ONPLICHTIG De moord op M. Provo Hevige brand ite Ukkel Eohtglijk drama iiij Parijs. NIEUWSBERICHTEN. TE BEROHEM 2 DE VOLKSSTEM Al de oorlogsvoorraad die voor Serviö bestemd was en in de handen der Turken is geraakt, bevat 52 kanons, 30,000 obussen en eene groole hoeveelheid schrapnells. Engelsche oorlogschepen Men seint dat verscheidene engelsche oor logschepen in den Archipel zijn gevaren. Ook bevindt zich daar een Turksch gepantserd schip. In Bulgarië is men gereed Het Bulgarisch Staatsbestuur heeft afkon digingen doen vervaardigen waarin aan de kristene bevolking van Turkije gevraagd wordt meè te helpen tot liet nationaal werk van verlossing en het Bulgaarseh leger uit- genoodigd wordt zijn plicht te doen. Servië is ook strijdvaardig De kabinetsoverste van Belgrado heeft in een antwoord op de aanvraag gezamenllijk door Rusland en Oostenrijk gedaan ver klaard, dat het besluit van Montenegro eenen overwegenden invloed had op de ge dragslijn zijner bondgeiiooten. Dat niets ter wereld bet verbond der Balkaansahe vorsten dommen kan breken en niets ook den oorlogs zucht der bevolking stillen. Hij voegde er bij dat de voetstappen der Europeesche Mogendheden veel te laat werden aange- wond. Vorontwaardiging te Athenen. De handelwijze der Europeesche Staten heeft te Athenen eene groote verontwaardi ging veroorzaakt. De Grieken zijn verwonderd dat het juist die Staten zijn die Turkyë herhaaldelijk heb ben verminkt en verscheurd, die nu spreken van de onschendbaarheid van het Turksch grondgebied. Men heeft te Athenen maar bitter weinig vertrouwen in de beloften van Europa en in de beloften van Turkyë. Al de hervormingen waarmede men nu de bondgenooten paaien wil, werden sedert 50 jaar beloofd, maar nooit toegepast. En 't is maar wanneer de mobilisatie der Staten be gonnen was, dat men van de ernstige toe passing dier hervormingen begon te gewa gen. De onzijdigheid van Italië. Wij hebben vóór twee dagen, het samen stellen aangekondigd van de ridders van het HeL roede Hemd in Italië; dit legioen vrijwilligers zou strijden in de rangen der Grieksohe soldalen. Iialië heeft bevel gegeven het vertrek dier vrijwilligers le beletten en doet, met dat in zicht, al de havens bewaken. De openbare meening in Frankrijk. Vroeger lijden verwenscht'e men hier den Turk en beklueg men de Balkansohe Staten. Nu zijn do zaken omgekeerd. De openbare ineening is voor de Turken. Zij ziel in de handelwijze dier Staten eene diplomatische list van Italië. Van daar do verandering in de gemoederen. De groote massa blijft totaal onverschillig aan den oorlog, lijk iiij tot hiertoe nog ge- localiseerd is. Diegenen die van den oorlog- spreken, beklagen hét arme Turkyë. Wat denkt men in Engeland Al de Engelsche dagbladeu zijn het eens om het laattijdig optreden van liet Engelsch Staatsbestuur te betreuren. Van den anderen kant bekent men recht uit dat de gedragslijn van Engeland moeilijk te bepalen viel. Van den eenen kant moest het de belangen verdedigen van de Balkan- sche vorstendommen, voor dewelke Enge land eene eeuwenoude vriendschap koestert. Van den anderen kant mocht liet Turkyë niet kwetsen, waar bet znlken grooten in vloed op uitoefent en waarvan de Sultan liet godsdienstig opperhoofd is van meer dan 100 duizend Engelsche onderhoorigen van Muzulmanschen godsdienst. In één woord, Engeland moest tusschen twee waters zwemmen. En die dat doet, ver drinkt gemakkelijk. Zulks was ook hier het geval. 8e vervolg. "Wie zal de aandoeningen der vrouw schet sen die meer dan aardsche vreugde, door geenen zweem van zinnelijkheid ontluisterd, die zoete weewoedige smart, die verrukking bij het zedelijk wedervinden van hem, met wien zij één was en met wien zij één wilde zijn, al moest zij hem nog schuldig keuren. Hielden ook wij, lezers, den man onschul dig aan de misdaad, wij zouden zeggen, dat de samensmeltende zielen der echtelingen, in die verhevene oogenblikkon, een nieuw en nauwer verbond sloten, een verbond, vry van alle aardsche inmenging. Maar wij zien slechts met het zinnelijk oog en blijven aan de schors hangen wij raad plegen alleen de uiterlijke omstandigheden, de tastbare gronden, en dan is er zooveel, dat het schuldig over den man uitroept. Ons ongeloof en onze twijfel verdienen ver giffenis. Die vrouw, zij blikte terug op een leven, door haren echtgenoot aan de deugd geheiligd: zij mocht zooveel van haar tegen woordig vertrouwen putten uit de herinne ring aan bijzonderheden in dat leven, waar over zij zoo vluchtig zijn heengegleden. Zij drong met het zielsoog tot diep in dat gemoed, hetwelk immer voor haar geopend was, door.... Bleef er ook nog een afzichtelijke schuilhoek voor haar verborgen De loop van dit verhaal zal ons die vraag beantwoorden. Wij zullen het vertrouwen van die zien teleurstellen... of ons ongeloof beschamen. Ik dank u Lenazegde eindelijk Van Ree ven, zich zacht uit de urmen van zijne vrouw De schrik in Duitschland. Te Berlijn is iedereen Woensdag avond van gedacht dat een algemeene oorlog in de Balkanen nu onvermijdelijk wordt.Verschei dene dagbladen beweren zelfs dat er daaruit gemakkelijk misverstand zou kunnen ont staan tusschen de Europeesche mogendhe den. Een Duitsch dagblad meldde dat de reser visten van het Duitsch zeewezen per tele graaf bevel hadden gekregen hunne schepen te vervoegen. Dat nieuws werd onwaar be vonden. Datzelfde blad bestatigt ook dat de groote manoeuvers in Rusland blijven duren en eer der aan eene mobilisatie lijken. Van den an deren kant stomt men in Oostenrijk nog alle dagen nieuwe kredieten bij. Gevecht tegen de Turken. De Montonegrijnen hebben eene Turksche versterking aangevallen bij Padgonitza. De aanval duurde wel 4 uren. De Turken hebben die versterkte plaats verlaten. De Montenegrijners zijn vooruit- gerukt in de richting van Delsith. Versche Turksche troepen zijn aangeko men. Het gevecht duurt voort. DeAibaneezen op 't tooneel. Riza B«y. aan 't hoofd der Albaneezen, zou de stad Berana ontzet hebben, die in de handen der Montonegrijnen gevallen was. Vervolgens zou hij met zijne benden in Mon tenegro getrokken zijn. Wat gaan de bondgenooten doen Eon bericht uit Sofia meldt dat iedereen het gevoelen deelt, dat de vrede onmogelijk kan behouden worden. Het voorstel der Vereenigde Europeesche Mogendheden wordt als een halve middel aanschouwd. Iedereen cischt nu radikale hervormingen. Een ander nieuws zegt dat Bulgarië het antwoord aan de Europeesche mogendheden heeft opgesteld en dat Servië en Grieken land hunne goedkeuring aan dat antwoord hebben verleend. Die nota is derwijze op gemaakt, dat zij alle hoop op verdere over eenkomst wegneemt. Nadere lij zonderheden Gaston veranderd De eerste dagen zijner aanhouding drukte Gaston zijne verwondering uit, dat zijne vrouw hem nog niet in het gevang was komen bezoeken. Ook wanneer de plichtige op het justitiepaleis moest verschijnen, ver zocht hij altijd den heer onderzoeksrechter de aanwezigen te verwijderen. Nu is zijne hou ding geheel veranderd. Hij spreekt niet meer van zijne vrouw en alles is hem onverschillig geworden. De onderzoeksrechter bij de vrouw van Richard Vergouts Woensdag voormiddag is de heer Lam proye, onderzoeksrechter, vergezeld van zijnen griffier, Gallemaert, naar de woning van Richard Vergouts, te Borgerhout ge weest, om aldaar dezes vrouw te ondervra gen. Deze verklaarde dat Richard haar ge zegd had, dat Gaston hem in eene slechte zaak betrokken had, doch, dat hij geen werk dadig deelgenomen had in de misdaad. Het is op haar aandringen dat Richard niet ge vlucht is. Het onderzoek Woensdag morgen is heer Buelens, schei kundige, begonnen al de kleederon van Gas ton V, nauwkeurig te onderzoeken, en te zien of zij met bloed gesmeurd zijn. Het onderzoek in den hof van Gaston Vergouts Woensdag namiddag ging M. Lamproye eene niéuwe huiszoeking te Edegem doen. losmakende, wat mij ook wacht, de gedachte: Lena weet het, dat ik niet schuldig ben aan dat, waarom de wereld mij vervolgt, zal my moed en krachten geven, om het ergste te dragen. Pieter, gij hebt mij het leven weergege ven... o maar waarom niet vroeger Moest ik niet vreezen, dat gij mijn geloof zoudt weigeren Er is toch zooveel, dat tegen mij getuigt en ook is mijne schuld nog zoo zwaar, dat ik het bijna niet durf wagen, den Allerhoogsten om vergiffenis te bidden Bovendien gij zweegt, Lena, om mij te sparen, en ik had den moed niet te spreken. Goede, ongelukkige Van Reeven Gij moet nu alles weten, wat in dien noodlottigen avond is gebeurd. Het is nog tijd, om te spreken God weet, hoe spoedig het te laat zou zijn, hoe spoedig ik van u zal worden weggerukt... Van Reeven had enkele oogenblikken noo- dig, om genoegzame bedaardheid te bekomen, tot het doen van een geregeld verhaal, dat zoowel eene bekentenis van schuld, als eene ontkentenis van misdaad zou inhouden. Gd weet nog, Lena, aldus begon hy wat er in onze woning, vóór dat den reiziger binnentrad, omging. Het geschrei myner lie velingen had myue wanhoop ten top gevoerd, en ik herinner mij niet meer, welke plannen er al in mijn hoofd woelden... Dit weet ik nog zeker, .dat ik vast had besloten, om, op wel ke wijze dan ook, langs oneerlijke wegen zelfs, aan mijne vrouw en kinderen brood te verschaffen... Hun honger moest worden ge stild... al was het met verlies der hoop op zaligheid. De vreemdeling kwam bij ons binnen. Ik hoorde den klank van geld, en dat in die oogenblikken... Het was een wenk van den Hij werd op de villa ontvangen door de vrouw van Gaston, door de schoonmoeder en door de schoonbroeder. De onderzoeksrechter berichtte bun hel doel van het bezoek. Hij zou alles eens goed nagaan en den hof onderzoeken, die men tot heden onverlet had gelalen. De veldwachter, bijgeroepen, wierp den grond open, waar men dacht iets verdachts te kunnen bespeuren. Alles bleef vruchteloos, geen spoor van diamanten was te vinden. De gebroeders Vergouts op de villa De onderzoeksrechter wilde een uiterste poging aanwenden. Hij besloot de gevan genen naar de villa te laten overbrengen en met die taak werd de veldwachter gelast. De arme vrouw verliet al weenende bare woning en begaf zich bij eenen gebuur. De schoonbroeder en de moeder van Gaston Ver gouts besloten te blijven. Om 7 ure kwamen twee rijtuigen aan. Daarin zaten de gebroeders Richard en Gaston Vergnuls, tusschen twee gendarmen. Beiden werden in het salon geleid. Gaston zag dadelijk naar de plaats waar hij wist dat zijn portret stond. Zijné vrouw had dit por tret weggedaan. Dit trof hem. Hij vroeg aan zijnen schoonbroeder Waar is mijne vrouw Moet zij van mij niet meer hebben Zij is weggegaan, antwoord© hem de schoonbroeder® Gaston richtte zich thans tot den rechter en dezes griffier Zet u neder, mijnlieeren, sprak hij, ik ben hier te huis. En zich tot zijnen schoonbroeder wenden de Zeg, breng mij een glas wijn. En van den beste zulle Aan deze vraag werd voldaan. Men schonk hem een- glas wijn. Gaston vroeg aan den onderzoeksrechter of hij ook iets verlangde. Hij liep natuurlijk eene wei gering op. Na gedronken te hébben, zegde Gaston Ik ben weer frisch en opgeknapt, nu kan ik er weer tegen. Gaston wijst de plaats aan waar de diamanten verborgen ligt De onderzoeksrechter begon aan de onder vraging Gaston, sprak hij, waar hebt gij den diamant verborgen Ik heb u reeds zoo dikwijls gezegd, ant woordde Gaston, dat ik don diamant aan den eigenaar heb teruggegeven. Wat ver langt gij meer En gij, Richard, vervolgde de onder zoeksrechter, weet gij niets van den dia mant Ik weet van geen diamant, sprak Richard. Eii hij liet er opvolgen '«Heer onderzoeks rechter. al wat ik gezegd heb is de zuivere waarheid Gaston ontstak daarop in woede. Hij sprong naar zijnen broeder Richard toe. Stellig zouden de twee broeders handge meen geworden zijn, hadden de gendarmen ze niet met de boeien vastgehouden. Gij liegt, leugenaar, snauwde Gaston zijnen broeder toe.Gij hebt Provo vermoord! Gij hebt Provo de brieventesch met den dia mant ontnomen. Ook gij hebt den diamant in den hof verborgen. Gij hebt mij beschul digd en alles op mij gestoken Maar gij, Richard, maaktet liet geheele plan der mis daad op t En nu, riep Gaston uit, nu wil ik niet lan ger zwijgen. Ga naar het prieeltje vervolgde Gas ton,zich tol den onderzoeksrechter richtende, ga naar het kiekenkot. Daar zult gij den diamant vinden, die mrjn broeder er in den grond heeft geborgen. De onderzoeksrechter liet de twee gevan genen in het salon achter. Hij begaf zich, vergezeld van den veldwachter, naai de aangewezene plaats. booze daaraan twijfelde ik toen zelfs niet, en zulks deed my een oogenblik aarzelen... Ik vreesde er voor, mij met dien man. in dien donkeron avond, op den eenzamen weg te be geven, hij met zijn geld... ik met mijne wan hoop. Onze lieve jongeD riep om brood, lieriu- nerde mij de belofte, om welke na te komen ik vruchteloos had gebedeld. Dat was te veel... ik ging. en de man vertrouwde zich aan mijn geleide. Eenige oogenblikken stapten wij zon der te spreken voort. Toen poogde ik zijn medelijden op te wekken ik verhaalde hem onze ongelukken en ik zegde hem dat mijne vrouw, mijne kinderen op het punt waren van hongeren gebrek om te komen, doch te vergeefs hij geloofde mij niet, of zijn hart was koud. Daarna trachtte ik hem vrees aan te jagen ik sprak van mijne wanhoop en hield hem voor oogen, waartoe een vader, wiens kinderen verhongeren, in staat kan zijn maar even vruchteloos hij hoordde mij niet, of was ontoegankelijk voor vrees. O alles wendde ik aan, om vrijwillig datgene te ver krijgen, wat ik my helaas voorgenomen had, desnoods door geweldige middelen, te verschaffen. Pieter, Pieter, zuchtte de vrome vrouw hoe ver waart gij van den rechten weg ge dwaald Mijne kinderen huilden om brood... Maar hoor verder, Lena Wij waren te midden van de houtbosschen van Gravens genaderd, die, gij weet het, zich aan beide zijden van den weg tot eene aanzienlijke leDgte uitstrekken. Het was er eenzaam en stil, en de avond was intusschen geheel gevallen. Ik hield den reizi ger staande. Wat wilt gij vroeg hij. Brood voor mijne vrouw, voor mijne kin deren wasrnijn antwoord. In den grond van het prieeltje vond men een pakje, gewikkeld in een grauw papier. Hot pakje werd dadelijk geopend:het behels de vier pakjes diamant. De onderzoeksrechter stelde vast dat de diamant niet aan Provo toebehoorde. Een der pakjes hield niets anders in dan rooze- kens, bruin van kleur. De onderzoeksrechter deed vervolgens al den grond uit het kiekenkot halon. Zooals Gaston gezegd had, kwam hier een tweede pakje te voorschijn het was op 15 centimeters diepte verborgen. Dit tweede pakje was gewikkeld in eep stuk van het fransch dagblad «Le Journal» en bevatte twaalf pakjes diamant. M. Lamproyo. onderzoeksrechter, herken de terstond den diamant, toebehoorende aan den heer Provo. De lezers herinneren zich dat M. Mom mens van Edegem, gezegd had dat al de pakjes geteekend waren met de ^ptters E. M. V. en dat het karaat er op stond, in pot lood geschreven. Het leed bijgevolg geen twijfel meer. Men had de waarden van het slachtoffer, M. Provo, in de handen. Eene confrontatie tusschen Gaston en zijne schoonmoeder. I)e heer onderzoeksrechter toonde aan Gaston de waarden. Welnu, vroeg hij hem, blijft gij nog loochenen Ik zeg u dat ik onplichtig ben,antwoor- de Gaston. En op zijn broeder] wijzende riep hij uit Daar staat de moordenaar De schoonmoeder van Gaston verzocht aan den onderzoeksrechter om eens met haren schoonzoon te mogen spreken. Heer Lamproye, onderzoeksrechter, wil ligde het verzoek in. Gaston, geboeid tusschen de gendarmen werd het vertrek binnen geleid, waar de schoonmoeder zich bevond. Niet zoohaast had Gaston zijne schoon moeder bemerkt, of hij viel op de knieën. Ik vraag u vergiffenis voor al de schande die ik u en gansch de familie heb aangedaan, zegde hij al snikkende, maar ik ben onplichtig. Ik heb Provo niet gedood. Maar waarom spreekt ge nu niet merkte de schoonmoeder op. Waarom wacht gij nog Ik zal later spreken, ging hij al snik kende voort. Alsdan zal ik den tweeden moordenaar doen kennen. Men heeft thans den eersten moordenaar, den man met den rossen baard, en die is Richard De schoonmoeder vervolgde Gij zijt toch den Dinsdag op uwe jacht geweest. Ik ben er niet geweest, riep Gaston uit. Gaston smeekte aan zijne schoonmoed er of zij voor hem aan zijne vrouw vergiffenis zou willen vragen; daar'lnj zoo herhaalde hij onschuldig was. Dit tooneel ontroerde al de aanwezigen. M. Lamproye, onderzoeksrechter, zag wel in dat Gaston toch geen bekentenissen zou afleggen. Hij besloot aan dit pijnlijk tooneel een einde testellen en de gevangenen naar Antwerpen te doen terugvoeren. De gevonden diamant. Van waar komt die diamant Ongetwijfeld zal er een nieuw onderzoek ingesteld worden, om te weten hoe Gaston Vergouts in het bezit van dien diamant is ge komen. Dio diamant behoorde niet aan M Provo. I)ie diamant zal gestolen zijn Im mers. waarom zou die diamant in den hof verborgen zijn Er wordt onder het volk, nu vooral met de misdaad op den beer Provo gepleegd, veel gesproken over de zaak Davidson, den dia- mantkoopman, wiens lijk to Wilryck werd ontdekt. Zou de gevonden en niet gekende diamant den vermoorden heer Davidson toebehooren? En ik, dwaas, die mij aan uw geleide overgaf, zou verplicht zijD, u dan te verschaf fen 1 Werk en verdien op eene eerlijke wyze den kost. Tk heb meer gedaan dan gewerkt, ik heb gebedeld, verstaat gij. gebedeld Ziedaar, en beschouw dit als 't loon voor den dienst, dien gij zoo onwaardig verricht. Terwiil hij dit zegde, drukte hij my twee zesthalven in de hand. Twee zesthalven Wat wilt gij, dat ik daarmee doen zal zegde ik het is juist genoeg, om kwelliiig van mijn gezin nog eenen dag langer te rekken. Neen, neen, ik moet van u brood hebben, voor morgen, voor overmorgen, voor langer... Mijn God riep de man aan wien heb ik my toevertrouwd Aan eenen wanhopigen huisvader, wiens gezin met den hongerdood worstelt en die daarom tot alles in staat is... Mijnheer, ik bid u om den wille mijner ongelukkige kinderen, om uw zelfs wille, geef hulp, geef redding, geef geld, geef, veel geld. opdat ik die hon gerkreten nimmermeer hoore Ellendige booswicht, ga heen en laat mij, vreedzaam reiziger, mijnen weg vervolgen.... Ga heen, of... Ik zag hem zijnen stok opheffen en kramp achtig omklemde mijne hand het hecht van mijn zakmes. Nog eens riep ik hevig uithelp mij of het zal te laat zijn. Hij had moed, die man, maar wat zoude zijn moed bij mijne wanhoop Met den stok drong hij op mij aan, eene worsteling zoudt begin nen, die wel niet anders dan doodelijk kond© zijn... Hemel, zuchtte Lena, die met angst en ingehouden adem had geluisterd Pieter, zeg, o zeg mij, wat gebeurde verder Dramatische reddingen Dinsdag nacht, rond 11 1/2 uur, werden de echtgenooten Van Obbergen, die een magazijn van verven en vernissen hebben, Steenweg van Waterloo, te Ukkel-St-Job, gewekt door het geknetter van vlammen en en den dichten rook waarmede hnn kamer, gelegen op de eerste verdieping, gevuld was. IJlings stonden ze op en ontdekten dat hun winkel in laaie vlam stond. Ze snelden weer naar boven en haalden hunne kinderen, on derscheidenlijk 4 en 1 1/2 jaar oud, uit hun bedje, waarna ze naar de vensters ijlden en om hulp riepen. Hunne angstkreten werden gehoord door de policieagenten Delem en Deconinck, die dadelijk met een ladder aanrukten, on er in slaagden man, vrouw en de beide kinderen uit hun hachelijken toestand te verlossen. Daar het seintoestel van de brandweer niet werkte, duurde het lang eer de pompiers ter plaatse verschenen, en bij bun komst was er dan ook reeds grooto verwoesting aangericht, hoewel, dank het krachtdadig optreden der beide agenten, onmiddelijk ge vaar voor de naphta-bergplaals geweken was. De winkel met zijn inhoud is geheel de prooi der vlamen geworden, en ook de eerste verdieping heeft veel geleden. De vier geredden hebben den nacht ten policiebureele van Ukkel-Sint-Job doorge bracht. Sedert verleden maand, waren de echtge nooten Rossignol in dienst gelreden van het geslicht Vict. Perronetstraat, 15, te Neuilly- sur-Seine. De vrouw, Lucie, oud 28 jaar, was keu kenmeid de man, Pieter, 35 jaar oud, was kamerknecht. Zij hadden nu eene erfenis van duizend frank getrokken en er rees twist op de man wilde naar Algerië gaan wonen, de vrouw hield er aan te Parijs te blijven. Gisteren morgen om 7 ure, vond men de vrouw in de keuken op den grond liggen zij ademde nog zwak. De keuken was in wanorde nevens de vrouw lag een kapmes en verder eene koolschup met bloed bevlekt. In het gasthuis werd de toestand der vrouw wanhopig geoordeeld. Eenige uren later is zij bezweken. De man was verdwenen en eenige uren nadien vischte men zijn lijk op uit do Seine. AA/SA.—- Brussel. Gevaarlijke woonst. Sinds een paar dagen hadden de bewoners van de Drie Patrijzengang, gelegen tusschen den Reuzenberg en de BeierscUe straat, bemerkt dat diepe scheuren in de muren zichtbaar werden. Dinsdag avond scheurden nog twee gebouwen op de Beiersche plaats en den Reuzenberg open en dan namen de bewoners van den gang de vlucht, alles wat ze bezaten in hunne huizen latend. Een dertigtal personen, mannen, vrouwen en kinderen, boden zicli in het policiekantoor der Priemslraat aan om onder dak gebracht te worden- De policie herbergde lien in de huizen der oude Koornballe door den Staat onteigend. De ingenieurs der stad werden verwittigd en onderzochten de gebouwen. Deze dreigen elk uur in te storten. Denoodige veiligheidsmaatregelen zijn genomen. Eene tentoonstelling van juweelen. Tusschen de juweelen destijds gestolen hij bij M. Badart, juwelier, en door depolicio in beslag genomen bij een Brusselschen ver heler, vond M. Ertel, policieofficier, een groot getal juweelen en zilverwerk, niet voortkomend van gemelden diefstal. Deze In ditoogenblik liet zich het gedruisch van verscheidene voetstappen in de nabyheid der woning hooren, en een gelijk voorgevoel deed de beide echtgenooten verschrikt opspringen. Eenige seconden zagen zij elkander vol angst en ontzetting aan daarna richtte Van Reeven den blik naar een venster, achter in het ver trek, hetwelk misschien nog eene gelegen heid tot ontvluchten aanbood. Lena raadde de gedachte van haren man, en hare vroomheid en het bewustzijn, dat hij onschuldig was aan den moord, schonken haar thans de vastberadenheid, die Van Reeven miste. Blijf, Pieter, en vertrouw op God Gij zijt immers niet schuldig zeide zij op vasten toon. Neen neen riep hij en Lena hij den arm vattende, fluisterde hy haar eenige vol- zinnnen in het oor, belangrijk en vol van da gelukkigste beteekeuis voorzeker voor zijne vrouw, want in het oogenblik, dat de deur werd geopend, verhelderde een straal van hemelsehe vreugde haar gelaat. Ver, ver kondet zy afdalen, maar mis dadig worden, neen zegde zij, eenen dank baren blik ten hemel slaande. Het was geen bedrieglijk voorgevoel ge weest, dat de echtgenooten in hun onderhoud had gestoord. Werkelijk traden de onderschout en de twee gerechtsdienaren binnen. Heeft de verschyning van handlangers der gerechtig heid immers iets angstwekkends, zelfs voor dengene, die niets van de wrekers der belee- digde maatschappij hebben te vreezen, hoe ontzettend moet zij niet voor hem zyn, die haar als bet begin moet beschouwen van eindeloozen angst en jammer, van bittere schande en straf. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1912 | | pagina 2