Einde September zal de aan- Toen men eindelijk ver genoeg van den oever verwijderd was, om met visschen een begin te maken, verwisselde het gezelschap van plaats. De baron, de assessor, de luite nant-kolonel en Amalia wierpen gelijktijdig hunne hengels uit,en de kamerjonker spoorde allen aan, om zich doodstil te houden. De kleine Alfred stiet evenwel plotseling eenen gil vac vreugde uit, toen zijne Ammi een aar dig visehje optrok, dat Borgenstjerna haar van den haak hielp losmaken en in den viscli- bak wierp. Nu verliepen er eenige oogenblikken, dat er niets gevangen werd, totdat de baron zoo gelukkig was eene goede vangst te doen bij den assessor wilde echter niets aanbijten. Hij schreef dit aan het onophoudelijke gesnap van jufvrouw Nyqvist toe, en wilde juist aan zijne verbolgenheid jegens haar lacht geven, toen hij iets zwaars aan zijnen heugel voelde. Nu, dames is het mijne beurt! riep hij met eene triomfeerende houding denke lijk een groote kabeljauw en meteenen trok hij haastig den hengel op. Op het eigen oogen- blik hief jufvrouw Nyqvist een gevaarlijk gegil aan, want eene geweldige groote zeekat had zich van den hoek losgewrongen en was juist in den schoot gevallen. Dit zeemonster, waarmede niet te spotten is, (daar het zeer lange en scherpe tanden heeft en vinnig bijten kan), en wiens bovenlijf volmaakt naar dat eener kat gelykt, wentelde zich in den schoot van jufvrouw Nyqvist om en om, en bemorste met zijn vuil slijm deu fraaien zijden mantel. Wirèn had in het eerst geenen lust om het ondier aan te grijpen toen hij echter zijne vrouw, die er dichtst bij zat, zag verbleeken en het geschreeuw der overige dames hoorde, die door Alfred trouw werden bijgestaan, i DE VOLKSSTEM uujihmh bestedingplaals hebben. Op het gelijksvloers zulleff, voor rekening van den staat, maga zijnen gebouwd worden. De uitbreiding van den linkervleugel, langs de Lombardenstraat 'zal op gemeenzame kosten gedaan worden. De namen der straten zouden moeten on veranderd blijven, want in sommige gemeen ten is het als eene ziekte die onder gemeente overheden woedt. Al de straten worden er herdoopt ter eere van den èenen of den an deren politieker. In meest alle Brusselscbe voorsteden, is het voldoende de namen der straten te lezen, om te weten welke politieke partij er aan het bewind is. 't Is oprecht be lachelijk. Men hoopt dat in November aanstaande de herstelling der oude gevels op de Groote Markt zal geëindigd zijn en dat de stellingen er eindelijk zullen verdwijnen. Het beeldhouwwerk zal dan in al zijne schoonheid en pracht prijken. De Groote Merkt zal er nog mede verschoonen. Tusschen de twee buizen welke thans her steld worden, is een ijzeren hekken dat veel beziens heeft. Dit hekken diende vroeger om een straatje af te sluiten, <jat van de Melk markt naarde Groote Markt liep en liet in tijd van oploopen de magistraten toe het stadhuis te bereiken-, daar de straten die naar de Groote Markt leidden.met ijzeren hekkens afgesloten waren. Zooals vroeger heeft het gemeentebestuur van Brussel aan de Belgische Vereeniging van oud-officieren en onderofficieren van het leger de zorg opgedragen, der inrichting van de Vaderlandsche betooging. welke op 29 September zal plaats hebben, op de Marte- laarplaals, ter herinnering- aan do Septem berdagen van 1830. Alle maatschappijen van oud-soldaten van het land, zijn uitgenoodigd om aan den stoet deel te nemen. De stoet zal gevormd worden om 91/2 ure in de August Ortstraat, nabij de Beurs. De klassen der ruiterij en der bereden artillerie zullen op 30 September in onbe paald verlof gezonden worden en de klas der artillerie te voet op 15 December. Onder het bevel van den generaal-bevelliebber der 3° brigade artillerie, zullen op Dinsdag 3 September, tusschen Brussel en Leuven, nabij Gortenberg, legeroefeningen plaats hebben. Koben. Men weet in welken droevigen toe stand meestendeels de arbeiders ver- keeren, die naar den vreemde uitwijken, het zij om er tijdelijk werk te zoeken, het zij om er zich voorgoed te vestigen. Er is nu een Motu Proprio van Z. H. Paus Pius X betreffende die uitwijke lingen afgekondigd. De H. Vader doet daarin opmerken, dat de Kerk, alhoewel als eene ware moeder voor alle katholieken bezorgd, niettemin hare bijzondere aandacht wijdt aan do werklieden, die, tot ver betering van hun lot, hun vaderland verlaten, om naar den vreemde te trek ken, waar zij dikwijls gevaar loopen, jammerlijke nadeelen te lijden ten op zichte dereeuwige goederen, terwijl zij met de tijdelijke goederen bekommerd zijn. Daarom ook moedigt de H. Stoel de vereenigingen aan, voor het zedelijk welzijn der uitwijkelingen gesticht, en zoowel Z. H. Paus Pius X, als zijn voor ganger, Leo XIII heeft altijd de bis schoppen aanbevolen op bijzondere maakte hij zich gereed om, met het pand van zijnen jas om de hand gewonden, het dier te vatten. Borgenstjerna, die een weinig meer ter zijde stond, was evenwel koelbloediger dan zijn vriend; hij greep het met eene vaste hand in den nek, en slingerde het in den vischbak. Neen, om Godswil, smijt het In zee riep jufvrouw Nyqvist. De roeiers echter kantten zich hier tegen aan en verzochten om het dier, verzekerende dat geen visch beter smaakte dan eene zeekat. Nu dan willen wij het dier ook behou den, sprak Wirèn, zoo ten minste de overige dames niet van hetzelfde gevoelen zijn als jufvrouw Nyqvist. Wat dunkt u, Virginia willen wij het dier mede naar huis nemen Waarom niet Mevrouw von Dressen en Amalia waren van hetzelfde gevoelen, en de baron riep met ware geestdrift Om alles in de wereld.laten wij zulk eene zeldzaamheid niet weder in zee werpen Ik heb reeds lang gewenscht om zulk een beest eens van nabij te beschouwen. Ach hemel, mijn mantel jammerde jufvrouw Nyqvist. Hij is geheel bedorven Gij hadt toch wel wat voorzichtiger kunnen zijn, heer assessor, en moeten bedenken, dat er eene dame in uwe nabijheid was. Ach, lieve jonkvrouw, ik bid u duizend maal om verschooning! Maar ik dacht juist aan het belangwekkend artikel in het Avond blad, waarin Frankrijks staatkundige toe stand zoo treffend ontwikkeld is. Ik ben over tuigd, dat gij het ook niet over het hoofd hebt gezien het stond in een van de laatste num mers ik zou er wezenlijk veel prijs op stel len, uw oordeel te vernemen. Ja, zeker heb ik het gelezen, en naar wijze voor het zleleheil dier werklieden zorg te dragen. Door het steeds toenemend verkeer, r'oir de groote gemakkelijkheden van het reizen en andere oorzaken nog, ver meerdert het getal landverhuizers van dag tot dag. De H. Vader aanziet het dan ook als zijn plicht, bijzondere maat- tregelen te nemen om hen in hunne geestelijke noodwendigheden bij te staan. Wij zijn, zegt hij, diep ontroerd door de talrijke gevaren, waaraan de godsdienstige gevoelens en de zedelijk heid dier uitwijkelingen blootgesteld zijn meestal kennen zij de taal en de gewoonten niet van de streek waar zij zich gaan vestigen, en bij gebrek aan zielenherders, kunnen zij zich denoo- dige hulpmiddelen voor hun geestelijk leven niet aanschaffen, en de bisschop pen, evenals de vereenigingen tot be scherming der landverhuizers gesticht, zijn niet altijd in staac om ze hun op voldoende wijze te bezorgen. De maatregelen, tot nu toe genomen om in dien betreurenswaardigen toe stand te voorzien, hebben de verwachte uitslagen niet opgeleverd, daar de grootheid van het werk, de lofwaar dige pogingen dergenen, die er zich aan toegewijd hebben, te boven gaat, ofwel ook omdat er menigmaal gebrek is aan verstandhouding en eenheid in de werking. De Paus heeft daarom besloten, na de cardinaals der Congregatie van het Consistorie geraadpleegd te hebben, in die Congregatie eene nieuwe afdeeling te stichten voor de zielezorg der uit wijkelingen. Die afdeeling zal gelast zijn de noodige maatregelen te be ramen, om den toestand der landver huizers, tot den latijnschen ritus be- hoorende, onder godsdienstig opzicht te verbeteren, terwijl de Congregatie der Propaganda zal blijven zorgen voor de uitwijkelingen der Oostersche ritus sen. De nieuwe afdeeling der Congregatie van het Consistorie zal ook zorg moe ten dragen voor de priesters die naar vreemde landen uitwijken. Met de hulp der bisschoppen, aan wier gezag de inwijkelingen onder worpen zijn en met de ondersteuning der vereenigingen, tot bescherming der landverhuizers gesticht, en welker werking zij volgens de plaatselijke noodwendigheden zal besturen, zal de 'Congregatie alles om ter beste trachten te verbeteren. De H. Vader drukt de hoop uit dat al de geloovigen het werk, voor het geestelijk en zedelijk welzijn hunner broeders gesticht, door hunne gebeden en hunne aalmoezen, elk in de maat zijner krachten zullen ondersteu nen, overtuigd als zij zijn dat de opper ste bisschop en herder onzer zielen, dien liefdedienst met het grootste loon inden hemel zal vergelden. Het Motu Proprio aan Z. H. Paus Pius X betreffende de uitwijkelingen is gedagteekend van 15 Augustus 1912 en is ofgekondigd in de laatst versche nen aflevering van de «Acta Apostolicce Sedis. mijn inzien... BIJ deze woorden zette jufvrouw Nyqvist zich naast den assessor, die in den staatkundigen zondvloed vreesde te verdrin ken, welke thans zich over hem vreesde uit te storten. Om zich daarover te behoeden, begon hij den hengel zoo te hanteeren, als zat er andermaal een vertegenwoordiger van het zeekattengeslacht aan den haak. Sneller dan de weerlicht vloog jufvrouw Nyqvist overeind, en stoof naar het andere einde der boot, zonder op het geschreeuw der overige dames acht te slaan, die het om kantelen van'het geweldig aan 'tslingeren geraakte vaartuig vreesden. De zaak wordt op den duur toch wat eentonig, merkte thans de kamerjonker aan, die sedert het ©ngeval met zijnen mantel bijna geen woord gesproken had en hij wierp daarby eenen smachtenden blik op het strand van Kjebal. De dames zijn het zeker ook al moede. Mevrouw Wirèn zweeg mevrouw von Dressen hield het varen voor eene aangename uitspanning, en Amalia, die al vrij wat ge vangen had, vermaakte zich al te zeer, ©m in den voorslag der landing behagen te vin den. Nadat men echter-nog eene poos gehen geld had, stuurde men op het strand aan, en stuurde van daar naar Norkjar, alwaar Wirèn in eene lommerrijke laan halt maakte, en het gezelschap uitnoodigde om op het gras plaats te nemen. Een tafellaken werd hier uitge spreid, en weldra prykten flesschen, glazen, gebak, vauchten en ververschingen van aller- handen aard daarop, welk een en ander door het gezelschap wakker werd aangesproken. Een Godenfeestriep de baron, en strek te de hand naar een glas limonade uit. Wie van de dames wil de goedheid hebben voor mij een appelsien te schillen l Ëff 2 SEPTEMBER 1912 WISSELAGENT, 16, Onderwijsstraat (Achterstraat), Aalst, Telefoon 68A Aankoop en vorkoop van titels aan 1 frank per duizend. Kostelooze uitbetaling van coupons en nazien van trekkingen. BEURS VAN BRUSSEL 30 AUGUSTI Leen van Staaf, Provin., Steden Belgische leening le r. 3 81.25 Belgische leening 26 r. 8 80.10 Belgische leening 3° r. 3 81 Belgische leening 2,5 Belgische schatkistbon 4 100 Kongo uitbeerbaar 4 95.55 Kongo (Loten) 77.- 77!25 Annuiteiten 3 82.65 82.85 Gemeentekrediet 3 Gemeentekrediet 1868 3 Buurtspoorw. Jan.-Juli 3 79.— Buurtsp. obl. Mei-Nov 3 79.— 79.50 Buurtspoorw. (loten) 2,5 Anderlecht 1907 3,5 Aalst 3 Antwerpen 1887 2,5 84.- Antwerpen f§03 2 Brussel 19Ó2 2,5 mm, Brussel J.905 2 72 Brussel Zeehaven 2 69 Charleroi 1905 3 Gent 1896 2 68! 75 Elsene 1880 3 Elsene 190S 3,5 Laken 1902 3 Luik 1860 3 Luik 1897 2 68!b0 Luik 1905 2 72.25 72!t5 Mechelen 1885 3 82.40 Mechelen 1897 3 Oostende 1852 Oostendg 1898 2 66.25 66.50 Siqt-Öillis 1904 3 80.30 St-Joos-ien-Noode 1881 3 Schaarbeek (100 fr.) 2 Schaarbeek (500 fr.) 3 Spa 1909 3,5 Doornik (50 fr.) 3 Vervicrs 1873 3 Vervbers 1893 3 SOTTEGEM Op 8 September 1912 zullen hier plaats grijpen groote Conscience-feesten, waarvan 't programma luidt volgt Zaterdag 7 Sept. om 6 ure 's avonds. Aankondiging der feestelijkheden door bazuingeschal. Zondag S September. 9 1/2 ure. Algemeen© vergadering der opgekomene studeutengilden waai'op de heer Lod. Dosfel is uitgonoodigd. 11 ure. Concert van thebaansche trom petten. 3 ure. Groote praalstoet met wagens en groepen De werken van Conscience voorstellend. In den namiddag concerten op den wijk Bevegem, door de toegetredene maatschap pijen. 8 ure. Prachtig vuurwerk. HERZELE. De inhaling van den E. H. De Meester, als Pastoor-Deken van Herzele, 13 vastge steld op Zondag S Septemberaanstaande, om 3 uren namiddag Er worden toebereidselen gemaakt om die inhuldiging zoo luisterrijk mogelijk le ma ken. Binnen eenige dagen zullen wij de orde van den stoet en de verschillige feestelijkhe den van dien dag mededeelen. AYGEM Tentoonstelling van fruit, groensel, land- bouwvruchten en werktuigen, op Zondag 8, 9, en 10 September. Voordracht en inlichtingen op Zondag 25 Oogst, na de hoogmis bij M. De Rycke. door M. Paul Daens, hof- en landbouwkundige, gediplomeerde werktuigkundige te Erembo- bodegem. Iedereen mag fruit medebrengen ten einde er de naam en waarde als handels- of tafel vrucht van te kennen. Wij verwachten ook bijzonder al de vertegenwoordigers dor hui zen van landbouwmachienen. Ik riep Amalia, terwijl zij naar eenen appelsien en een klein mesje greep. De oude baron knikte vergenoegd, en wierp eenen schalkschen blik op den kamerjonker, die er nog zeer verdrietig uitzag, maar nu insgelijks eenen appelsien nam, en daarbij uitriep O, dat ik toch zoo gelukkig ware Nog nimmer heb ik twee kleine sneeuwwitte han den gezien, die met meer bevalligheid een appelsien ontleedden,dan die van de genadige jonkvrouw Zeer voldaan over zijn geestig kompliment, blikte hij met welgevallen in het rond. Amalia sloeg er geen acht op, maar stak met een vriendelijk lachje den geschilden appelsien op den punt van het mes, en reikte hem den baron toe. die met de aan een oud man vergunde vrijheid de kleine poezele hand teeder drukte, welke hein dezen vriend schapsdienst bewees. Thans begeerde Alfred dat Ammi ook voor hem een sinaasappel zou schillen. Zy zette den knaap naast zich, vervulde zijnen wensch, en sneed den appelsien in vier stuk jes. Dat is lief van u, Ammi riep de kleine. Nu zult gij één stukje hebben, papa ééo, Diana één, en ik één. Amalia nam haar deel, om den knaap te vrede te stellen, en met veel smaak nuttigde Borgenstjerna het zijne. Toen echter de kamerjonker van Alfred tegen eenen heeleu appselsien het stukje wilde ruilen, dat doze voor Diana bestemd had, sloeg Alfred, tut groot genoegen van Amalia, dezen voorslag glad af. Diana vergenoegde zich echter met aanzijn stukje te rieken, waarop deze deoi kop onverschillig afwendde. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1912 | | pagina 6