orp zaak io Brusse
ONPLICHTIG
El
HlOTgiËCHTEM
DE ZAAK PROVO
EENE KOLOSSALE BEDRIEGERIJ
Vcar 30 miljoen valscïis
titels uitgegeven
Eene aanlanding te Brussel
Een sïiicana kandiüaat
Er waras nog titels iu druk
AaakoudiEgsraasdaat
der Europeesche mogendheden samen te
roepen. Die nieuwe samenkomst zou voorSl j
voor doel hebben ..do betrekkingen tusschen
Rusland en Oostenrijk vriendschappelijk te
houden, nu vooral dat er zooveel oorzaken
tOL TVT^'ving zijn.
Uit FraT,l>r'jk bericht men dat de conferen
ce enkel voor doel zou hebben de mogend
heden van nu af le' verplichten zich aan de
besluiten van die vergadering -le onderwer
pen. Derwijze zouden die mogendheden belet
zijn nu handelend op te treden.
en oorlog.
fgezanten zijn
De overwinningen der Montenegers
De generaal Voukovitch, na een hevige
tegenstand ontmoet te hebben, heeft gisteren
een en nieuwen berg ingenomen, Hij heeft
zich meestergemaakt van vier kanons, vele
geweren en krijgsvoorraad en daarbij nog
twee oorlogsvaandels.
De manier van strijden der Montenegers
is dezelfde van al hunne laatste oorlogen.
Nu lijk dan moeten zij vechten tegen een
vijand die soms wel tienmaal zoo sterk is
in getal. En nochtans halen
gen op overwinningen.
Men bericht uit Padgoritza gisteren nacht
te 11 ure, dat de laatste Turksche verster
king tusschen Touzi en Scutari, die van
Houns, in handen is gevallen der Montene
gers. Heel het garnizoen keeft zich overge
geven.
Vrede
De Turksche afgezanten zijn eindelijk
't a'kkoord geraakt met de Italiaansche en de
vredesonderhandelingen werden gisteren
avond te 7 ure geteekend. De vrede zal
waarschijnlijk den naam dragen van Vrede
van Lausanne en deze week nog getööJkend
worden.
Op hetzelfde uur begon Turkije den a«o-
val tegen de Balkanstaten.
Vrede hier, oorlog ginder.
DE VOLKSSTEM
zij overwmnin-
Laatste tijdingen uit Turkyë.
Te Coilstantinopel heeft men beslist op
niets t.e antwoorden, noch op de nota der
bondgenoten, noch op het ultimatum van
Griekenland noch op dat van Bulgarië.
Zoo wil men het nationaal eergevoel spa
ren en de vriendenstaten tot den oorlo"
dwingen zonder daarvan den schijn te heb°-
ben.
Men heeft te Constantinopel de overtui
ging dat de huidige toestand van geen langen
duur kan zijn. Immers men heeft reeds
Duitschland gelast de bescherming der Tuii-
ken in handen te nemen te Sofia, te Athene|n
Bn te Belgrado.
Uit Constantinopel.
Sachassyn Harb Leve de oorlog.
Die kreet weerklinkt harder en harder in
de straten van Stamboul.
Die kreet staat in grove letters op alle
dagbladen gedrukt, op alle vlaggen.
In de meetingen en op de straten hoort
men niets anders meer. Men spreekt enkel
van den oorlog daar alleen denkt men op
en droomt men van en van de hatelijke vijan
den, van «de honden van het Westen», van
de «vervloekte kristenen». Aan alle huizon
wapperen twee vlaggen de nationale vlag
met de maan op bloedrood veld, en daarne-
vons de groene vlag, zinnebeeld van den hei
ligen oorlog, door de geestelijkheid gepre
dikt. Do betoogingen volgen eikanderen op
Op zekero oogeblikken is liet gaftsch onmo
gelijk de stralen van Constantinopel te door
kruisen. Priesters met een en langen witten
haard sproken tot de bevolking, zij dragen
het groene vaandel in de hand. Verder ont
waart men groepen Arabon dio de menigte
tegenhouden, en zich de hand geven en zoo
eer en overgrooten cirkel vormen waar te
midden in, eenige belhamels staan, die het
volk toespreken. Daar hoort men huilen en
schreeuweu, en het gekletter der wapenen
Dat ziet er uit als eene herhaling van den
oorlog.
De politieagenten hebben al de moeite
van de wereld om te beletten dat men de
consulaten van de Balkanstaten beslorme.
Turkije verlangde den oorlog niet, daar
het niet gereed was. Maar hot te laat optre
den der Europeesche mogendheden gevoegd
bij de dreigingen der Balkanstaten heeft do
geesten zoodanig opgewonden dat er nu geen
doen meer aan is en iedereen nu om 't hard
ste roept «Sachassijn Harb j*
13° vervolg.
De ongelukkige was in een jammerlijken
toestand geplaatst. Elkbewijs van smartelijke
aandoening werd door zijnon rechter als een
vertoon van ellendige huichelarij aangemerkt.
Hij scheen dit te gevoelen, want getroffen
door den blik van verachting, die den baljuw
hem toezond, riep hij diep bewogen uit
O mijn God moet dan alles, moet dan
elk woord t nen my getuigen LenaiLena!
ik ben verloren
Ja> gy zijt verloren zegde de baljuw,
op wien ook do laatste woorden eene onzalige
uitwerking hadden verloren voor dit leven,
omdat gij uwe hand met het bloed van uwen
evenmensch hebt bezoedeld verloren voor
de eeuwigheid, omdat gij boosaardig volhardt
in het kwade.
Ik bid u, mynheer...
Zwijg, zwijg uwe woorden zy'n eene
godslastering.
O God dat Is te veel
Van Roeven, hernam de baljuw met
plechtlgen ernstgij hebt u zwaar aan de
goddelijke geboden vergrepen. Gij hebt eene
gruwzame misdaad gepleegd, onder omstan
digheden, die zoo vreeselijk tegenu getuigen.
Een onergdeukenden reiziger treedt uwe wo
ning binnen, in de verwachting van eene vei
lige schuilplaats tegen het woeden der elemen
ten, in de hoop van eenen gids naar de plaats
van zyne bestemming te vinden. Hij verheugt
zich, hij vcrtrauwfcu, hij begeeft zich gerust
met u op weg, de ongelukkige
Gij hebt dien man uwe hulp geboden, gij
fcoudt hem veilig geleiden, gij zoudt hem be-
De verklaringen van Gaston Vergouts.
Zooals wij gisteren meldden kon Gastoi.
Vergouts Maandag niet ondervraagd worden
daar hij voorwendde ziek te zijn. Hij heeft
dan eene schriftelijke verklaring, eene soort
van memorium, gedaan, in het vlaamsch,
waarvan wij hier eenige regelen laten vol
gen
Maandag 23 September. Het bezoek ont
vangen van Richard, die over het verkoopen
van autohanden kwam spreken. Wij kwa
men overeen, indien het weder s' anderen
daags goed zou zijn, eens naar Brecht te rij
den. Indien het noodig is zal ik mijn tijds-
verhruik opgeven. Het reisje naar Brecht
moest dienen, om den motor, die den Zondag
nio^goed werkte, eens na te zien.
Dinsdag 24 Septeinber, om 8 ure was ik
op mijn bureel. Mijn auto stond aan de deur,
Richard is per rijwiel aangekomen,om 8 ure
25. Op de Groenplaats bleef Richard in den
auto, terwijl ik de spade kocht. Deze had ik
noodig omdat de jachtwachter er mij «ene
gevraagd had. Het is onwaar dat ik er 5 fr.
voor gaf en weigerde hetgeen er te veel was
te aanvaarden.
Aan het Klein Parijs zag ik eer. heer die
ons leeken deed. Het was Provo. Hij vroeg
of hij mocht mederijden en ik stemde toe.
Onderweg kwamen wij overeen, dat
den jachtwachtwachter niet zouden medene-
men, omdat: 1® het de gewoonte was, dat hij
5 fr. kreeg van eiken genoodigde 2° om
dat Richard gevraagd had zelf eens le mogen
jagen en hij geen jachtverlof had 3® om
dat ik zeer goed de plaatsen kende en ik dus
geen opjager noodig had.
Ik heb dan op de jacht het geweer geno
men en geladen. Na eenigen tijd vroeg
Richard of hij eens mocht schieten. Ik heb
hom op zijn aandringen het geweer gegeven
M. Provo droeg den zak en ik de spade.
Tweemaal liet Richard een haas wegsprin
gen, zonder dat hij er zelf aan dacht het ge
weer te schouderen. Dan gingen ik en M.
Provo elk in eene tegenovergestelde richting,
om te trachten het wild op te drijven. Eens
klaps hoorde ik een schot. IIc keerde terug
roepende. Hebt gij hem doch ik zag M.
Provo levenloos ten gronde liggen terwijl
Richard bleek als een lijk naast hem stond
Ik hen dan bewusteloos ten gronde gestort.
Toen ik later het bewustzijn terugkreeg
*egdo Richard dat het spoedig zou vergeten
zijn. Wij zijn samen weggegaan, zonder dat
ik wist waarheen.
Aan de vaart wierp Richard de spade weg
Dan hen ik om den auto gegaan en natuurlijk
was ik zeer teneergeslagen en uitgeput. Ik
kon met moeite den motor in gang krijgen.
Richard was langs achter weggevlucht en ik
vond hem op 150 meters van de plaats waar
ik mijn auto had gelaten.
Als waanzinnig zijn wij dan langs Brecht,
Westmalle, Schilde, Wynegem en Deurn-e
naar Antwerpen gereden. To Schilde hebben
wij onze handen gewasschen. Ook de klee
deren van Richard waren heel bebloed.
Richard deed mij dan zweren hem niet te
zullen verraden en ik heb gezworen. In mijn
bureel gaf Richard mij een pakje diamanten
om ze door M. Murnmens te laten verkoopen.
Dan reed ik nog altijd als zinneloos naar
de woning van Provo, om er alles te beken
nen, doch ik herinnerde mij den eed en ik
dacht nog aan een ongeluk. Daarna reed ik
naar huis.
Ik heb dan in den namiddag de diamanten
aan M. Mommers overhandigd, doch deze
kon ze uiet verkoopen. Den Maandag nadien
heb ik ze aan Richard teruggegeven. Terwijl
ik aangehouden was, heeft hij ze in mijnen
hof hegraven. Men heeft hem gezien to Ede-
gem, in een koffiehuis rechtover de statie.
Dat zal men daar getuigen. Richard heef'
zich willen wit wasschen met mij te besclml-
en. Nu moet ik mijn eed niet moer
houden.»
sluiten, of het niet mogelijk ware "hem naar
eeno andere plaats over te brengen. Men
vermoedde dat Ijij misschien een einde aan
zijn leven zou willen stellen. Daarom werden
hem twee gevangenen toegevoegd, die hem
dag en nacht moeten in liet oog houden.
Dg gebroeders Vergouts zullen onderzocht
worden.
De heeren geneesheeren Van Bever, Claus
en Sano, zijn door den heer onderzoeksrech
ter Lainproy aangesteld om de geestver
mogens van de twee betichten te onderzoeken.
Wij hebben reeds een en ander gezegd over
schermen, indien de eene of andereontmoetiog
hem mocht verwachten. Het is eene dure, een
heilige plicht, dien gij u jegens dien man, die
zich vertrouwend aan u overgeeft, hebt opge
legd en hoe lcwijt gij u van dien plicht?
Den ongelukkige, die zich veilig waant,
hoezeer ook duisternis hem omgeeft, die ge
rust is, hoe onveilig do weg ook mag zijn.
omdat gij hem nabij zijt, dion ongelukkige
beroofd gij op eene vreedaardige wijze, door
meer dan eene wonde van het leven, en waar
om Heeft hy u immer beleedigd Heeft hij
uwen haat, uwe vraakzucht opgewekt Is
eene of andere op zichzelve verschoonbare
hartstocht de drijfveêr van die gruwzame
daad geweest?.... Neen, neen, de afgrijselijke
moord word dooru gepleegd in koelen bloede,
alleen om u meester te maken van het gold
en goed uws slachtoffers, welk een en ander
gy evenzeer als zijnen persoon had moeten
eerbiedigen als een aanvertrouwend pand
Van Reeven, gij meendet uwe misdaad vei
lig te volvoeren omdat de gevorderde avond
haar in zijn duister hulde, omdat geen men-
schelijk oog op uw goddeloos werk staarde.
Maar gij vergat, dat voor het oog van God
geen nevel, geen duisternis bestaat, dat voor
zijn oog niets is verborgen... Gy vergat.dat
ook hier, als door eene hoogoro besturing,
dikwerf zoo vele schijnbare nietigheden
sarnenloopen, om de misdaad, die door eenen
duisteren nacht was omgeven, in het helderste
licht te plaatsen, om den misdadiger onder
het bereik van den wrokonden arm der men-
schelijke gerechtigheid te brengen.
Gij zelf leverdet van die waarheid een tref
fend voorbeeld.
Geen sterfelijk oog aanschouwde uw ver
foeilijk werk, en toch zie ik u als de moor
denaar staan tegenover den weerloozen man,
Zoo eindigt het verhaal van Gaston.
Het parket in het gevang
Nadat de onderzoeksrechter het verhaal
van Gaston gelezen had, begaf hij zich naar
het gevang, orn er Gaston te ondervragen.
Deze herhaalde nogmaals al wat hij op pa
pier geschreven had,
Daar Gaston Vergouts niet sprak van de
diefte der diamanten, vroeg de onderzoeks
rechter
Maar wie heeft dan aan Provo
waarden ontstolen
Ik wist niet dat Provo waarden bij zich I deze zaak.
had, antwoordde Gaston, en zonder twijfel) Ziehier nog eenige bijzonderheden erover-
heeft Richard hem van alles beroofd, An
vooraleer Provo in den put te leggen. EOu ^8 Zucea
De rechter had het plan van de plaats Eenige dagen geleden, hadden bediend
der misdaad bij zich en daarop wijst Gaston van wisselagent de vlucht genomen met
den weg, dien beiden genomen hebben om de een Pa^ titels. Een aanhoudingsmandaat
schop in de vaart te werpen, en.daarna ach- werd t68en hem afgeleverd, doch hij keerde
ter de hoeve weg te loopen, waar Gaston Lerilo en bestelde het pak titels terug aan
met zijne automobiel Richard stond op te z*3n mee8ter-
wachten. Deze zag de titels na en ontdekte alsdan
Deze verklaring komt overeen met de pat a°ht titels van de maatschappij der spoor-
gezegdens van getuigen, die hem te St-Leo- haan Gent-Terneuzen, reeds als uitbetaald
nards hebben gezien. j geboekt stonden.
Richard loog dus, wanneer hij zegde den ^)e onderzoeksrechter M. De Vos, deed
langen weg te hebben afgelegd, dien wij 10en onderzoek en besloot de zaak eens uit te
eenige dagen geleden hebbeu beschreven. pluizen, daar hij vermoedde dat er ook val-
Eene roerende konfrontatie J-sche titels in omloop konden gebracht zijn.
Do heer onderzoeksrechter ziende dat M' Nestor Wilmart, bestuurder-beheerder
Gaston zijne eerste verklaringen staande der maalscnaPPi.i ""ri verwittigd en bood
•hield, en zijn broeder Richard beschuldigder'c.h N M' De Voa aan' Hï beerde dat er
IT OCTOBER 1912
de moord gepleegd te hebben, verzocht den fnkel eene missinS- «as en toen M. De Vos
...I i v-v i I MOni VVOOO- 'fl namiddnn-o morla tn
gevangenbewaker Richard binnen te leiden.
Blijft gij nog altijd bij uwe eerste ver
klaringen
Ja, Mijnheer, het is Gaston die mij ver
zocht had mede te gaan jagen, en die Pro
heeft doodgeschoten.
Gij liegt, handiet, schreeuwde Gaston,
en beide broeders wilden elkander te lijf.
hem vroeg 's namiddags mede te gaan naar
de bureelen te Gent, om eene huiszoeking te
doen, stemde hij onmiddelijk toe.
M. Wilmart liet zich ecliter niet meer zien,
doch vertrok naar zijn kasteel van Morialmé
waar hij met twee vrienden een feestje
hield.
Daar werd hij per telefoon verwittigd dat
zoodat de griffier verplicht was zich tusschen I *°.ts °,ver z^n hing-, Dij liol de vrien-
beiden te plaatsen. I den in plan en vluchtte met zijn automobiel
Richard Vergouts gaf vervolgens den uit-1naai ranlcrijk.
leg dien wij reeds vroeger hebben gegeven. J Eet onderzoek te Gent
Gij zijt het, zegde hij vervolgens, die M. de onderzoeksrechter Do Vos wachtte
,ni3 w ni,3ne vrouw ongelukkig hebt ge- vruchteloos op M. Wilmart, doch deze liet
maakt. Gy zyt het, moordenaar, die de oor-jzlch natuurlijk niet zien. De onderzoeksrech-
zaak zyt dat ik hier in het gevang zit. ter besloot dan zonder hem naar Gent te
Beide gevangenen werden vervolgens trekken. Hij zocht er de bureelen af, doch
rug naar hunne cel geleid. vond er niets, zelfs de stambladen niet der
Arme vrouw uitgegeven obligaties,' die nochtans veel be-
De vrouw van Gaston Vergouts, had tot)lang hadden voor het onderzoek.
Dinsdag middag de hoop gekoesterd dat haar
man zyne onschuld zou bewijzen. De onge-1
lukkige, diep beklagenswaardige vrouw,
Daar er te Gent niets te vinden was, trok
l.ad duoDgenblikken geteld dat "haar man I ,M,°a Vos' naar Brussel, waar. er ook een
7911 O f n-ol liaKTian I "UI 661
zulke bekentenissen zou afgelegd hebben
dat hij terug in vrijheid kon gesteld worden
Nu is deze hoop totaal verdwenen. Zij ziet
in haren man niemand anders meer dan de
moordenaar van heer Provo. Zij wil over
baron man niet meer hooren spreken.
Ook zal de arino vrouw met hare familie
was van de spoorwegmaatschappij.
Daar werd M. Rasquin, bestuurder, aange
houden. Er werd echter ook niets ontdekt,
zoodat men denkt, dat de aanhouding enkel
voorzichtigheidshalve geschiedde.
M. Wilmart was benevens bestuurder-
Dinsdag namiddag werden talrijke huis
zoekingen gedaan hij wisselagenten, in bank
huizen, enz.. Meestallen) hebben ter goeder
trouw gehandeld, door de titels te verkoo
pen.
Het gotal valsche titels dat in omloop ge
bracht is, is overgroot. Volgens vertrouw
bare inlichtingen, zou de bedriegerij reeds
meer dan 10 jaren duren en zouden er voor
meer daD 30 miljoen Irank titels in verhan
deling zijn.
Het xijn niet alleenlijk Belgische banken
en wisselagenlen, maar ook Fransche en
Ilollandsche, die in 't net geïoopen zijn.
Er zijn te Brussel ook huiszoekingen go-
daan, bij drukkers, om te weet te komen,
waar de titels gedrukt werden.
Bij een zestal drukkers werden vormen
aangeslagen. Er werd onmiddelijk verboden
nog titels te drukken.
Het is tot nu toe onmogelijk te weten,
hoeveel valsche titels er gedrukt zijn.
Tegen Nestor Wilmart is een aanhoudings
mandaat afgeleverd, alsook eene vraag lot
uitlevering, indien hij in den vreemde aan
gehouden werd. De mandaten zij in alle rich
tingen rondgestuurd.
weldra Edeghem verlaten en eene andere beheerder van Gent-Terneuzen, uok nog aan
gemeente gaan bewonen. het hoofd eener brouwerij, eener ficssehen-
VOOr net Assisenhof. I fabrieken andere nijverheden.Op 5JunilS96
Nog eenige getuigen, die reeds werden liet hij zich als kandidaat voordragen voor de
onderhoord, zullen nogmaals gevraagd wor- Kamerkiezingen in het arrondissement
den, om alzoo hunne getuigenissen te vol- Diriant-Philippeville, doch werd niet geko-
ledigen. |Zen.
De heer onderzoeksrechter Lamproy denkt I Ppf nmipP7ilPlr
in het begin der maand November met alles I Taln-itc* K-li «I in i k"
gereed te zijn, zoadat deze belangrijke zaak hJ2 tien W 1 re,oda toeSeko™6n bf
nog in de maand December voor het Assisen- h?' parket "f^Wtlmart. Eon wrsselagent
hof-zal opgeroepen worden u" e6n0 ProfJ"°»>sta<i verliest de zaak
opgeroepen worden 700.000 fr,; anderen 300.000, 100.000
G06u bewaakt. J <30.000 fr.; en de reeks is verre van ge-
Gaston had den heer onderzoeksrechter eindigd. Talrijke wisselagenten zullen on
gevraagd, of men hem nog lang zou op- wederroepelijk geheel geruïneerd zijn.
k zie u het moordtuig herhaalde malen in de
borst stooten, ik bon waarachtig overtuigd
van uwe schuld. Van waar komt dit?
Om Gods wil, mynheer kermde Van
Reeven Spaar mij, ontferming, ontferming
U sparen... hebt gij uw slachtoffer ge
spaard Ontferming... hebt gij u over den
ongelukkige ontfermd Van ReeveD, gy hebt
aan moord schuldig gemaakt. Hoe kunstig
het weefsel van loge en bedrog moge zijn
waar achter gij uwe schuld poogt te verbergen
ook de blik van uwen tijdeïyken rechter is
door hetzelve gedrongen en elke uwer pogin
gen, om de wraak der belcedigde menscheid
te ontkohien, zal vruchteloos zyn. Smoor
de beschuldigende stem van uw geweten niet.
By den God van genade, wiens ontferming
zonder palen is, bezweer ik u doe belijdenis
uwer misdaad...
Voor de wereld is het te laat, voor de
eeuwigheid is het nog het uur, om terug te
treden van den weg, dien gij, uwe bestemming
verloochende, zijt ingeslagen... Niet als rech
ter maar als menschenvriend, die den geval
len broeder aanspoort, den blik naar boven
te richten, bid ik u, schud den last van u af,
die gruwzaam op uw gemoed zal en moet druk
ken. Doof den gloed zijner verontweerdiging,
en vergun mij, u alleen met deernis te
aanschouwen, laat medelijden mijn afgrijzen
vervangen... Beken, beken
Van Reeven zweeg. Diepgetroffen, wel is
waar, was hy bij de gemoedelijke woorden
van den baljuw, doch geene bekentenis
stroomde uit zijn vol gemoed, en evenmin
er thans een ontkenning van zijne lippen.
Van de vruchteloosheid van het laatste was
hij volkomen overtuigd, want zoo vele onom-
stootelijke bewijzen stapelden zich tegen hem
op.
En tot het eerste zou hem dan ook de zede
lijke moed ontbreken?... Immers is er zede
lijke moed noodig tot eeno belijdenis, die
onmisbaar door de schande en den dood moet
worden gevolgd... Of zou hij onschuldig zij:i
Hij bleef zwijgen, en leverde, zooals hij daar
stond, een treffend beeld der smart en wan
hoop.
Spreek, ongelukkige riep de baljuw.
Och, mijnheer, zeide eindelijk Van Ree
ven, op den toon van moedelooz© onderwer
ping noem mij schuldig, bij zoovele bewijzen
kunt gij misschien niet anders, vonnis mij, en
lever my in handen van den beul... doch
dwing my ongelukkige niet tot de bekentenis
van eene daad, waaraan ik, hoe zwaar en
menigvuldig overigens mijne zonden mogen
zyn, niet schuldig ben... Voor het oog van
God herhaal ik het, dat ik mijne hand niet
aan het leven van dien man heb geslagen.
Zoo veel snood* huichelarij, want hoedanig
anders konden die woorden, die gebaren wor
den beschouwd, voerde de verontweerdiging
van den baljuw niet alleen, maar van aide
aanwezigen ten top, en verdoofde de laatste
vonk van medelijden.
Voer hem weg uit myne oogen, den ver
stokten booswichtzei de baljuw, den onder
schout eenen beduidenden wenk gevende
later, later, zal hy bekennen
Er lagen bedreiging en spot in die laatste
woorden en in den toon, waarop zij werden
geuit. Vreemd voorzeker in den mond des
gemoedelyken mans, en wel een zeker bewys,
dat bij hem geen zweem van twyfel aan de
schuld van Van Reeven was overgeschoten.
Nog eens werd hij voorbij hetziellooze over
schot des vermoorden gevoerd, want het don
kere, vochtige verblijf, thans voor hem tot
kerker bestemd, grensde aau het vertrek^
Brussel. Voertuig ongeval. Het 10
32rig dochterken der eohtgeuooten Tolle-
naere, Voorgevelstraat, werd Dinsdag mor-
gend, in de Bissóhopstraat, door eene bak
kerskar omgeworpen en erg gewond aan
het hoofd. Na verzorging in eene apotheek,
werd het meisje naar de ouderlijke woning-
overgebracht. De policie opende een onder
zoek.
Gevaarlijk spel. Kinderen speelden
Maandag met allumetten in de Zonder Zorg-
straat. Een hunner, Jozef Latoir, oud 10
jaar, wonende Oostenstraat, te Etterbeek,
deelde het vuur aan zijne kleederen mede en
werd door vlammen omringd. Zijne kame
reden namen de vlucht. Voorbijgangers kon
den het vuur uitdooven.
Op straat slapen. E011 genaamde
Raymond B...., was Maandag avond op
zwier gegaan en werd rond 3 ure 's nachts
ingeslapen gevonden, op den dorpel eener
woning van de Louizalei.
Een policieman wekte hem en dan stelde
B.... vast, dat men hem van zijn gouden uur
werk met keten, en een geldbeugel beroofd
had. Eene klacht is neergelegd.
Gevecht in de Peerlamoeregang
Maandag avond geraakten twee vrouwen
D.... en V...., in de Peerlamoeregang aan
den slag. De haren stoven in de lucht en wel
dra mengden zich ook de mans in het ge
vecht. De man Dwerd ten gronde gewor
pen en zwaar geslagen. Geburcn moesten
hem uit de handen der wildemans halen. De
policie stelde een einde aan den slag 011
bracht den gewonde naar het hospitaal.
Stoutmoedige diefstal. Maandag mor-
gend bevond M. Alfred G..., van Luik,
zicli in het Handelsmuseum. Hij had zijn over
jas en hoed aan den kapstok gehangen in den
gang. Toen hij wilde vertrekken stelde hij
vast dat zijn overjas en hoed verwisseld wa
ren. De onbekende dief had natuurlijk de
brieventesch van M. C..., welke in een bin
nenzak van den overjas slak, ook medegeno
men.
Schaarbeek. Soldaat-bandiet. Mevr.
P..., Paleizenstraat, te Schaarbeek, werd
Maandagnamiddag, nabij hare woning, aanr
gerand door een persoon, die haar een zilve
ren geldbeugel ontrukte en vluchtte. Het
slaolitotfer gaf het alarm. Een agent hield
den dader aan in een varkensslachterij en
vond den geldbeugel op hem, eene ronde som
inhoudend. De plichtige, een soldaat der ka
nonniers, oud 21 jaar,is in garnizoen te Leu
ven.
waarin het lyk was neergelegd. Wy zullen
ons de smart besparen, den ongelukkige
reeds dat lijkin zijn somber verblijf te volgen.
De baljuw zat dien zelfden avond nog laat
in zijn studeervertrek, met de hand voor het
voorhoofd, in diep gepeins verzonken. Hij
zochtlang, zeer lang naar eene omstandigheid,
die voor de schuld van Van Reeven zou kuti-
nen pleiten doch te vergeefs. Hij vleide zicli
ter ruste neer, en hoezeer ook de slaap lang
zijn leger mocht ontwijken, was hij niette
min met zijne handelingen omtrent Van Ree
ven volkomen te vrede.
VI. DE HUISZOEKING.
Den volgenden morgen, na de iuheebtenis
nemingen het verhoor, trad vroegtijdig de
baljuw, door zijnengreffier en eenengeroclits*
dienaar, alsmede deu schout van het dorp
gevolgd, de woning van Van Reeven binnen,
vooral met het doel, om eene huiszoeking te
bewerkstelligen, doch tevens ook met het
oogmerk, om de vrouw van den beschuldigde
in verhoor te nemen.
Het was eene smartelijke drukte in die
woning, waar nog voor weinige dagen een
zoo stille vrede hcerschteer verdrong zich
eene nieuwsgierige menigte voor dat verblyf,
hetwelk nog niet lang geleden het voorrecht
had niet te worden opgemerkt.
Alvorens te spreken of de oorzaak zijner
komst te openbaren, liet de baljuw zijne on
derzoekende blikken in de woning rond
weiden staarde hij de vrouw en de kinderen
eenige oogenblikken aan. Alles, wat hij aan
schouwde, was in de hoogste mate geschikt
om den magistraat gunstig te stemmen, om de
voordeelige getuigenis,doordenschoutvanhet
dorp over het gezin afgelegd te bevestigen.
Wordt vervolgd.