ANDBieilleFlandre!
Vfereld-Tentoonstelling:
Exposition Universelle:
Wereldtentoonstelling van Gent 1913.
De vergiffenis van den monnik
De wijk van het Oud-Vlaanderen
fcP- j%!
DcAigemee:.e Commissaris Le ComniiSMire General^ -|
tier Regecnng «lu Go in.
JEAN DE HEMPTINNE
Deze afdeeiing, die bepaald eene der grootste aantrekkelijkheden van de wereldtentoonstelling zal
wezen, nadert met rasse schreden hare uitwendige voltooiing, zoodat men weldra tot de inwendige
inrichting der talrijke gebouwen zal kunnen overgaan'
Geen twijfel of de wijk van Oud-Vlaanderen zal iedeien bezoeker onzer World's-Fair aanlokken, en
daarom willen wij den abonnenten en gewone lezers van De Volksstem een voorsmaakje geven van
al het merkwaardige dat er zal te zien zijn, in dat oudheidskundig en bouwkundig juweeltje, dat alle
dergelijke inrichtingen der Wereldtentoonstellingen verre zal overtreffen. Aangezien de meeste nieuws
gierigen de wijk van het Oud-Vlaandeien van uit de Wereldtentoonstelling zullen bezoeken, zullen wij
onze lezers ook langs daar binnenleiden.
De ingangspoort verbeeldt het oud Schokkenbroersvestje, vroeger gelegen nabij het Engelandgat. te
Gent, en dat voor eenige jaren verdwenen is rechts treft men er de Penshuizekens aan en verder den
koer met een viertal huisjes van het Alijns-Godshuis, geflankeerd door het hoofdgebouw en de kapel
van dat Godshuis.
Plakbrief van Oud-Vlaanderen.
Vóór de huisjes vindt men eene nabootsing van de muurtjes, die vroeger de tuintjes afsloten
van de huisjes van het groot Oud-Begijnhof aan de overzijde van het koertje heeft men den
merkwaardigen gevel hervoorgebracht van het Huis van Palfijn dat zoolang in de Oudburg
stond, en waarvan de half-verheven beeldwerken de bijzonderste episoden voorstellen uit het
leven van den beroemden heelkundige daarnaast de hervoorbrenging van nog twee merkwaar
dige gevels van op den hoek der Hoogstraat en Holstraat, een deel van het kasteel Walburg
te Sint-Niklaas, én aan de overzijde een fragment van het buitenverblijf van Mon Séjoifr van
graaf Egmont te Sottegem.
Eene overwelfde vout leidt nu de bez°ekers naar de eigenlijke Groote Markt, waar men aan
treft het Gemeentehuis, het Belfort van Bethune bekroond met den Draak, en verder tal van
Hoek van de Groote Markt in Oud-Vlaanderen.
huisjes, groot en klein, gevels voorbrengende van Damme, Nieuwpoort, Ieperen, Kortrijk, Door
nijk,»Audenaarde, Dendermonde en Aalst. Naast het Gemeentehuis leidt een breede weg ons ntu'
het Kanaal, dat het Oude Vlaanderen doorsnijdt en waarover drie bruggen de gemeenschap ver
zekeren.
Bij middel van kleine bootjes zal men tijdens de Tentoonstelling het kanaal op en af kunner
varen. Van op de Gemeenteplaats van het schilderachtige fantazijstadje, leidt een steegje, uit
komende op een klein plein, naar den uitgang langs den Kortrijkschen steenweg.
Wij zeggen «Uitgang- maar het zal veelal meer «ingang» zijn, vooral na het officieel sluiting!
uur der Tentoonstelling, als 's avonds allerlei feesten en vermakelijkheden de jeugd in hi
Oud-Vlaanderen zullen aanlokken.
Een zicht op de Groote Markt, in Oud-Vlaanderen.
Het Belfort van Béthune in Oud-Vlaanderen.
1* Vervolg.
Zonder twijfel was Lello Lelli van
zijne fouten bewust, want hij vermeed
het, met zijn kameraden te spreken
neen wanneer deze hem er toe dwong
was het maar zelden dat aij er geen be
rouw over hadden, met hem in aanra
king te zijn gekomen want bijna altijd
ging men met grove woorden van
elkander.
Te trotsch om zijne betrekkelijke
minderheid in de kunst te bekennen,
wreekte Lello zich over zijne meerde
ren door alles te haten wat schoon
waar en zuiver was.
Hij wekte nooit in een werk den
idealen kant op, maar wel altijd on-
middelijk zijn gebreken.
Hij kon bittere satires teekenen in
potloodschetsen, scherper dan zij onder
woorden waren te brengen. Van dien
kant bezat hij talentwanneer het
gold, spotternijen en eens anders
fedachten belachelijk voor te stellen,
an bezat Lello bijna genie.
Zijne armoede vormde een scherpe
tegenstelling met de netheid der klee
ding van zijne medeleerlingen terwijl
deze er behagen in vonden, hun goed
voorkomen nog schitterender te maken
door wambuizen van rijke stof, bor
duursels of haar, droeg Lelli een half
versleten buis, waarover een grijze
mantel was geworpen een leeren gor
del slout hem om het midden en aan
dien gordel hing een dolk met een
ijzeren greep, maar met een lemmer
dat het diepe wonden sneed.
Door welk toeval of onder welke om
standigheden was Lello Lelli van Italië
naar Spanje gekomenTe dezen op
zichte bewaarde hij een diep stilzwij
gen. Zonder twijfel had men hier te
denken aan eeneleelijke zaak, waarin
de dolk, waarvan wij spreken, een
hoofdrol moet vervuld hebben.
Wanneer men Lello hoorde uitwei
den over Ribeira in woorden vol lof en
toewijding, zooals hij gewoon was te
spreken, wanneer hij dezes talent niet
minder dan zijne pracht ophemelde,
dan moest men zich afvragen of Lello
ook soms behoorde tot de bende van
moordenaars en halssnijders, die deze
Spanjaard in zijne soldij hield.
Een van de redenen, die er zonder
twijfel toe bijdroegen om Lello schuw
te maken, was zijne onmacht.
Geplaatst te midden van jonge lieden
die vol liefde en begeestering voor de
kunst, dag en nacht hare groote schep
pingen bestudeerden, kon hij slechts
kopieën maken en dit moest voor hem
eene bron van grievende vernedering
zijn.
Maar indien hij ook alle scheppend
genie miste, indien zijn talent zich ook
bepaalde tot eene trouwe en haarfijne
reproduktie van het werk dat hij moest
kopieeren, was hij daarentegen be
gaafd met een kritisch talent, dat nie
mand hem kon ontzeggen.
Daar deze meerderheid de eenige
was welke men hem niet betwistte, liet
hij ook geene gelegenheid voorbij gaan
om haar uit te oefenen, en hij wendde
haar aan als eene soort van wraakne
ming.
Waarover wilde hij zich wreken 1
Het zou hem moeilijk gevallen zijn
hiervan eene verklaring te geven.
Zijne leelijkheid, gebrek aan talent,
ondeugden van zijn hart, misschien
ook zijne wroeging en de onbekende
misdaden van zijn verleden, schenen
hem toe als zoovele grieven, waarover
hij zich had te beklagen en waarvoor
hij zijne kameraden aansprakelijk
stelde, wier rein hart en fiere geest
hem eerbied inboezemden.
Zij, van hunnen kant lieten niet na
te kennen te geven, welken weerzin
Lello Lelli hun inboezemde. De meester
poogde echter steeds deze uitbarstin
gen te voorkomen en.de moeilijkheden
bij te leggen wanneer zij tusscher, hen
ontstaan waren. Niet dat hij de minste
genegenheid voelde voor dit raadsel
achtig wezen, welks voorgaande zoo
wel als zijne plannen een geheim
voor hem waren, maar hij waardeerde
Lello om de buitengewone nauwkeu
righeid en fijnheid, waarmee hij zijn
kopieerwerk verrichtte.
In dit tijdperk onzer geschiedenis
stelde men hoogen prijs op alles wat
uit Italië kwam. Het artistieke Spanje
zijn toppunt bereikende, ontveins
zich niet dat het groote verplichting!
had aan Rome, Napels en Florencië.
Van al de schilders van Spanje
AlonzoCano zeker de minst Spaanse!
en zijne doeken herinnerden meer al
de Lombardische dan aan de Spaansd
school zoowel wat ernst all a'
chaïsm betreft, wier oorsprong B
doet opklimmen tot de school van Si
chez de Castro, die in 1454 te Sevil
bloeide en die voortgezet tot Vargi
door de opvolgende leerlingen die1
koude traditie wilden afschudden,'!
laten werd, zooals waren Juan del Cal
tillo, Herrera de Oude. Pacheco, die«
dezen weg echter werden overtrof!
door Velasquez, Zurbaran en einde#
AlfonzoCano, die om zoo te zeggen,
laatste uitdrukking was van het art
tiek genie van Spanje.
(Wordt voortgezet)