i|| fiEPJFf
ijkje uit hsi Piezza Oolonna
Koninklijks eenvcodioiisid
zijns fóse kinderen, ia Roux
Libsrale onvordraaszaaiiilioid
E
en saisGii qsrucM
Het Viaemsch In bot leger
Me taafisGlie fels
Een ztalGüzs doodt
ITo Mosne
Een sleepboot gezonken
Eon orkaan op cis Philippljoen.
Neg de brandramp !b Eiicfiave
Anderzijds nrcldt men uit Constantinopel
Jat hot definitief aanvaarden van don wapon-
etilstand oonigen uitstel lijdt, omdat de Bul
garen er cone kleine wijziging willen aan
toe brengen. Do zaak is nochtans zonder
groot beiang.
Men verwacht zich aan het aannemen van
do voorwaarden voor Maandag- of ten laatste
Dijnsdag 3 December. -
De onderteckonaars zijn reeds aangeduid:
voor do Turken Nazim Pacha, colonel Ali-
Riza cn minister R.echid Paclia; voor de Bul
garen Savof, Danof cn Tchapralchimof. De
plaats, waar do vrede zal behandeld worden,
is nog niet aangeduid.
Do Daily Mail geeft een telegram van
Sofia weer, waaruit blijkt dat d6 Balkan-
stalen in do onderhandolingen voor don vrede
eeno oorlogsschadeloosstollingzouden vragen
van 48 milliocn pondon sterling.
Do wapenstilstand is gesloten
Sedert verloden Zaterdag, kat in den
avond, kwamen verscheidene telegrams toe,
aankondigend dat de wapenstilstand gotee-
kond was.
Latere telegrams kwamen die tijding be
vestigen. Volgens berichten, uit Sofia, Con
stantinopel en Belgrado zijn de grondslagen
van don vrede reeds geworpon. Do Turken
vragen dat do vredesvoorwaarden besproken
worden to Parijs of to Brussel. De Bulgaren
houden aan Solia.
De Bulgn ren toonen zich zeer toegevend.
Do Turken beweren immers dat in alle geval,
Andrinopol cn Kirk-kilissé aan Constanti
nopel zullen blijven loebehooren. Men voor
ziet ook, na den vrede,"eeno grootc toenade
ring lusschcn do Turken on do Bulgaren.
(Van onzen bijzondoren briefwisselaar)
Brussel 2 December.
Eono kleino bijzaak, tlio noch thans door
iedereen werd opgemerkt' bewijst welke
scboonc oonvouilighoid er in do koninklijke
familie hccrscht.
Do linten, waarmede de wondorsehoone
rouwkronon versierd waren, dio do lijkkist
van II. K. H. do Gravin van Vlaanderen
bedoklen, droegen als opschrift: «Aan
onzo licvo moeder, (maman)» «Aan onze lie
ve grootmoeder, (bonne-maman)»
liet fransebo woord «rnère» zoo preten
tieus gebruikt, in plaats van «mama» door
al dio dwazoliodon dio in alles slaaf do zotto
modo volgon willen, wordt uit do koninklij
ke familie gebannen. Dat enkel feit zegt ge
noog aangaande do eenvoudige on nauwo
handen wclko de leden der Koninklijke
Familie samensnoeren.
Do begrafenis van de Gravin van Vlaande
ren was eeno grootscho manifestatie van lief-
do en eerbied en droofheid van gansch het
Land.
Zij beeft nochtans do gelegenheid gegeven
aan drij volksvertegenwoordigers.van klaar-
blijkend weer eons to laten zien wat zij ver
staan door eerbied voor do dooden en eer
voor den godsdienst.
MM. Lorand, Vanderveldo en Lamborello
dioden stoot volgden zijn, bij de inlredo in
Sl-Gudulakerlc, wee* gekeerd.
Zulks zal ben nochtans niet beletten, mor
gen mot al do leden der linkerzijde te beves
tigen en to herbalen dut zij geen den minsten
haat koesteren noch tegon den godsdienst
noch tegen de priesters, noch tegen do gc-
loovigeu.
Sommigo dagbladen hebben aangekon
digd dat M. Rasquin do medebelichle van
X. Wilmart, bet gevnngenloven niet kan
gewoon worden on dat zijn gezondheidstoe
stand eon medikaal onderzoek afdwingt, om
tozionofmen, ja of neon, zondor gevaar
voor zijn leven, dion man in do gevangenis
houdon mag.
Die lijding is totaal valscb cn ik ben bij
machlo ze stellig lelogenslraiTon.
Mon kan overigens gemakkelijk raden
welk bot doel is van degenen, welke die
lijding hebben rondgestrooid.
Bravo voor M. Van Cauwolaert Bravo,
voor do andero koeno verdedigers der
Vlaamscïie rechten.
In de examen van do leerlingen der krijgs
school telde lot hiertoe bot Vlaamsch juist
zoovoel als bot Latijn.
Nu zal men aan bet Vlaamsch dezelfde
waarde geven als aan bet Fransch. Bravo
Bravo
Daar is nog meer. Al de legerofficiers, die
lusschen dit on vijf jaar niet zullen bekwaam
gevonden worden, behoorlijk Vlaamsch to
spreken, zullen bunnen vooruitgang ernstig
estremd zien.
Tienmaal bravoHarold.
Twee jonge Duitscho bandelaars, Schu
mann en Sciimidt genaamd, waren uit Kcet-
mannshop, (Duitsch Zuid-West Afrika) ver
trokken otn in bet binnenland zaken lo gaan
doen.
In do duinon van Daberas verloren zij
hunne paarden en beide mannen besloten te
voet terug te koeren. Vijf dagen lang stap
ten zij voort, zonder oen buis of een levend
wezen to ontmoeten.
Ilun voorraad was uitgeput on M. Schu
mann begon weldra to ijlen ton. gevolge der
koorts. Nabij een put, zakte M. Schmidt be
wusteloos neer. Toen bij s'andcrendaags hel
bewustzijn herkreeg, stelde bij met schrik
vast, dat zijn gezol verdwenon was.
M. Schmidt zello zich terug opwegen geluk-
lo cr eindelijk in de statio van Hems to be
reiken. Daar vroeg bij hulp en men ging op
zoek naar Schumann.
Na eonigo uren vond mon zijn lijk. De
ongelukkige was letterlijk van dorst be-
z woken.
o
Een verschrikkelijk tooneel bad Zaterd
morgend plaats te Roux.
Hector Chnrlior, oud 28jaar, gehuwd en
vader van twoo kinderen, Georges en Ber-
llni oud drie en twoo jaar, gaf sedert eonigon
tijd kcuteekons van krankzinnigheid.
De dokter, hem niet gevaarlijk oordeelend
weigerde onlangs hem lo doen opsluiten.
Zaterdag morgend, rond 8 ure, bood Cbar-
licr, wonend «Ruo Santier des Ecolcs, te
Roux, zich aan bij zijn vader en zegde «Ilc
heb mijne familie gedood, ik verlang to ster
ven.»
Dan zette bij zich neer nabij do stoof.
Men begaf zich onmiddelijk naar zijno wo
ning. Op den grond, lagen de twee kinderen,
met verbrijzelden schodel de vader bad ben
geslagen meteen hamer. Ondervraagd, ver
klaarde hij, dat zijno kinderen weenden, wat
hom ontstodde vervolgens dat bij niet wild9
dat zij later ongelukkig zouden zijn.
Do vader-moordenaar schijnt volkomen
onverschillig cn men slaat L..cr derhalve
vóór eene vreesolijko daad gepleegd ten ge
volge van zinneloosheid.
Do moeder, geboren Rosa Gillon, oud
jaar, was aan den arbeid, lo Charleroi als
dagloonster,op bet oogenblik van den moord.
Charlier werd opgesloten en wordt strenj
bewaakt.
2G° VERVOLG!.
IIoo verschrikt ook, behield Rosamond ech
ter haro tegenwoordigheid van geest. Een ba
rer ai mon sloeg zij instiuktmatig om bot kind
hoon on don andoren bad zij half opgeheven
om aan de belkoord, dio boven baar hoofd
kussen liing, to trekken, toen zij bespeurde
dat Jufvrouw Jazepb zich omkeerde om naar
linnr te zien.
Eeno vrouw van gewonen moed zou waar
schijnlijk op dit ooganblik, in de onberede-
neerdheid barer vrees, aan do belkoord ge
trokken hebben. Rosamond bezat echter geest
kracht genoeg om do gevolgen te berekenen,
en te bedenken dat Jufvrouw Jazepb tijd zou
hebben om de deur to sluiten, voor dat er
hulp kon komen, indien zij baar vermoeden
verried door to bellen, zonder er eerst eonigo
gegronde reden voor op te gevon.
Langzaam sloot zij de oogon toen de baker
naar baar zag, gedeeltelijk ombaar inden
waan to brengen dat zij zich te slepen legde,
gedeeltelijk ten cindo tijd te winnen tot een
geschikt voorwendsel om bare kamenier to
bellen. Hare ontroering stond echter har»
vindingrijkheid in den weg. Minuut op mi
nuut vorliop traag, en nog kon zij maar geen
aannemelijk voorwendsel bedenken om te
bellen.
Juist dacht zij er over, of bet niet het vei
ïigst zijn zuu Jufvr. Jazeph in«t eene bood
schap aan baar echUenoot, d» kamer uit te
zenden, de deur te sluiten zoodra zij alleen
wus, en dan to bellen, juist was zij in twijfel
of zij moedig dii&a weg zou inslaat* of niet,
DE VOLKSSTEM
Verleden Donderdag vroegt go mo,doktor,
of ik mij hot arlisljo uit Rome nog herin
nerde.
Eilievc, 'k zie ons daar nog staan op bet
wijde rond liet kiosk glanzend verlichte plein,
waar bet wiemeldo van menscben.
Wij stonden to kouten, wat op zijde, niet
waar, toen kijk eens daar onzo aandacht
zich wenddo naar rechls, ver weg tegen do
muren van hot groolo gebouw. 'tWas ginder
wat donker en daar dook, zoo voetje voor
voetje, con zwart gcstalleken op, zoo klein,
o hadtle liet geregend, de dropjes waren
bom gewis terug legen den neus gespat,
't Was zoo iel3 dat van don wind scheen te
moeten beven niet waar, dokter 'I Wierp
een schaduwken af, zoo dun als een brei
naald.
Schoen bet. u ook niet rousachlig interes
sant, dat puitig ding met zijn breed golven-
don, zwarten haarbos, waar wel tien ratten
verstekort je konden in spelen
t Was mij leuker dan de kleine Krates,
van Mauril's vedelaarken.
Het spookto daar langzaam rond,zwart als
een broerken van asschopoetstorken 't bad
ook eon baardje, dokter, een baardje met
kraai er.klcur, 't geheel leek een echt dx'oo-
meml schouw vegerken.
Ge weot nog boo me de lust bokroop mót
dat romantisch ventje nader kennis te ma-
kon. 't Kwam zoo toevallig naar onzen kant
aankuicren.
Dokter go kont niet liooron hoe ik het op
zijn fransch toesprak, maar go hebt wel
bemerkt, gij dio van verre bet loonoeije ga-
deslcogt, boe liet zijn peinzend hoofdje op-
slak, toen bet plots don klank mijsjer slem
vernam on ik kon zien wal onbesemd gevoel
van treurigheid er uit zijne blikken sprak.
Het slond daar zoo pal en bet leundo zoo
knulterigjos lief op zijn zwart stafje, dat ik
met hem ingonomen was.
Non capesco, Signore, zei bet mij.
'k Trachtte dus zoo wel mogelijk mij met
een lalemnengelmocs verstaanbaar te ma-
kon.
'k Zei bom ongeveer 'k Heb, bij 't licht
van do lantaarnon, u als een kunstbroeder
herkend. Mag ik me oven voorstellen Ik
kom uit België en wil morgen verder naar
Firenze.
O, Firenze, mollo holla cïtta zuchtte
bij diep weemoedig met een zwakke, glans-
looze neusstem, en bót kuchte eens beschei
den achter hot geel zijden zakdoekje dat bot
uit zijn zwart jasje had getrokken.
Firenze, naar Firenzeen bot sprak
voort,'t ventje scheen een gouden hart te
hebbon, en bot wilde mij mot allo geweld
doen verstaan bet scboone van Firenze, hot
schoone dor Ilaiiaansbb'ö kunst, en terwijl
hol vorder sprak, schoon bet zich op te win
den ja, dokier, T tiad oglit kunstenaars-
bloed in 't lijf ken bet word begeesterd,
't leek op spiritus dio vuur vatte, 'k Trachtte
het te volgen in zijno uiteenzettingen. Dok
ter,ge hebt gezien en ge lacbtet »n uw vuist-
jen, boe we beiden allengs mot blakerend
vuur begonnen te* spreken.
Kon ik er moeilijk uit, 't baasje hielp mij,
en, mot veroendo krachten en veel goeden
wil van beider kant, konden wo mekaar
beurtelings onze mooning klaar mak on. Soms
verslonden we malkander niet 't was «dan
of één van ons beweerde kippensoep geproefd
to hebbon als cr workëlijk ajuinsoep bedoeld
werd. En zoo hadden wo bot ook wol over
Titiaan, Corregio, Rafael, ook wel -over
Rubbons en Van Dyck, dio bel als Vlamin-
gon leende, bet sprak over Michel Angelo
als dichter, over Boccacio on Potrarcha en
Danlo.
Ja, bot sprak met voorliefde over sclirij
vors. Aardig ho? Was bij. misschien dichter j
toen zij het geritsel van het zijden kleed der
baker baar bed boorde naderen.
Hare eerste aandrift was aan do belkoord
to trokken maar do vrees bad hare band
verlamd zij kon die niet opheffen.
J-Iet geritsel van bet zijden kleed hield op.
Zij opende gedeeltelijk de oogon en zag dat de
baker halverwege tnssohen den lioelc der ka
nier, waaruit zij genaderd was, en k«t bed
stond. Er was niets wilds of toornigs inbaar
blik. Haar gelaat toekende slechts ontstelte
nis en angst.
Zij stond de banden in een te slaan als het
beeld van ontroering on droefheid, zoo bleef
zij oen oogenblik staan, trad vervolgeus
cenigo schreden nader ou zegde fluisterend eu
op vragenden toon 1
Nog niet in slaap Nog niet geheel in
slaap
Rosamond beproefde antwoord to geven,
maar baar hart scheen haar in de keel te klop
pen en de woorden op bar» tong~to„smor*n.
De baker naderde, met dezelfde uitdruk
king van ontroering en droefheid op baar ge
laat, tot binnen een voet afstands van liet bed,
kuif ld» bij bet hoofdkussen neer, en zag Ro-
mond ernstig aan, huiverde eon weinig, cn
zag om zich heen, als om zich te overtuigen
dat d® kamer ledig wai, boog zich voorover,
aarzelde, boog zich dichter over haarheeD,
en fluisterde haar deze woorden in het oor
Als gij naar Portbgeuna gaat, kom daa
niet in de Mirte kamer
De warme adem der vrouw roerde Rosa
mond's wang aan, terwijl zij sprak, en scheen
baar als een koortsgloed door de aderen te
varen. De zenuwachtige sclmk van die onuit
sprekelijke aandoening verbrak do kluisters
vuu den schrik, die baar tot dusverre onbe
weeglijk en sprakeloos geboeid biel. Met een
gil sprong zij overeind, greep de belkoord en
i trok er geweldig aan.
O, stil stil riep JufVr. Jazcpll, weer op
do knieën vallende eu de handen ineenslaande
met het hopeloos gebaar tan oen kind.
Rosamond belde nogmaals en nogmaals.
Haastige voetstappen cn driftige stemmen
worden op den trap gehoord. Het was nog
geen tien ure niemand bad zich nog ter
ruste begeven en list geweldig bellen bad
tiet huis ia opschudding gebracht.
De baker sprong overeind, waggelde van
't bed terug, en hield zich tegen den muur dar
kamer staande, toen zij de voetstappen eu
da slem mep boorde. De banden, die zij to vo
ren zoo lioftig in een geslagen bad, hingen
krachteloos langs bare zijden neer. De wezen
loosheid van eeno zware ziclesmart, ver
spreidde zich over baar gelaat, en gaf er een©
akelige strakheid aan.
Do eerste, die do kamer binnentrad, was de
kamenier van Mevr. Frankland, en de waar
din volgde baar.
Haal M. Frankland, zegde Rosamond, op
flauwou toon, zich tot de waardin wendende.
Ik moet hem oogenblikkeüjk spreken. Gij.
ging zij voort, do kamenier wenkende, blijf
gij hier bij mij zitten, totdat mijnbeer komt.
Ik beu ijselijk verschrikt. Vraag mij niets,
maar blij' bier.
Do kamenier staarde bare meesteres in ver
bazing aan vervolgens zag zij met een wan
trouwenden, knorrigau blik naar do baker.
Toen do wcerdin de kamer verliet om M.
Frankland ta balen, bad zij zich eea weinig
van don wand verwijderd, zoodat zij het volle
gezicht op bet bed bad. Met een blik van
adomlooze spanning, va» hartverscheurende
bezorgdheid, hield zij tl» oog»ii op het gelaat
van Mevr. Frankland gevestigd. Voox bet
Geen schilder dan, of componist? 'k Hield
hem toch voor schilder. Waarom Wel,
'k llad bemerkt dal bij immer naar de
blauwe wolkjes tuurde die ik uit mijn sigaret
Irok cn zo hemelwaarts liet kronkelen. Hij
bestudeerde vast de omlijning der wolkskens
en het liehteflbet in don glans der maan daar
boven. Ja. do! tor, 'k heb een onfaalbaar be
wijs dat hij collega van Rubens en Rafaël
was, zonder dat ik er hem uitdrukkelijk naar
wou vragen.
;k Sleldo hem zoo plots do vraag
A veto voi una catla of catero. uno
chatto Hij verslond mo niot tot dat ik,
meteen handgebaar de gestalte van een kat
schelste en poes baar taal nabootste.
O, una gatta, o si, signore, Zenobia,
una mollo bella Persana.
Neen, dokter, hij was geen componist
toondichters baton do katten ook geen ver-
zeiuhchler houdon René De Clorq on Van
WoesLijno zich nu met de katten op
Maar schilders Dio hebbon katten En
dezo bad oen perzischo, zo beetle Zenobia
Mooio naam, meende ik.
Docli mijn vriend bad zijn laatste woorden
reeds uitgesproken. Hij begon nu weer zoo
droomerig to kijken. Had luj daar niet don
naam genoemd van do onbewuste getuige
van zijn streven, wie weet, van zijno oliende?
't Was of hem inviel dat bij een oogenblik
aan de werkelijkheid was ontvoerd gewor
den zijn gelaat verduisterde daar sprak
weer uit zijn blik dat govool van droefheid
dat mij scheen te zeggen dat do maatschappij
toch wreed was voor hem. O, doktor, dal
pijnïgdo mij. Eon gelukkig govoel van zeker
heid voor den dag van morgen buisde niet in
zijne ziel, dat staalvast.
Zag bij daareven, toen we 't hadden over
Rafaël cn Da Vinei zich misschien in ge
dachte ook reeds fraaie stukken schilderen
dio eenmaal de muren van paleiton zouden
versieren en zijnen naam vereeuwigen, nu
was opeens zijn droom verzwonden. Door de
logica der behooflen zag bij zi'ch weer ge
noodzaakt voor zijn schraal onderhoud to
zorgen en,o neen.zijn hemel scheen volstrekt
niet onbewolkt to zijn bij zei niets moor.
'lc Wenscble hem adio, amico l'arlista
Hij ook nam afscneid van me, reik to mo do
hand en met iets slopende en droomerigs in
zijno bewogingen stapt o hij voort, on wij,
>b.hier, wij tuurden dit/verdwijnend ges tal-
tob en na, niet waar, donkend dat bet even
hierheen was gekomen om zijn moe hoofdje
wat rust to schenken on oen poos afleiding
to vindon in zijn kommervol bestaan.
Adio eenzaam figuurt je gij weklet onzo
belangd oiling op moehlet gij er in slagen,
door uwe kunst, anderor belangstelling' op
to'wekken om. zooniet, faam cn room,'ton
minste genoeg brood voor uwen nooddruft
lo verdienen. D.
3 DECEMBER 1012
kon gelukken. Do stuurman van bet stoom
schip, bad ook bot gevaar ingezien, en liep
naar don paal, waaraan de tros was vastge
maakt. Hij wilde de tros loswerpen, maar
mot dio beweging., kwam do stuurman le
laat, en hij zag do toogboot zinken.
Do kapitein en do stuurman Coppens,
wonende Stadswaag, 2, sprongen over boord,
en werden door cenigo schippers gered, die
met bunnen lichter in da nabijheid lagen.
Do machinist van de toogboot. Jan Vor-
donck, wonende Rozenstraat, 24, dio in de
machionkamer zat, verdween met zijn schip
in do diepte. Nauwelijks waren do twee go-
redden aan wal gebracht, of zij liepen in den
toestand gelijk zij waren, naar buis.
Do kapitein van dep stoomor, dood bot
macbion achteruit workon, en Irachtio' do
tros lo lossen, maar vruchteloos. Ton slollo
was men verplicht de tros, die 90 vademen
meet, in bet dole bij de toogboot lo werpen.
Do ongelukkige machinist telde reeds
2G jaar stadsdienst.
Hoer adjunct Courvorst, beeft verscheidene
getuigen onderhoord.
VVV
to frwezrpen.
Een machinist verdronken.
Zondag namiddag, rond half drio, bad or
in hot Verbindingsdok, te Antwerpen een
verschrikkelijk ongeval plaats.
Do Engelsche stoomor I)en of Crumby
was Zondag met ballast i:i onzo haven ge
komen, om in do droge dok to gaan,'om
hersteld to worden. Het schip bad eeno
sleepboot van voor on eeno langs den achter
kant van bet schip.
Do stoomer vaarde zeer vlug, zoodat do
achterslo sleepboot groote moeite bad om de
silellieid van bet schip wat lo matigen. I)c
kapitein van don slocper, M. Van der Meersch'
Lange Looibi'oeckslr;uit, 121, bad den kapi
tein van de Don of Cromby verzocht do
snelheid wat lo mnligeh, daar de sleeper
reeds aan do eeno zijdo in bet water over
kantelde.
Het gevaar inziende, poogdo M. Van dor
Meersen, don baak te lossen, waarin bij nist
overige scheen allo uitdrukking van hare
trekken verdwenen to zijn. Zij zegde niets,
zij merkt» niot op. Zij schrikte niot, zij week
geen duim tor zijdo toen do waardin terug
kwam en M. Frankland naar zijno vrouw ge
leidde.
Lenny laat do nieuwe baker van nacht
hier niet blijven, wat ik u bidden map fluis-
tord» Rosamond, baar echtgenoot driftig bij
den arm vattendo.
liet beven van bare band noopte Frank
land zijn» vingers zacht op bare slapen en op
haar hart te leggen.
Goed» hemel, Rosamond! wat is er ge
beurd 1 Ik heb u kalm en rustig verlaten, en
nu...
Ik bon verschrikt, do nieuwe baker beeft
my ijselijk verschrikt. Val baar niet bard,
het arm» schepsel zij is niet bij hare zinnen,
daar ben ik zeker van. Laat baar slechts be
daard heengaan, zond haar terug van waar zij
gekomen is. Ik zal van angst sterven als zij
hier blijft. Zij beeft zich zqo zonderling je
gens mij gedragen, zij heeft mij met zulk»
nare woorden toegesproken Lenny
Lenny!'laat mg ne. band niet los. Zij kwam
zoo akelig mij toesluipen, juist waar gij nu
staatzij knielde naast mij neer, en fluisterde
o, welke woorden
Stil, stil, lieve zegdo Frankland, ern
stig gestemd door do hevigheid van Rosa
mond's ontroering. Herbaal die woorden nu
niet vacht totdat gij kalmer zgt, ilc bid u,
waclit lutdat gij kalmer zijt. Ik wil alles doen
wat gij verlangt, als gij slechts stil wilt gaan
liggen, en tot bedaren tracht te komea, voor
dat gij meer spreekt, 't Is voor mij genoeg te
weten dat die vrouw u verschrikt beeft en dat
gij wilt dat zij, met zoo weinig hardheid als
mogeljjlc is, weggezonden worde. Wij zullen
Talrijke dooden. Overgroot® schade.
De algemeeno gouverneur dorPbilippijnen
telegrafoert dat eon geweldig orkaan, zooals
n er nog nooit gezien bad, over do eilan
dengroep beeft gewoed cn or overgroots
schade hoeft aangericht.
Do stad Tacloben word bijna geheel ver
nield. Geen on kol buis Idool' onbeschadigd.
Men heeft onmiddelijk eon schip met levens
middelen ter plaats gezonden.
Een telegram uit Manilla meldt, dat ton
govolgo der ontreddering dor telegraafdien
sten, bet onmogelijk is zich een juist gedacht
te vormen van do uitgestrektheid der ramp.
Men kont nog bet getal dooden niet. Men
weet slechts, dat er ta Samar alleen 200
dooden zijn. Ook te Leyt, Tacloben enz. zijn
or vele dooden.
In do streek beersebt cone gemakkelijk lo
begrijpen ontroering door do vreeselijke
brandramp, waarin do ongelukkige vrouw
Tombuyser en haro drio kinderen bet leven
lieten.
Men veronderstelt, dat bet. vuur moet ont
staan zijn door eenokleinofoutaan de schouw,
eerst con tijd smeulde, on daar bet buis met
een strooidak gedekt was, bet vuur zich dan
schielijk bliksemsnel kon verspreiden.
Vrouw Tombuyzor sliep niet bare drie
kinderen op dezelfde kamer. Men beeft tijdens
de opzoekingen do overblijfselen der Iweo
jongste kiiuleron samen gevonden, terwijl do
grootendeels verkoolde lichamen van vróuw
Toinbnyseren't oudste kind op eon hoop aard-
appelon in don kelder gevonden werden.
Het is dus aan to nemon, dal de vrouw zal
gepoogd hebben mot bet kind le vluchten,
doch de deur niet kon openkrijgen, of door
do vlammen belet werd tot daar lo komen.
Zij zal dan oene schuilplaats gezocht hejjbon
in den kelder, waar zij zoo jammerlijk ver
slikte.
liet parket kwam toe om 2 uren namid
dag. Het bestond uit do boeren Do Vos,
procureur dos Konings Poll ondersoeks-
rechter Fclix BuHcns, griffier vergezeld
van den beer luitenant der gendarmerie en
de hoeren weisdoktors Do Graevo on Van
Mcirhacghe.
Do lijkschouwing duurde slechts onkele
minuten.
De lijkdienst zou waarschijnlijk Maandag
to Elichovo plaats hebben.
Een telegram werd aan vader Tombuyser
gezonden, dio Zaterdag avond verwacht
werd.
alle verdere verklaringen tot morgen vroeg
uitstellen, Het spijt mij nu zeer d*t ik mijn
eigen denkbeeld om eeno geschikte baker uit
Londen te ontbieden niet bob doorgezet.
Waar is do waardin
Dezo plaatste zich nu naast M. Frankland.
Is het laat vroeg Leonard.
O, neen, mynheer nog geen tien üre,
Bestel dan dad olijk een cabriolet, als 't u
belieft. Waar is de baker
Zij staat achter u. mijnheer, bij dea
wand, zegde de kamenier.
Toen Frankland zich in de richting wondde
fluisterde Rosamond hem toe: Wees niet hard
tegen baar, Lenny.
Do kamonior, dio met verachtelijke nieuws
gierigheid naar Jufvrouw Jazeph keek, zag
de geheolo uitdrukking van haar gelaat ver
anderen, toen deze woorden gesproken wer
den. De tranen welden in bare oogen op, en
vloeiden langs hare wangen. De doodsche
strakheid van haar gelaat was in een oogen
blik verdwenen. Zij week terug tot dicht aan
den wand, cn leunde er als vroeger tegen.
Wees niet bard tegen baar boorde do
kamenier baar zacht snikkend zegge». Wees
niet bard tegon baar o, mijn God dat zegdo
zij vriendelijk... dat zegde zij ten minsto
vriendelijk
Ik verlang niet u te spreken, of u on-
beusch te behandelen, zegde Frankland on
volkomen hoorende wat zy zegde. Ik weet
volstrekt niet wat er gebeurd is, en beschul
dig niemand. Ik vind mijne vrouw hevig ont
roerd cn verschrikt ik hoor die ontroering
in vorband te brengen niet u niet toornig,
maar medelijdend, en in plaats van u hard toe
te spreken, wil ik bet liever aan aw eigen
gevoel van recht overlaten te beslissen of gij
bier langer blijven kunt. (vervolgt.)