De SdiouwSDiiFg iig^g^^inrkcl. I
S S AD AALS iZITTING VAN DEN GEMEENTERAAD van Donderdag 13 Februari 1913
De heer Schepene Moyersoen verdedigt op meesterlijke wijze zijne voorstellen.
Edeloioedige en beslissende verklaring van M, De Blieck. - Kwinkslagen der Daensisteu,
De zitting wordt geopend te 8 ure 10 min
onder voorzitterschap van den Heer Burge
weester.
M. DE BLIECK (Lib). Men overhan
digt mij daar Do Volksstem Daar lees
ik in het vorslag van de zitting van verleden
Dijnsdag, dat M. Do Windt een woord naar
het hool'd van M. Daens slingerde dat best
verzwegen wordt.
Ik wil de aandacht van den Gemeen
teraad hierop trekken dat het woord uitge-
sproken door Mijnheer Do Windt hoege
naamd geene kwade heteskenis liad en ook
zoo niet werd verstaan door niemand.
Doen veronderstellen dat het een zedenkwot-
send woord is, dat is laf, want dat is niet
waar.
Ik ben nieuwsgierig om dos aangaande
het gedacht to kennen van de meerderheid
en ik ben overtuigd dat heel de Gemeente
raad het gedrag zal laken van den schrijver
van dat verslag.
M. DE WOLF, Schepene. Ik ben hior
niot voor het eene of ander dagblad te ver
dedigen. Maar ik ben zeker dat de schrijver
van dat verslag dat woord wegliet uit eer
bied zelf voor dengene die het uitsprak. Heeft
M. D9 Windt liever dat het woord in dat
dagblad werd weergegeven dan zal, ik ben
er van overtuigd, Do Volksstem dat vol
gaarne doen en dan zullen do lezers best
kunnen oordeelen wat nu best was, dat
woord weg te laten of het voluit te schrijven
M. DE WINDT (Lib.) Iedereen weet
hoo dat woord in liet debat werd gebracht.
Do heer'Eeman had aan den lie^r Daens
gezegd dat hij vroeger nog katholiek geweest
was, bokkenrijder. En op do protestaties van
M. Daens hel) ik geantwoord geitonrijder
Velo leden der rechterzijde hebben er har
telijk med® gelachen onder andere dokter
Do Nasyer. Niemand hoeft dat woord ver
keerd opgevat of daar een andere beteekonis
aan gegeven, niemand, uitgenomen don
schrijver dio dus zijne gevoelens met de
mijne verwart.
M. DE NAEYER, (Kath). Zekor heb
ik mot dat woord gelachen en hartelijk ge
lachen. Maar ik ben ook overtuigd dat het
om eene reden van kioschheid is dat het
woord in het verslag word verzwegen.
M. BOSTEELS, (kath.) —Ik meen dat
het hier niet geoorloofd is een ander
inzicht bij den verslaggever dor Volksstem
te verondorst- llen dan juist ceno bekomme
ring van kieacheid voor M. De Windt zelve.
Immers had do verslaggever het woord weer
gegeven gelijk hel was uitgesproken, dar
kon het heel gemakkelijk aanleiding geven
tot misopvattiug, bij het publiek, dal onze
debatten niot had bijgewoond.-Daarom scheen
het hem best dat woord niet in to lassqken.
Dat M. De Windt, na dezen uitleg, do
goede inzichten erltenno van den verslagge
ver, zooals iedereen zijn© goede inzichten in
dit geval erkent.
M. DE WINDT, (lib.) Do sdhrijver
had in alle geval best gedaan dat woord weg
to laten daar het enkel een iachwoord was,
en dus niet bestemd om in de verslagen op
genomen te worden. Voor het overige ver
klaar ik mij ook gaarne volkomen tevreden
over de meening dosaangaande uitgedrukt
door de ledon der rechterzijde en ik bedank
mijnen achtbaren vriend De Blieck, omdat
hij dien uitleg lieoft' uitgelokt.
(Dat woord werd door niemand slecht op
gevat van degenen die het hoorden. Maar
niemand verzekert ons dat het niet heel aar
dig opgevat ging worden door lezers, die liet
debat niet bijwoonden, zooals M. Bosteels
liat ook verklaard heeft.
Onze handelwijze desaangaande blijft im-
hïiT dezelfde, wij weigeren stellig niet alleen
e&a schimp- of scheldwoord op to nemen,
maar zelfs woorden die als dusdanig kunnen
worden aanzien.
Wij laten die specialiteit aan die bla
den die in dergelijke zaak meermalen bre
vetten vroegen en brevetten kregen N.D.R.)
M. de BET HUN E (kath.) Ik vraag hot
woord voor een persoonlijk feit.
Men lieeft mij in de laatste zitting persoon
lijk aangevalion aangaande den raad der
Godshuizen.
Do Raad der Godshuizen heeft twee, drie
dagen vóór de laatste zitting van don ge
meenteraad eenen brief ontvangen van het
Schepencollege, aangaande die zaak. De raad
der godshuizen zal ook aan het Schepencol-
lego eenen brief in antwoord sturen ter ver-
rcchtvaardiging van zijne handelwijze.
M. de Burgemeester yesiigde reeds de
aandacht van den raad op het feit dat de las-
ten van do Godshuizon gedurig vormeerderen,
ten gevolge der vermeerdering van do bevol
king van de duurte van het leven, enz.
Aangaande de rekeningen van 1910 bijge
voegd bij hot dienstjaar 1911, dat is ccn
foit dat v oorkomt in alle besturen en zoo
zijn er verscheidene rekeningen die ten volle
verrechtvaardigd zijn. Vele leveranciers wen
den zich tot het bestuur onmiddellijk na eene
eerste levering, wanneer er nog andere leve
ringen moeten volgen.
Men heeft de uitgaven door het bestuur
gedaan niet kunnen betwisten, maar men
heeft er bijzonder op gesteund dat ons Bes
tuur zou verklaard hebben dat er geene ach
terstellen moer waron. Wanneer die verkla
ring gedaan werd had de Voorzitter er geen
kennis van. Bij de opmaking van deze be-
grooling ben ik do eerste goweost om dien
toestand van de Godshuizen bekend te maken
Wij hebben ook nog middelen van bookhou-
den voorgesteld.
Voor h3tgoen de betrekkingen aangaat
tusschon Collego en Ilospicen, is het te be
treuren dat de inlichtingen niet schriftelijk
werden aangevraagd, dan was er geen mis
verstand mogolijk.
Men heeft dan de schuld persoonlijk
op mij willen doen wegen. In dat bestuur lijk
in een Schepencollege zijn de taken verdeeld.
Ik heb liet inzicht niet een deel der verant
woord elijkheid van mij te werpen.
Ik neem dus op mij een deel dier verant
woordelijkheid cn daarom doe ik hier de
volgonde verklaring.
Vermits men mij hier persoonlijk heeft
aangevallen, wil ik do verbintenis op mij
nemen den toestand zolf na to zien in
't vervolg allo rekening nauwkeurig to on
derzoeken en verslag te maken over den
toestand, opdat dergelijke feiten niet moer
zouden voorvallen en al de uitgaven van één
jaar op dat zelfde dienstjaar zouden worden
ingebracht.
M. MOYERSOEN, (schepene.) He heb
hier eene plechtige verklaring gedaan dat er
geene achterstellen meer waren, ik steunde
mij dan op do mondelingsche verzekering,
niet van den voorzitter, niot van een lid van
het bestuur, maar op de inlichtingen gege
ven door dien persoon die het best in staat
was om mij die inlichtingen te geven.
Wanneer wij een te kort hebben bestatigd,
dan was het voor mij een plicht persoonlijk
die rekeningen na te zien en ook dan word
het een plicht den toestand bekend te maken
lijk hij was. Onder die rekeningen waren er
van 1909 en van in 't begin van 1910. Wan
neer wij do rekening hebben opgemaakt van
al die achterstellen dan hebben wij den brief
gestuurd.
Men zogt dat het te betreuren is dat die
onderhandelingen tussehen Schepencollege
m Bureel der Hospicen niet schriftelijk ge
beurden. Maar ik herhaal het, ik dacht zulks
onnoodig omdat ik nvj steun op de/verklaring
van dien persoon die mij best ken inlichten.
Ik besluit Al die uitgaven zijn volkomen
verrecht vaardigd niemand van ons heeft ze
beknibbeld, volstrekt niet. Maar ik betreur
de, dat door dat feit de financieële .tosstand
der stad kon in gevaar gebracht worden.
M. DE BLIECK, (lib.) Er is geen
kwestie hier de uitgaven der hospicen te be
knibbelen. Dat hebben wij nooit gedaan. Wij
hebben die uitgaven altijd goedgekeurd.
Maar wij zijn misnoegd omdat de raad der
Hospicen ons nooilde wakrheid heeft gozegd.
Verleden jaar zegde ons do schepene van
financiën alles is gedaan, alles is gezuiverd.
Maar nu is er weer een tekort. Wij waren
zeer verwonderd omdat do begrooting zoo
lang weg- bleef. Men twoorddo ons dat het
kwam om wille van do rekeningen der gods
huizen.
Nu zijn er weeral steerton, en ik vraag mij
af of alles nu elfen is. Is M. de Béthune nu
zeker, dat wij don juisten toestand kennen.
M. de BETHUNE, (kath.) Ik heb be
loofd en herhaal het van persoonlijk een vol
ledig verslag op te maken over den toestand
der ilospicen. Ik herhaal ook dat ik meerma
len met de hoeren van hot Schepencollege
onderhandeld heb ovor dien toestand en
reeds van over twee drij maand.
Na dat verslag zal heel do Gemeenteraad
cn het Schepencollege volkomen op do hoog
te zijn van don toestand.
In do voorlaatste zitting spraken wij van
den gezondheidsdienst der stad, en sprak ik
van de ty pbuskoorts die te Mij lboek heerschto
Ik moet doen' opmerken aan don achtbaren
heer burgemeester, die zoo zeer de openbare
gezondheid behartigt, dat hij slecht ingelicht
was.
Daar waren 19 gevallen waar onder drij
m9t doodelijlten afloop en nu nog wordt de
put die oorzaak is van de besmetting ge
bruikt. Ik aanzie bot als een plicht dien toe
stand bekend te maken,"
M. DE BURGEMEESTER. De typhus-
koorls is terug uitgebroken, ja, maar niet in
dezelfde huizen, maar in huizen op eenigen
afstand vandaar. Sedert dien deden zich ver
scheidene gevallen voor in de Arbeidstraat.
Ontledingen werden gedaan en de uitslag is
vandaag toegekomen.
Volgens die ontleding zouden al de waters
in de straat verdacht zijn. Wij hebben on-
middelijk bericht daarvan gegeven aan de
eigenaars.
M. B AU WENS. Schepen. Do typhus
barstte uit tot op 12 of 13 plaatsen terzelfder-
tijd.Hij is to wijlen aan de overvloedige regens
die 3o «aal en beerputten deden overloopen
on inzijpelingen veroorzaakten inde water-
putton en zoo de besmetting veroorzaakten.
M. de BETHUNE, (Kath.) De laatste
gevallen in Mijlheek hadden plaats niet ia
dezelfdo huizen maar in huizen dicht er bij,
die van denzelfden put gebruik maakten.
M. DE NAEYER (Kath.) Hoe zit het
met de waterleiding in de stad
M. DE BURGEMEESTER.— Volgens de
laatste tijdingen zal de waterleiding voltrok-
ken zijn in 191G.
'M. DE BLIECK, (Lib.) Ik heb verno
men dat zij langs .Dendermonde zal gaan
met eene vertakking naar Aalst.
M, de BETHUNE, (Kath,) Volgens
mijne inlichtingen zou hetgeen gij daar zegt
waar zijn.
M. VERHAEGEN, (Daensist) Doet ge
wel maatregelen nemen tegen den typhus
door de bevolking
M. DE BURGEMEESTER. Wij doen
al de besmette huizen ontsmelton en al de
verdachte waters ontleden.
M. VERHAEGEN (Daensist).—Is dat al
Er is een enkel middeltje om alle geval
len te voorkomsmenkel gekookt water to ge
bruiken.
M. DE BURGEMEESTER— Dat wordt
alle vijf voet gezegd en herhaald.
M. db BETHUNE (Kath,) Ilet is in mijn
aard niet persoonlijk mijne politieke tegen
strevers aan te vallen.
Ik moet nochtans weerkomen op het goval
van liet Gasthuis. Ik heb desaangaande in
laatste vergadering aan M. Daens geant
woord. Ik heb hem dan gezegd dat dio brief
van den raad der Ilospicen geene uitsluiting
was.
Ik wil er nog bijvoegen dat dio maatregel
ten volle verrechlvaardigd was door do han
delwijze van ;M. Daons.
Er gebeurden uitdeelingon van geld, m^r
dio uitdeelingen werden niot gedaan aan al
de zieken. Dus do maatregel werd verrecht-
vaardigd. Na .het vertrek van M. Daons
heerschte er eene groote opschudding in de
ziekenzalen van wego do zieken dio niets
ontvangen hadden. Om reden van dio op
schudding cn van de moeilijkheden, door de
Zusters ontmoet om terug orde te brengen,
werd dat besluit genomen.
Dat besluit of die brief behelst voor u
geene uitsluiting, maar enkel eene bepaling
van bijzondere dagen in de week, waarop gij
volle vrijheid hebt het hospitaal te bezoeken.
M. DAENS. Iedereen geeft aan. do zie
ken die bij bezoekt. Ik deed zulks ook. Was-
dat een schelmstuk Ik ging ook bij eenen
vriend en gaf hem twee fr...
M. BOSTEELS, (kath.) Ah nu zijn er
toch twee honderd menschen in de stad dio
weten dat M. Daens eens eene aalmoes van
twee fr. heeft gegeven 1
M. DAENS. Boeckhout! Bocckhout! Ik
f aan allemaal, zonder uitzonderingen. De
menschen waren mij dankbaar. Daar gebeur
de geen de minste stoornis, geone epsehud-
ding.
I)o vrouwen vroegen mij weer te keeren.
Ik beloofde hot bun voor de volgende week.
Maar ik mocht niet. Ik moest op de aange
duide dagen komen en bij aan te duiden
menschen. Zulks is onmogelijk. Mijn hart
zou zeer doen ik hij.do eenen gaan. en
bij do anderen niet. Ik smeek u, M. do Bo-
thuno, laat mij terug komen ik vraag hot u
zoo schoon.
M. BOSTEELS, (kath.) Ik moet hier
in den raad bekennen dat ik bij den E. I*.
Pastoor van betgasthuis bon geweest.
Daar vernam ik uit zijnen mond en uit den
mond der zustors dat M. Daens aan alle zie
ken niet had gegeven. Wanneer hij daar was,
dan was ©r geen opstoot, noch opschudding.
Maar na zijn vertrek vordoelden do zieken
zich in twee kampen. Do eersten die gekre
gen hadden, riepen gedurig Vie va M.
Petoris!» Zoo slondön ze daar kamp togen
kamp.
Dat was het gevolg van uw bezoek. Die
opge.wondcnhcid was zoer schadelijk voor de
zieken en zeer lastig voor de zusiers. Ten go-
volge daarvan werd or tegen u dio maatre
gel genomen, dio geen maatregel is van uit
sluiting, maar van louter voorzichtigheid.
M. EEMAN, (kath.) Op dat oogenblik
lag een mijner g.sten in 't gasthuis. Die
heeft o'ok niets gehad, maar 'i was een wa
terrat, een bokkenrijder, (gelach
M. DAENS. M. de Burgemeester, doe
gii uw best, opdat ik mag wederkeoren.
9Bespreking der begrooting
M. DE WINDT, (lib.) Mijnheeren wij
moeten allen bekennen dat M. Moyersoen in
alles rechtuit hoeft gehandeld en ons heel
den toestand heeft doen kennen. Wij moeion
hem dus danken om zijne rechtzinnigheid,
maar dat is col? eenigzins te danken aan de
tegenwoordigheid van eene minderheid, en
zoo blijkt het dat een» minderheid tot iets
dient.
Vervolgens trcodt M. De Windt in de ont
leding van een aantal cijfers uit de rekenin
gen cn trekt daaruit «sen besluit dat er feite
lijk een tekort bestaat.
M. MOYERSOEN, (schepene.) Ik heb
u dat allemaal gozegd, maar op veel klaar
der wijze, in twee woorden en zondor veel
opzoekingen to doen.
'li. BE WINDT, (lib.) Dus begint 1913
met een te kort, ten ware 1912 veel voor
deeliger ware dan werd voorzien.
M. BOSTEELS. (kath.) Gij bevestigt
enkel de woorden van M. Moyersoen.
M. DE WINDT, (lib.) Nu een woord
over het. ontwerp van leaning.
Ik aanzie dergelijke mening als onaan
neembaar omdat do geldleGners na korten
tijd u zullen kunnen dwingen dat geld or.-
middelijk terug te geven. I'at is onder ar.de
ro het geval met eeno bark. Lesr.ingen van
korten duur zijn lijk de schaUustbons. En
ziehier wat M. M. Mechelynck, mijn vriend,
en die de eerste do beste niet is, aangaande
sehatkislbons zegt. (Geeft lezing van oen
siuk.)
Het geld is ten andere duur. De menschen
willen niet meer leenen aan 4.maar aan 4.25,
j 4,50 en 5%. Wanneer de oorlog in de Balka-
nen zal eindigen dan sullen die volkeren nog
groote lecningen aangaan aan lioogen in
trest. Hoo dan zou do stad kunnen geld lee
nen aan 4,25 of aan 4,50.
Ik ben dus volstrekt tegen leeningen van
korten duur. Maar ik ben niet tegen den
schouwburg. Maar is het daarvoor van nu
af nooóig eene nienwo leening aan te gaaD
Er is nog geen plan en lijk de heer Bauwens
hier zegde, een «chouwburg wordt niet op
één, twee, drij opgetimmerd.
Daarom ben ik van gedacht nog wat te
wachten. Ik ben in princiep voorden schouw
burg maar wij hebben noch ontwerp, noch
plan, noch beloop der kosten. Wij kunnen
u door onze toestemming geen bewijs geven
van volle vertrouwen, mits gij zelf in ons
ook geen vertrouwen stelt en ons uit alle
besturen verwijdert.
Nochtans om toe te laten aankoopen te
dqen en do eerste werken reeds aan te van
gen zijn wij bereid eene som van 25,000 fr.
te stemmen.Toekomend jaar dan, zullen wij,
als wij voor vaste en wel bepaalde opgaven
staan,voor het noodige kapitaal zorgen.
Voor de uit te voeren werken zijn er ook
100.C00 fr. noodig. Waar die som gehaald
Wij hebben 100.000 fr. in de spaarkas.
Neemt ze daar. Dan hebben wij nog geeno
patentsrechten noodig. Zoo kunt gij voort.
Ondertusschen kunnen wij zoeken aangaan
de de taksen.
M. BOSTEELS. (Kath.) Wij waren
't akkoord voor den Schouwburg en dus
ook voor do uitgave. Mogen wij nu uw
voorstel kennen.
M. DE WINDT. (Lib.) Dat is eigenlijk
onze taak niet. Maar zie hier ons gedacht
ontleent do som van 125,000 frank aan de
Spaarkas om uwe werken uit te voeren en
reeds begonnen werken te voltooien.
Voor 't oprichten van parken cn lanen enz.
van de stadsscholen, waarover onze Collega
M. Van den Berghe gedurig klaagt met
reden, voor de school van M. Daens aan den
Dendermondschen Steenweg, slaat dat alle
maal ineen en doel daarvoor een groote
leening van 600,000 a 700,000 fr.
Ziehier dus in tweewoorden mijn voorstel.
Eene som ontleenen van 100,000 fr. aan de
Spaarkas.
Daarna eene som stemmen van 25000 frs.
voor de voorbereidende werken van den
Schouwburg.
Dan zou ondertusschen iedereen kannen wer
ken en zoeken op welke wijze dat bet vraag
stuk bost wordt opgelost en dan daarna eeno
groote leening aangaan om te verwezenlij
ken, een grooter en schooner Aelst.
M, DAENS Het voorstel van Mijnheer
De Windt is heel wijs en redelijk.
Er moet eerst gezorgd worden voor de
scholen. In Aalst is de toestand onder op
zicht van Onderwijs slecht.
Schepen De Hert sprak van de school aan
de Kattestraatpoort en zegde dat daar maar
50 kinders in don ouderdom van bet naar
school gaan waren. Wij hebben dat onder
zocht en vonden er 143 kinderen van 3 tot 11
jaar oud in den blok Borroman en 90 in de
Kerrcbrookslraat dus 233.
Daar kunnen ze naar school niet gaan, dat
is te ver, de ouders hebben geene meid.
M. VAN DEN BERGHE, (Lib.) Ik ben
gelukkig dat M. De Windt van de scholen
sprak.
Ik was gedurende 35 jaar in de school aan
de Vrijheidstraat en heb altijd moeten be-
statigea dat die school donker is en vochtig,
ongezond voor de kinderen, niet aangenaam;
noch verlicht, noch verlucht. Men heeft
reeds gezegd Een boer is een beest.(verzet)
Maar men zou moeten denken dat de Stad
Aalst neg heester is want zij doet minder
dan zij voor de scholen.
Ik bon niet tegen do verfraaiing dor stad
maar men moet eerst zorgen voor het noodi
£e-
M. DE BURGEMEESTER. Van
't jaar 90 tot 96 hebben wij uitgegeven aan
do school in de Vrijheid af raat 30.000 fr. En
daarbij da# nog voor 4144 fr. herstellings
werken. Te zamen dus ongeveer 35,000 fr.
Ik wil door dat cijfer doen uitschijnen dat
wij daar onze plicht hebben gedaan.
In 1880 waren de uitgaven voor do scho
len 87419 fr. en nu zijn ze 268,777 fr.
In geeno enkelo gemeente was de ver
meerdering zoo groot als hier. Wij hebben
dus al gedaan wat wij kondon en ons verle
den zal verantwoorden voor de toekomst.
M. VAN DEN BERGlIE(Lib). Vele veran
deringen worden er daar gedaan, dat is
waar, maar meestal dio veranderingen dien
den tot niets, de Schepene Do Hert heeft
dat meer dan eens kannen bestatigon want
ik heb hem dikwbis met inspecteurs op do
speelplaats, zien wandelen.
M. DE HERT, Schepene. —De toestand
van het gebouw der gemeenteschool is waar
lijk erbarmjijk meermaals werd or daarover
gehandeld. Maar :i ook de oudste school
en hot eénig overblijfsel van het toenmalig
liberaal bestuur.
Nochtans daar een nieuw wetsontwerp
aangaande lager onderwijs op touw staat,
waar 'er spraak is van den 4° graad, acht ik
hot geraadzamor te wachten tot dat het voor
stel gestemd is en dan zullen wij met zeker
heid weten wat er noodig is en wat er moet
gedaan worden.
Mij dunkt dat ware voorzichtig eti best.'
Ik ben ook van gevoelen daar nog weinig of
geeno verandering nog aan toe te brengen*
maar ineens een groot gebouw te maken
indien het noodig is.
M. VAN DEN BERGHE, (Lib.) Dié'
woorden doen mij groot genoegen.
M. DE HERT, Schepene. M. Daéns
neemt mijne cijfers niet aan.Ik neem de zijn»
aan. Er zijn dus 233 kinderen van 3 lot 11
jaar oud.
Welke school moet er nu komen Een»
meisjesschool «Tussehen de 233zijn er ba-
voorbeeld 133 meisjes orn ruim te handelen*-
De kinderen van 3 tot 6 er af blijft nog lCÖl
Van do kinderen gaat 1/5 naar de officieel»
school. Dus zijn er enkel 20 voor eon»
school. Nog niet genoeg voor eene klas i
De stad kan maar toelaten eene school to
bouwen van ten minste 3 klassen en met oea
huis voor den bestuurder.
M. DAENS. Begint dan mèt eens be
waarschool.
EENE STEM.—Een k...ksc]iool (Gelach)
M. VERHAEGEN,(Daensist).Ik deel 'het
gevoelen van M. Daens aangaande do kwes
tie van den Schouwburg. Er zijn er onder do
meerderheid die reeds spreken van dezen'
Schouwburg gedeeltelijk te laten dienen.i
Zonnar plans kunnen wij nog geene lasten
stemmen. Ik ben het ook niet eens aangaande
hetgeen werd gezegd van do lastonbetalcrs>,
Wij stellen voor eeno openbare inschrijving
lijk in eene stad van Duitschland op 3
dagen was de som verzameld. Kan men
daarvoor ook geen hulpgelden bekomen van
den Staat, lijk voorde boulevards Taksen
op do pracblrjjtuigen, luxepaarden.
Wij zijn bereid uw voorstel te stemmen op
voorwaarde dat iets zou gedaan worden
voor de ziokenfondsen.
M. DE WINDT, (lib.) De toè!age aart
ziekenfondsen werd eerst voorgesteld door
de liberale gemeenteraadsleden. Dat is eon
pluimken op onzen hoed.
M. VERHAEGEN, (daensist). Wq
eischen dat men den maatregel intrekke
waardoor men de arme zieken verplicht,
zich te wenden tot den geneesheer aauge-
duid op hunne kaart. Zelf in geval van nood
mag de arme zieke geen vrije keus doen. Ik
dring ook aan opdat de minderheid vertegen
woordigd worde in het armbureel. Onze
eischen zijn billijk en gematigd.
Ofwel zult gij van onze eischen rekening
houden, ofwel stemmen wij den schouwburg
niet en dan zullen wij den schepene van fi
nanciën verplichten zijn woord to eten en
dan zul de bevolking ovor de verantwoorde
lijkheid kunnen oordeelen.
M. MOYERSOEN, (schepene). Do taal
van M. Verhaegen verwondert mij. Ik was
bereid alles met veel welwillendheid te on
derzoeken. Maar nu dst men ons met dwang
en dreigmiddelen wil doen bandelen, nu
weiger ik daar verder over te handelen.
Ik heb nooit de politiek in do financiën
van do stad willen mengen. Maar nooit ook
zal ik aan bedreigingen lijk die van M. Ver-
haogon willen toegeven. (Bravos).
Ik heb vroeger meer dan eens gezegd aan
gaande den schouwburg, weest voorzichtig,
dat is eene groote uitgave die duizenden
franken gaat kosten, maar de financiën van
de stad laten dat nu niet toe, ten ware da
gemeenteraad er eenparig anders over be
sliste. Ik heb ook bestatigd dat er door ver
scheidene loden voetstappen werden aanga*
wend, om tot eeno ovoreonkomst te geraken.
Ik verhoopte van de daensistenparlij het
zelfde, maar M. Verhaegen komt door zijn»
dreigingen alles omver te werpen.
Ik denk dat het ontwerp van Schouwburg
niet kan uitgesteld worden. De eerste slap
moet vandaag gedaan worden, maar doet go
dien, dan moet ge van nu af de middelen
voorzien. Nu de uitgave beslissen en dan toe
komend jaar naar de middelen zoeken, dat
kan en zal ik niet aanvaarden.
Ik was zeer verwonderd toen ik in de laatste
zitting M. Daens mijn lasten op de naamlooe»
maatschappijen hoorde beknibbelen. Ik her
haal hetdat is geene belasting op de bur*,;
gorij.
De patenten van 1,70 fr. zullen 0,30 fr.J
meer betalen die van 2,76 fr. 0,40 fr.
meer die van 4,88 fr. (77 personon; zullen
0,85 fr. opleggen en die van 5,30 fr. enkel
0,90 fr.
Er zijn 709 burgers die elk eeno vermeer
dering van patent van 1,60 fr. zullen betalen!
Wij hebben dus voor de kleine bandelaars do
meeste bezorgdheid.
Geen enkele burger zal dio nietige opoffering
weigeren.
Wat nu betreft do grootnijverheid, ik denk
toch wel dat de demokraten niot zullen stem
men tegen de belasting op de gedane winsten
der groote, machtige fabrieken! Daarom
hoop ik nog dat M. Daens ons zal steunen.
M.De Windt heeft voorgesteld de som van fr.
100.000 aan de spaarkas te ontleenen. Maar
die som werd reeds ontleend om aan de stads
kas toe te laten eeno loopende rekening te
hebben, orudat de stad enkel ontvangsten
doet op het einde van het jaar en uitgaven
moet doen van in den beginne. Zij moet.dus
ook in staat gesteld worden die uitgaven te
doen. Daarom namen wij dio loopond^,
rekening.