UIT ONZE KOLONIE De Jubelfeesten van 0. L, Vrouw ten Druiven te Aalst. Allerlei De zwarten van den Congo beoordeelen naar hunne menscheneterij ware ze zwarter afmalen clan ze waarlijk zijn. Goed nagegaan zijn ze noch zoo dom, noch zoo onbemiddeld, noch zoo be dorven dan wij ze ons inbeelden. Bij den eersten oogslag is men geneigd ze te aanschouwen als kleine duiveltjes, en 't zijn maar kleine kinderen, slecht opgebracht, dat is waar, en wreed lijk al de kinderen waarvan de gees- tesvermogens met in redelijke mate werden ontwikkeld. Er dient ook aangemerkt, dat men zou dwalen moest men de Congolanders aanzien als onvat baar voor geestesontwikkeling in hunne jeugd; de Congolanders zijn eerder achteruit gegaan in hunne ontwikkeling en wij meenen niet dat zij in die onwetendheid voor altijd zijn terugge- dompeld. Tegenwoordig erkent men in hen de plotselinge en geweldige geneigdheden van onze kinderen, hunne wantrouw en hunnen onbegrensden trouw, hunne plotselinge gramschap en hunne even plotselinge tevredenheid. Ziehier bijvoorbeeld eene Congoleesche vrouw, gansch razend van gramschap. Bind haar de armen op denjrug, oogenblikkelijk valt hare woede. Bezie den kleinen bengel. Begeerig slaat hij zijne blikken naar een geschenk. Weiger het,-hij zal u verlaten zonder de minste gramschap. Lijk al de aardige kinderen is de neger van Congo een babbelaar, een leugenaar, een gulzigaard en ook een ondankbare. Heeft hij vooru geen eerbied, dan zal hij u alle mogelijk toeren spelen en hij zal er groot vermaak in vinden u te kunnen bedriegen. Wordt hij integendeel gewaar dat gij verre in vernuft boven hem staat, dan zal hij overal uwen lof verkonden. Roomsch katholieke missionnarissen en Roomsch katholieke zusters waren de eenigste die in aanzienlijk getal antwoordden aan den oproep, in 't algemeen aan al de geloofsbelijdenissen gedaan, te willen zorgen voorde opvoeding der kleine kinderen die aan den staat werden toe vertrouwd. Wanneer een der eerste missionnarissen de Kempen verliet, om zijn leven aan het opvoeden der jonge Congolanders toe te wijden, zegde zijn vader hem - Gij vertrekt alszende- lmg, mijD zoon ik heb nu nog slechts een enkelen wensch, u als martelaar te zien sterven. Zulks gebeurde ook. Velen, die daar den marteldood niet vonden, raapten er de kiem van eene langdurige en pijnlijke ziekte die hen tot den aftocht dwong naar het Vaderland, waar zij op een lijdensbed gekluisterd blijven, totdat de dood hen met de kroon der heiligen kome sieren Door eene gezonde en voorzichtige opvoeding gelukten de zendelingen er in, de eerste begrip pen der beschaving in het Zwarte Land te doen doordringen. Waarlijk troostend is het om "zien met welke gretigheid zelfs bejaarde zwarte inboorlingen ter school komen om te leeren lezen en schrijven. Zij toonen eenen zucht tot geleerdheid die men te vergeefs bij onze blanke scholieren zou zoeken. W anneer de school enkele weken geopend is, valt het vaak voor, dat de zendelingen een hunner beste leerlingen kunnen aanstellen om als herhaler op te treden, die de nieuwe leer lingen of deachteruitblijvers op zijne beurt onderwijzen kan. Men maakt zich moeilijk een denk beeld van den lever en de fierheid welke die zwarte onderwijzers aan den dac leo-o-en in het vervullen hunner taak. De zendelingen houden zich daarmede niet tevreden, maar richten overal het beroepsonderwijs in om aan de negers te leeren wat al nut zij kunnen trekken, uit den landbouw en uit de voort- kape^hóe'vèn1 6n~ en de'fstoffenrijk. Zulks wordt vooral aangeleerd in de Onze platen geven aan onze achtbare lezers een denkbeeld van eene dergelijke instelling, van eens klas in het zwarte land en van proefnemingen door toekomstige zwarte landbouwers gedaan. De jubelfeesten, ingericht ter gelegenheid der 550' verjaring van de heropbouwing der Kapel van O.L.Vrouw ten Druiven, belooven iets puiks te zijn en alles te over treffen wat onder oogpunt van geschiedkundige of gods dienstige feesten reeds tot stand gebracht werd. Ten einde onze lezers beter ih te lichten nopens den aard der feesten, willen wij eerst in eenige regelen den oorsprong en de geschiedenis der kapel van 0, L, Vrouw ten Druiven vermelden Ten jare 681 was de Dender zoo erg gezwollen dat de woeste wateren heel de stad met vernieling bedreigde. De Aalstenaars aanriepen deH, Maria, en zoo verhaalt de legende zekeren dag zag men een beeld der H. Maagd,ruslend op een bos van bloeiende druiventak- ken, den stroom komen opvaren en op de werf stranden. Met gods - dienstige plechtigheid wordt het beeld opgenomen en... daar gaat het water aan 't zinken. De H. Amandus doet op de Werf eene kapel oprichten en dadelijk komt eene groote menigte het miraku- leusbeeld in de kapel vereeren. Op het einde der 9' eeuw werd de kapel verwoest, doch het beeld bleef gered. Tijdens de rampen der X', XI" en XIV" eeuwen bleven de Aalstenaars trouw O. L. Vrouw ten Druiven aanbidden en in 1363 werd de kapel herbouwd. Paus Urbanus V verleende een eeuwig- durenden aflaat aan de vereer ders. De kapel mocht zich niet verheugen in een langdurig be staan want in 1781 was zij in zulk- danigen bouwvalligen toestand, dat zij moest afgebroken worden om haar niet te zien instorten. Alsdan werd zij herbouwd zooals zij nu nog bestaat. Dan brak eene reeks van treurige jaren aan. 't Werd Fransche revolutie en in België ook werd daar de weerbots van gevoeld.Erger nog,de sanscu lotten kwamen naar België afge zakt en alle kerken en kapellen moesten gesloten worden.In aller ijl bracht men de waardijen in de Werfkapel bevat en het wonder baar beeld, naar de woning der familie Lefebvre waar zij veilig bewaard bleven. Dan kwam de tijd van Napoleon, die na zijn werk als veroveraar zoo goed als voltrokken te hebben, hier in België eene andere wetgeving kwam inaken. Zoo werden de kerken heropend en in 1804 mocht ook de Werfkapel wederom de godvruchtigen ontvangen. Het jaar nadien na er heel de stad processie wij ze mede doorwandeld te heb ben, werd het beeld van O. L. Vrouw ten Druiven terug in de kapel geplaatst. In 1806 werd voor de eerste maal het mirakuleuze beeld in de processie van Half Oogst rondge dragen. Dan ook werd het op bijzondere wijze door de geloovigen geëerd. Ln 1813 hadden de jubelfeesten plaats, daar het volop oorlog was onder Napoleons regee- ring, doch twee jaar later in 1815 werd het beeld ter ver eering naar St. Martinuskerk gebracht, en bleof er acht dagen. Ontelbare geloovigen kwamen er 0. L. Vrouw ten Druiven vereeren, eene gunst afsmeeken, of voor eene weldaad bedanken. In 1823 stond Paus Leo XH ook nog een eeuwigdurende aflaat toe. In 1863 werd de 500" verjaardag van de heropbouwing op plechtige wijze'gevierd. Jaren nadien sprak men nog van den luister en pracht der jubelprocessie. Thans laat alles hopen, dat dit jaar de feesten een nog grooteren bijval zullen oogsten. Reeds zijn de handen krachtig aan 't werk geslagen. Zoo zijn van nu af reeds de repe- titiën begonnen voor het opvoeren van De Hemelkoningin, mysterie spel in 5 deelen, woorden van P. Evarist Bauwens, S J.,muziek van M. Gustaaf Pape, waarmede de jubelfeesten zullen aanvangen. De I-I. Maria wordt in dat tooneelwerk achtereenvolgens vereerd als Kind Dochter, Moeder, Martelares en Heerscheres. De opvoeringen zullen plaats hebben op34,30 en 31 Maart, 6 en 7 April. E. P. Bauwens en M. G. Pape zijn geen onbekenden. Beiden hebben meer dan eens hunne kunstgehalte betoond, de eerste als dichter, de tweede als componist. Men mag zich dus aan een puik werk ver wachten. Voor de opvoering is de medewerking toegezegd van de beste tooneelliefhehbers der stad. Langs dien kant ook mag men dus gerust verzekeren, dat het inde volmaakste orde zal zijn, en dui zenden en nog duizenden toeschou wers naar den Katholieken Werk manskring, te Aalst, zullen stroo men. Verders vinden wij nog in het feestprogramma, twee uitvoerin gen der gelegenheidscantate, op 6 enl3 Juli; eene pontificaleHoogmis in open lucht, op 20 Juli een groote geschiedkundige en gods dienstige Jubelstoet, op 20 en 27 Juli. Dat al die feesten sterk zullen bijdragen, om den eere- dienst tot O. L. Vrouw ten Druiven nog te vergrooten en te verspreiden, is zeker en dus verdienen zij den luister, welke men ze wil bijzetten. De inschrijvingslijsten geopend om de kosten der fees ten te helpen dekken, hebben overal het beste onthaal ge noten en het komiteit zal dus over eene som beschikken, welke zal toelaten, de zaken goed te doen. Het zal die dagen bijzonderlijk bij de opvoering van De Hemelkoningin, bij dej«jubelcantate, bij de Pontificale Hoogmis en bij de Jubelstoet aangeen volk ontbreken. WAT GESCHREVEN IS BLIJFT. Op zeker schip ging de stuurman zich wel eens te buiten aan sterken drank. De kapitein deed zijn best om het den man af te leeren, maar als niets hielp dreigde hij hem dat als het nog eens voorkwam, hij het in het logboek zou aanteekenen. 'n Langen tijd hield de stuurman zich goed maar op zekeren dag verviel hij weer in zijn oude kwaal. De kapitein schreef daarop in het logboek: 12 Augustus60 gr. N.B. 70 gr. W,L, Stuurman Jones dronken vandaag De stuurman, (na zijn rods), bad en smeekte den kapitein dat rapport te schrappen zoo'n slechte noot zou hem de gelegenheid benemen ooit kapitein te worden. Doch de kapitein,v-fioeg eenvoudig wegIs het waar of niet? Ja,maar Welnu, hernam de kapitein: «Wat geschreven is blijft. Eenige dagen later keek de kapitein het journal, dat door den stuurman bijgehouden werd, in, en zag daar o.m. ingevuld: 15 Augustus... 80 gr. N.B. 67 gr. W.L. kapitein Smith nuch ter vandaag. Hij zond om den stuurman, en vroeg hem wat dat moest beteekenen, erbij voegende het door te schrappen. Is het waar of niet vroeg de stuurman langs zijn neus weg. Ja natuurlijk, is het waar don derde de kapitein hem tegen. - Welnu, wat geschreven is, blijft antwoordde de stuurman kortaf. ZIJN EERSTE BAD William Beck, een man van zeventig jaren, gebruikte het eerste bad van zijn leven,toen hij opdien leeftijd werd opgestuurd naar de gevangenis van Kittaning. Op het eerste zicht van het water ging de man zoo vreeselijk te werk, dat de oppassers hem er in moesten zetten. Toen hij er eenmaal in was, vond hij de sensatie zoo verrukkelijk, dat men hem er slechts met moeite uit kon krij gen. EEN FIJN COMPLIMENT Vrouw, boos. »He man gij denkt er heelemaal niet aan, dat 't vandaag mijn verjaardag is.» Ma.n. «Hoe kan ik daar aan denken, gij ziet er nog even jong uit als een jaar geleden.» EEN CLUB VOOR GROOTMOEDERS De grootmoeders van Chicagohebben een eigen club gesticht, omdat zij zich beschouwden als het meest verwaar loosde gedeelte der bevolking,en zij in jongeluiclubs toch geen ingang von den. STEKEN EN COMPLIMENTEN. In onbeschaafde streken vechten de mannen voorde vrouwen, in beschaaf de de mannen met de vrouwen. PROBAAT MIDDEL TEGEN DE VI.JT Labboon^ boerenteen of platte boo- nen, (in 't Duitsch saubohnen, in 't Fransch fêve de marais). Bladeren van labboon en worden geplukt in de Meimaand en in eene luchtige plaatsin 't lommer gedroogd. Men doet die blaaren in een potje, giet er kokend water op, en doope er den zieken vinger in, zoodra de hitte verdraagbaar is. Men late het aftreksel omtrent twee uren heet op de stoof en houde er voortdurend den vinger in. Na die twee uren is de pijn gemeen lijk heel verdwenen of grootelijks ge stild om weldra op te houden. Is de kwaal in den aanvang, dan zal eene dompeling van twee uren ook alle verdere gevolgen van de vijt voor komen. HET EDELWEIS DOODT Het kleine sneeuwbloempje heeft reeds talrijke ongelukken veroorzaakt in het gebergte. Volgens eene onlangs uitgegeven statistiek,hebben van de 38 personen die in de Alpen gedood wer den, 17 het leven ingeschoten door het olukken van edelweis, welke men in mnne toegeknepen handen vond.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1913 | | pagina 3