ONPLICHTIG
De moord op M. Provo
Hevige brand ite Ukkel
Eohtglijk drama iiij Parijs.
NIEUWSBERICHTEN.
TE BEROHEM
2
DE VOLKSSTEM
Al de oorlogsvoorraad die voor Serviö
bestemd was en in de handen der Turken is
geraakt, bevat 52 kanons, 30,000 obussen
en eene groole hoeveelheid schrapnells.
Engelsche oorlogschepen
Men seint dat verscheidene engelsche oor
logschepen in den Archipel zijn gevaren. Ook
bevindt zich daar een Turksch gepantserd
schip.
In Bulgarië is men gereed
Het Bulgarisch Staatsbestuur heeft afkon
digingen doen vervaardigen waarin aan de
kristene bevolking van Turkije gevraagd
wordt meè te helpen tot liet nationaal werk
van verlossing en het Bulgaarseh leger uit-
genoodigd wordt zijn plicht te doen.
Servië is ook strijdvaardig
De kabinetsoverste van Belgrado heeft in
een antwoord op de aanvraag gezamenllijk
door Rusland en Oostenrijk gedaan ver
klaard, dat het besluit van Montenegro
eenen overwegenden invloed had op de ge
dragslijn zijner bondgeiiooten. Dat niets ter
wereld bet verbond der Balkaansahe vorsten
dommen kan breken en niets ook den oorlogs
zucht der bevolking stillen. Hij voegde er
bij dat de voetstappen der Europeesche
Mogendheden veel te laat werden aange-
wond.
Vorontwaardiging te Athenen.
De handelwijze der Europeesche Staten
heeft te Athenen eene groote verontwaardi
ging veroorzaakt.
De Grieken zijn verwonderd dat het juist
die Staten zijn die Turkyë herhaaldelijk heb
ben verminkt en verscheurd, die nu spreken
van de onschendbaarheid van het Turksch
grondgebied.
Men heeft te Athenen maar bitter weinig
vertrouwen in de beloften van Europa en in
de beloften van Turkyë.
Al de hervormingen waarmede men nu de
bondgenooten paaien wil, werden sedert 50
jaar beloofd, maar nooit toegepast. En 't is
maar wanneer de mobilisatie der Staten be
gonnen was, dat men van de ernstige toe
passing dier hervormingen begon te gewa
gen.
De onzijdigheid van Italië.
Wij hebben vóór twee dagen, het samen
stellen aangekondigd van de ridders van het
HeL roede Hemd in Italië; dit legioen
vrijwilligers zou strijden in de rangen der
Grieksohe soldalen.
Iialië heeft bevel gegeven het vertrek dier
vrijwilligers le beletten en doet, met dat in
zicht, al de havens bewaken.
De openbare meening in Frankrijk.
Vroeger lijden verwenscht'e men hier den
Turk en beklueg men de Balkansohe Staten.
Nu zijn do zaken omgekeerd. De openbare
ineening is voor de Turken.
Zij ziel in de handelwijze dier Staten eene
diplomatische list van Italië. Van daar do
verandering in de gemoederen.
De groote massa blijft totaal onverschillig
aan den oorlog, lijk iiij tot hiertoe nog ge-
localiseerd is. Diegenen die van den oorlog-
spreken, beklagen hét arme Turkyë.
Wat denkt men in Engeland
Al de Engelsche dagbladeu zijn het eens
om het laattijdig optreden van liet Engelsch
Staatsbestuur te betreuren.
Van den anderen kant bekent men recht
uit dat de gedragslijn van Engeland moeilijk
te bepalen viel. Van den eenen kant moest
het de belangen verdedigen van de Balkan-
sche vorstendommen, voor dewelke Enge
land eene eeuwenoude vriendschap koestert.
Van den anderen kant mocht liet Turkyë
niet kwetsen, waar bet znlken grooten in
vloed op uitoefent en waarvan de Sultan liet
godsdienstig opperhoofd is van meer dan
100 duizend Engelsche onderhoorigen van
Muzulmanschen godsdienst.
In één woord, Engeland moest tusschen
twee waters zwemmen. En die dat doet, ver
drinkt gemakkelijk. Zulks was ook hier het
geval.
8e vervolg.
"Wie zal de aandoeningen der vrouw schet
sen die meer dan aardsche vreugde, door
geenen zweem van zinnelijkheid ontluisterd,
die zoete weewoedige smart, die verrukking
bij het zedelijk wedervinden van hem, met
wien zij één was en met wien zij één wilde
zijn, al moest zij hem nog schuldig keuren.
Hielden ook wij, lezers, den man onschul
dig aan de misdaad, wij zouden zeggen, dat
de samensmeltende zielen der echtelingen, in
die verhevene oogenblikkon, een nieuw en
nauwer verbond sloten, een verbond, vry van
alle aardsche inmenging.
Maar wij zien slechts met het zinnelijk oog
en blijven aan de schors hangen wij raad
plegen alleen de uiterlijke omstandigheden,
de tastbare gronden, en dan is er zooveel, dat
het schuldig over den man uitroept.
Ons ongeloof en onze twijfel verdienen ver
giffenis. Die vrouw, zij blikte terug op een
leven, door haren echtgenoot aan de deugd
geheiligd: zij mocht zooveel van haar tegen
woordig vertrouwen putten uit de herinne
ring aan bijzonderheden in dat leven, waar
over zij zoo vluchtig zijn heengegleden. Zij
drong met het zielsoog tot diep in dat gemoed,
hetwelk immer voor haar geopend was,
door....
Bleef er ook nog een afzichtelijke schuilhoek
voor haar verborgen De loop van dit verhaal
zal ons die vraag beantwoorden. Wij zullen
het vertrouwen van die zien teleurstellen... of
ons ongeloof beschamen.
Ik dank u Lenazegde eindelijk Van Ree
ven, zich zacht uit de urmen van zijne vrouw
De schrik in Duitschland.
Te Berlijn is iedereen Woensdag avond
van gedacht dat een algemeene oorlog in de
Balkanen nu onvermijdelijk wordt.Verschei
dene dagbladen beweren zelfs dat er daaruit
gemakkelijk misverstand zou kunnen ont
staan tusschen de Europeesche mogendhe
den.
Een Duitsch dagblad meldde dat de reser
visten van het Duitsch zeewezen per tele
graaf bevel hadden gekregen hunne schepen
te vervoegen. Dat nieuws werd onwaar be
vonden.
Datzelfde blad bestatigt ook dat de groote
manoeuvers in Rusland blijven duren en eer
der aan eene mobilisatie lijken. Van den an
deren kant stomt men in Oostenrijk nog alle
dagen nieuwe kredieten bij.
Gevecht tegen de Turken.
De Montonegrijnen hebben eene Turksche
versterking aangevallen bij Padgonitza. De
aanval duurde wel 4 uren.
De Turken hebben die versterkte plaats
verlaten. De Montenegrijners zijn vooruit-
gerukt in de richting van Delsith.
Versche Turksche troepen zijn aangeko
men. Het gevecht duurt voort.
DeAibaneezen op 't tooneel.
Riza B«y. aan 't hoofd der Albaneezen,
zou de stad Berana ontzet hebben, die in de
handen der Montonegrijnen gevallen was.
Vervolgens zou hij met zijne benden in Mon
tenegro getrokken zijn.
Wat gaan de bondgenooten doen
Eon bericht uit Sofia meldt dat iedereen
het gevoelen deelt, dat de vrede onmogelijk
kan behouden worden.
Het voorstel der Vereenigde Europeesche
Mogendheden wordt als een halve middel
aanschouwd. Iedereen cischt nu radikale
hervormingen.
Een ander nieuws zegt dat Bulgarië het
antwoord aan de Europeesche mogendheden
heeft opgesteld en dat Servië en Grieken
land hunne goedkeuring aan dat antwoord
hebben verleend. Die nota is derwijze op
gemaakt, dat zij alle hoop op verdere over
eenkomst wegneemt.
Nadere lij zonderheden
Gaston veranderd
De eerste dagen zijner aanhouding drukte
Gaston zijne verwondering uit, dat zijne
vrouw hem nog niet in het gevang was
komen bezoeken. Ook wanneer de plichtige
op het justitiepaleis moest verschijnen, ver
zocht hij altijd den heer onderzoeksrechter de
aanwezigen te verwijderen. Nu is zijne hou
ding geheel veranderd.
Hij spreekt niet meer van zijne vrouw en
alles is hem onverschillig geworden.
De onderzoeksrechter bij de vrouw van
Richard Vergouts
Woensdag voormiddag is de heer Lam
proye, onderzoeksrechter, vergezeld van
zijnen griffier, Gallemaert, naar de woning
van Richard Vergouts, te Borgerhout ge
weest, om aldaar dezes vrouw te ondervra
gen. Deze verklaarde dat Richard haar ge
zegd had, dat Gaston hem in eene slechte
zaak betrokken had, doch, dat hij geen werk
dadig deelgenomen had in de misdaad. Het is
op haar aandringen dat Richard niet ge
vlucht is.
Het onderzoek
Woensdag morgen is heer Buelens, schei
kundige, begonnen al de kleederon van Gas
ton V, nauwkeurig te onderzoeken, en te zien
of zij met bloed gesmeurd zijn.
Het onderzoek in den hof
van Gaston Vergouts
Woensdag namiddag ging M. Lamproye
eene niéuwe huiszoeking te Edegem doen.
losmakende, wat mij ook wacht, de gedachte:
Lena weet het, dat ik niet schuldig ben aan
dat, waarom de wereld mij vervolgt, zal my
moed en krachten geven, om het ergste te
dragen.
Pieter, gij hebt mij het leven weergege
ven... o maar waarom niet vroeger
Moest ik niet vreezen, dat gij mijn geloof
zoudt weigeren Er is toch zooveel, dat
tegen mij getuigt en ook is mijne schuld nog
zoo zwaar, dat ik het bijna niet durf wagen,
den Allerhoogsten om vergiffenis te bidden
Bovendien gij zweegt, Lena, om mij te
sparen, en ik had den moed niet te spreken.
Goede, ongelukkige Van Reeven
Gij moet nu alles weten, wat in dien
noodlottigen avond is gebeurd. Het is nog tijd,
om te spreken God weet, hoe spoedig het te
laat zou zijn, hoe spoedig ik van u zal worden
weggerukt...
Van Reeven had enkele oogenblikken noo-
dig, om genoegzame bedaardheid te bekomen,
tot het doen van een geregeld verhaal, dat
zoowel eene bekentenis van schuld, als eene
ontkentenis van misdaad zou inhouden.
Gd weet nog, Lena, aldus begon hy
wat er in onze woning, vóór dat den reiziger
binnentrad, omging. Het geschrei myner lie
velingen had myue wanhoop ten top gevoerd,
en ik herinner mij niet meer, welke plannen
er al in mijn hoofd woelden... Dit weet ik nog
zeker, .dat ik vast had besloten, om, op wel
ke wijze dan ook, langs oneerlijke wegen
zelfs, aan mijne vrouw en kinderen brood te
verschaffen... Hun honger moest worden ge
stild... al was het met verlies der hoop op
zaligheid.
De vreemdeling kwam bij ons binnen. Ik
hoorde den klank van geld, en dat in die
oogenblikken... Het was een wenk van den
Hij werd op de villa ontvangen door de
vrouw van Gaston, door de schoonmoeder en
door de schoonbroeder.
De onderzoeksrechter berichtte bun hel
doel van het bezoek. Hij zou alles eens goed
nagaan en den hof onderzoeken, die men tot
heden onverlet had gelalen.
De veldwachter, bijgeroepen, wierp den
grond open, waar men dacht iets verdachts
te kunnen bespeuren.
Alles bleef vruchteloos, geen spoor van
diamanten was te vinden.
De gebroeders Vergouts op de villa
De onderzoeksrechter wilde een uiterste
poging aanwenden. Hij besloot de gevan
genen naar de villa te laten overbrengen en
met die taak werd de veldwachter gelast.
De arme vrouw verliet al weenende bare
woning en begaf zich bij eenen gebuur. De
schoonbroeder en de moeder van Gaston Ver
gouts besloten te blijven.
Om 7 ure kwamen twee rijtuigen aan.
Daarin zaten de gebroeders Richard en
Gaston Vergnuls, tusschen twee gendarmen.
Beiden werden in het salon geleid. Gaston
zag dadelijk naar de plaats waar hij wist dat
zijn portret stond. Zijné vrouw had dit por
tret weggedaan. Dit trof hem. Hij vroeg aan
zijnen schoonbroeder
Waar is mijne vrouw Moet zij van
mij niet meer hebben
Zij is weggegaan, antwoord© hem de
schoonbroeder®
Gaston richtte zich thans tot den rechter
en dezes griffier
Zet u neder, mijnlieeren, sprak hij, ik
ben hier te huis.
En zich tot zijnen schoonbroeder wenden
de Zeg, breng mij een glas wijn. En van
den beste zulle
Aan deze vraag werd voldaan.
Men schonk hem een- glas wijn. Gaston
vroeg aan den onderzoeksrechter of hij ook
iets verlangde. Hij liep natuurlijk eene wei
gering op.
Na gedronken te hébben, zegde Gaston
Ik ben weer frisch en opgeknapt, nu kan ik
er weer tegen.
Gaston wijst de plaats aan waar de
diamanten verborgen ligt
De onderzoeksrechter begon aan de onder
vraging
Gaston, sprak hij, waar hebt gij den
diamant verborgen
Ik heb u reeds zoo dikwijls gezegd, ant
woordde Gaston, dat ik don diamant aan
den eigenaar heb teruggegeven. Wat ver
langt gij meer
En gij, Richard, vervolgde de onder
zoeksrechter, weet gij niets van den dia
mant
Ik weet van geen diamant, sprak
Richard.
Eii hij liet er opvolgen '«Heer onderzoeks
rechter. al wat ik gezegd heb is de zuivere
waarheid
Gaston ontstak daarop in woede. Hij
sprong naar zijnen broeder Richard toe.
Stellig zouden de twee broeders handge
meen geworden zijn, hadden de gendarmen
ze niet met de boeien vastgehouden.
Gij liegt, leugenaar, snauwde Gaston
zijnen broeder toe.Gij hebt Provo vermoord!
Gij hebt Provo de brieventesch met den dia
mant ontnomen. Ook gij hebt den diamant
in den hof verborgen. Gij hebt mij beschul
digd en alles op mij gestoken Maar gij,
Richard, maaktet liet geheele plan der mis
daad op t
En nu, riep Gaston uit, nu wil ik niet lan
ger zwijgen.
Ga naar het prieeltje vervolgde Gas
ton,zich tol den onderzoeksrechter richtende,
ga naar het kiekenkot. Daar zult gij den
diamant vinden, die mrjn broeder er in den
grond heeft geborgen.
De onderzoeksrechter liet de twee gevan
genen in het salon achter. Hij begaf
zich, vergezeld van den veldwachter, naai
de aangewezene plaats.
booze daaraan twijfelde ik toen zelfs niet, en
zulks deed my een oogenblik aarzelen... Ik
vreesde er voor, mij met dien man. in dien
donkeron avond, op den eenzamen weg te be
geven, hij met zijn geld... ik met mijne wan
hoop. Onze lieve jongeD riep om brood, lieriu-
nerde mij de belofte, om welke na te komen
ik vruchteloos had gebedeld. Dat was te veel...
ik ging. en de man vertrouwde zich aan mijn
geleide. Eenige oogenblikken stapten wij zon
der te spreken voort. Toen poogde ik zijn
medelijden op te wekken ik verhaalde hem
onze ongelukken en ik zegde hem dat mijne
vrouw, mijne kinderen op het punt waren
van hongeren gebrek om te komen, doch te
vergeefs hij geloofde mij niet, of zijn hart
was koud. Daarna trachtte ik hem vrees aan
te jagen ik sprak van mijne wanhoop en
hield hem voor oogen, waartoe een vader,
wiens kinderen verhongeren, in staat kan zijn
maar even vruchteloos hij hoordde mij niet,
of was ontoegankelijk voor vrees. O alles
wendde ik aan, om vrijwillig datgene te ver
krijgen, wat ik my helaas voorgenomen
had, desnoods door geweldige middelen, te
verschaffen.
Pieter, Pieter, zuchtte de vrome vrouw
hoe ver waart gij van den rechten weg ge
dwaald
Mijne kinderen huilden om brood... Maar
hoor verder, Lena Wij waren te midden van
de houtbosschen van Gravens genaderd, die,
gij weet het, zich aan beide zijden van den
weg tot eene aanzienlijke leDgte uitstrekken.
Het was er eenzaam en stil, en de avond was
intusschen geheel gevallen. Ik hield den reizi
ger staande.
Wat wilt gij vroeg hij.
Brood voor mijne vrouw, voor mijne kin
deren wasrnijn antwoord.
In den grond van het prieeltje vond men
een pakje, gewikkeld in een grauw papier.
Hot pakje werd dadelijk geopend:het behels
de vier pakjes diamant.
De onderzoeksrechter stelde vast dat de
diamant niet aan Provo toebehoorde. Een
der pakjes hield niets anders in dan rooze-
kens, bruin van kleur.
De onderzoeksrechter deed vervolgens al
den grond uit het kiekenkot halon.
Zooals Gaston gezegd had, kwam hier een
tweede pakje te voorschijn het was op 15
centimeters diepte verborgen. Dit tweede
pakje was gewikkeld in eep stuk van het
fransch dagblad «Le Journal» en bevatte
twaalf pakjes diamant.
M. Lamproyo. onderzoeksrechter, herken
de terstond den diamant, toebehoorende aan
den heer Provo.
De lezers herinneren zich dat M. Mom
mens van Edegem, gezegd had dat al de
pakjes geteekend waren met de ^ptters E.
M. V. en dat het karaat er op stond, in pot
lood geschreven. Het leed bijgevolg geen
twijfel meer. Men had de waarden van het
slachtoffer, M. Provo, in de handen.
Eene confrontatie tusschen Gaston en zijne
schoonmoeder.
I)e heer onderzoeksrechter toonde aan
Gaston de waarden.
Welnu, vroeg hij hem, blijft gij nog
loochenen
Ik zeg u dat ik onplichtig ben,antwoor-
de Gaston.
En op zijn broeder] wijzende riep hij uit
Daar staat de moordenaar
De schoonmoeder van Gaston verzocht
aan den onderzoeksrechter om eens met
haren schoonzoon te mogen spreken.
Heer Lamproye, onderzoeksrechter, wil
ligde het verzoek in.
Gaston, geboeid tusschen de gendarmen
werd het vertrek binnen geleid, waar de
schoonmoeder zich bevond.
Niet zoohaast had Gaston zijne schoon
moeder bemerkt, of hij viel op de knieën.
Ik vraag u vergiffenis voor al de
schande die ik u en gansch de familie heb
aangedaan, zegde hij al snikkende, maar ik
ben onplichtig. Ik heb Provo niet gedood.
Maar waarom spreekt ge nu niet
merkte de schoonmoeder op. Waarom wacht
gij nog
Ik zal later spreken, ging hij al snik
kende voort. Alsdan zal ik den tweeden
moordenaar doen kennen. Men heeft thans
den eersten moordenaar, den man met den
rossen baard, en die is Richard
De schoonmoeder vervolgde
Gij zijt toch den Dinsdag op uwe jacht
geweest.
Ik ben er niet geweest, riep Gaston uit.
Gaston smeekte aan zijne schoonmoed er
of zij voor hem aan zijne vrouw vergiffenis
zou willen vragen; daar'lnj zoo herhaalde
hij onschuldig was.
Dit tooneel ontroerde al de aanwezigen.
M. Lamproye, onderzoeksrechter, zag wel
in dat Gaston toch geen bekentenissen zou
afleggen. Hij besloot aan dit pijnlijk tooneel
een einde testellen en de gevangenen naar
Antwerpen te doen terugvoeren.
De gevonden diamant. Van waar komt
die diamant
Ongetwijfeld zal er een nieuw onderzoek
ingesteld worden, om te weten hoe Gaston
Vergouts in het bezit van dien diamant is ge
komen. Dio diamant behoorde niet aan M
Provo. I)ie diamant zal gestolen zijn Im
mers. waarom zou die diamant in den hof
verborgen zijn
Er wordt onder het volk, nu vooral met
de misdaad op den beer Provo gepleegd, veel
gesproken over de zaak Davidson, den dia-
mantkoopman, wiens lijk to Wilryck werd
ontdekt.
Zou de gevonden en niet gekende diamant
den vermoorden heer Davidson toebehooren?
En ik, dwaas, die mij aan uw geleide
overgaf, zou verplicht zijD, u dan te verschaf
fen 1 Werk en verdien op eene eerlijke wyze
den kost.
Tk heb meer gedaan dan gewerkt, ik heb
gebedeld, verstaat gij. gebedeld
Ziedaar, en beschouw dit als 't loon voor
den dienst, dien gij zoo onwaardig verricht.
Terwiil hij dit zegde, drukte hij my twee
zesthalven in de hand. Twee zesthalven
Wat wilt gij, dat ik daarmee doen zal
zegde ik het is juist genoeg, om kwelliiig van
mijn gezin nog eenen dag langer te rekken.
Neen, neen, ik moet van u brood hebben,
voor morgen, voor overmorgen, voor langer...
Mijn God riep de man aan wien heb
ik my toevertrouwd
Aan eenen wanhopigen huisvader, wiens
gezin met den hongerdood worstelt en die
daarom tot alles in staat is... Mijnheer, ik bid
u om den wille mijner ongelukkige kinderen,
om uw zelfs wille, geef hulp, geef redding,
geef geld, geef, veel geld. opdat ik die hon
gerkreten nimmermeer hoore
Ellendige booswicht, ga heen en laat mij,
vreedzaam reiziger, mijnen weg vervolgen....
Ga heen, of...
Ik zag hem zijnen stok opheffen en kramp
achtig omklemde mijne hand het hecht van
mijn zakmes.
Nog eens riep ik hevig uithelp mij of
het zal te laat zijn.
Hij had moed, die man, maar wat zoude zijn
moed bij mijne wanhoop Met den stok drong
hij op mij aan, eene worsteling zoudt begin
nen, die wel niet anders dan doodelijk kond©
zijn...
Hemel, zuchtte Lena, die met angst en
ingehouden adem had geluisterd Pieter, zeg,
o zeg mij, wat gebeurde verder
Dramatische reddingen
Dinsdag nacht, rond 11 1/2 uur, werden
de echtgenooten Van Obbergen, die een
magazijn van verven en vernissen hebben,
Steenweg van Waterloo, te Ukkel-St-Job,
gewekt door het geknetter van vlammen en
en den dichten rook waarmede hnn kamer,
gelegen op de eerste verdieping, gevuld was.
IJlings stonden ze op en ontdekten dat hun
winkel in laaie vlam stond. Ze snelden weer
naar boven en haalden hunne kinderen, on
derscheidenlijk 4 en 1 1/2 jaar oud, uit hun
bedje, waarna ze naar de vensters ijlden en
om hulp riepen.
Hunne angstkreten werden gehoord door
de policieagenten Delem en Deconinck, die
dadelijk met een ladder aanrukten, on er in
slaagden man, vrouw en de beide kinderen
uit hun hachelijken toestand te verlossen.
Daar het seintoestel van de brandweer
niet werkte, duurde het lang eer de pompiers
ter plaatse verschenen, en bij bun komst
was er dan ook reeds grooto verwoesting
aangericht, hoewel, dank het krachtdadig
optreden der beide agenten, onmiddelijk ge
vaar voor de naphta-bergplaals geweken
was. De winkel met zijn inhoud is geheel de
prooi der vlamen geworden, en ook de eerste
verdieping heeft veel geleden.
De vier geredden hebben den nacht ten
policiebureele van Ukkel-Sint-Job doorge
bracht.
Sedert verleden maand, waren de echtge
nooten Rossignol in dienst gelreden van het
geslicht Vict. Perronetstraat, 15, te Neuilly-
sur-Seine.
De vrouw, Lucie, oud 28 jaar, was keu
kenmeid de man, Pieter, 35 jaar oud, was
kamerknecht.
Zij hadden nu eene erfenis van duizend
frank getrokken en er rees twist op de man
wilde naar Algerië gaan wonen, de vrouw
hield er aan te Parijs te blijven.
Gisteren morgen om 7 ure, vond men de
vrouw in de keuken op den grond liggen
zij ademde nog zwak. De keuken was in
wanorde nevens de vrouw lag een kapmes
en verder eene koolschup met bloed bevlekt.
In het gasthuis werd de toestand der
vrouw wanhopig geoordeeld. Eenige uren
later is zij bezweken.
De man was verdwenen en eenige uren
nadien vischte men zijn lijk op uit do Seine.
AA/SA.—-
Brussel. Gevaarlijke woonst. Sinds
een paar dagen hadden de bewoners van de
Drie Patrijzengang, gelegen tusschen den
Reuzenberg en de BeierscUe straat, bemerkt
dat diepe scheuren in de muren zichtbaar
werden. Dinsdag avond scheurden nog twee
gebouwen op de Beiersche plaats en den
Reuzenberg open en dan namen de bewoners
van den gang de vlucht, alles wat ze bezaten
in hunne huizen latend.
Een dertigtal personen, mannen, vrouwen
en kinderen, boden zicli in het policiekantoor
der Priemslraat aan om onder dak gebracht
te worden- De policie herbergde lien in de
huizen der oude Koornballe door den Staat
onteigend. De ingenieurs der stad werden
verwittigd en onderzochten de gebouwen.
Deze dreigen elk uur in te storten. Denoodige
veiligheidsmaatregelen zijn genomen.
Eene tentoonstelling van juweelen.
Tusschen de juweelen destijds gestolen hij
bij M. Badart, juwelier, en door depolicio
in beslag genomen bij een Brusselschen ver
heler, vond M. Ertel, policieofficier, een
groot getal juweelen en zilverwerk, niet
voortkomend van gemelden diefstal. Deze
In ditoogenblik liet zich het gedruisch van
verscheidene voetstappen in de nabyheid der
woning hooren, en een gelijk voorgevoel deed
de beide echtgenooten verschrikt opspringen.
Eenige seconden zagen zij elkander vol angst
en ontzetting aan daarna richtte Van Reeven
den blik naar een venster, achter in het ver
trek, hetwelk misschien nog eene gelegen
heid tot ontvluchten aanbood.
Lena raadde de gedachte van haren man,
en hare vroomheid en het bewustzijn, dat hij
onschuldig was aan den moord, schonken haar
thans de vastberadenheid, die Van Reeven
miste.
Blijf, Pieter, en vertrouw op God Gij
zijt immers niet schuldig zeide zij op vasten
toon.
Neen neen riep hij en Lena hij den
arm vattende, fluisterde hy haar eenige vol-
zinnnen in het oor, belangrijk en vol van da
gelukkigste beteekeuis voorzeker voor zijne
vrouw, want in het oogenblik, dat de deur
werd geopend, verhelderde een straal van
hemelsehe vreugde haar gelaat.
Ver, ver kondet zy afdalen, maar mis
dadig worden, neen zegde zij, eenen dank
baren blik ten hemel slaande.
Het was geen bedrieglijk voorgevoel ge
weest, dat de echtgenooten in hun onderhoud
had gestoord. Werkelijk traden de onderschout
en de twee gerechtsdienaren binnen. Heeft de
verschyning van handlangers der gerechtig
heid immers iets angstwekkends, zelfs voor
dengene, die niets van de wrekers der belee-
digde maatschappij hebben te vreezen, hoe
ontzettend moet zij niet voor hem zyn, die
haar als bet begin moet beschouwen van
eindeloozen angst en jammer, van bittere
schande en straf. Wordt voortgezet.