Ooze bsdevaari naar Leyrdes
Het Rood Kruis
Slnto-Catliai'ina'LomlïSSlc
Eeno vernikkelde Nikkelhistorie.
Kerkelijk leven
9 EN 10 FEBRUARI 1913
IN -1913
Na deMis en do H. Communie volgt na
tuurlijk 't koffie-ontbijt. Daarna is het we
derom tijd om andere godsdienstige oefenin
gen te gaan volgen. Een der bijzonderste en
diep indrukwekkende, is liet baden der zie
ken. Daarover eenige regelen voor vandaag.
Eerst en vooral eenige woordjes óver het
water zelf van Lourdes en zijne baden. Op
25 Februari 1858 zegde de verschijning aan
Bernadetta Ga en drink aan de fontein,
wascli er u, en eet van 't gras dat er naast
groeit.
En de kleine, gehoorzaam aan den min-
Bton wenk der schoon© Vrouw, gaat en
krapt den grond. Eenige druppels water'met
het stof vermengd,vormen een soort slijk dat
Bernadetta met tegenzin drinkt en er zich
't gezicht mede bevuildt.Menschelijker wijze
was Bernadetta te beklagen en ieder had
medelijdon met 't kind, doch Hij, die de
oogen van den blindgeborene opende na ze
mot slijk bestreken te hebben, zou hier zijne
almacht doen uitschijnen.
De eenige druppels werden talrijker, het
fijne waterdraadje werd grooter en dikker
on de fpntein, zoo mirakeleus ontsproten,
bleef voortvloeien cn geeft nog heden
122.400 liters water per 24 uren. Deze fon
tein wordt eeno tweede fontein van Bethseda
in Jerusalem, waar soms een engel 't water
kwam beroeren en de eerste zieke, die er
daarna intrad, genas.
't Allereerste mirakel door haar gebruik
bekomen.is hetwelk geschiedt aan den werk
man Bonriette, steenkapper. Die man was
blind geworden, aan zijn rechteroog, door
cene mijnontploffing in de steengroef, waar
hij werkte, 't Ongeluk telde van over 20
jaar. Door 't gebruik van 't water der fontein
werd hij eensklaps genezen en weer ziendo
aven goed uit beide oogen.
Eenige dagen later, dompelde eene vrouw
ait 't volk, door moederliefde, 't einde raad
gebracht, haar stervend kind in 't ijskoude
water dor fontein, on ziet, 't kind was ge
nezen.
En zoo ging het voort, wondere genezing
op genezing 't Getal i6 niet te t&llen. Een
haam is tusschen vele beroemd gebleven,
t Is die van Hendrik Lasaerre, die uit dank
baarheid zijner genezing, ons de wondere
tchoone geschiedenis van Lourdes schreef in
iet zoo zeer verspreid boekNotre
Dame de Lourdes
Doch de vrijdenkerij en de vrijmetselarij
lagen op den loer. Wat, zouden er mirake
len geschieden Mirakelen kunnen volgens
hun begrijp niet bestaan, dus beslaan niet.
t Water dor fontein moet zekere eigen
schappen bezitten die natuurlijk genezen.
üoo zeggen zij, en dus moot het zoo wezen.
Has is er ergens een apotheker gevonden
van hunne gehalte die in naam der weten
schap verklaren zal dat het water van Lour
des geneeskundige eigenschappen bezit.
Lourdes zal worden eone wereldsche had
plaats, eene stad van wereldsch plezier en
samenkomsten.
Doch Hij die in de wolken troont, heeft al
gauw dit samenzweren verijdeld.
De ware wetenschap zoowel vertegen
woordigd in M. Filliol, leeraar der Hooge-
school te Toulouse, duwt algauw don
bodem in aan die dwaasheid.
Hij onderzoekt ook 'l water der grot enjindt
het gewoon drinkbaar water, gelijkende aan
het meeste deel der wateren, die men ont
moet op de bergen, wiens grond rijk is aan
kalkaarde. Hij betuigt dat het geene wer
kende stof bevat, bekwam om het merkelijk
genezende e.igesehappen te geven, dat de
buitongewone genezingen die er door beko
men wordon niet kunnen uitgelegd worden
door de natuur der zouten die men er in ont
dekte en bijgevolg dat de gonezingon aan
pene andere oorzaak, aan eeno bovennatuur
lijke lusschenkomst moot toegeschreven
gorden.
Daarbij bleef de ontleding van 't water.
Niemand heeft later nog durven komen
spreken van ander natuurlijke eigenschappen
oi' geneeskundige krachion van 't water der
grot. 't Feit is daar en staat rotsvast. In
Lourdos geschieden er mirakelen door 't ge
bruik van 't water dor grot.
Andere vrijdenkers hebben willen doen go-
looven dat het wator der drinkkranen en der
baden, 't water niet zou zijn der fontein,doch
hun geklap en geschrijf is zoo onbezonnen,
dat zij zelf geen aandacht verdienen. Zeker
is het on onweerlegbaar bewezen, dat het
wafer van Lourdes lot op onzo dagen,is, hel
water der mirakuleuze fontein van 1858 ont
sprongen endio sinds nooit heeft opgehouden
te spruiten met eene kracht en overvloed
van 85 liters in den minuut.
Tegen het uur der badon rijdt, het kring
vormig plein nevens do basiliek vol van
handwagentjes en ziokenkarretjes. Zij komen
van allo kanten toe, gelrokken of gestoolen
door do zoogekendo brancardiers of door fa
milieleden en vrienden. Allen nemen dezelf
de richting en banen zich een weg door de
pelgrims henen, terwijl zij flon paternoster
voor hunne geliefde zieken bidden. Er loo-
pen ook tal van ongelukkige tusschen, met
slokken of krukken, weer anderen worden
op een bed gedragen, terwijl de kloeke
manslieden, de gebrekkelijk© kinderen in
hunne forsche armen dragen.
't Is droef om zien, de dood grijnst uit zoo
vele wezens U tegen en met tranen in de
oogen volgt ge dien droeven stoet. Onwille
keurig mediteert men over 't droove lot, en
bidt men een weest gegroet uit dankbaarheid
tot God, die ons de bloeiend© gezondheid be
waart.
In 't vierkante park vóór dB badplaatsen
afgeheind, ligt het vol met al wat 's mon-
schen leven gebrekkig en ellendig toonen
kan. Al dü zieken wachten er geduldig op
hunne beurt, om ingedompeld te worden.
Van de drij badhuizeksns zijn er twee voor
de vrouwen, een voor de mannen, 't Water
der fontein komt er langs buizen toevloeien
vernieuwt er gedurig. Gedienstige helpsters
en helpers staan do zieken bij, leenen hen
eene behulpzame hand en bidden zonder ver-
poozen met den zieke mede on trachten zoo
den Hemel geweld aan te doen, als do zieke
in 't wonderdoende water wordt ingedom
peld. Terwijl gaat huiten zonder ophouden,
het smeekgebed en het klaaggeroop voort.
De priesters binnen de omheining, sporen de
zieken en het volk tot betrouwen aan. Zij
bidden den rozenkrans en het volk en de
zieken antwoorden, met diep gevoelen in de
stem. Dan wordt drijmaal het klagende
Spaar o Heer, spaar uw volk aangehe
ven om het volk, roept het drijmaal na. Dan
weer geeft men lucht aan 't gemoed, in de
dringende uitroepen van 't Evangelie
IIe6re, dien Gij bemint is krank! «Heere,
indien Gij wilt, gij kunt ons genezen!
Iieere, geef dat ik hooro, Heere, geef dat
ik zie. Heere, geef dat ik ga. Maria, toon
dat Gij onze Moeder zijt. Ondertusschon
schuiven de zieken aan, de wagentjes komen
en vertrekken, en immer volherdt het gebed.
Telkens de gordijn voor den ingang weg
schuift, om eenen zieke buiten te laten,
staart hot volk, met gespannen verwachting,
alsof er daar een merk van Gods wonderen
vinger alle oogenblikken verschijnen mocht.
De zieken die buitengedragen worden preve
len steeds hunne gebeden zij zijn kalm en
gelaten vandaag zijn zo niet genezen, mis
schien zal het morgen zijn,* 't Bidden smoe-
ken gaat voort, de brancardiers en oppassers
vervorderen hun werk on dan, al met eens,
een schreeuw, een vreugdekreet. Iemand
genezen, roept men. Men dringt naar
voren, men zingt 't Magnificat, doch terwijl
zijn de brancardiers, gezwind met de gene-
zene weggehaast naar 't Bureel der beslati-
gingen. Daar zullen bevoegde geneeshee-
ren de zaak grondig onderzoeken en slechts
als er geen 't minste twijfsl overblijft, de
zieke, genezen verklaren en aan do Kerk
overlaten uitspraak over 't mirakel te doon.
Luc.
In 1859 verscheen er uit de pen van Hen
ri Dumant, een zwits ersclie menschlievendo
letterkundige, een vlugschrift «Un souvenir
de Solferino «waarin er op de roorendsle wij
ze wordt aangetoond hoe de gekwetsten ver
stoken bloven van alle zorgen, hoo ontoerei
kend liet getal geneesheeren en verplegers
was. hoo het zoo kostelijk levon der genees
heeren en verplegers onophoudend in gevaar
verkeerde, hoe de vervoermiddelen om zie
ken en gekwetsten zonder uitstel huiten
•tgovaarte brengen, bijna gansch ontbra
ken.
Beter dan het iemand liadde kunnen doen,
is Dumant er in gelukt de harten te treffen,
gemoedoren te schokken, en de ernstigheid
zijner medelijdende stem, vond zulken weer
klank, dat hot was, als onder den drang der
gevoelens cn gedachten dio hij had verwekt,
dat de mogendheden eeno vergadering van
afgevaardigden te Geneve beriepen, om te
beraadslagen, hoe men best en doelmatigst
in het onverdiend en nutteloos lijden, der
buiten strijd gestolde soldaten zou kunnen'
verzachting brengen.
Drie middelen om dat doel te bereiken
werden aangebracht onbesproken
1° Het middel waar er natuurlijkst aan te
denken viel, is het uitbreiden van den ge
neeskundigen dienst op 't slagveld zelf, door
het vermenigvuldigen van 't getal genees
heeren en verplegers.
2° Het tweede middel is het inrichten van
nationale en zelfs internationale genoot
schappen van vrijwillige verplegers aio en
kel in oorlogstijd handelend zouden optre
den.
3° Hot derde en monschlievendsto middel
is het voorschrijven van zekere breed opge
vatte maatregelen van eorbied en bescher
ming die ten voordeole van iederen gekwets
te, vriend of vijand, zouden worden toege
past alsook den eerbied en bescherming ton
DE VOLKSSTEM
voordeele van de personen betrokken in den
geneeskundigen dienst.
De samenvatting dezer goede voorschrif
ten vinden wij in «Het verdrag van Geneve*
aangenomen in 1804, herzien en uitgebreid
in 1868 en bekrachtigd in 1906, en aan het
welk bijna al do beschaafde volkeren hun
ne aansluiting hebben gegeven.
Het eerste punt, uitbreiden van den ge
neeskundigen dienst, valt niet in hot te be
sproken onderwerp. Wij hoeven enkel te
zeggen dat reeds veel verbeteringen zijn ver-
wezentlijkt, ofschoon het getal geneesheeren
ontoereikend blijft, zelfs soms in vredestijd.
En moet ons dat nochtans niet verwon
deren Als we denken dat het beste deel
der verdediging toch wel door de manschap
pen wordt bewerkt, en dat 6r op do slagvel
den vroeger drie maal meer soldaten om
kwamen bij gebrek aan zorgen, door koude,
honger, dorst, dan door het vuur van den
vijand
Hoe brengt men het samen, dat men gee
ne onkosten ontziet om de verdedingstelsels
en versterkingen op hedendaagsclion leest
to schooien met alle verbeteringen on vol
maaktheden, dat, in het aankoopen van wa-
pensjen krijgsvoorraad het geld soms kwis
tig wordt gebruikt, on dat men uit vrees van
te veel uitgaven op onvoldoende wijze voor
zie in 't behoud van 't loven, in de zorgen der
gekwetsten, in de pogingen cm de slachtof
fers aan grootere inwikkelingen te onttrek
ken en ze op korten tijd aan 't strijdend leger
terug te schenken. En nochtans wie zou het
ontkennen dat het volmaken van den dienst,
niet weinig zou bijdragen om meer vertrou
wen in te boezemen aan de ouders wiens
zonen op het slagveld vechten, en om aan de
jongelingen zeiven die Iiun blood ten beste
geven, meer moed te geven met de verzeke
ring, niet verlaten en onverzorgd te blijven.
Maar in de toepassing komt er eeno
moeilijkheid voor den dag en die bestaat in
do verplichting voor den geneeskundigen
krijgsdienst met 't vechtende leger te moeten
meegaan en in 't midden van 't yuur de troe
pen niot te verlaten. Het is zeer goed te be
grijpen, hoo onvolmaakt de liulp in zulke
omstandigheden aangeboden, moet blijven.
Het bijzonderste doel moet dus wel zijn
van zonder vertoef do gekwetsten op to ne
men en ze van het slagveld te verwijderen,,
en dat lo doon mot alle waarborgen der
menschlievendheid, der zachte voorzichtig
heid en overeenkomstig met de noodige ken
nissen vereischt om de verwondingen niet te
bezwaren door onwetendheid of onbehen
digheid.
34° Vervolg.
Roodvonk (Scarlatine)
Doze ziekte lieerscht hijzonder onder de
kinderen van 2 tot 12 jaar. yolwassen per
sonen zijn veel minder vatbaar. Men weet
dal roodvonk altoos vergezeld is, en dikwijls
begint met eeno hevige of matige ontsteking
*der keel. De uitspuwingen van mond en keel
bevatten de microob der ziekte. Deze is ook
voorbanden in de pollen tijdens de afschilfe
ring van het vel, die ongeveer zes woken
duurt.
Als voorzorg tegen besmetting laat men
den zieke spuwen en braken in verderfwe-
rondo oplossingen men dompelt insgelijks
in hetzelfde water neusdoeken, linnen en
beddelakens, met pellen besmeurd, en men
geeft den zieke baden of fiinke afwasschia-
gen met bruine zeep. In acht nemende dat,
bij pokken of roodvonk, de besmetting door
kleeding overgaat,zal de verpleger ofwel een
bijzonder omhulsel in de ziekekamer dragen
ofwel van kloeren veranderen.
Van Mazelen
dient nagenoeg hetzelfde gezegd, als] "van
roode koorts. Hier is als bijgevoegd ver
schijnsel aan te stippen, eene ontsteking der
oogleden en der luchtwegen.
Voor de oogziekto gebruikt men doelmatig
afwasschingen en afspoelingen met lauw
borikwater.
Het afschilferen der huid vereischt de
zelfde voorzorgen als bij scarlatine.
Do afzondering duurt drie weken j bij
roodvonk, zes.
Kropziskten (Diphtério)
Hier valt op te merken dat, alhoewel bij
voorkeur kinderen, de kropziekle ook vol
wassenen aantast.
Bij niet eene andere besmettelijke ziekte
bestaat er zoo groot gevaar voor den zieken
verpleger zelf. Immers er is geen verhoe-
dingsmiddol, en eene eerste aantasting vrij
waart r.iet tegen oen© volgende.
De kiemen drijvemin do uitspuwingen, in
do vellen der keel, in braakstoffen, enz.
Deze laatste moeten volstrekt in bokalen
ontvangen worden, waar oene verderfvve-
rendo oplossing op voorhand zich in bevindt;
de neusdoeken behoeven onmiddelijk ont
smet te ^ijn.
De ziekenoppasser moot zorgvuldig ver
mijden het kind te omhelzen, het speeksel
of vocht uit den mond der zieken in het
aangezicht te ontvangen, enz.
Zich meermaals handen en aangezicht
ontsmetten is hoogst noodig ook voor het
eten, den mond met gekookt water of borik
water spoelen.
Het overdragen der kleedij is ook te ver
mijden. De microob van kropziekte bezit
eene groote levenskracht, zonder ontsmet
ting der kamer blijft hij maanden en jaren
de bewoners bedreigen.
Kinkhoest
zit de smetstof in de afscheiding van neus en
luchtpijpen, en in de uitbraaksels. -Niot zeer
ernstig in zichzelven, wordt kinkhoest dik
wijlsgevaarlijk ja doodelijk door verwik
keling van longontsteking en andere.
Neusdoeken, lijnwaad enz. dienen hier
ook behandeld te worden zooals in andero
bosmotelijke ziekten.
DE NIEUWE MARKT.
Dat was me daar Maandag een levon in
Lombeek Van den vroegen morgend werd
de nieuwe markt onder kanongebulder geo
pend. 't Was of de Bulgaren de schrikwek
kende beschieting van Andrinopel hernamen.
Tot dien strijd om hot leven, waren de men-
schen van eind en verre gekomen. Al do
omliggende dorpen, en heel de wereld, wa
ren daar: Esschene, Liedekerko, Teral-
phene, Borgt-Lombeek, Wambeek,Beug hem,
St-Mertens, Denderleeuw, Opwyck en Dil-
beek, Ternath zelfs kwam er eene blijde
noot tusschen werpen, (kruinoten), 't Was
er een mierennest, een toren van Babel. De
vreugde straalde op ieders wezen
Vol, eivol, was de markt van koopers en
verkoopers, en goede zaken werden er ge
daan Pollen en pannen, pensen en kabber-
-nijen, kruinoot, witloof en saaiette. 't Was
allemaal ondereen Viggons, kiekens, dui
ven en kongen, boter, eieren, kaas en stok-
visch van Tantje Wiss, tot boerinnekens toe;
't kwam allemaal aan den man. Bijzonder
de beestenmarkt, met hare 116 stuks vee,
behaalt eenen ernstigen bijval.
Moge die bijval duurzaam blijven Het
ware een groot genot voor het zoo schoone
Lombeek. Dat was de uitroep van iedereen
Daartoe moet gezorgd, gewerkt en gewroet
worden want slijk en moor ontbrak er niet.
Ook is men seffens begonnen aan het door
drijven van verbeteringen, en zeker is het,
dat men Maandag aanstaande, bij de tweede
proefneming, verwonderd zal staan, over
hetgeen eensgezinde werking en iever ver
mag.
De Dries is Maandag leeggekocht en leeg
gepompt geweest, zoo aan kraam als in win.
kei en herberg, en tot op een gevorderd uur
zong men nog altijd Ab, daar is plevier,
daar is plezier, daar is plezierAh daar is
plezier op Lombeek zijnen Dries.
Manschen, tot Maandag, 10 Februari.
Doch de bouwtrant gaat vooruit en van
in do 8® tot de 12® eeuw kent men den zoo
genaamde romaanschen bouwtrant.
Veel vooruitgang is er te vinden, tegen
de vorige eeuwen. De kerken uit dien tijd
tellen gewoonlijk drij benken, dikwijls zijn
er kapellen rond het koor aangebracht.
Deuren vensters en gewelven, sluiten met
eenen boog of halven cirkel. Van 't midden
der XII® eeuw tot 't begin der XVI* is het
den gouden tijd der middeleeuwen.
Rijkdom en weelde was er overal, maar
ook tevens doet zich diepon godsdienstzin
gevoelen. De kunstenaars waren toen
legioen en vertolken hun kristen gevoelen
in allerschoonste kunstgewrochten.
't Is de tijd van den spitsbogen bouw
trant, waarin onze meeste kerken gebouwd
zijn. Had men in vroegere eeuwen do kerken
leeg van steek moeten maken, om wille van
do bouwstoffen en de weinige bouwbegrip-
pon, nu echter stijgt het gebouw hoog om
hoog, recht hemelwaarts als 't kristen ge
bed. De gewelven vensters en deuren sluiten
boven met den spitsboog, "die slank en lenig
do lucht inzwiert. 't Hoofd wordt duizelig
als men die hooge gewelven boven zich han
gen ziet, want 'tis wel gelijk de dichter
zingt-
Vlaanderen heeft in arduin zijn diep ge
loof geschreven.
In kerken zonder tal tot aan de lucht ver
heven.
In dien gouden tijd vindt men kerken met
3, 5 en zelfs 7 beukon, b. v. O. L. Vrouw
te Antwerpen, 't Was toen ook den bloei
ende tijd dor neringen en gilden, mot elk
zijne patroon-heiligon. Daarom dat rond de
koor en zelfn rond do zijbeuken kapellen ge
bouwd en bijgevoegd worden met 't altaar
van den patroon der gilde. Somtijds om wil
le van plaatsgebrek vindt men het eenvou-
.,.1 B
dig opgericht, tegen den eenen of anderen
pilaar, z. b. St. Pieterskerk te Turnhout.
De kerk in de middeleeuwen, had altijd
den vorm van een kruis on somtijds was do
hoogekoor een weinig zijlings, noorder-
waarts gebogen b. v. St© Gudulo to Brussel.
Dit is als zinspeling op de woorden van het
evangelie:- Jesusboog het hoofd on stierf»».
Eilaas"! met do godsdiensttwisten der
XVI® eeuw ('t protostantismus) en do vol
gende omwentelingen, geraakt de kunst in
verval. Men noemt zulks een wedergeboor
testijl en feitelijk keert men meer en meer
weer tot de heidensche kunst.
Groote gebouwen doet men oprijzen, doch
zij kunnen moeilijk tot inwendig kristen ge
voel en gebed stemmen, o. a. St. Pieters te
Rome. De halve cirkel of rondo en dikwijls
een bijna platte boog vervangt do klimmen
de spitsboog. Daartegen wordt er alles over
laden met versiersels. De gevels dezer ker
ken zijn opgepropt mot al wat den metser
en den steenkapper kunnen uitpeinzen.
De meeste Jesuitenkerken zijn alzoo ge
maakt en van de gevels dier kerken zegt
men ze zijn in Jesuiten stijl. Zoo ook
zijn de kerken der begijnhoven. Voorbeel
den vindt men daarvan te Brussel de Begij-
nekerk, to Leuven. St. Michielskerk, te
Mechelen St. Pieter en Begijnenkerlt.
Lua.
Weest net ©n zindelijk op u zei ven,
wascht en kamt a en kleedt u fatsoenlijk
zonder beslag van 's morgens. Hebt nen af
schrik van 't valsche haar on de nauwe mode
Dat dient tot ongemak en ongezondheid.
Houdt uw huis proper en net, ontziet niet
van te vagen en te schuren. Bereidt zorgelijk
het eten en dient het tijdig op.
Onderhoud wel 's mans [kousen en linnen
verzuimt niet zijne kleedcren na te zien en
zijne schoenen te kuiscben. Onthaalt uwen
man vriendelijk, als hij van zijn werk komt.
Praat niet te veel in do buurt, weest geen
straatwijf maar eeno huisvrouw, werkt neer-
stig en met orde, weest gesparig en zorgt dat
ge kunt rekening geven van uwe uitgaven.
Houdt met vriendelijke woorden uwen
man er van af lange en veel in de herbergen
te zitten. Laat de kleine kindera niet den
geheelen tijd slordig en half gekleed in huis
klabesseren en tempeesten. Zendt de groot©
binders goed gewaschen en gekleed, op uur
en tijd naar de H. Mis en school, klaagt en
zaagt niet gedurig over de gebreken der
binders in plaats van ze tot beternis trachten
te brengen. Weest kristen zooals het be
taamt, en geeft in gebed, in 't naderen tot
de H.H. Sacramenten, in 't spreken, in
't handelen, in't vermaak zelfs, hot voor
beeld aan uw dierbaar kroost dat er u later
zal voor danken en loven. Marq.
Op zekeren dag daar lag te midden
der straat een nikkelstuk, zoodat inder
daad zonder toeval of geluk al de liên
dat kon niet mar.keeren dio daar zouden
passeeren het moesten zien.
Daar kwam een jonge jufvrouw die had
het gaarne wol eens gauw opgeraapt
doch zoo vreesde zij dittfkarweike te wor
den aangegaapt ze liep dus gauw voorbij
en de nikkel bleef liggen.
Daar kwam eenen heer zoo dik als een
beer en zag over zijn corpus hot geld
stuk en bleef staan hij wilde zich bukken
doch dat wou niet lukkon zijn buik
was te rond bij woog twee honderd der
tig pond de heer kuchlte zwaar on wag
gelde verder maar
en de nikkel bleef liggen.
Daar kwam een blageur vol zwier en
vol geur ©n zag ook eens even doch
ging snel er neven al schoppend naar het
geld met alle geweld zoodat het klonk
en eenen meter verder blonk
©n de nikkel bleef liggen.
Daar kwam e6n professor aan en bleef
er ook bij staan doch daar bij myopo waa
nam hij eerst zijn oogglas en dan was
hij op zoek naar zijnen zakdoek doch
toen de bril was rein en net en hij hem
had opgezet was hij al lang vorgeten
wat hij van de vondst wildo weten en nam
uit zijnen zak ©on zijner boeken om eon
sludievraagstuk te zoeken van taalkun
dig soort en hij wandelde voort
en de nikkel bleef liggen.
Daar kwam een bedelaar aangestrom
peld moeilijk en zwaar die wellicht hon
ger had en bedelde op 't gaanpad wat
blijden stond als die den nikkel vond
doch aardig noodlot dat menigmaal met
menschen spot die armen vent voor
v/ie zelfs 't vinden van een cent een wel
daad waar die ging van daar want daar
hij blind was zag hij hem niot en dus..*
hij ook den nikkel liggen liet. A.v.A»