ZONDAG I9JANUARI 1913^ IWEEKKRONIJK Onweder in het Fransch=ministerie. AcLmiraal LEBRIS Ontploffing aan boord van een gepantserden kruiser Het Vroixwenstemreelit )yji.&£LÖËE. 1. "Admiraal Lebris, overste van den Staf van de Fransche oorlogsvloot. 2. Ontploffing aan boord van een gepantserden kruiser. 2. Onweder in het Fransch-ministerie. 4 Het Vrouwenstemrecht. 5. Naar de tentoonstelling van Gent. 6. Ons mengelwerk. De Vergiffenis van den Monnik 7. Uit onze Kolonie. 8. De groote vriend der armen. 9. Eene knappe weddingschap. 10. In den hof. 11. Allerlei (VI. Millerand ontslaggevjnd minister Zoo dacht hij dat de gewezen luite nant-kolonel du Paty de Clam, van wien tijdens de zaak Dreyfus ook veel gesproken werd, en die toen uit het leger gesloten werd, ook nuttig werk kon verrichten. Hij besloot dus hem wederom in zijnen graad te herstellen en deed het. Zulks bracht het vuur aan de mijn wel ke men onder de voeten van den minis ter van oorlog reeds lang voorbereidde. De logemannen gingen aan 't werk en M. Poincarré, denkende dat het oogenblik gekomen was om een grooten slag te slaan voor het presidentschap der Fransche Republiek, keurde de daad van M. Millerand af. Deze bood onmid- delijk zijn ontslag aan en... het werd aanvaard. Natuurlijk heeft M. Mille rand, evenals M. Poincarré zijne aan hangers en zijne tegenstrevers, doch zonderling mag het blijken, dat dezen, die immer hoog opliepen met hunne vaderlandsliefde, nu juist dezen zijn, die M. Millerand om zijne vaderlands lievende werking bestrijden. De partij der logemannen, moet wel stekeblind zijn, zoo ze niet begrijpt,dat ondanks de overwinning welke zij be haalt op M. Millerand zij zich zelf den doodsteek toebracht. Inderdaad de Fransche natie weet nog, hoe, in 1905, het vrijmetselaarsministerie aftrad, en het leger in zulken ellendigen toestand liet, dat er een onmiddelijk krediet van 200 miljoen noodig was, om het leger weer op leefbaren voet te brengen. Na dien werden zooals men weet, nog groote en belangrijke sommen noodig bevonden om het leger degelijk in te richten. Het Fransche volk weet zulks, en zal het niet vergeten, dat het die zelfde partij is,welke M. Millerand, die alles ten goede bracht, verplicht af te treden Ook zijn al deParijzer bladen volop met de «aak bezig. Peeenen verdedi gen natuurlijk de vrijmetselaarskliek terwijl de andere. M. Millerana geluk wenschen om zijn werk en om zijne kranige houding. De opvolger van M. Millerand, is M. Lebrun, eerst minister van kolo niën. Afgevaardigde voor het departement van Meurthe-en-Moselle, sinds 1900, werd hij door M. Caillaux minister van koloniën benoemd in 1911. Naar het schijnt verrichte hij in het ministerie van koloniën goed werk. Wat hij zal verrichten in het ministe rie van oorlog dient afgewacht te worden. Wat evenwel zeker is, is dat de Duit- schers, die de werking van M. Mille rand meteen jaloersch oog aanzagen, zich uiterst vergenoegd gevoelen over zijn aftreden. OVERSTE VAN DEN STAF VAN DE FRANSCHE OORLOGSVLOOT. van Oorlog. Op het oogenblik dat alle natiën er zooveel mogelijk aan houden, hunne legersterkte te verhoogen, komt M. Millerand, de Fransche minister van Oorlog, zijn ontslag te geven. Deze tijding heeft alleFranschen met ontroering geslagen, daar M. Millerand algemeen aanzien werd, als dengene, die er meest had toe bijgedragen, om het leger op een anderen voet te schoeien, en de zedelijke en stoffelijke waarde van het Fransch leger te ver- rooten. De Fransche Kruiser Masséna De Fransche oorlogsvloot blijft maar voortdurend in rouw Nog zijn de ramper. van de Pluviose, Liberte, Vendemiaire enz. niet vergeten, nog zijn d3 tranen van dezen din dooden te beweenen hadden niet gedroogd, of eene n>euwe ramp komt de Fransche oorlogsvloot te treffen. Thans heeft eene geweldige ontploffing zich voorgedaan aan boord van den gepantserden kruiser Massena voor Ton Ion op anker liggende. Een tiental soldaten-matrozen werden gedood en andere levensgevaarlijk gewond zoodat er nrg verscheidene bezweken en eenigen levenslang verminkt zullen blijven. Men dacht eerst dat liet ongeluk wederom te wijten was aan het poeder B. dat reeds zoovele ontploffingen veroorzaakt had aan boord van de Fransche oorlogsschepen en een bestendig gevaar opleverde Het onderzoek heeft echter bewezen,dat daar de oorzaak thans niette zoeken M. Millerand, als minister van oorlog had enkel de degelijkheid van zijn leger voor oogen en zag daarom alles over het hoofd, 't is te zeggen dat hij het ambt dat men hem had toever trouwd, ondanks allen wilde trouw als een echt vaderlander vervullen. Zulks misnoegde echter aan zekere officieren en beambten uit het ministerie, die en kel door voorspraak en niet door hun ne verdiensten kunnen tot de hooge posten geraken. Van dan af werd M. Millerand bestreden, tegengewerkt. Hij wilde het leger zuiveren, van dezen die het enkel ontsieren, zonder eenige hulp aan het vaderland te brengen. Daarom zocht hij zooveel mogelijk allen in het leger te brengen, welken naar zijn oor bij machte waren het leger en het vaderland door hunne hulp te verster ken. wis. Niet zoo gauw had de ontploffing zich voorgedaan, of de bevelhebber van het schip gaf bevel dai heel de bemanning zich op zijn postzou begeven Intusschen v erd eene afdeel ing met reddingswerken gelast en dan bevond men, dat de stoom ontsnapte uit de machienzaal. Daar het onmogelijk was te naderen liet men eerst den stoom af. Men vond dan acht matrozen letterlijk gekookt door den stoom ten gronde liggen. De ongelukkigen hadden reeds opgehouden te leven. Twee andere werden ook dood aangetroffen, doch deze waren niet verbraud. Zij waren den schedel verbrijzeld.Naast hunne lijken vond men eene doombuis welke aan stukken gesprongen was en waardoor zij aan het-hoofd getroffen waren. De ingenieurs die de machien onderzochten stelden dan vast, dat er eene fout moet geweest zijn in den stoompresser, waardoor er eene groote drukking ont staan is in de buis. De slachtoffers der ramp werden met de gewone plechtigheden te Toulon aan land gebracht en naar het Krijgsgasthuis gevoerd. Daar hadden hoogst roeren de tooneelen plaats toen de familie der slachtoffers dezen kwamen herkennen. Admiraal deLapeyrière minister der marine, gingde lijken in het doodenhuis groeten en drukte zijn deelnemen uit aan de beproefde familiën.Daarna ging hij ook de gekwetsten bezoeken. M. LEBRUN de opvolger van M. Millerand f Miss Crêven de kapitein der Amerikaansche suffragetten J,MenenK.Wee1t S?"oeS' h°e ver het in Engeland staat met het vrouwenstem- recht. De Evasdochters, suffragette genoemd, hebben er zich sinds eenigen tijd onderscheiden door allerhande kwade streken, welke weinig geschikt zTin, om hunne zaak te doen lukken. 00 111"I". Thans schijnt men in Amerika ook zinnens te zijn het «Stemrecht voor de Vrouwen te eischen. Reeds hebben er een paar betoogingen plaats gehad,doch de Amerikanen zijn zoo flegmatiek met als de Engelschen! Toen de suffragetten onder de leiding van M'ssCreven, hun kapitein, wat te veel beslag malkten, v elen de New-Yorksche ingezetenen hen te lijve en joegen heel hunnen stoet uiteen. De Amerikaansche suffragetten zoeken nu andere middelen om hunne rechten te doen gelden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1913 | | pagina 1