Be oifMelijklieid van ons Lan VolksGnfórriciit 'T EEM ES "F AKIEB 03 verzekering tegen ziekte en invaliditeit. Landbouwbelangen. 6 EN 7 OCTOBER 1012 DE VOLKSSTEM Het nieuws dat we gisteren aan onze geachte lozers aankondigden zal bij velen gewis groote verwondering hebben opgewekt. Het vraagt ook eenigen uitleg. Ziehier wat wij van de zaak zijn te weten gekomen De oorzaak, de eenige oorzaak van de militaire hervormingen waartoe ons land zich waarschijnlijk zal gedwon gen zien, is de vrees van eenen Fransch-Duitschen oorlog. Wat zou er in deskomend geval gehenren Men weet dat de grens lusschen Frankrijk en Buitschland totaal bezet is met versterkingen en forten van beide kanten. De doortocht der legers langs dien kant is gansch onmogelijk. Langs Zwitserland is hij even moei lijk. Dat land heeft sedert lang voor zorgen genomen om zijne onzijdigheid te doen eerbiedigen en het wordt daarin veel geholpen door de bergke tens die het gansch natuurlijk van zijne machtige naburen afsluit. België ligt open langs het Oosten en langs Let Zuiden. België heeft ge durende eeuwen tot slagveld gediend aan de oorlogvoerende natiën van Europa. Men vreest dat, indien de oorlog tusschen Frankrijk en Duitsch- land moest uilbersten, hetzelfde weer zou plaats grijpen. Ziedaar het ge- Men denke niet dat dit gevaar slechts bestaat in de inbeelding van den eenen of anderen krijgsman. De wrijving tusschen Frankrijk en Duitschland zou misschien wel eenig- zins verminderd hebben deze laatste jaren. Maar dan is het verhond van Frankrijk met Engeland gekomen en van Frankrijk met Rusland. Dit alles heeft dien toestand die reeds zoo benauwd was nog onuitstaanbaarder gemaakt. Verleden jaar, in de maand Juli, stond bijna heel Wèst-Enropa in rep en roer. dan te vreezen was, kan nu nog voorvallen, en dan Engeland heeft de aandacht van ons Staatsbestuur daarop getrokken. Het verwittigt ons dat het ons zal verde digen in geval men onze onafhankelijk heid overtreedt, maar op uitdrukke lijke voorwaarde dat wij uit al onze macht meehelpen om dat overtreden onmogelijk te maken. Engeland handelt hier juist lijk de politie die zou zeggen Mijnheer, '.t is ons ambt eu onze plicht u tegen dieven en moordenaars te verdedigen. Maar wij zier. van dien plicht af indien gij weigert de deuren en vensters van uw huis te sluiten Wat zal er nu van wege ons Staats bestuur gedaan worden Die vraag kunnen wij voor 't oogen- blik niet beantwoorden. Wat ons aangaat, wij blijven lijk vroeger onverbiddelijke vijanden van alle geldverkwistingen van welken aard zij ook wezen mogen. Maar wanneer er spraak is van onze onaihankelijkheid, van ons zelfbestaan dan zijn wij van gevoelen dat geen en kele Belg die opoffering mag weigeren, welke het vaderland van hem eischt. Wij laten aan anderen over de mid delen te beramen welke ons tegen eenen vreemden inval moeten vrij waren, Vraagt men ons versterkingen en forten Wij zullen ze bereidwillig geven. Vraagt men ons soldaten Al onze zoons en wij zeil staan gereed. Geene opofferingen schijnen ons te groot wanneer er spraak is van bet bestaan van ons duurbaar België. Wij willen noch Duitsch worden, noch Franschman. Belg zijn wij gebo ren. Ais Belg willen wij sterven. Op dit oogenblik kan er geen spraak zijn van militarist en antimilitarist. Maar al wie Liet goed meent zal als een man uitroepen Sluit de deuren Vensters toe Leve de KoningLeve 't Vaderland De Volksstem Deze meststoffen, innig met melkander ge mengd, worden op onbeploegden akker zorg vuldig uitgestrooid en voor het zaaien ducii- ingeëgd. 2. De tarwe vraagt insgelijks eene sterke bemesting. Na klaver, is hét noodig eene goede dosis minerale vetten te gebruiken. Men strooio dan op de zode. en per hectare 6o0 kilogr. ijzerslakken en 100 kilogr. chloorpotasch. Aan tarwe, na aardappels of suikerbeelen moet men benevens de minerale bestanddee- deelen, ook eene stikstofmest toedienen. In voorkomend geval strooie men dus per hec tare na de omploeging en vóór het zaaien 100 tot 150 kgr. chloorpotasch, 100 tot 125 kgr. zwavelzuur ammoniak en 200 tot 300 kgr. superfosfaat. Daarna worden zij met de eg goed inge werkt. 3. 't Is ook het oogenblik om wintergerst te zaaien. Dit graangewas geeft goede opbrengsten, zoo men per hectare, henevens 15.000 kgr. stalmest, een toegifte doet van 300 kgr, su perfosfaat 200 kgr. chloorpotasch en 100 tot 125 kgr. zwavelzuur ammoniak, dit alles op den omgeploegden akker gestrooid en zorgvuldig met de eg ingewerkt. Bij de teelt van koolzaad mag men niet nalaten eene goede dosis welgeleerden stal mest te gebrniken. Daar dzee plant zich sterk dient te ontwikkelen is het noodig veel voedende hestanddeelen toe te dienen. Men zal dus op den omgewerkten grond per hec tare aanwenden 200 kgr. zwavelzure potasch, 200 kgr. superfosfaat en 100 kgr. zwavelzuur ammoniak. Deze meststoffen worden dan door ge kruiste eggingen zorgvuldig gedekt. WILLY. Voos* toeft spoorwegpers©- Büeefl* Moer dan een jaar geleden heeft de heer de Broqueville aan het spoorweg personeel verhooging van loon verleend ten bedrage van 4 miljoen franks. Daarmede waren alle bedienden en amb tenaars nog niet bevoordeeligd men meldt na dat de heer minister op het einde van hel jaar nog verhoogingen zal toestaan welke gezamenlijk twee miljoen franks bedragen. Het personeel zal in zijne handen wrij ven, maar wie niet tevreden zal zijn, is de geuzenpers. Ze zal natuurlijk die verhooging niet dur ven afkeuren, maar ze zal vragen waarom die verhooging niet eerder werd gegeven In haar hart zal hot haar spijten dat die verhooging niet wat later toegestaan wordt want dan zou ze kunnen schreeuwen dat het is om de bedienden uit te koopen in het vooruitzicht der kiezingen. HoBiandscbe toariaig- —Er wordt in België een groot verbruik gemaakt van baring uit Nederland toegezonden. Voor de acht eerste maanden van het jaar bedroeg de invoer 3 millioen 893.074 kilo grammen waarvan 952.819 kilogrammen voor de maand Augusti alleen. Sedert eenigen tijd, evenwel, komt er hier onder den naam van Hollandschen haring veel koopwaar toe- uit Duitschland, waar de haringroolcerij en liet haringpekelen in de laatste jaren eene groote uitbreiding hebben genomen. Het luisden dep oorlogsklok. Ook in België heeft men de oorlogsklok hooren luiden. Te Brussel hebben Bulgaar- sche officieren,die de leergangen der oorlogs- achool volgen, namelijk kapitein Popoff en Muxmioff, de luitenanten Radzonlcanoff en Sarieliew bevel gekregen dadelijk hun regi ment te vervoegen. Zij werden Woensdag door de kameraden der school in stoet naar de statie gebracht. Te Luik hebben een zestigtal Bulgaren, met hun vaandel voorop, de stad doorloopen onder 't roepen van Leve de oorlog 1 Eergisteren werden al de vreemde studen ten Bulgaren, Serviërs, Grieken, Roeme nen, die onder de wapens worden geroepen in stoet naar de spoorhal gebracht met vaan del en muziek, onder 'l zingen van krijgs liederen. Daar de andere studenten zich hier bij hadden gevoegd geleek het op eene kleine mobielmaking. Ei© Weï"Slfl5Sftï©<sa»fteil« Hel Beschermingscómiteit hoeft de eer als nieuwe leden in te schrijven, Wëlod. Heer Janssens, de Bisllioven, dezen Zomer Gouverneur van West-Vlaanderen geworden den laatst ge kozen senator Heer C. Van den Bussche en Volkvertegenwoordiger Heer S. Mahieu. De Z. E. H. Kan. De Vroe, pastoor benoemd op St-Jacobs te Brugge, gewaardigt eern plaats to nemen in het Beschermingskomi- teit en wordt in het plaatselijk Gomiteit wel willend vervangen door zijn opvolger E. H. Holvoet nieuwen pastoor van Pitthem. Ver ders zal herinnerd worden aan de plaatsen waar pater Verbiest in West-Vlaanderen geleefd heeft, gdoor liet Eerclidschap van zijne Z. E. P. Lahousse en Z. E. P. Van Tours, oversten van de Jesuitenkloosters te Brugge en te Kortrijk. Vooral zal aan de Veibiestfeesten, misschien wel bijzonder aan de Verbiesttentoonstelling een doorslaande wetenschappelijk en geschiedkundig karak ter gegeven worden door het uitmuntend en werkend talent van Z. E. P. Chirion s. j bestuurder der Revue des questions scien tifiques van Z. E. P. Luca s. j. bestuurder van de Sterrewacht te Namen en Z. E. P. Bosmans s.j. levenbeschrijver van Pater Verbiest, nu alle nieuwe Eereleden. Ze zijn tegen den gods» dienst niet Een socialistisch blad van Bergen verwittigd do personen, dio uit haat tegen den godsdienst, burgerlijk willen begraven worden, dat zij daarvoor een tes tarnent kunnen komen teekenen in het «Mai- son du Peuple». En dan durven de rooden nog zoggen dat zij tegen den godsdienst niet zijn. Bemesting der Herfstgraangewassen. 1. Tijdens deze maand wordt er reeds op groote schaal Rogge gezaaid. Opdat dezo plant zich volledig kunne ontwikkelen is het noodig eene goede en doelmatige bemesting toe te passen. Zoo men bij deze teelt stalmest gebruikt, zal men voldoen met voor de ont ploeging en te gelijker lijd met den stalmest 3oo kilogr. superfosfaat en 100 kilg. chloor potasch onder te werken. Wordt er geen stalmest aangewend, en dat is ook meestal de regel, zoo zal het noodzakelijk zijn eene grootere hoeveelheid hulpmesten toe te die dienen. per hectare geeft men dan gemid deld 300-400 kilogr. superphosfaat. 100-150 kilogr. chloorpotaschen 100-125 kilogr. zwavolzuur ammoniak In een voorgaand artikel hebben wij de grondregels uiteengezet van het ontwerp gemaakt door den Landsbond der chnstene mutualiteiten van Bel gië. Overzien wij de verschillige voorge stelde schikkingen om den werkman te verzekeren tegen de drie groote geva- ren die hem bedeelden ziekte, invali diteit en ouden dag. Worden aanzien als verzekerd de werklieden en be dienden van beide ges-lachten, wier dagloon of jaarwedde de 2400 fr. niet te boven gaan.- De werklieden zonder baas, de kleine burgers en-kleinge- bruikers, enz. worden aan geene ver plichting onderworpen, maar zij mo gen op aanvraag toegelaten worden om van de voordeelen der wet te genieten, zoo hunne inkomsten niet 2500 frank overtreffen. Voor de verzekering tegen ziekte: moeten de erkende maatschappijen aan hunne leden den genees- en art- senijkundigen dienst verzekeren, als ook eene vergoeding van minstens een frank per dag gedurende drie maanden en eene schadeloosstelling van 30 frank aan de kraamvrouwen. Zij moeten daarenboven bij de zieken eenen toe- zichtsdienst uitoefenen en aangesloten zijn bij eene verbondskas van herver zekering. Voor dezen dienst wordt de verplïch tende bijdrage der werklieden vrijelijk vastgesteld door de standregelen der maatschappij: voor het algemeen zal zij tot een frank per maand beloopen. Zij kan op de helft gebracht worden voor de vrouwen, voor de werklieden van min dan 20 en meer dan 55 jaar en voor de andere werklieden wier dag loon min bedraagt dan 2,50 fr. In dit geval is de dagelijksche vergoeding slechts 0,50 fr. Kunnen ontslagen zijn van alle bij drage de werklieden van min dan 15 en meer dan 65 jaar, de dienstboden die kost en inwoon hebben bij den werkgever, de gepensionneerde kool mij ners en de werklieden van meer dan 20 jaar die geen 2 frank, daags winnen. Wie ontslagen is, heeft nochtans recht op genees- en apothekersdienst en op behandeling in de sanatoria's voor zooveel de geldmiddelen der ge westelijke verbonden zulks toelaten. De nijverheidshoofden en de Staat zullen voor ieder werkman, de ontsla genen inbegrepen, eene jaariijksche bijdrage van 3 frank storten voor de verzekering tegen ziekte. De Staat mag voor den geneeskundi gen dienst eene bijkomende toelage verleenen van 1 tot 3 fr, per lid, indien de verzekerden op groote afstand wonen van de verblijfplaats der ge- neesheeren. De verzekering tegen invaliditeit zou geschieden doortusschenkomstder ver- bondskassen van herverzekering, door Regeering aanveerd krachtens de wet van 5 Mei 1912. De leden der plaatselijke ziekenkas sen, die onbekwaam zijn tot werken, zouden 1 fr. daags ontvangen van zoo dra de schadevergoedingen, door hunne maatschappijen verleend, ophouden weze dus van af de 4d* maand werkon bekwaamheid en zulks tot aan de ge nezing of uiterlijk tot aan 65 jaar in geval van voortdurende invaliditeit. De verplichtende bjjdrage wordt vrijelijk esteld door de erkende verbonds kas. Voor de werklieden die bij geene dergelijke kas zijn aangesloten en voor dewelke de invaliditeits-dienst door het gewestelijkComiteit is ingericht, wordt de bijdrage bepaald op 6 fr. per jaar. Met dezelfde gevolgen zullen dezelfde ontslagingen of vermindering van bij drage van den ziekendienst toegestaan worden, aan deze waarvan hooger spraak was. De Staatstoelagen ten voordeele der invaliteitskassen zullen geregeld wor den door de wet van 5 Mei 1912 zij is berekend aan 0,60 fr. per frank gestort door de werkende leden. De verplich tende bijdrage der nijverheidshoofden beloopt ook tot 3 frank in dezelfde voor waarden als voor den gewonen zieken dienst. Die bijdrage zal echter slechts eischbaar zijn na 1935, tijdstip op het welk, volgens de overgangsbepalingen voor de verzekering tegen den ouden dag, de bijdragen van den werkgever niet meer zullen noodig zijn. Daarover handelen wij in het volgend artikel. Wij zijn ten voile overtuigd dat er zekeren tijd zal noodig zijn vooraleer do wet in de zeden zal gedrongen zijn en hare volledige en regelmatige wer king zal uitoefenen. Als middelgetal der 10 eerste jaren rekenen wij op 1 millioen en half deel nemers, in plaats van een half millioen die hedendaags tegen ziekte en 200 dui zend die tegen invaliditeit verzekerd zijn. De Staat zou dus voor deze twee ver zekeringen een last te dragen hebben van 10 1/2 millioen daarbij moet 200,000 frank gevoegd worden om jaar lijks de sanatoria's te helpen, waarvan de oprichtingskosten van kloeke en duurzame gebouwen eene geldpiaatsing uitmaken en dus in de buitengewone begrooting plaats vinden. Dezelfde diensten, met nagenoeg de zelfde voordeelen, kosten in - Engeland aan den Staat 10,50 fr. per werkman Daar men 15 millioen aangeslotenen telt, maakt dit voor den Engelschen Staat eene jaarlijksche uitgave van 157 millioen. Zooals men ziet, stellen wij voor ons land. als verhouding ingezien, eenen veel minderen last voor. Blijft nu de kwestie der werkmans pensioenen. A. E. 20° Vervolg. Invloed van de koude en de warmte op het oor. Het is ook in gevallen van bestaande of genezen oorontstekingen, dat koude en warmte invloed uitoefenen op het oor. De rol van de koude is echter niet zoo gewichtig als men wel pleegt te vermoeden zij is toch geen gewoon rechtstreeksche oorzaak van oorziek ten, maar kan er gemakkelijk aanlei ding toegeven,door de ware plichtigen bij te staan, 't Is die aanleiding tot ziekte, welke de gezondheidszorgen ons leereu voorkomen op tweederlei wijs kunnen wij daartegen kampen de koude temperen en ons eigen be schutten. De mensch vat niet zoo ge makkelijk een verkoudheid op de ooren, omdat hij even door stille, gure winterweder buiten loopt tegen de bijtende vorst die in ons land heerscht zijn wij ook onmachtig iets te doen. Maar er zijn bijkomende omstandig heden waardoor de kracht der koude verhoogt en deze kunnen wij wel bemeesteren. De vochtigheid van het blootgesteld oor verergert de koude, omdat zij er een tweede bron van koude bijvoegt, namelijk de verdamping van het water door de lichaamswarmte, en tevens de huid weeker maakt; het is een onvoor zichtigheid 's winters uitte gaan zon der goed te zorgen dat de oorschelp droog blijft wanneer het ruwrijmt zal zij evengauw weer nat worden en men moet ze bijtijds droogwrijven, om het vervriezen te beletten. Wie aan zulk bevriezen onderhevig is, zal dik - wijls zijne ooren wasschen met alcohol om ze straf te maken. De plotselinge verandering van warmtegraad des dampkrings om ons heen, is ook een bezwarende omstan digheid, maar die gelukkiglijk kan vermeden worden. Wanneer de koude 's menschen huid genaakt, eender on der welke gedaante, ontstaat er eene wederwerking in het lichaam, vooral op de getroffen plaats, om het dreigend gevaar te keeren; doch als de inval te plotseling gebeurt, is de wederwerking niet in staat om voldoende sterk op te treden, en zij wordt overrompeld, zooveel te gemakkelijker dat de aan getaste zenuwen een stond als versla gen staan door dit schielijk treffen. Het gehoororgaan is daar het meest onderhevig aan, omdat het van zijn aard tamelijk week is en dat het, voor een groot gedeelte, een bloedarm lichaamsuiteinde daarstelt. Wie den schielijken overgang van hevige warm te in hevige koude vermijdt, zal deze bijhoorige schadelijke kracht der koude afweren, omdat hij zijn lichaam den tijd zal gegund hebben, weerom uit de bovenmatige hitte, op zijn effen te komen en zich langzamerhand aan de scherpe koude te gewennen. De koude, onder de gedaante van een luchttocht, valt bijzonder nadeelig aan het gehoororgaan dat zoo vlak bloot gesteld is, wijl de kille wind geweldig in den warmen gehoorgang slaatde dagelijksche ondervinding leert ons dat te dien gevolge dikwijls ooront stekingen te voorschijn komen. Zoo na een rit op de nieuwmodische rijtuigen (automobiel, motocyclet, velo), na een tijd met open venster- in den trein te verblijven. Daar 'kunt gij u voor hoe den, door u zeiven uit den tocht te zetten. Moet gij daarvoor een wieksken watte in de ooren dragen Dat hangt af van den toestand van het oor 1 Een gezond oor, dat nooit te voren ziek geweest is, kan veel koude verduren, zonder ervan te weten, en dan zal men liefst de wattewiekskens maar niet gebruiken, omdat zij schaden aan het gehoor en de regelmatige verluchting des gehoorgangs en toch steeds, als vreemd lichaam, een zekere nadeeliga prikkeling uitoefenen. Voor een week oor, is het wat anders, want hetgeen de verkondheid juist het ergst maakt, is wel de eigen ziekelijke toestand van het oor sommige menschen zijn on derhevig aan rhumatiek in de gewrich ten der gehoorbeendertjes, anderen krijgen gemakkelijk oorontstekingen, en oorverzweringen of hebben zelfs et terige oorontstekingen doorgemaakt waarvan zij nog een doorboring des trommelvlies overhouden, welke het middenoor open en bloot legt voor alle invloeden der weersveranderingen. Al deze menschen moeten zich bij zonder beschutten tegen koude, de laat- sten nog het meestzij mogen en zul len, bij koud windig weder, buiten, een wattepropken in de ooren dragen, geen te groot om niet te moeten samenge drukt worden tot een harde klot, ook geen te klein om niet geheel en gansch in den gehoorgang te schuiven zij hebben die voorzorg maar noodig, bij tamelijk koud en windig weder, buiten of in een luchttochtbinnen en waar zij beschut zijn, zullen zij de watte er uitnemen om de vrije verluchting van den gehoorgang te laten gebeuren en de prikkeling tijdelijk te schorsen. De killige vloeistoffen, die in den ge hoorgang dringen, werken nog heviger op het orgaan zoo kunnen koude uit spuitingen, oorbaden, indruppelingen het verlies van evenwichtsgevoel ver wekken dat gebeurt wel eens bij iemand die een te koud bad neemt en water in de ooren opslorpt, door het hoofd, willens of onvoorziens, onder te duikelen, alhoewel die duizeligheid meer toch om een ander reden ontstaat, welke wij verder melden. De warmte is een beste vriendin der menschen die, min of meer, in koude luchtstreken 't huis liooren,.en wijl wij in dit geval verkeeren,zlillen wij steeds goed handelen met de aangename warm te dat gewillig te ontvangen, zooveel te meer, bij vele ziekelijke toestanden, de warmte, een deugddoende pijnstil lend middel is, en bovendien nog een gunstigen invloed uitoefent op de oor ontsteking. (vervolgt).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1912 | | pagina 5