KATHARINA
WssrlüHiilige waarnsfninion
VERVALLEN GROOTHEID.
EEÜ APOSTOLAAT
rt
FEESTWIJZER
6
DE VOLKSSTEM
17 EN 13 NOVEMBER 1912
zien Ja, zegt Kobe, 't is niet zonder
reden dat men mij koeioog heel; 'li lieb
het dezen keer -wel vast. En omdat niets
van hetgeen hij gezien liad, uit zijn
geheugen zon gaan trekt hij alle hor-
bergen voorbij, zelfs den plezanten
Olifant», hetgeen in geen vijftien jaren
keerde hij zich tot den kozakken-offi
cier. Doe uwen plicht zeide hij.
Hoe heet gij, vroeg de soldaat aan
het jonge meisje.
Katharina, antwoordde zij snel.
Ik ben de aangenomens dochter van
Skovronski. Ik heb hem gisteren mor-
meer gebeurd was. Thuis gekomen was gend, op zijn dringend verlangen ver
zijn hoofd zoo gerimpeld van denken
en sludeeren, dat Doka, zijne vrouw,
zegde Dat is toch Kobe nietwant
die ziet er ten minste tien jaar jonger
uit
Gansch den nacht droomde cn woeldo
hij, zag liij treinen rijden en machinis
ten die kolen op het vuur schepten.
Nauwelijks was de eerste dagsche-
mering in Kobens kamer gedrongen, of
wip, hij was het bed uit. Hij vraagt
noch koffie, noch roggebrood, maar be
geeft zich dadelijk naar het wagenhuis:
de strafste kar er uittrekken en ereenen
hoop mest op laden voor vier paarden
kracht, is voor Kobe maar een gedacht
werk. Juist is Doka aan 't koffie zetten,
toen Kobe de keuken binnentreedt, de
cuisinicre in zijna armen neemt en zo
zonder meer beslag vöèr op de kar
plaatst.
Zijne vrouw slaat in stomme verba
zing haro armen ten Hemel, en roept
uitmijn arme man, mijn Kobe is dan
zinneloos geworden Zij wil hem te
genhouden, maar niets te doen, Eobe
duwt haar achteruit, zeggende «Voor
zichtig, voorzichtig, Doka, een weinig
achteruit, want als het ding begint te
loopeD, is er geen tegenhouden aan.
Intusschen stookte Kobe maar gedu
rig voort, maar zijn wagen wilde niet
vooruit. Ilij stond te zweéten gelijk een
visehnet, die men uit het water optrekt
maar hij troostte zich, zeggende Sus
sen had gelijk, de duivel zit in dat an
der ding. Ik zal dus weer mijnen ezel
inspannen, dan heb ik nog muziek op
den hoop toe lii-han J.D.It.
VW
wil
GESCHIEDKUNDIG VERHAAL.
(4° vervolg)
Als ik nu zeida ik ben hetdan
waart gij nog niet wijzer, zeide zij.
Oogcnblikkelijk was zij dooreen
troep mannen van wild uitzicht om
ringd.
Stijg af, meisje! en volg ons, zeide
een, die naar het scheen, de officier
was.
Maar thans bemerkte Katharina on
der het volk ook den man, dien zij aan
liet bosr.h ontdekt had, en dien zij
oogenbiikkelijk aan de fiere en edele
houding herkende, welke zoo voordee-
lig bij de haar omringende troep afstak
Zij keerde zich tot hem en zegde
Ik bid u, mijnheer spreek met
deze lieden en tracht hen te overreden
dat zij mij laten gaan. Gij weet dat ik
een arm meisje ben, die niemand eenig
leed zal doen.
Ik heb u immers gezegd, lioe het
gaan zou, als gij uwe reis voortzette,
antwoordde de onbekende. Daarop
Zondag- mengelwerk.
laten en keer heden uit eigen
terup. Ik bid u, laat mij gaan.
De officier wisselde een blik met den
vreemdeling, tot wien zij zich het eerst
gewend had, en zeide daarop
Gij zijt uit Lijfland. Lijfland be
hoort van heden af aan onzen czaar
Peter I, Gij zijt derhalve mijne gevan
gene. Kom, stijg goedschiks af, als gij
niet wilt, dat ik u helpen zalen volg
mij in de gevangenis.
Raak mij niet aan, zeide spoedig
Katharina, en hare schoone zwarte
oogen vonkelden. Daarop sprong zij
van liet paard, en vervolgde ik ben
niet van Mariënburg gekomen, om mij
te latén gevangen nemen,maar om mij
nen pleegvader op te zoekeD, Geleid
mij dus naar zijn huis of naar zijne
gevangenis, onverschillig waar, zoo
ik slechts bij hem'oen.
Het past gevangenen niet te beve
len, antwoordde ds officier, wien de
moed van het meisje scheen te verma
ken.
Katharina bedacht zich een oogenblik
en vroeg toen
AVie is uw bevelhebber, ow ge
neraal
Generaal Scherenietjeff, zeide de
vreemdeling, die zich tot hiertoe cp
den achtergrond gehouden had, maar
toch liet gesprek tusschen Katharina
en den kozakken-officier opmerkzaam
had aanhoord.
Dan verlang ik uwen generaal te
spreken.
De onbekende gaf den kozakken
officier een teelten, deze gelaste haar
hem te volgen, en zij gingen naar de
stad. Toen zij aan da poort kwamen,
waar de officier vroeg waar hij den
generaal vinden kon, werd zij door
eens oude vrouw bespeurd, dia met
eenen kreet van wanhoop naar haar
toevloog.
Ach, mijn lief kind gij zult uwen
beschermer niet meer zien. Mijn arme
lieer, snikte zij, hij ligt dood op het
slagveld. Ik heb hem zien vallen. Een
Russische kogel trof hem juist, toen
hij de wonden van een armen Lijflan-
der verbond. Hij is dood, mijn arme
heer 1
Bleek en bevend vroeg Katharina
Wat zegt gij,.Frederika
De waarheid, mijn lief kind de
waarheid. Gij zoudt hem'vinden, als
gij onder de dooden naar hem zocht.
En hebt gij liem dan zonder hulp
gelaten
Wat konden wij voor hem doen
Katharina, de kogels vlogen om ons
heen, en doodden allen, dia in de na
bijheid waren,
De kozakkenofficier zeide haar nu,
dat de'geSeraal zich in de nabijheid
bevond en zij hem volgen moest. Zij
liep hem schier vooruit. De eerste per
soon die zij bij de intrede gewaar
werd, was de jonge onbekende Maar
daar zij zag, dat hij den bevelhebber
niet was, sloeg zij verder geen acht op
hem, maar viel den beroemden gene
raal te voet.
Genade, heer! om Godswil,genade,
riep zij, de handen smeekend naar hem
ophe tiende.
Wat wil dat meisje, vroeg de ge
neraal, zich tot den officier wendende,
die liaar gebracht had.
Wordt voortgezet.
Welke zijn ten huidige dage de
twee bijzonderste bronnen van ver
derf 't Is lieei eenvoudig om vinden
do slechto beelden of printen en de
slechte schriften, 't Is gemakkelijk om
vaststellen.
Werpt den blik rond u. Blijft er no:
iets ol iemand gespaard Wat meer is,
men schijnt liet bijzonder op ue kinde
ren te hebben gemunt, zij, die kleinen
zoo getroffen door eik edel verhaa 1
zoo Bemind door Jezus den Kinder
vriend, die kinderen wil men kost wat
kost bederven, liun zedelijk gevoel
verstompen.
En de middelen O, ze zijn zoo me
nigvuldig in stad en dorp. De plakbrie
ven van schouwspelen en danspartijen
spreiden dikwerf onbewinpeld vuile
onzedelijkheid ten ioon.Voor de vitrien
van boek- en drukwerk moet de bejaar
de mensch dikwijls biozen en den stap
verhaasten. Ja, print en beeld zijn om
machtig veel bij te dragen tot onder
richt, om heuglijke gebeurtenissen te
herinneren doch de eerste vereischte
moet zijn linnen da palen der zedelijk
iieid.
Spreken wij niet van wulpsche stand
beelden, liberale gemeenteraden zagen
wij ze weigeren voor markten en stra
ten. Dit geldt de stad. Docii de zicht-
kaarten, en juist de zoogenoemde grap
pige, hoe ver staat het daarmee? Hoe-
vele derzelfde, kan men, als men nog
een greintjen eergevoel bezit, in treffe
lijke handen geven? Hoevelo ouders
zouden ze durven gaven aan hunne
kinderen? Nochtans, kooplieden en
winkeliers, die het gemunt hebben op
't geld en voor wie alle middelen goed
zijn, aarzelen niet zulke vuiligheid in
onschuldige handen testoppen. Open
lijk zetten zij ze ten-toon in hunne
winkels, en nog wel op verlokkende
manier, ofwel vreezen zij 't gerecht,
dan moeten zij ze, van onder deh toog
m't geniept verkoopen. Voeg daarbij
da slechto liederen, dis ons komen
overgewaaid uit den poet van verpes
ting der wereldsteden en men zou nog
verbaasd kunnen staan bij het zien,hoe
ver de kanker van 't bederf do samen
leving aangetast heeft
Daartegen dient gewerkt om die etter
te verwijderen, ora de wonde te reini
gen. Menige loffelijke poging is reeds
edaan. Menig maand- of tijdschrift
drukt in groote letters op 't eerste blad:
Eerlijke lieden, koopt niet in Kinkels
waar zedeloozepostkaartenprinten, boaken
of beelden worden uitgesteld ofte verkrijgen
zijn.
Als elk katholiek die woorden eens
in acht nam, zou men niet dadelijk
naar zolder of'tvuur velo losbandige
kaarten en onzedige druksels zien ver
bannen Men kan nog de slechte aair
klagen bij de overheid, den onschuldi
ge op tijds verwittigen bij zijne aan-
koopen in dit of dat huis. Ja wel, maar
ook een woordje zou men er mogen
bijvoegen voor do ouders. Onlangs
bracht ik een bezoek bij gegoede lie
den. Op de tafel der spreekzaal lag een
ijvig postkaarten toonboek. Onder
voorwendsel van kunst was er daar
veel dubbelzinnigheid into vinden. Er.
ware het daar maar bij gebleven. Doch
lieve Hemel, erger dan dit was er te
vinden. Onvoorzichtige moeder, weet
gij dan niet dat de oogen uwer kleinen
open vensters zijn, langs waar 't bederf
in da ziel dringt
Wanneer zult gij het kwaad willen
keeren? Denkt toch niet dat uwe kin
deren nog te klein zijn om er erg in te
vinden. O neen, te laat zoudt gij het
begrijpen als gij met bitterheid de on
eer over de familie soms getrokken zult
,.te bevoeren hebben en zoudt willen
uitwisschen door uwe bittere tranen.
Dan is het te laat, en daarom van nu af,
alle lichtzinnigheid in'tvuur. Zonder
meed oogen, de kinderen zullen mis
schien weenen, doch kindertranen
runnen niet opwegen tegen ouder
smart. Luc.
Opsnbaro leergang van Fruitboomteelt,
door den heer Jan Dij Clehq. gediplomeerde
leelllcundige to Aalst. Jaar 1912-1913. De
lessen zullen gegeven worden in den Stads-
hof en in do Militiezaal ten Sladhuize to
Aalst, ton 8 3/4 uren 's voormiddag zeer
slipt op do hierna vermelde Zondogen
Datums der lesson over fruitboomteelt
17 November 5° Les. Planting der
fruilboomen, bereiding van den grond, kous
der boomon, onmiddolijko on lalero zorgen'.
21 November C,J Les. Wintcrsnooi.—
Deszelfs doel en nut,korto snoei, lango snoei,
niet snoei en bijkomende bewerkingen.
van M. CassïioS PracC, opticion spocialisto
Aalst, Lango Zoutslraat, 6
15 november, 15 urot
80' Vervolg.
Dczo woordon waren gcon9 scherts en'daar
er niemand vreemds aanwezig was, bevestig
de zij Amalia in haar vermoeden. Niet dan
uiterst zeldzaam liet do luitenant-lcolonol
Bijno vrouw recht wedervaren; want al mocht
liij het haar in zijn hart niet weigeren, in
zijnen toon en handel wij zo legde hij Let geens
zins aan den dag.
Hierover nadenkende, wenschte Amalia
bare ouders goeden nacht, en nadat do slaap
reeds lang haro zinnen overweldigd had,
waren hare gcdachton nog in den droom bezig
om de oorzaak van dogoedeluim haars vader
wit to vorschen de ware reden echter kwam
onze heldin niet op het spoor.
Raad nu eens licvo Softe, sprak de luite
nant-kolonel, terwijl hij de dour der slaapka
mer sloot en zijno laarzen uittrok, om die
met pantoffels to verwisselen, raad nu eens!
Lieve Dressen ik weet waarlijk niet,
zou soms Borgen...
Borgenstjerna en altijd Borgensljerna
riep de luitenant-kolonol wrevelig kunt gij
dien mcnsch dan nooit uit de zinnen zetten
Neon, gij moet den blik een weinig hooger
▼estigon.
Eone wolk betrok het gelaaat van mevrouw
▼on Dressen, en in do plaats do blikken to
verheffen, sloeg zij dio neder, uitroependo
lieve hemel, mijn beste, het is toch niot do
kamerjonker
Juist, hij is het, die ofschoon op eoao
belachelijke, daarom toch zeer verstaanbare
wijze om Amalia's band vraagt. Ik zal u den
brief voorlezen, on beloof u tevens van heden
af niet mcor op de badreis te zullen schimpen
Zij brengt dan toch goede vruchten voort. Gij
moet bedenken Sotle, dat het niet zoo gemak
kelijk valt, arme meisjes aan den man to
brengen, on dat, zoo wij do reis niet onder
nomen haddon, Amalia, haar gansch leven
door, geenen vrijer zou te zien gekregen
hebben.
Mevrouw von Dressen was to schrander
om haren man dadelijk met tegenwerpingen
aan boord te komen. Zij antwoordde dus met
evenveel tegenwoordigheid van geest als
onderdanigheid Dat is wel waar, lieve
Maar wat schrijft de kamerjonker 1
Dat zult gij meteen hooren.
Do luitenant-kolonel haalde den brief voor
don dag, stak zijno pijp op, ging in een leun
stoel zitten, en las met eene fluisterende
stem het volgende
Hoogwelgeboren heor Luitenant-Kolonel
en kamerheer.
Na liet ongelukkig voorval, dat mij nood
schoot uwer familie te verkseren. Ik weet
niet. hoog'welgeboron heer luitenant-kolonel
cn kamerheer, of gij een liefhebber zijt van
allegorische vergelijkingen Ik voor mij ech
ter, door mijno gloeiende verbeelding reeds
ten lialvo een zoon van hot Oosten, bemin de
allegorische beelden, dio het hart theoretisch
boven do rollende baron dos leven verheffen
in het oogenblik waarin do ziel verfijnd en tot
hooger sfeeren gevoerd, zich verheven voelt
boven den dampkring, die geen prozaïsche,
allêtlaagscho geest in zijno kortzichtigheid
vermag te overschrijden* Vrijheid toch bemin
ik zoowel in doen als in denken, vrijheid van
geest vooral in de hooggespannen vlucht der
verbeelding.
Slechts in èén punt kan de mensch niet vrij
blijven. te welen wanneer liet zijn ideaal
geldt, wanneer de gedachten zich met het ge-
vool vereenigon, dat don grondslag uitmaakt
van do bestanddeelen des hemels, dio zijn
alles omvat.
Ik weet niot of ik mij helder genoeg uitdruk
maar dit is inzonderheid het geval met een
man van mijnen aanleg, en daarom heb i
doze uitstrooming van mijne gowaarwording
Windnoord-oost
Vooruitz.goed weer
Barometer 76o"S
Thermometer
voor da Stad en liet Arrondissement Aalst,
AALST
17 November. Om 5 1/2 uro namiddag,
Vermakelijk Avondfeest door den
Tooneelbond «Langsom Boter en
do fanfaar Willen is kunnen
afdeolingon van don Katholieken
Volkskring St-Jozef, in de feest
zaal, Mcnleschctteslraat.
17 November.Op Stadsschouwburg «Gal-
leollo» drama in 3 bedrijven" naar
bel Spaansch door J. II. Róssing
en «Eindelijk» blijspel in één be
drijf door G.von Mtfser, op te voe
ren door do Koninklijke RoJerijk-
kamer «Do Calimrinisten».
17 November. Cecilia feest der zangmaat-
schappij Niels zonder Arbeid
24 Noyember, te 17 uren, toonoelfeest door
den kling «In Liefde Bloeiend» van
Sl-Marlensgeslieht. Opvoering van
De KerJaervolger of De Nero van
het Noorden, drama in 3 bedrijven,
cn Daas Qanzendonckblijspel in
1 bedrijf.
2-1 November aanst. S* Geciliafeest der Ko
ninklijke Harmonie. To 11 1/2 uren
ter groolo Feestzaal van bei Stad
huis, eerste uitvoering van drio
muziekstukken. Te 1 ure. Banket.
21 November. Feestdag dor II. Calharina.
Patroonfeest der Kon. Rederijk-
kamer Do Calharimslcn Om
10 uren 's morgens, plechtige mis;
om 4 uren 's namiddags, lof, ser
moen en processie. De eero- en
werkende leden vergaderen ten
lokale, om 9 1/2 uro 's morgens.
1 December. Ceciliafeeslderfunfaronmaat-
schappij Do Jonge Aalstonaars
8 December. Feest der Katholieke Jonge
Wacht. Volledig programma later.
8 December. Do Tooneelbond Deugd baart
Vreugd van Aalst-Mijlbeek.geeft
zijn jaarlijksch avondfeest. Men
zal opvoeren het drama Broe
derhaat, en hel blijspel Moei
lijke Mcnschon
December. Geciliafeest der zangmaatschap-
pij De Waro Vlamingen. Mis om
11 uro, Banket om 1 uro.
15 December. Groot Avondfeest in het Sint
Jozefscollogo, ten voordeel© der
Missiën on der goede werken.
15 December. To 5 1/2 uro 's avonds cp
stadsschouwburg opvoering van
Jan Dwars, do Schoonvader
blijspel in 3 bedrijven en Oude
jaarsavond toonaoispel in 1 bodr.,
door het Koninklijk Gezelschap
Land van Riem
22 December. Sle Geciliafoest van liet
Koninklijk.Zang-, Toon eel- Let
terkundig Gezelschap Land van
Riem To 11 ure mis. To G uur
's avonds groot feestmaal.
22 December. Geciliafeest der Veroenigdo
Akkordeonislon. Maandag 23 De
cember uitstap.
26 Januari. Jaarlijksch Turn- Wapen- en
Toonëolfeest van den Katholieken
Turnkring Steun Goeft Moed
LEDE.
Zondag 17 November, om 4 1/2 ure namid-
middag, in do Bowaarsshool, toon-
cn looneelfecst uoor den Tooneel
bond Vreugd in Deugd en do
Symphonic, ton voordeoio dor ar
men van het Genootschap van den
H. Vincentius a Paulo.
16 December. S6 Geciliafeest der katholieke
fanfaar Do Jonge Wacht
N. B. De katholieke Maatschappijen
van de Stad en het Arrondissement worden
beleefd verzocht de datnm/s hunner feesten,
zoohaast mogelijk aan 'L beheer van ons blad
de te declcn.
zaak te, als oen voorvïuchtig© het dierbaarevenmin willen als kunnen keeren, daar «.ij
oord to verlaten, waar het voorwerp mijner mij tot eon mijner waardig voorwerp voerden
innigste liefde ademde, was ik vond ik,cn na dit alles waag ik het, Hoogwelgeboren
wil ik zeggen nergens rust, maar dobberde j heer luitenant-kolonel cn kamerheer, u aller-
als een pelgrim in do woestijn, als een aan ondordauigst to vragen, in hoeverre ik ten
wjnd en golven ton prooi gegeven schip, door! aanzien van do jonkvrouw, U Hoosedel es
do woeste schuimend® branding der wereldzee dochter, do goddelijke Amalia de uitverkare-
De goedheid, do uitstekende gunst, waar
mede gij en uwo onuitsprekelijke hoogge
schatte familie mij overladdo, was de lichten
de star, dio ik mot liet oog van mijnen geest
in do akelige duistornis'oiidersciieidde,welke
mij omgaf sedert liet oogenblik, dat ik liet
vorftjude zielsgeuot moest derven van in den
no mijns harte, de Laura mijner lier, wier lof
ik even vlijtig bezing als Petrarcij dien vaa
de zijne eenige lioop mag koesteren, terwijl
ik mits deze a met de greeteco achting en met
oerbiod schriftelijk om hare dierbare hand
smeek want in dit geval verschil ik hemels
breed van persoon, op wien men mogelijk
uit schorst beweert, dat ik sprekend gelijk
namelijk koning Karei XII. die juist de hand
verafschuwde, waarnaar ik op het vurigst
streef. Waro do beheersclieres mijner ziel
Aurora Roningsmark en ik Karei Xïï, dan
zou ik nooit den moed hebben, haar zoo to be
jegenen, als Karei XlI deed, toen hij.., nu't is
om het even, bij wolk© gelegenheid het ge
beurde, genoeg, dat liet gebourdo, zooals
onze jaarboeken uitwijzen, ofschoon niet op
die kïesche wijze, die men omtrent dio mee
sterstukken der schepping steeds behoorde
in acht to nemen.
Ik zou om het beeld der trouwe liefde to
voltooien, met do vurigste bereidwilligheid
haro onderdanige koning van Polen geworden
zijn.
Wat mijn vermogen betreft want zelfs
het materioele kenmerkt een open karakter
't welk gevoelt dat het te kort zou schieten,
om enkel van het ideaal to leven zoo zij
het u bekend, dat ik buiten mijn riddergoed
Lonnerup over een inkomen van vijf
duizend rijksdaalders te beschikken hob, en
er is geen twijfel aan, of mijn vader zou bij
eenen spoedigen aanwas van familie gaarne
bijspringen.
Na do tcordcrsto belangen van mijn hart
dringend aan u hoog welgeborene opgedragen
te hebben, met het onderdanig verzoek, om
in de warmste on eerbieoigste uitdrukkingen
mijne groeien aan de scbeouo Amalia over te
brengen, wier hand ik b j deze de oer heb
ook van mevrouuw hare moeder do edele
dame die mijn hart zoo h#og vereert af te
smeeken, verzoek ik vergunning, om gedu
rende dien tijd, als do adelaar tusschen
den hemel der hoop en de hel der vertwijfe
ling te zweven en in dier voege een recht
spoedig en gunstig antwoord op Lonnerup
bij Calmar af to wachten. Met verschuldigde
hoogachting heb ik de eer mij te teekenen.
iloogwelgeboron heer luitenant-kolonel en
kamerheer.
Uw onderdanige dienaar,
von Gosse.
Nu, waarlijk sprak mevrouw von
Dressen glimlachend, dat is do kluchtigs to
brief dien ik in mijn gansch leven gehoord
heb! Gelooft gij, dat de man ze alle vijf bij
malkan deren heeft
Zeker geloof ik dat. Het is onkel heden
ten dage bij do jeugd mode, een weinig hoog
dravend to zijn en onze goeds kamerjonker,
dio zeker het buskruit niet heeft uitgevonden
wikkelt en draait zijnno zinnen slechts wat
meer in elkander dan anderen.
Doch wij hebben hier minder het genie, dan
wel liet vermogen cn don goeden wil van den
kamerjonker noodig, om ons kind gelukkig
te maken en omtrent deze boido laatste pun
ten kunnen wij volkomen gerust zijn.
Wat zijn vermogen aangaat, antwoordde
mevrouw von bressen met voorzichtigheid
in dit opzicht overtreft deze partij zeker alles,
wat Amalia ooit kon verwachten. en aan
zijnen goeden wil om Amalia gelukkig te ma
ken wil ik ook niet twijfelen, ik vrees slechts
dat dit niot in zijno macht staaten geloof
mij lieve Dressen, wanneer Amalia dezen
brief te lezen krijgt, dan zal hij zeker gevoe
lens by haar opwekken, dio mijne zoo oven
uitgesproken© meening bevestigen, Jjdat
wil zeggen,zij zalAiuden, dat de kamerjonker
do bespottelijkste gok is die ooit naar een
meisje uitkeek. Daarom moest gij...
Wordt voortgezet.