VGlksoadsrricht
Gouden Regen
VERVALLEN GROOTHEID.
Missionarisleven.
'-"""«KSai..
4-5* maandag Rters.
m. BE VOLKSSTEM
n22 ËN 23 SEPTEMBER 1912.
'Ziehier op welke manier de landbou-
wers van Borsbëke hunne afgeroomde
melk benuttige.i
1-2® dag 1/2 lieter biest met 1/2 liter
per maal.
1 Moest het gebeuren dat de biestmelk
happelt met het bijvoegen van water
dan wordt zij weggegoten.
2-10° dag Volle melk men begint
metl 1/2 liter per dag tot aan 2 liters
en men bereikt 5 liters.
üled. 4 1. volle 1 afgeroomde
11-14° dag:Jl2 3 2
(13 2 3
9 oe .(5 liters volle, 3 afgeroomde.
2-d wee*. .(men berelkt6
3-4' week i6 liters'
(bereikt9l.reeds,weinig hooi
B-rmattndC? !llers'
2 o maano(15 literSi weinig brood.
Dat is een rantsoen voor een gewoon
kalf; is het kleiner, het spreekt van
zelf dat men het min zal moeten geven;
ook hier zooals met vele zaken dient
het niet, alles over één kam te sche
ren.
Moest het nu gebeuren dat men het
kalf te veel afgeroomde melk heeft toe
gediend, dat het niet dun wordt, dan
moet men zich verwachten aan spijs-
verstoornissen (afgang)de volgende
malen zal het wat min ontvangen is
de buikloop nog al hevig, men zal het
een ruw ei met schelp, allies in zijn
geheel in de muil steken en het water
laten drinken.
Men moet zich wel wachten, bijzon
derlijk in de beginne, tijdens de 2-3
week te veel afgeroomd melk toe te
dienen.
Men moet ook waakzaam zijn om
altijd zoete afgeroomde melk te geven,
den eenen dag zuur, den anderen dag
zoet, kan niet dan zeer nadeelig op de
gezondheid van de kalvers werken.
Daarom is het aan te bevelen, dat de
afgeroomde melk gepasteuriseerd of ge
kookt gevoederd wordt, of dat men ze
eerst dikzuur laat worden. Door het
goed zuurworden, worden versehillige
bacteriënsoorten in de melk gedood,
waarvan eenige de eigenschappen heb
ben gassen te vormen die gasophoopin-
gen in de maag en den darm doen ont
staan, en andere stoffen vormen die den
darm prikkelen en doorloop verwekken.
Goed hooi is ook zeer aan te beve
len De kalveren gewennen er zich
aan al spelende het helpt de maag
van de jonge dieren ontwikkelen en
door het hoog gehalte aan beendervor-
mende bestanddeelen, vooral aan phos-
phcorzuur n kalk is 't zeer nuttig voor
de goede ontwikkeling van het kalf.
Op lateren leeftijd zal haver en brood
ook met goed gevolg toegediend wor-
deu.
Men zal er ook op letten, dat de melk
altijd op denzelfden warmtegraad (28-
30) vervoederd wordt.
Dus laten wij het verzorgen der kal
veren altijd aan eenen en denzelfden
man over die zijne zaak overweegt.
Zondag - mengelwerk.
32' Vervolg.
Waarheen vroeg Virginia met eene
zoo ijskoude onverschilligheid, dat Wirén,
zonder hier verder den tijd te verspillen,zijnen
hoed greep en weder vertrok.
Hij vermeed langs eenen omweg het huis
waarin de kamerjonker zyne vrienden ont
haalde. snelde de brug over en stond weldra
voor het huis, waarin de luitenant-kolonel
zijnen intrek genomen had.
Op zijn driftig kloppen antwoordde eene
vriendelijke stem Binnen En een oogen-
blik daarop stond hij tegenover de goedhartige
mevrouw von Dressen, die pas uit het bad
teruggekeerd bezig was, heur haar in orde
te brengen, doch bij het zoo onverwachte
bezoek de natte vlechten haastig onder hare
muts verborg.
Wirén verontschuldigde zich wegens zijne
vrijpostigheid, om op zulk eenen ongelegen
tijd te komen.
Mevrouw von Dressen betuigdo daaren
tegen haar spijt, dat zij zoo laat gereed was
met haar toilet en na deze wederkeerige
verontschuldigingen nam men plaats.
Ik meende, ddt de heeren gezamenlijk
bij den kamerjonker het ontbijt gebruikten,
begon zij.
Ik was daar, doch verliet den kamerjon
ker voor den aanvang van het feest,om onzen
vriend Borgeustjerna te bezoeken.
Ja. ik ben insgelijks zeer getroffen door
zijn ongeluk. Hij schijnt zijn kind zoo teeder
Menig lezer zal wellicht zichzelf
afvragen, wat een Missionaris in COngo
nu eigenlijk toch te verrichten heeft.
Het antwoord is zoo aardig als gemak
kelijk de missionaris doet daar alles
Zoo bij voorbeeld
Op de missie dagelijks de H. Mis op
dragen dan tweemaal daags den
catechismus onderwijzen les geven
d. i. leeren lezen schrijven, rekenen en
dergelijke zakeneetwaren koopen
voor zich zelf en voor de kinderen in
het gasthuis de zieken troosten en ver
zorgen kerk en school bouwen en
woningen voor den missionaris, de
kleinen en de christenen, en dus klei
delven, steenen en pannen vormen en
bakken, metselen, zagen, schaven,
tiïnmeren dekken, en dan ook... die
verschillende ambten aan de negers
aan leeren.
Voorts den hof en landerijen bewer
ken en beplanten, en over de aangeleg
de beplantingen toezicht houden.
Voeg daarbij de voortdurende kom
mervolle werkzaamheid over al uw
volk en over heel uw doening
Buitendien moet de missionaris nog
regelmatig over berg en dal,door bosch
of op de rivier rondreizen, om de afge
legen dorpen en catechumenaten te
bezoeken, de verlaten slaapzieken op te
sporen, de andere lijdenden te onder
steunen, aan kleinen en grooten de
voornaamste punten van onzen H.Gods-'
dienst voor te houden,twisten trachten
te beslechten, de talen te bestudeeren
en kaarten op te maken van omgevende
streken.
Niettegenstaande dien overlast van
bezigheden mag de zendeling zichzelf
niet verwaarloozen, en moet hij ge
trouw de menigvuldige verplichtingen
in acht nemen, die zijn regel hem op-
legt.
Met een woord dus, wat doet de mis
sionaris
Onderwijzen en beschaven,
Verlichten en vertroosten,
Werken,
Bidden en lijden,
Voor de Zwarten I
M. v. S.
'VW
18° Vervolg.
Reinheid van het oor.
De reinheid is de voornaamste aller
gezondheidszorgen, omdat zonder haar
de andere ontoereikend zijn. Het mid
den waar wij in leven, moet zuiver zijn,
gelijk het water voor de visschen, want
de mensch staat, tusschen al de dingen
die hem omringen, steeds gereed om
allerhande schadelijke stoffen en ziek
tekiemen, welke in de lucht zweven of
aan de voorwerpen kleven, in zijn
lichaam op te nemen. Houdt dus uwe
woningen en werkhuizen rein zorgt
voor een goede verluchting en laat de
zon wat meer in huis schijnen dan ge-
te beminnen, dat ik my licht voorstellen kan,
wat hij bij zijne ernstige ziekte lijden moet.
Hij zag er tocli reeds tamelijk zwaarmoedig uit.
Ja, genadige vrouw, gij hebt gelijk, zoo
gij meent dat in zijne edele trekken een diepe
kommer uitgedrukt staatmisschien wekt hij
daardcor juist des te meer belangstelling.
Van ouds droeg zijn gelaat eene ernstige
plooi, die men bijna droefgeestigheid zou
kumien noemen. Ik ken hem reeds sedert het
jaar 1814.
Sedert 1814 vroeg mevrouw von Dres
sen niet drift. Waar was hij destijds
Te L'ddevalla. Om van zijnen vroegeren
levensloop gewag te maken, geloof ik geen
recht te hebben, terwijl hij zelf daar doorgaans
over zwijgtmenige trek van zijn karakter,
die ik in mijn geheugen bewaard heb, getuigt
echter voor de vroegtijdige veredeling van
zijn hart en van zijn gevoel, zoowel als voor
zijnon ernst en standvastigheid in besluiten
en handelen. Warme menschlievendheid
spoorde hem niet zelden aan tot daden van
de grootste onbaatzuchtigheid, zelfs jegens
vreemden, wat niet dikwijls het geval is bij
die soort van lieden onder welke hij destijds
verkeerde.
De bleeke wangen van mevrouw von Dres
sen werden door eenen levendigen blos ge
kleurd.
Ik geloof haast hem in dien tyd gezien te
hebben, sprak zij met eene zachte stem ten
minsten zegt mij dit-een gevoel, dat my her
innert, hoeveel dankbaarheid ik dengene
schuldig ben, wiens beeld gij mij gestadig
voor don geest roept.
Ik zou mij bijna gedwongen voelen het
zelfde te gelooven, viel Wirén er met zekere
vrijpostigheid op in, wanneer ik op de sympa
thie let, die hem als 't ware tot u trekt. Doch
woonlijk gedaan wordtlucht en licht
zijn bijzonder sterke medewerkers aan
den gezondheidsdienst.
Wanneer men nu zijné ooren kuischt,
hetgeen iedereen doet, "'s morgens, bij
het wasschen, dan moet men al eerst
opletten dat die kuisch niet het tegen
overgestelde weze van eene reinma-
kïng, dat het gereedschap, welk dient
om te wasschen, geen vervoermiddel
worde van schadelijke stoffen en ziek
tekiemen. Ergens een kleine ontsteking
b.v. aan het één oor of oog, is een ont-
wikkelingshaard van ziektekiemen, die
naar het gezond oor kunnen overgedra
gen worden, door het waschgerief, op
den handdoek of in hét water waarin
de .waschdoek nog gedopt werd na dit
ziek lichaamsdeel te hebben aange
raakt. Wascht dus het aangetast lid
maat afzonderlijk dat is een raad
welke vooral voegt aan de moeders die
hunne kinderen, zoo dikwijls lijdend
aan eenzijdige oorontstekingen van
allen aard, wasschen met éénen hand
doek en hetzelfde water, voor beide
ooren, en dan nog wel eerst het ziek
oor, omdat het kind schrik heeft zoo
lang dit geen afgedaan werk is. Door de
reinheidszorgen zullen wij de twee
voortzettingswegen (namelijk de lucht
en het waschgerief) der ziektekiemen
tot het oor, versperren en zoodoende
verstandige aseptie verrichten d. i. mi
croben of levelingen Verwijderd hou
den.
Een ander gevaar van het kuischen
der ooren, is dat bij te geweldige uit
voering, met behulp van haarspelden,
oorpeuters en oorlepeltjes en dergelij
ke, het orgaan beleedigd wordt, de ge
voelige wanden van den gehoorgang
alleszins geprikkeld en dikwijls een
wonde toegebracht Wélke een wijd-
openstaande in gang zAl zijn voor ziek
tekiemen. De enge opening van den ge
hoorgang, aan de eerste kromming,
moet aanzien worden als een barreel,
waar geene oningewijden mogen voor
bijkomen, zeker niet wanneer zij ge
wapend zijn. al ware 't maar met een
zeer stomp peuterken.
Men moet er ook nog opletten de on
zuiverheden wit het oor te halen, en ze
niet yerder in te duweri zoo handelt
hij verkeerd die, mét een samenge-
draaid tippeken aan den handdoek in
zijn oor kotert er kleeft wel iets aan
den doek, maar het mqestendeel wordt
voortgedreven, dieper in. tot waar de
gehoorgang eng is, met een teeder
slijmvlies bekleed, ja tot tegen het
trommelvel, als een bol onreinheid op
gehoopt die welhaast ook al plotselings
zijne nadeelige werking doet gevoelen
door pijn, hardhoorigheid en allerlei
vreemde geluiden.
De dagelijksche reinmaking zal ge
schieden door een goede wassching, in
alle hoeken en kanten van de schelp, en
in den konkel tot aarTde enge opening
van den gehoorgang. Moet er soms ook
een groote kuisch gedaan worden, in
de donkere diepten van het orgaan, dan
spuit men het oor zachtjes uit, onder
lichte drukking, met een klein glazen
ik bid u duizendmaal om yerschooning ik
zit bieren praat zoo vertrouwelijk, als waren
wij oude bekenden.
Gij zi.it zoo goed en deelnemend, heer
assessor Gave de hemel,.dat wy ons ook zóó
konden betoonen
Deze wensch is zeét licht te vervullen,
genadige vrouw, wanneer men een hart bezit,
dat voor het lijden zijuer medemenschen zoo
openstaat als het uwe. Wat Borgenstjerna op
dit oogenblik bet meest behoeft, is vrouwe
lijke hulp voor zijnen zoon ik bedoel geene
zoodanige, dio men voor geld koopen kan,
maar eene verpleging, die slechts té wachten
is van iemand, die het moederlooze kind waar
lijk lief heeft. Ik zou mijnen vriend reeds
eene wijkplaats voor zijn" ziek kind in mijn
eigen huis aangeboden hebben, zoo mijne
vrouw met kinderen wist om te gaan.
Gelooft gij, heer assessor, dat de kleine
nog vervoerbaar is
Ja, dat geloof ik, en de doktor is van
dezelfde gedachte. Bij het tegenwoordige
warme weder is daar geen gevaar bij. Ver
geef evenwel mijne al te groote vrijpostigheid
genadige vrouw maar leeft er inderdaad nog
een beeld uit het jaar 1814 in uwe herinne
ring, zoo denk dan aan hem, die het bij u op
wekte. Laat echter voor, elk ander deze her
innering in uw hart begraven blijven en laat
ik u vooral doen opmerken, dat Borgenstjerna
zoowel van mijn bezoek ten uwent als van het
doel daarvan geheel onkundig is,
Wees niet verlegen*ik zal my weten
in te houden, sprak mevrouw von Dressen
op eenen toon, die aanduidde, dat zij den as
sessor volkomen begrepen had.
Met een verlicht hart keerde Wiren na het
volbrengen van deze taak naar den kamer
jonker terug, om zich aan de oesters en den
schuimenden champagne te goed te doen.
spuit en gekookt lauwwarm water
het is altijd slecht de ooren te schuie
ren maar het kan wel eens noodig
worden ze uitte spoelen, door er stroo
men water in te jagen, om b. v. het
overvloedig oorsmeer te verwijderen.
De andere middelen zijn ontoereikend
met het tippeken van den handdoek zal
men eenvoudig het naar buitengerezen
oorsmeer terug invoeren met den oor-
peuter haalt fhen enkel eenige klon-
tertjes uit, welke niet te diep zitten
het oorsmeer wordt heelemaal op het
einde van den gehoorgang afgeschei
den en daar opgehoopt, zoodat men er
blindelings en op den tast niet aange
raakt om het er uit te scharren de
oorspuit alleen kan dit werk doeltref
fend verrichten wij leeren dit hantee
ren, als er zal spraak zijn van de vreem
de lichamen uit het oor te halen. Hier
dient nog een woord geplaatst te wor
den over de ziektetoestanden, als gevolg
van een intreden der levelingen, over
ontstekingen voorkomende in al de
deelen van het menschelijk gehooror.
gaan. Nu zal de lijder beginnen met
antisepsie, ontsmetting, te doen, d. i.
hij zal de ingekomen ziektekiem terug
uitweren en ter plaatse zelf afmaken
de geneesheer zal hem daarin met raad
en daad bijstaan. ('t Vervolgt).
NOVELLE
9C Vervolg.
III.
Sedert dien tijd waren er vier maan
den verloopen. Louise was bleek en uit
geput en op hare gelaatstrekken ver
spreidde zich eene eigenaardige men.
geling van droefheid en zelfverlooche
ning.
Spoedig nadat zij het jammerlijke
lot van haren beminde ontdekte, had zij
Hirschbrunn met hare ouders verlaten
en zich in hare woning weer geheel aan
hare huiselijke plichten gewijd. Zelden
of nooit kwam Gustaaf's naam over
hare lippen maar zijn beeld leefde in
haar hart en werd daar nu nog heiliger
vereerd, omdat er in hare oogen thans
geen enkele vlek van ontrouw meer
aankleefde. Ook was het gebleken, dat
zij zelfs de laatste gedachte van den
ongelukkige was geweest, voordat hij
in den schoot van den oceaan werd ver
slonden.
Zij wist dat de ouders van Gustaaf
uitgeweken vreemdelingen geweest
waren, maar kende niemand van zijne
bloedverwanten zij schreef echter
naar Messina aan zijnen oudoom Jakob
Hegner en verzocht hem om eenige
ophelderingen omtrent den dood van
Gustaaf maar de brief kwam terug
met het bericht dat den ouden man ge
storven was. Daarop wendde zij zich
langs een diplomatieken weg tot den
k'onsul van haar land te Napels, om te
onderzoeken, of er een Gustaaf Kohier
uit G. aan boord van het stoomschip
Eltore Tieramosca geweest was
maarzij kreeg tot bescheid? dat men,
eilaas hare vraag niet beantwoorden
XVII. HET SLEUTELGAT.
De luitenant-kolonel was Diet voor des
avonds half zos te huis, en hij deed dit ook
enkel om zijne dames aan te sporen, om zich
zoo spoedig mogelijk klaar te maken, daar hij
afspraak voor een rij toertje gemaakt had,
dat zij mede zouden bijwonen.
Met wien zullen wij dan rijden vroeg
mevrouw von Dressen.
Gij rijdt met mij, Amalia met den ka
merjonker, hernam de luitenant-kolonel.
Ach, lieve papa, kan ik daar niet af?
Ik ben den gelieelen voormiddag op de been
geweest, en daarvan dood moede te meer
daar ik eene ontzettende pijn gevoel in mijnen
eenen voet.
Nu, geene gekheden, wat ik u bidden
mag Ga kleed u maar dadelijk aan, opdat
het gezelschap niet op u behoeve te wachten
Gaat de assessor ook mede vroeg me
vrouw von Dressen, terwijl zij met hare ge
wone bedaardheid die kleedingstukken voor
den dag haalde, welke zij tot haar eenvoudig
toilet noodig had.
Neen dat geloof ik niet. Maar welke
grillen zijn dat meisje in het hoofd gevaren
Moet ik u nog eens bevelen, dat gij u dadelijk
aankleedt -
Amalia verliet zwygend de kamer. Zij was
in het geheel niet in eene stemming, om over
de beuzeltaal van den kamerjonker te lachen
en nu met hem in een rijtuig, vlak naast hem
te zitten en zijn zouteloos gesnap te moeten
aanhooren dat was meer, dan zij dacht te
kunnen uithouden.
Zoodra zij buiten de kamér was, begon de
luitenant-kolonel zonder omwegen tot zijne
vrouw De kamerjonker is een domme duivel
maar hij heeft geld als water én ik meen,
kon daar de scheepspapieren tegelijk
met de si oomboot vergaan waren.
Daarop stelde zij verder nog alle
mogelijke middelen tot onderzoek in
het werk, ofschoon zij overtuigd was,
dat het lijk van Gustaaf aan het strand
van de golf Policestro begraven lag en
zij zéér goed wist dat zelfs de nauw
keurigste bijzonderheden haar toch den
dierbaren overleden vriend niet konden
teruggeven.
Het was Kersmisavond. De heer
Harland zat met zijne ziekelijke vrouw
in de woonkamer. Louise kwam in een
zwart rouwkleed, dat hare slanke
gestalte nog sterker deed uitkomen,
met eene lamp de kamer binnen, om
eenige voorwerpen te halen waarmede
zij in de spreekkamer aan de overzijde
van den gang den Kersmisboom wilde
versieren. Dezen avond was bestemd
om de zusters en hare kinderen met
allerlei geschenken te verassen maar
bij Louise kwam de treurige herinne
ring aan haar overleden vriend in den
o-eest op, evenals' het denkbeeld, dat
het voortaan haar lot zou zijn, andere
genoegen te verschaffen zonder voor
haar zelve eene enkele vreugde van
den levensboom te kunnen plukken.
Genoeg, het was den heer Herland niet
ontsnapt hoe Louise getracht had haar
bittere tranen te verbergen en hoe zij
in allerijl de kamer ontvlucht was.
Hebt gij het gemerkt, moedertje
het arme kind schreit weer, zegde hij
tot zijne vrouw toen Louise weg was.
De hemel is getuige dat ik het niet
anders dan goed met het kind gemeend
heb. Ik wilde haar de teleurstellingen
besparen, die eene vrouw met ontoe
reikende middelen, vóórhaar huishou
den te beurt vallen ook vertrouwde
ik de vooruitzichten Kohier niet, dien
ik voor een overdreven mensch hield.
Nu heb ik het hart van het ongelukkige
kind gebroken Op mijn woord, ik zou
eerder alles kunnen verdragende
hardste woorden, de pijnlijkste verwij
tingen, dan die stille gelatenheid, die
nooit klaagt en waardoor het hart in
stomme smart wordt opengereten.Nooit
had ik gedacht, dat ik nog zulk een
Kersmisfeest zou moeten beleven
Ach, ik bid u, oudje, kwel u toch
niet zoo, door zulke zelfverwijten, zeg
de mevrouw Harland op dringenden
ernstigen toon. Wij weten immers
allen, dat gij niet anders dan goede
bedoelingen voor oogen hebt gehad.
Niemand van' onè. en Louise nog het
allerminst, denkt er aan om u een ver
wijt over uwe handelwijze te doen.Wij
mogen den goeden God danken dat ons
kind in haar rein geweten en vromen
godsdienstzin, die kalmte en gelaten
heid gevonden heeft, waarmede zij
haar lot nu draagt.
Gij moet haar leed niet vergrooten
door te toonen, dat gij zoo gedrukt en
ontstemd zijtLaat Louise nu onbe
merkt haar gang gaan, en tracht u ten
minste vandaag goed te houden en
vroolijk te zijn, en haar niets te laten
merken. Ach, doe dit ter liefde van
Louise en hare moeder.
(Vervolg).
dat het meisje zich gelukkig mag noemen, dat
eens over zijne rijkdommen en over zijnen
persoon zal hebben te bevelen.
In dit geval geloof ik in meening van u
te mogen verschillen, sprak mevrouw von
Dressen, terwijl zij zich voor het eerst in haar
huwelijk van het wapen bediende, dat de
dochters van Eva zoo goed weten te hantee-
ren, als het er om het eens plat uit te druk
ken op aankomt, om hare heeren en mees
ters door hen in hun hoofdzwak aan te tasten,
bij den neus te leiden. Ja, ik ben van eene
geheel andere meening; want zoo eene vrouw
gelukkig wil worden, dan moet zij een
man hebben, die zelf zyn huis regeert. Wij
ziju zwakke wezens, en geschapen om op u
te steunen. Gij, bij voorbeeld, lieve Dressen,
die zelf zoo zeer aan fatsoenlijke manieren
gehecht zijt, kunt beter dan iemand nagaan,
hoe hinderlijk zulk een zotskap, als de kamer
jonker is, aan een velopgemoed meisje moet
voorkomen.
Nu ja, ik erken, dat hij evenmin een
Adonis als een Hercules is maar alle meisjes
kunnen zich ook niet vleien, het zoo goéd te
zullen treffen als gij, en het is eene daad
zaak, dat er in niijnen schitterenden tijd als
jonge heer vier meisjes wegens onbeant
woorde liefde aan mijne zijde stierven maar
het spreekt van zelve, dat het eene onmoge
lijkheid is, om elk, die op ons komt te ver
lieven, gelukkig te maken; trouwens de
dames hebben wy altijd wel mogen lijden.
Doch zooals ik zegde, zulke mannen vindt
men niet alle dagen en liet ware te wen-
schen, lieve Sophie, dat gij u dit nu en dan
herinnerdet.
fl Wordt voortgezet).