folteeiÈiPrioIit Kindergrafjes im pasting z§a in k wsido Eene prinses. Lesipüp voor mosfdeeears BZ HALWC MAJtl AutomobsSiana. 3 EN 4 NOVEMBER 1918 Daaraan moet man talrijke fransch® üagbladen vergelijken. Onnoodig er bij te voegen dat hot allen gazetten zijn ran roode en blauwe kleur. In een van die organen vinden wij nummer van Zaterdag 19 October vijf annoncen waar men aan de huismoe dei'S voorstelt Blits betaling van eens geringe sum hun onder gesloten om slag het middel te geven om het getal kinderen te beperken of om da zege ning van huu huwelijk telaal onmoge lijk te maken. Het middel du» om moorden te plegen zonder gevaar te loopen zijn eigon leven bloet te stellen of voor moeder Justicia te moeten ver antwoorden. De gevolgen van die onzijdige ze denleer doen zich in ons land sinds lang gevoelen, vooral in die streken waar die propere gazelten meest wor den gelezen. Een dokter heeft, voor eenigen tijd, bewezen met cijfers dat bat aantal geboorten in de stad Luik kleiner is dan in welke streek van Frankrijk. Hij voegde er bij dat min stens een derde der Luilische vrouwen die zich in gezagenden toestand bevin den, kindermoord plegen. Waar werd hun zulks geleurd Ho® komt het dat niettegenstaande de publieke afkeuring van die afschu welijke zedenleer doorM.Vandcrvelde, do kartelbladen met die propaganda voortgaan Op het 4"e blad van een socialistisch orgaan wordt er eene ander® reklaam gemaakt. Men toont daar revolvers. Brownings heter dan dis dor gen darmen echt® geede wapens, mits wekelijks een halven frank ta storten kunt ge die bekomen. En wat gc er mede doen zult dat staat op bot ist» of het 2S° blad waar men handelt van de verfoeilijke kapitalisten, de hatelijke burgers en de bloedgierige geestelijken vooral. Dat zijn immers de vijanden van den werkman. Tegen hen moeten zij zich wapenen en dus een Browning koopen. Om die vijanden van kant te maken zijn allo middelen goed verklaarde citoyen Meysmans te Brussel in volle meeting. En het gevolg Doodeenvoudig. Als ge een dier personen ontmoet, dan doet go lijk de socialist B,:yl in 't park te Brussel. Dan doet ge lijk de vreemde student, vóór eenige dagen te Luik, die zijnen Bröwning uit haalt omdat een priester naast hem zijn brevier leest. Tot daar gaat men vandaag. Maar hebt geduld, heeren en burgers. Uwe beurt zal wel komen. De geestelijkheid moet eerst uit den weg geruimd wor den en dan is het de beurt aan kapita listen en dan aan de burgers. Daar is niets nieuws onder de zon. Dat is de geschiedenis van alle tijden en alle oproeren, het is de gesehiede- nis van vandaag en van morgen. De leergangen voor moordenaars zijn open. Do slachtoffers zijn reeds talrijk. En 't is maar 't begin van eane akelige reeks. DB VOLKSSTEM Kleine witte kruisjes, geplant hier en daar op bruine bermpjes met wit zand bestrooid Kruisjes van dennenhout zonder pracht, poch praal, eenvoudig als het leven van hen die er onder rus ten Kruisjes zonder kronen, omdat en gelen er geen® begeeren van aardsche bloemen Kruisjes waar geen naam op prijkt, omdat de wereld der engelen naam niet kent. Daar rusten in gewijden grond, kleine zwakke kindjes, teedere bloeme- kens die maar éénen zomer bloeiden, en dan verwelkten bij den killen adem der nieuwjaarswinden Kinderen van de dood, wier groote treurig staande oogen, niets hebben aanschouwd dan hunne moeder en Gods engelkens, die haar wenkten tot hunne spelen engel kens van de aarde, naar hooger ge vlucht, evenals kristallen dauwdrup- pelen vervlogen in de blauwe lucht. Hier rusten eindelijk hare koortsig brandende hoofdjes. De engel der dood neuriet er zacht zijne liederen die spre ken van hemelsche vreugden, en het Soddelijk Kindje, waakt er op hare on schuldige lichaampjes. Nooit ontviel aan hare lipjes een kwetsend noch be ledigend woord hare kleine handjes eenden geene booze daden hare oogjes selder en rein als de onschuld die ze weerspiegelennooït hebben hare zwakke voetjes de wegen des afgronds bewandeld; hemelsch wasgansch haar tengere leven, en de wereld heeft geone macht gehad op hare onnoozelheid. Zie, als zinnebeelden van geloof, schieten reeds enkele tengere gras halmpjes op, uit hare grafjes; maar weidra zullen er sneeuwklokjes bloeien en de kleine Goddelijke Koning, zal alsdan de grafjes zijner engelen be strooien met hare blanke sterrekelken, en als wanneer overal de lente heerscht dan zal ieder grafbermpje er uit zien als een wiegje waar blanke leliön uit opschieten dan zal de zachte avond wind, vaa daar innig mystieke zangen overbrengen, die alleen vermogen on begrepen diepe smsrte te heelen, en heet® moedertranen te drogen. O, is het omdat een innig herdenken mij tot u noodigt, kleine lieve grafjes dat ik zoo gaarne tusschen uwe nederi ge kruisjes droom Hier richtte de mensch, als bestendi ge blijken zijner nietigheid,noch mach tige grafzuilen noch vereeuwigend marmer. Weldra komt de Maart met wind en vinnige vlagen, en uwe zinne beeldige blankheid, o kleine grafjes zal weggevaagd zijn de zomer zal ko men, en hij zal uwe bruine bermpjes wild doen verdwijnen, onder netels en woekerkruid de mol die diep dwaalt onder de aarde, zal tot de groeiende graszaden klimmen, verlangend naar zonen- licht; uwe kruisjes zullen onder mijnd nedervallen in het gras, als wil den ze snellen, in eene laatste en zinne beeldige omarming tot de verwelkte leliekelken Kindergrafjes, vlinderwebjes, waar bij dsn kus van het jongste daglicht, zullen engelkens uit opfladderen Ge wijde grond, geheiligd door zoovele bittere tranen Verloren hoekje ir. het gewijde dal, waar ware chnstenbloe- men bloeien, gesproten uit zooveel hei lig verlangen, zooveal grondelooze smert, en ook uit zooveel Goddelooze vertroosting Engelkindjes teedere lammekens, tusschen dmenden verkoren als offe rande van verzoening Zuivere en on bevlekte offergaven der menschheid, die, doolt en dwaalt langs de wegen der godloochening en der vertwijfe ling, aan de dreigende Waarheid Zie, in Gods bloemengaard spelen ze, omstraald van weelde en luister Daar bereiden de kronen van hemelsche bloe men, voor de bleekzwakke kindjes van de dood, alsmede voor de zielen in lijd zaamheid vervolgende den nauwen weg, waarvan zij zelf da eerste door nen hebben gekend voor de vergete- ne eenvoudige zielen die lijden en wee- nen. Keine zieltjes, badende in den lust- streom van hemelsche zaligheden. Smeek ook bij God voor den armen dichter, die zoe gaarne verwijlt tus schen uwe nederige grafjes Zoo het u soms lust, ook eens te vertoeven op deze sombere en droevige aarde, O, raak dan eeiis met Cherubsvinger mijn brandend heete voorhoofd, opdat uwe reinheid en eenvoud beheerschen mij nen geest, en uw oprechte blik ook strale uit mijns oogen dan zal geen ander verlangen mijne ziel beheer schen, dan, na mijne dood, ook een eenvoudig kruisken te hebben op mijn schismatieken overwinning en zege praal over de Turken, maar ook terug, keer tot de Roomschs kerk waar alleen sterkte en aanhoudend leven te vin den is. Mochten de Turken verpletterd wor den, gezien hunnen haat tegen christen dom en christenen, hun daarlaten van 't onderhouden van goede zeden en alle beschaving. Tot alles zijn ze gene gen wat maar de Kerk Christi bestrijdt en de goede zeden schendt. Ze verdienen uit Europa gebannen te worden. Hunne vrijmetselaars die zoo nauw Jmet de onze in verband staan mogen zeker eens worden gekortwiekt. Een jongeling zag in de weide een liefelijk bloemeken staan, hij stond er verrukt en verbeidde hij kon er niet verder nog gaan. Zoo keurig van voim was de stengel, zoo blank als de lelie van bla&i), ontvallen de kroon van een engel, die eens langs de weide is gegaan. Als goud blonk het geluwe knopje; don dauw schonk het pareltjes, veel, aan ieder zijn blaarkens een dropje; geen koning droeg ooit soo'n juweel. En 't geurde bedwelmende aromen, die dwingen tot hoogere vlucht naar 't land van Je gulden© droomon bezwangerd van geur was de lucht. De jongeling zag het daar bloeien en lispte o, bloemeken fijn, Hier blijft go niet langer nog groeien uw plaatsken moet veiliger zijn. Hier dreigen u, bloempje, do stormen, eens rukken z'u mode in het graf, ofwel komen wespen en wormen en knagen uw worteltjes af. Ik draag or u mee naar mijn hofje, ik hoed u voor regen en wind, ik zorg dat geen vlekje, noch stofje zich ooit op uw Llaarkens bevind. U wijd ik mijn teedersta zorgen, 'k verwijder het vuige venijn on 'k laaf or u iederen morgen; dan zult ge nog prachtiger zijn En 't bloemeken zuchtte weemoedig O, laat mij hier staan in de wei, mijn Schepper Almachtig en goedig, Hij zorgt en Hij waakt hier op mij. De jongeling wilde niet hooren ©n raakte het sten gel ken aan, do parelen vielen verloren en iedere paarl was een traan. Een ruk... ©n daar viel er oen fel aarken en nog eon... en nog een in 't gras, ze vielen tot als er geen haarken, noch vezelkon over en was. Weg waren de prachtige kleuren. En waar eens het bloemeken stond te prijken, to pronken, te geuren, stak slechts nog een steeltje uil den [grond Vernietigd, vervlogen, verzwonden, de jongeling gebogen van smart, dwaalt nu, in de weide, verslonden en droomt van de bloom van zijn hart. A. M. vV cene soort schraag of versloten mulderspaard Nu was hij zijn razend maohien ia 't go- heel niet meor moestor Dat vloog ovor velden, door struik en door heescer En dan weer in volle charge den steenweg op Met Jan Chauffeur on zijnen gemaskerden kop Totdat den auto tegen een snoopwin keltje raakte En daar naar allo regelen dor kunst panacho maakte Vorbrijzel do al wat er in hot winkeltje was Op ver ren afstand hoorde men het vrees olijk ge rammel van 't glas Dan sloeg hot voer tuig weer sohokkend terug En zoo lag Jan er onder op zijnen eigen rug De Pummel gemmers kwamen geloopen naderbij En maakten met vereende krachten onzen Jan weer vrij En klopten, als souvenir, bij dondrend wraakgeluid Het stof uit onzen Jan en uit zijn berenhuid. F. Camps. Da oorlog tegen Turkije is wel een ware christen strijd. Het christen Oosten staat op tegen de dwingelandij en de tnoorderijen van de Mahome- taansche dwaalleer. Schoone beloften wierden er met de macht gedaan door den Turk. Het droevig en schrikkelijk lot der christene Macedoniers is te langdurig en te onuitstaanbaar. Wanorde, dwingelandij en slach ting heersohen als zoovele meesters in dat arm land, dagelijks stroomt er christen bloed 't Is om een einde te stellen aan die wreedheden dat de Balkansmogendheden de wapens heb ben opgenomen en ten strijde trekken. De voorzitter van de Bulgaarsche kamer bracht hoogmoedig in Indien Europa eeuwen lang de halve maan heeft bestreden, zal het ons wel toege laten zijn, hoop ik, eens onze wapens te scherpen tegen den Turk. -God is machtig en Hij zal ons helpen Schoone woorden en dat hooren we liever of de Mahometaaasche spreuk Liever Turk dan Paap. Wij wenschen aan die christenen- (ia ongsparmitewd® hiukeldepinkelmaat). Onmetelijk ruim van hert en blij van zin Reed Jan Chauffeur op zekeren keer liol- derdenbolder den buiten in Met zijn spik splinternieuwe automobiel Waarop on langs zijn hooge keuze viel Zijn kostuumke was ook al a venant Hij was schier niet meer te herkennen, want Zijnen neus had een soort van monsterbrilleken op En eene groote platte muts sierde Jan's volumi- neuzen kop Ook droeg hij eene frak ge- fabrikeerd uit berenhaar En daarmee was lüj tot autorijden kant en klaar Alzoo kwam hij langs het groene klaverveld Het eerste dorp genaamd Pummelgem binnen gesneld En de eerste die hem daar zag was burgemeesters Mieken Terwijl Jan reed over een toekomstig soupkieken Vol schrik -week hij terzij naar het pad En reed daar over eene huispoes ofte kat Jan aan zag dit spektakel met open oogen on mond En reed terzelvertijd over den steert van een zioh krabbenden hond Van wiens gekaijet gekajoet hij zoo hevig schrok. Dat hij reed ever het corpus van oenen grazenden bok En door te wijken VQor een kreupel raolkkarken Reed Jan over eou lui en moddervet varken Kn daar den steenweg was uog al redelijk krom Reed hij aan don draai nog cenen hulfslapenden ezel om Dat was Jan te sterk, zijne band liet het stuurrad los En nu reed hij tegen het roz- beefraagazijn van oenen os en vandaar in zigsag duizelingwekkende vaart Tegen Wanneer iemand uit de hooge, de politieke, de staatskundige, de geeste lijke wereld sterft maakt men gewoon lijk veel lawijd en gerucht. Lof en eer worden den overleden toegezwaaid Zijne werken werden vermeerderd, zijn lijden wordt verdoken, zijn strij den verzwegen, al het goed wat hij te weeg bracht wordt als onnavolgbaar aanzien ea aangestipt. Men vergeet meest altijd in zijn intiem of innerlijk en verdoken leven en levenswijze door te dringen. Bij velen zou dat zeker miskomen, want somtijds en zelfs dikw ijls is uien niet of meent men het niet inwendig zoeals men het uitwendig uitgeeft. De wereld is vol valschheid weet men in te brengen wanneer er ons iemand bij de neus leidt, wel te verstaan achten den rug. Eu inderdaad zoo is het. De onder vinding leert het ons genoeg. Recht zinnige en treffelijke menschen loopen er niet dik Daarom betrouwt rop God en mistrouwt het meuschdom of de valsche wereld. 't Is goed van tijd tot een voorbeeld van hooggeplaatste personen in 't oog te krijgen die ons laten ingaan in hun verdoken innig en huiselijk leven om er voordeel voor ons leven uit te trek ken. Zoo iemand was wel de onlang; overledene Spaansche Prinses, de id fante Maria - Therisia - Isabella van Bpanje, geboren te Madrid in 18SS dochter van Koning Alfons XII en Ko ningin Maria-Christina, zuster van Koning Alfons Xtn, gemalin van Fer dinand van Beieren sinds 19C6, aan wien zij vier kinderen schonk. Al de dag- en weekbladen hebben dat pijnlijk en onherstelbaar afsterven herinnerden erbijgevoegdde droefheid die niet alleenlijk aan 't Spaansche Hof, maar ook in Spanje's hoofdstad en in gansch het koninkrijkjheerschte. Doch te weinigen hebben gewaagd van de godsvrucht der prinses, van hare huiselijke zorgen, van hare liefde jegens haren echtgenoot cn kinderen. Zij hebben niet geschreven van het ge lukkig huishouden waarvan Prins Fer dinand en Prinses Maria-Theresia de overgelukkige bestuurders, meesters en genieters waren. Nochtans op onze dagen doet het ver haal van zulk samenwonen, van zulke familieovereenkomst deugd. De Prinses was door en door vruchtig en eenvoudig. Dikwijls k,wam ze eenvoudig weg gedurende den dag bidden aan den voet van het wonder beeld in de kerk van O. L. Vrouw da la Paloma (of met de duif). De mode, die tegenwoordig al de oogen uitsteekt, de geldbeugels licht maakt eu de koppen doet omhoog rij zen was voor Maria-Theresia 't zien niet weerd. Zij ging gekleed volgens haren staat en rang doch de zedigheid, de eenvoudigheid terzeifdertijd als de ware grootheid heerschten in haren opschik. Getooid, was zij nooit; treffe lijk deftig aangedaan was zij altijd. Zij had wel verstaan dat de christen moet uitschijnen niet door het tooisel maar wel door de inwendige en uit wendige schoonheden en hoedanighe den der ziel. Eens op het trouwfeest eener prinses was zij eenvoudig doch uitstekend def tig aangedaan. Eene hofdame had er 't een en 't ander over gebabbeld. Ma ria Theresia had de babbelkous hooren vertellen en wilde aan de hofdame eene les spellen. Eenige dagen nadien moest er eene offlcioele ontvangst op het stadhuis van Madrid plaats grijpen Maria-Theresia verscheen er in een schitterend kostuum en zij droeg al hare kleinooden. En ziet, oh valschheid der wereld 1 de dame die haar bij een ander had beknibbeld, was er ook te genwoordig en kwam tot de prinse» getreden, haar geluk wensehende mei haar prachtig tooisel. Doch de infante wist ook zeer schoon te antwoorden, zeggende Over eenige dagen kleedde ik mij voor mijn persoontje, maar vandaag hob ik mij opgezet om mijn volk t« vereeren. Tableau 1 De beste overeenkomst en de innig» ste en de zuiverste godsdienstigheid heerschten in het palais van dejeugdi» go doch verstandige prinses. Haar ge maal was haar verkleefd en genegen. Zij was uiterst gehoorzaam en loerda zoo van jongs af aan hara kindoron eer bied en oer goven aan wien oppergezag en ontzag toekomt. Mochten er zulke voorbeelden bij grooten en kleinen meer gevonden worden. 24* Vervolg. Invloed der keelziekten. Wij hebben tot hiortos verondersteld dat de vijand van buiten komt. Maar Lij kaa ook nijnaanval op het gehoor orgaan lang® binnen voeren, hetzij dat hij een wijk gekozen heeft in de keel en langs de oortromp naar het midden oor optrekl, heizij dat hij met den bloedstroom het lichaam rondvaart en dan, op eea gegeven stond, het oor aandoet. Do keelziekten kunnen eerst en vooral den weg van de oortromp af sluiten dat doen de keelgezwellen, waaronder de adenoïden-woekeringen een voorname plaats bekleeden. Hun invloed op do ooren is vermindering van het geboorvermogen en ettervor ming in het middsnoor. Het middenoor slaat vol lucht en de drukking langs binnen op het trommel vlies uitgeoefend moet deze van buiten evenaren. Maar bij mindere of meer» dere sluiting van de oortromp door adenoïden-aangroei of andere gezwel len, wordt dc lucht schaarsch in het middonoor, omdat de toevoer belem merd isde overwegende drukking langs den buitenkant doet het trommel vlies naar binnen welven en hindert het vrije spel van dit vlies. Iemand, wiens oortromp verengd is, luistert met open mond. Wanneer de mensch met gespannen aandacht luistert naar een klank die hem ternauwernood be reikt, zal hij trachten de verluchting van het middenoor te verbeteren om de gehoorscherpte ta wetten en hij zal staan horken met gapende'n mond; dia houding schijnt ietwat belachelijk, maar zij is de natuurlijke uitdrukking van het aandachtig luisteren naar iets dat men niet te goed hoort; een mensch die min of meer stompzinnig is, moet bijzonder opletten geen enkel woord ta verliezen om niet do gansche beteeke- nis kwijt te geraken, en het luisteren met gapenden mond is dan ook het gebaar van iemand die geen te bests begrip heeft van de zaken welke men hem vertelt. Het onvoldoende openblijven der oortromp en 't daaruitvolgende gemis aas genoegzame luclitververscliing in het middenoor, zullen dikwijls tot oor steking, ettering in het middenoor en doorboring van het trommelvlies lei den; 't spreekt van zelfs dat deze ziek tetoestanden maar beteren nadat ds oorzaak weggenomen is, nadat de ge zwellen uitgesneden zijn. Allerhande ontstekingen der keel kun nen, uit gebuurschap, tot de oortromp en zoo voort tot het middenoor over slaan; het zijn de langdurige keelaan doeningen die voortschrijden langs dien weg, als bij voorbeeld de ontste kingen van het slijmvlies rond den ingang der oortromp, teweeggebracht door de aanhoudende prikkeling van tabak, zoowel bij hot snuiven en knau wen als bij het rooken; de oortromp kan daardoor aanmerkelijk enger worden, waaruit dan hardhoorigheid ontstaat. Iedereen raadt wel dat de keelaandoe ningen van verscheiden aard, van punt tot punt, kunnen voortloopen naar het oor, vermits de baan gemaakt, en dat men bijgevolg geene keelziekten mag lateu aansluieren. De heete keelziekten loopen spoedig voort. Wij spraken daareven nog van eenen vijand die het menschelijk lichaam eerst in zijn geheel aandoet. Ilct zijn sommige geneeskrachtige stoffen, waarvan wij er maar één hoeven ta noemen omdat de anderen toch enkel.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1912 | | pagina 5