i|| fiEPJFf ijkje uit hsi Piezza Oolonna Koninklijks eenvcodioiisid zijns fóse kinderen, ia Roux Libsrale onvordraaszaaiiilioid E en saisGii qsrucM Het Viaemsch In bot leger Me taafisGlie fels Een ztalGüzs doodt ITo Mosne Een sleepboot gezonken Eon orkaan op cis Philippljoen. Neg de brandramp !b Eiicfiave Anderzijds nrcldt men uit Constantinopel Jat hot definitief aanvaarden van don wapon- etilstand oonigen uitstel lijdt, omdat de Bul garen er cone kleine wijziging willen aan toe brengen. Do zaak is nochtans zonder groot beiang. Men verwacht zich aan het aannemen van do voorwaarden voor Maandag- of ten laatste Dijnsdag 3 December. - De onderteckonaars zijn reeds aangeduid: voor do Turken Nazim Pacha, colonel Ali- Riza cn minister R.echid Paclia; voor de Bul garen Savof, Danof cn Tchapralchimof. De plaats, waar do vrede zal behandeld worden, is nog niet aangeduid. Do Daily Mail geeft een telegram van Sofia weer, waaruit blijkt dat d6 Balkan- stalen in do onderhandolingen voor don vrede eeno oorlogsschadeloosstollingzouden vragen van 48 milliocn pondon sterling. Do wapenstilstand is gesloten Sedert verloden Zaterdag, kat in den avond, kwamen verscheidene telegrams toe, aankondigend dat de wapenstilstand gotee- kond was. Latere telegrams kwamen die tijding be vestigen. Volgens berichten, uit Sofia, Con stantinopel en Belgrado zijn de grondslagen van don vrede reeds geworpon. Do Turken vragen dat do vredesvoorwaarden besproken worden to Parijs of to Brussel. De Bulgaren houden aan Solia. De Bulgn ren toonen zich zeer toegevend. Do Turken beweren immers dat in alle geval, Andrinopol cn Kirk-kilissé aan Constanti nopel zullen blijven loebehooren. Men voor ziet ook, na den vrede,"eeno grootc toenade ring lusschcn do Turken on do Bulgaren. (Van onzen bijzondoren briefwisselaar) Brussel 2 December. Eono kleino bijzaak, tlio noch thans door iedereen werd opgemerkt' bewijst welke scboonc oonvouilighoid er in do koninklijke familie hccrscht. Do linten, waarmede de wondorsehoone rouwkronon versierd waren, dio do lijkkist van II. K. H. do Gravin van Vlaanderen bedoklen, droegen als opschrift: «Aan onzo licvo moeder, (maman)» «Aan onze lie ve grootmoeder, (bonne-maman)» liet fransebo woord «rnère» zoo preten tieus gebruikt, in plaats van «mama» door al dio dwazoliodon dio in alles slaaf do zotto modo volgon willen, wordt uit do koninklij ke familie gebannen. Dat enkel feit zegt ge noog aangaande do eenvoudige on nauwo handen wclko de leden der Koninklijke Familie samensnoeren. Do begrafenis van de Gravin van Vlaande ren was eeno grootscho manifestatie van lief- do en eerbied en droofheid van gansch het Land. Zij beeft nochtans do gelegenheid gegeven aan drij volksvertegenwoordigers.van klaar- blijkend weer eons to laten zien wat zij ver staan door eerbied voor do dooden en eer voor den godsdienst. MM. Lorand, Vanderveldo en Lamborello dioden stoot volgden zijn, bij de inlredo in Sl-Gudulakerlc, wee* gekeerd. Zulks zal ben nochtans niet beletten, mor gen mot al do leden der linkerzijde te beves tigen en to herbalen dut zij geen den minsten haat koesteren noch tegon den godsdienst noch tegen de priesters, noch tegen do gc- loovigeu. Sommigo dagbladen hebben aangekon digd dat M. Rasquin do medebelichle van X. Wilmart, bet gevnngenloven niet kan gewoon worden on dat zijn gezondheidstoe stand eon medikaal onderzoek afdwingt, om tozionofmen, ja of neon, zondor gevaar voor zijn leven, dion man in do gevangenis houdon mag. Die lijding is totaal valscb cn ik ben bij machlo ze stellig lelogenslraiTon. Mon kan overigens gemakkelijk raden welk bot doel is van degenen, welke die lijding hebben rondgestrooid. Bravo voor M. Van Cauwolaert Bravo, voor do andero koeno verdedigers der Vlaamscïie rechten. In de examen van do leerlingen der krijgs school telde lot hiertoe bot Vlaamsch juist zoovoel als bot Latijn. Nu zal men aan bet Vlaamsch dezelfde waarde geven als aan bet Fransch. Bravo Bravo Daar is nog meer. Al de legerofficiers, die lusschen dit on vijf jaar niet zullen bekwaam gevonden worden, behoorlijk Vlaamsch to spreken, zullen bunnen vooruitgang ernstig estremd zien. Tienmaal bravoHarold. Twee jonge Duitscho bandelaars, Schu mann en Sciimidt genaamd, waren uit Kcet- mannshop, (Duitsch Zuid-West Afrika) ver trokken otn in bet binnenland zaken lo gaan doen. In do duinon van Daberas verloren zij hunne paarden en beide mannen besloten te voet terug te koeren. Vijf dagen lang stap ten zij voort, zonder oen buis of een levend wezen to ontmoeten. Ilun voorraad was uitgeput on M. Schu mann begon weldra to ijlen ton. gevolge der koorts. Nabij een put, zakte M. Schmidt be wusteloos neer. Toen bij s'andcrendaags hel bewustzijn herkreeg, stelde bij met schrik vast, dat zijn gezol verdwenon was. M. Schmidt zello zich terug opwegen geluk- lo cr eindelijk in de statio van Hems to be reiken. Daar vroeg bij hulp en men ging op zoek naar Schumann. Na eonigo uren vond mon zijn lijk. De ongelukkige was letterlijk van dorst be- z woken. o Een verschrikkelijk tooneel bad Zaterd morgend plaats te Roux. Hector Chnrlior, oud 28jaar, gehuwd en vader van twoo kinderen, Georges en Ber- llni oud drie en twoo jaar, gaf sedert eonigon tijd kcuteekons van krankzinnigheid. De dokter, hem niet gevaarlijk oordeelend weigerde onlangs hem lo doen opsluiten. Zaterdag morgend, rond 8 ure, bood Cbar- licr, wonend «Ruo Santier des Ecolcs, te Roux, zich aan bij zijn vader en zegde «Ilc heb mijne familie gedood, ik verlang to ster ven.» Dan zette bij zich neer nabij do stoof. Men begaf zich onmiddelijk naar zijno wo ning. Op den grond, lagen de twee kinderen, met verbrijzelden schodel de vader bad ben geslagen meteen hamer. Ondervraagd, ver klaarde hij, dat zijno kinderen weenden, wat hom ontstodde vervolgens dat bij niet wild9 dat zij later ongelukkig zouden zijn. Do vader-moordenaar schijnt volkomen onverschillig cn men slaat L..cr derhalve vóór eene vreesolijko daad gepleegd ten ge volge van zinneloosheid. Do moeder, geboren Rosa Gillon, oud jaar, was aan den arbeid, lo Charleroi als dagloonster,op bet oogenblik van den moord. Charlier werd opgesloten en wordt strenj bewaakt. 2G° VERVOLG!. IIoo verschrikt ook, behield Rosamond ech ter haro tegenwoordigheid van geest. Een ba rer ai mon sloeg zij instiuktmatig om bot kind hoon on don andoren bad zij half opgeheven om aan de belkoord, dio boven baar hoofd kussen liing, to trekken, toen zij bespeurde dat Jufvrouw Jazepb zich omkeerde om naar linnr te zien. Eeno vrouw van gewonen moed zou waar schijnlijk op dit ooganblik, in de onberede- neerdheid barer vrees, aan do belkoord ge trokken hebben. Rosamond bezat echter geest kracht genoeg om do gevolgen te berekenen, en te bedenken dat Jufvrouw Jazepb tijd zou hebben om de deur to sluiten, voor dat er hulp kon komen, indien zij baar vermoeden verried door to bellen, zonder er eerst eonigo gegronde reden voor op te gevon. Langzaam sloot zij de oogon toen de baker naar baar zag, gedeeltelijk ombaar inden waan to brengen dat zij zich te slepen legde, gedeeltelijk ten cindo tijd te winnen tot een geschikt voorwendsel om bare kamenier to bellen. Hare ontroering stond echter har» vindingrijkheid in den weg. Minuut op mi nuut vorliop traag, en nog kon zij maar geen aannemelijk voorwendsel bedenken om te bellen. Juist dacht zij er over, of bet niet het vei ïigst zijn zuu Jufvr. Jazeph in«t eene bood schap aan baar echUenoot, d» kamer uit te zenden, de deur te sluiten zoodra zij alleen wus, en dan to bellen, juist was zij in twijfel of zij moedig dii&a weg zou inslaat* of niet, DE VOLKSSTEM Verleden Donderdag vroegt go mo,doktor, of ik mij hot arlisljo uit Rome nog herin nerde. Eilievc, 'k zie ons daar nog staan op bet wijde rond liet kiosk glanzend verlichte plein, waar bet wiemeldo van menscben. Wij stonden to kouten, wat op zijde, niet waar, toen kijk eens daar onzo aandacht zich wenddo naar rechls, ver weg tegen do muren van hot groolo gebouw. 'tWas ginder wat donker en daar dook, zoo voetje voor voetje, con zwart gcstalleken op, zoo klein, o hadtle liet geregend, de dropjes waren bom gewis terug legen den neus gespat, 't Was zoo iel3 dat van don wind scheen te moeten beven niet waar, dokter 'I Wierp een schaduwken af, zoo dun als een brei naald. Schoen bet. u ook niet rousachlig interes sant, dat puitig ding met zijn breed golven- don, zwarten haarbos, waar wel tien ratten verstekort je konden in spelen t Was mij leuker dan de kleine Krates, van Mauril's vedelaarken. Het spookto daar langzaam rond,zwart als een broerken van asschopoetstorken 't bad ook eon baardje, dokter, een baardje met kraai er.klcur, 't geheel leek een echt dx'oo- meml schouw vegerken. Ge weot nog boo me de lust bokroop mót dat romantisch ventje nader kennis te ma- kon. 't Kwam zoo toevallig naar onzen kant aankuicren. Dokter go kont niet liooron hoe ik het op zijn fransch toesprak, maar go hebt wel bemerkt, gij dio van verre bet loonoeije ga- deslcogt, boe liet zijn peinzend hoofdje op- slak, toen bet plots don klank mijsjer slem vernam on ik kon zien wal onbesemd gevoel van treurigheid er uit zijne blikken sprak. Het slond daar zoo pal en bet leundo zoo knulterigjos lief op zijn zwart stafje, dat ik met hem ingonomen was. Non capesco, Signore, zei bet mij. 'k Trachtte dus zoo wel mogelijk mij met een lalemnengelmocs verstaanbaar te ma- kon. 'k Zei bom ongeveer 'k Heb, bij 't licht van do lantaarnon, u als een kunstbroeder herkend. Mag ik me oven voorstellen Ik kom uit België en wil morgen verder naar Firenze. O, Firenze, mollo holla cïtta zuchtte bij diep weemoedig met een zwakke, glans- looze neusstem, en bót kuchte eens beschei den achter hot geel zijden zakdoekje dat bot uit zijn zwart jasje had getrokken. Firenze, naar Firenzeen bot sprak voort,'t ventje scheen een gouden hart te hebbon, en bot wilde mij mot allo geweld doen verstaan bet scboone van Firenze, hot schoone dor Ilaiiaansbb'ö kunst, en terwijl hol vorder sprak, schoon bet zich op te win den ja, dokier, T tiad oglit kunstenaars- bloed in 't lijf ken bet word begeesterd, 't leek op spiritus dio vuur vatte, 'k Trachtte het te volgen in zijno uiteenzettingen. Dok ter,ge hebt gezien en ge lacbtet »n uw vuist- jen, boe we beiden allengs mot blakerend vuur begonnen te* spreken. Kon ik er moeilijk uit, 't baasje hielp mij, en, mot veroendo krachten en veel goeden wil van beider kant, konden wo mekaar beurtelings onze mooning klaar mak on. Soms verslonden we malkander niet 't was «dan of één van ons beweerde kippensoep geproefd to hebbon als cr workëlijk ajuinsoep bedoeld werd. En zoo hadden wo bot ook wol over Titiaan, Corregio, Rafael, ook wel -over Rubbons en Van Dyck, dio bel als Vlamin- gon leende, bet sprak over Michel Angelo als dichter, over Boccacio on Potrarcha en Danlo. Ja, bot sprak met voorliefde over sclirij vors. Aardig ho? Was bij. misschien dichter j toen zij het geritsel van het zijden kleed der baker baar bed boorde naderen. Hare eerste aandrift was aan do belkoord to trokken maar do vrees bad hare band verlamd zij kon die niet opheffen. J-Iet geritsel van bet zijden kleed hield op. Zij opende gedeeltelijk de oogon en zag dat de baker halverwege tnssohen den lioelc der ka nier, waaruit zij genaderd was, en k«t bed stond. Er was niets wilds of toornigs inbaar blik. Haar gelaat toekende slechts ontstelte nis en angst. Zij stond de banden in een te slaan als het beeld van ontroering on droefheid, zoo bleef zij oen oogenblik staan, trad vervolgeus cenigo schreden nader ou zegde fluisterend eu op vragenden toon 1 Nog niet in slaap Nog niet geheel in slaap Rosamond beproefde antwoord to geven, maar baar hart scheen haar in de keel te klop pen en de woorden op bar» tong~to„smor*n. De baker naderde, met dezelfde uitdruk king van ontroering en droefheid op baar ge laat, tot binnen een voet afstands van liet bed, kuif ld» bij bet hoofdkussen neer, en zag Ro- mond ernstig aan, huiverde eon weinig, cn zag om zich heen, als om zich te overtuigen dat d® kamer ledig wai, boog zich voorover, aarzelde, boog zich dichter over haarheeD, en fluisterde haar deze woorden in het oor Als gij naar Portbgeuna gaat, kom daa niet in de Mirte kamer De warme adem der vrouw roerde Rosa mond's wang aan, terwijl zij sprak, en scheen baar als een koortsgloed door de aderen te varen. De zenuwachtige sclmk van die onuit sprekelijke aandoening verbrak do kluisters vuu den schrik, die baar tot dusverre onbe weeglijk en sprakeloos geboeid biel. Met een gil sprong zij overeind, greep de belkoord en i trok er geweldig aan. O, stil stil riep JufVr. Jazcpll, weer op do knieën vallende eu de handen ineenslaande met het hopeloos gebaar tan oen kind. Rosamond belde nogmaals en nogmaals. Haastige voetstappen cn driftige stemmen worden op den trap gehoord. Het was nog geen tien ure niemand bad zich nog ter ruste begeven en list geweldig bellen bad tiet huis ia opschudding gebracht. De baker sprong overeind, waggelde van 't bed terug, en hield zich tegen den muur dar kamer staande, toen zij de voetstappen eu da slem mep boorde. De banden, die zij to vo ren zoo lioftig in een geslagen bad, hingen krachteloos langs bare zijden neer. De wezen loosheid van eeno zware ziclesmart, ver spreidde zich over baar gelaat, en gaf er een© akelige strakheid aan. Do eerste, die do kamer binnentrad, was de kamenier van Mevr. Frankland, en de waar din volgde baar. Haal M. Frankland, zegde Rosamond, op flauwou toon, zich tot de waardin wendende. Ik moet hem oogenblikkeüjk spreken. Gij. ging zij voort, do kamenier wenkende, blijf gij hier bij mij zitten, totdat mijnbeer komt. Ik beu ijselijk verschrikt. Vraag mij niets, maar blij' bier. Do kamenier staarde bare meesteres in ver bazing aan vervolgens zag zij met een wan trouwenden, knorrigau blik naar do baker. Toen do wcerdin de kamer verliet om M. Frankland ta balen, bad zij zich eea weinig van don wand verwijderd, zoodat zij het volle gezicht op bet bed bad. Met een blik van adomlooze spanning, va» hartverscheurende bezorgdheid, hield zij tl» oog»ii op het gelaat van Mevr. Frankland gevestigd. Voox bet Geen schilder dan, of componist? 'k Hield hem toch voor schilder. Waarom Wel, 'k llad bemerkt dal bij immer naar de blauwe wolkjes tuurde die ik uit mijn sigaret Irok cn zo hemelwaarts liet kronkelen. Hij bestudeerde vast de omlijning der wolkskens en het liehteflbet in don glans der maan daar boven. Ja. do! tor, 'k heb een onfaalbaar be wijs dat hij collega van Rubens en Rafaël was, zonder dat ik er hem uitdrukkelijk naar wou vragen. ;k Sleldo hem zoo plots do vraag A veto voi una catla of catero. uno chatto Hij verslond mo niot tot dat ik, meteen handgebaar de gestalte van een kat schelste en poes baar taal nabootste. O, una gatta, o si, signore, Zenobia, una mollo bella Persana. Neen, dokter, hij was geen componist toondichters baton do katten ook geen ver- zeiuhchler houdon René De Clorq on Van WoesLijno zich nu met de katten op Maar schilders Dio hebbon katten En dezo bad oen perzischo, zo beetle Zenobia Mooio naam, meende ik. Docli mijn vriend bad zijn laatste woorden reeds uitgesproken. Hij begon nu weer zoo droomerig to kijken. Had luj daar niet don naam genoemd van do onbewuste getuige van zijn streven, wie weet, van zijno oliende? 't Was of hem inviel dat bij een oogenblik aan de werkelijkheid was ontvoerd gewor den zijn gelaat verduisterde daar sprak weer uit zijn blik dat govool van droefheid dat mij scheen te zeggen dat do maatschappij toch wreed was voor hem. O, doktor, dal pijnïgdo mij. Eon gelukkig govoel van zeker heid voor den dag van morgen buisde niet in zijne ziel, dat staalvast. Zag bij daareven, toen we 't hadden over Rafaël cn Da Vinei zich misschien in ge dachte ook reeds fraaie stukken schilderen dio eenmaal de muren van paleiton zouden versieren en zijnen naam vereeuwigen, nu was opeens zijn droom verzwonden. Door de logica der behooflen zag bij zi'ch weer ge noodzaakt voor zijn schraal onderhoud to zorgen en,o neen.zijn hemel scheen volstrekt niet onbewolkt to zijn bij zei niets moor. 'lc Wenscble hem adio, amico l'arlista Hij ook nam afscneid van me, reik to mo do hand en met iets slopende en droomerigs in zijno bewogingen stapt o hij voort, on wij, >b.hier, wij tuurden dit/verdwijnend ges tal- tob en na, niet waar, donkend dat bet even hierheen was gekomen om zijn moe hoofdje wat rust to schenken on oen poos afleiding to vindon in zijn kommervol bestaan. Adio eenzaam figuurt je gij weklet onzo belangd oiling op moehlet gij er in slagen, door uwe kunst, anderor belangstelling' op to'wekken om. zooniet, faam cn room,'ton minste genoeg brood voor uwen nooddruft lo verdienen. D. 3 DECEMBER 1012 kon gelukken. Do stuurman van bet stoom schip, bad ook bot gevaar ingezien, en liep naar don paal, waaraan de tros was vastge maakt. Hij wilde de tros loswerpen, maar mot dio beweging., kwam do stuurman le laat, en hij zag do toogboot zinken. Do kapitein en do stuurman Coppens, wonende Stadswaag, 2, sprongen over boord, en werden door cenigo schippers gered, die met bunnen lichter in da nabijheid lagen. Do machinist van de toogboot. Jan Vor- donck, wonende Rozenstraat, 24, dio in de machionkamer zat, verdween met zijn schip in do diepte. Nauwelijks waren do twee go- redden aan wal gebracht, of zij liepen in den toestand gelijk zij waren, naar buis. Do kapitein van dep stoomor, dood bot macbion achteruit workon, en Irachtio' do tros lo lossen, maar vruchteloos. Ton slollo was men verplicht de tros, die 90 vademen meet, in bet dole bij de toogboot lo werpen. Do ongelukkige machinist telde reeds 2G jaar stadsdienst. Hoer adjunct Courvorst, beeft verscheidene getuigen onderhoord. VVV to frwezrpen. Een machinist verdronken. Zondag namiddag, rond half drio, bad or in hot Verbindingsdok, te Antwerpen een verschrikkelijk ongeval plaats. Do Engelsche stoomor I)en of Crumby was Zondag met ballast i:i onzo haven ge komen, om in do droge dok to gaan,'om hersteld to worden. Het schip bad eeno sleepboot van voor on eeno langs den achter kant van bet schip. Do stoomer vaarde zeer vlug, zoodat do achterslo sleepboot groote moeite bad om de silellieid van bet schip wat lo matigen. I)c kapitein van don slocper, M. Van der Meersch' Lange Looibi'oeckslr;uit, 121, bad den kapi tein van de Don of Cromby verzocht do snelheid wat lo mnligeh, daar de sleeper reeds aan do eeno zijdo in bet water over kantelde. Het gevaar inziende, poogdo M. Van dor Meersen, don baak te lossen, waarin bij nist overige scheen allo uitdrukking van hare trekken verdwenen to zijn. Zij zegde niets, zij merkt» niot op. Zij schrikte niot, zij week geen duim tor zijdo toen do waardin terug kwam en M. Frankland naar zijno vrouw ge leidde. Lenny laat do nieuwe baker van nacht hier niet blijven, wat ik u bidden map fluis- tord» Rosamond, baar echtgenoot driftig bij den arm vattendo. liet beven van bare band noopte Frank land zijn» vingers zacht op bare slapen en op haar hart te leggen. Goed» hemel, Rosamond! wat is er ge beurd 1 Ik heb u kalm en rustig verlaten, en nu... Ik bon verschrikt, do nieuwe baker beeft my ijselijk verschrikt. Val baar niet bard, het arm» schepsel zij is niet bij hare zinnen, daar ben ik zeker van. Laat baar slechts be daard heengaan, zond haar terug van waar zij gekomen is. Ik zal van angst sterven als zij hier blijft. Zij beeft zich zqo zonderling je gens mij gedragen, zij heeft mij met zulk» nare woorden toegesproken Lenny Lenny!'laat mg ne. band niet los. Zij kwam zoo akelig mij toesluipen, juist waar gij nu staatzij knielde naast mij neer, en fluisterde o, welke woorden Stil, stil, lieve zegdo Frankland, ern stig gestemd door do hevigheid van Rosa mond's ontroering. Herbaal die woorden nu niet vacht totdat gij kalmer zgt, ilc bid u, waclit lutdat gij kalmer zijt. Ik wil alles doen wat gij verlangt, als gij slechts stil wilt gaan liggen, en tot bedaren tracht te komea, voor dat gij meer spreekt, 't Is voor mij genoeg te weten dat die vrouw u verschrikt beeft en dat gij wilt dat zij, met zoo weinig hardheid als mogeljjlc is, weggezonden worde. Wij zullen Talrijke dooden. Overgroot® schade. De algemeeno gouverneur dorPbilippijnen telegrafoert dat eon geweldig orkaan, zooals n er nog nooit gezien bad, over do eilan dengroep beeft gewoed cn or overgroots schade hoeft aangericht. Do stad Tacloben word bijna geheel ver nield. Geen on kol buis Idool' onbeschadigd. Men heeft onmiddelijk eon schip met levens middelen ter plaats gezonden. Een telegram uit Manilla meldt, dat ton govolgo der ontreddering dor telegraafdien sten, bet onmogelijk is zich een juist gedacht te vormen van do uitgestrektheid der ramp. Men kont nog bet getal dooden niet. Men weet slechts, dat er ta Samar alleen 200 dooden zijn. Ook te Leyt, Tacloben enz. zijn or vele dooden. In do streek beersebt cone gemakkelijk lo begrijpen ontroering door do vreeselijke brandramp, waarin do ongelukkige vrouw Tombuyser en haro drio kinderen bet leven lieten. Men veronderstelt, dat bet. vuur moet ont staan zijn door eenokleinofoutaan de schouw, eerst con tijd smeulde, on daar bet buis met een strooidak gedekt was, bet vuur zich dan schielijk bliksemsnel kon verspreiden. Vrouw Tombuyzor sliep niet bare drie kinderen op dezelfde kamer. Men beeft tijdens de opzoekingen do overblijfselen der Iweo jongste kiiuleron samen gevonden, terwijl do grootendeels verkoolde lichamen van vróuw Toinbnyseren't oudste kind op eon hoop aard- appelon in don kelder gevonden werden. Het is dus aan to nemon, dal de vrouw zal gepoogd hebben mot bet kind le vluchten, doch de deur niet kon openkrijgen, of door do vlammen belet werd tot daar lo komen. Zij zal dan oene schuilplaats gezocht hejjbon in den kelder, waar zij zoo jammerlijk ver slikte. liet parket kwam toe om 2 uren namid dag. Het bestond uit do boeren Do Vos, procureur dos Konings Poll ondersoeks- rechter Fclix BuHcns, griffier vergezeld van den beer luitenant der gendarmerie en de hoeren weisdoktors Do Graevo on Van Mcirhacghe. Do lijkschouwing duurde slechts onkele minuten. De lijkdienst zou waarschijnlijk Maandag to Elichovo plaats hebben. Een telegram werd aan vader Tombuyser gezonden, dio Zaterdag avond verwacht werd. alle verdere verklaringen tot morgen vroeg uitstellen, Het spijt mij nu zeer d*t ik mijn eigen denkbeeld om eeno geschikte baker uit Londen te ontbieden niet bob doorgezet. Waar is do waardin Dezo plaatste zich nu naast M. Frankland. Is het laat vroeg Leonard. O, neen, mynheer nog geen tien üre, Bestel dan dad olijk een cabriolet, als 't u belieft. Waar is de baker Zij staat achter u. mijnheer, bij dea wand, zegde de kamenier. Toen Frankland zich in de richting wondde fluisterde Rosamond hem toe: Wees niet hard tegen baar, Lenny. Do kamonior, dio met verachtelijke nieuws gierigheid naar Jufvrouw Jazeph keek, zag de geheolo uitdrukking van haar gelaat ver anderen, toen deze woorden gesproken wer den. De tranen welden in bare oogen op, en vloeiden langs hare wangen. De doodsche strakheid van haar gelaat was in een oogen blik verdwenen. Zij week terug tot dicht aan den wand, cn leunde er als vroeger tegen. Wees niet bard tegen baar boorde do kamenier baar zacht snikkend zegge». Wees niet bard tegon baar o, mijn God dat zegdo zij vriendelijk... dat zegde zij ten minsto vriendelijk Ik verlang niet u te spreken, of u on- beusch te behandelen, zegde Frankland on volkomen hoorende wat zy zegde. Ik weet volstrekt niet wat er gebeurd is, en beschul dig niemand. Ik vind mijne vrouw hevig ont roerd cn verschrikt ik hoor die ontroering in vorband te brengen niet u niet toornig, maar medelijdend, en in plaats van u hard toe te spreken, wil ik bet liever aan aw eigen gevoel van recht overlaten te beslissen of gij bier langer blijven kunt. (vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1912 | | pagina 2