Het Veizoeningsbriefje. UIT ONZE KOLONIE ALLERLEI Voetbal! België tegen Frankrijk De tooveraars die het fétichenhuisbewaken moeten, kennen ook de geneeskundige eigenschappen van zekere planten. Dat voordeel gevoegd bij het feit dat zij soms bij toeval een«genezing bewerken maakt dat nun invloed op hunne zwarte medebroeders over groot is. Zij moeten ook wel kunnen dansen en stuip trekkingen maken. Men verwacht van hen dat zij de zieken genezen,dedieven ontdekken en de moordenaars, zij beeldhouwen ook het hout om fétichen te maken die zij dan heel duur verkoopen, zoo ook moeten zij rijkelijk betaald worden voor al de godsdienstige plechtigheden en oefeningen welke men van hen ver langt. Tijdens den oorlog geven zij de zegening aan de strijders, die zegening bestaat enkel in zotte dansen, duivelsche stuiptrekkingen vergezeld van allerhande scherpe keelklanken in de richting van den vijand geuit en die voor doel hebben de wapens van den vijand onschadelijk te maken. gïln den lagen Kongo bezitten al de volksstammen minstens eene hut waar men al die fétichen in aan treft onder vorm van ruw gebeeldhouwde standbeel- tjes, met nagels, bladeren en koorden versierd. Telkenmale er eene gebeurtenis in den stam voorvalt hecht men aan den fétiche waarop zij betrekking heeft een nieuw voorwerp, een nagel, eene lans, eene koord, om de gedachtenis van die gebeurtenis te be waren. Zoo doende kunnen de ouderlingen van den stam de geschiedenis van hun volk b»waren en overle veren aan de jongeren, bij de groote plechtigheden. Wordt een man beschuldigd van diefstal of een'g ander schelmstuk, dan wordt hij tot bij den fétiche gebracht, en daar wordt hij verplicht zijne onschuld onder eed te bevestigen. Zelden vond men dat een plichtige daar aanstonds zijne schuld niet bekende, zoo groot is de invloed van den fétiche op de inboorlingen. De tooveraars in Kongo vormen in eiken volksstam eene totaal afgezonderde klas die door iedereen geëer biedigd en gevreesd wordt. Zulks belet nochtans niet dat zij soms worden ter dood gebracht, bijvoorbeeld hij het overlijden van eenen stamkoning wanneer men ze verantwoordelijk maakt voor dien dood. De tooveraars zijn door den band veel meer geeste lijk ontwikkeld dan andere inboorlingen. Hunne huizen zijn als tempels waar men binnen in allerhande fétichen aantreft. Elke fétiche bezit gansch bijzondere hoedanigheden aan hem per soonlijk zij worden aangeroepen om eenen wensch te verwezenlijken, of eenen 110 >d te voorkomen. Zijn de inboorlingen gekwetst dan zullen zij de wonde met eene fétiche aanraken, overtuigd dai zet dom de de wonde weldra genezen zal. Algf meen heerscht ook de overtuiging dat de ver schillende kleuren waarmede dm beelden worden be schilderd de iuboorlingen zullen bewaren tegen aller hande kwaden,ais diefstal,moorden,aanklagingen enz. ledereen is deze lieve fabel bekend, m welke een stervend grijsaard aan zijne zoon een bundel stokken te bre ken geeft, ten einde iiunne belangrijke Yoorueelen van eene volmaakte veree- oigiug te tooneii. Zoolang de stokken samen gebonden zijn is het hun onmo gelijk dezelve te breken maar zoo haast zij los zijn breken zij met het grootste gemak. Overeenige maanden heeft zich deze les voor het Vredtgeréchi. te L. ver nieuwd op eene anuere doch niet min b hendige wijze, Vier broeders staan voor den rechter. De eerste Broeder Ik vr ag gein aan mijn jongere broeders, zij zijn er mij schub ig van de erfenis mijns, vaders, die te lAisclien gestorven is.» De tweede Broeder «bij ook zijl ons geld schulmg.» De derde Broeder Gij zijt er mij al twee schuldig. De vierde broeder Wij zijn ahe vier aan elkander schuldig (Alge meen gelach onder de aan wezigen n De Rechter Ziedaar eene zonder- lingo zu,ak. Nu de oudste zal voor de andere spreken; waarvan is er spraak 't De eerste Broeder Ziehier de za »ken Het is vier jaar geleden dat wij met malkaar overhoop liggen en dal »wij elkander met meer spr»ken.Ünzt Vader die thans in den hemel is, wil- de ons dikwijls verzoenen, maar hij kon er met in gelukken. Op zijn doodbe'i riep hij ons bij zich, veree- üigde ons en sprak Kinderen gij xoilt u niet verzoenen niet waarMuur gij zult gedwongen zijn tot dn verzotning te komen, wunt het is de laatste wensch van uwen stervenden vader Het zij u genoeg te weten dut ih ocei mijne kleine spuw penningen zoodanig i beschikt heb dat gij tot de ooei eenkumst verplicht zijtu/gezonderd zuil gij mets "erven. Vei etnigd. zult gij op staan den voet in klinkende munt uw klem er/deei ontvangen.» De RechterHoe legde uwen vader het aan om deze belofte te ver- vullen De tweede Broeder Wanneer dt brave man overleden was, (Ouz* >Heer heeft zijne lieve ziel)! steldt men ons elk eenen brief ter hand. Raad wat dezelve inhield Een» weerde die niet ganbaar is tenzij wij ons vereenigen.» De Rechter Wat -was het 1 De derde Broeder Onze vadei •liet ons duizend franks te deelen. Weet gij wat hij gedaan ha«i 1 Hij had een briefje van duizend franks in vieren doorgesneden en had ons •elk een s'.uk gegeven (Toejuichei d gelach en gemurmel onder de menigte). De vierde Broeder Daar een stuk bankbriefje geene waarde heeft en wij dmi eersten stap naar onze broe- ders niet wilden doen,zoo hebben wn allen elkander voor u gedaagd, opdat gij de vereeniging der vier stukken van het briefje zoudt bevelen, want gij weet dat de Bank elk gescheurd bankbriefje uitbetaalt, wanneer de si uk keu getoond worden.» De Rechter: (met weerdigheid) - Ik wil niets bevelen, en wil in deze o zaak geene uitspraak doen. Uw rech ter is uw vader, die door een bewon- deringweerdige list U voor elkaar on misbaar heeft gemaaktverstaat elkander, mijne Heeren gij zijt niet boos. gij zijt maar koppig. Gij haat elkander met, niet waar De Bloeders Neen. De Rechter (met aandoening) Welnu kinderen van hetzelfde bloed. - geeft elkander de han i en deel te sa- men, in dit korte leven, de oogen- blikken van geluk, die u bewaard zijn, gelijk gij de pbrengst gaai 'Jeeleu van dit briefje, aan welk uw* vereeniging weerde gaatg' ven.Afge zouderd, zou het geluk u smakeloos schijnen, het ongeluk zou u overval- - len vereei.igd, zult, gij, beter de vreugden smaken en de ellenden ver- duren (Levendige ontroering onder de aanhoorders de vier broeders treden hand aan hand uit de zaal.) SAMENSPRAAK Cies, Maar Jan, als we niet meer werk'-n hoe gaat dat zijn 1 Jan We zullen rusten, Cies. Cies 'k Versta dat, maar 't Alge meen Stemrecht ga we dat krijgen inette rusten. Jan .k Weet 't. nietmaar ze zeg gen 't. Cies Ja's maar, 'k en versta dat niet- als we nu niet anders doen dan memendalle doen, wat gaan we daar mee krijgen Jan Honger Cies. dat is zeker,.. Cies 'k Geloove het ook OOK EENE ZIEKTE. Madame X.. is ontroostbaar omdat zij hare dochter verloren heeft. Ween toch zoo niet. zei Madame Y.. mijn lieve Angèle is mij ook ont nomen op haren twintig jarigen ouder-'om. Door welke ziekte Door'nen heer vau 't tweede!... DUS MAS 'TZOO In school Whn, noem gij een» drie feiten, waaruit blij kt,dat de aarde rond is. Wim De boeken zeggen heten gij zegt heten mama zeyt het. DAT WAS M'AT VET! Zekere heer had een kanarievogeltje dat hij tam gemaakt had en zeer be minde. Gedurig stond het kotje open en het beeste mocht dan de kamer rondvlie gen. Koesterde mijnheer het lieve vogel tje, het was geheel anders gelegen met zijne vrouw die er dagelijks over grommelde, omdat het vogeltje niet zelden op het eene of ander, blijken van zijnen doortocht liet liggen. Eens was mijnheer zijne soep aan 't eten. Het vogeltje vloog boven zijn hoofd en liet iets van achter in zijne telloor vallen. Mijnheer houdt zich tevreden met eens te glimlachen en zijne soep ot zij te zetten. Oh! die kleine schurk!» zeide hij. Ja, sprak zijne vrouw, die kleine schurk 1 en daarmede is alles ge daan, omdat uwe lieveling in uw oogen niets kan misdoen. Hadde ik het eens gedaan, ge zoudt ^en leven gezien hebben GEPAST ANTWOORD Op een feestmaal dat in den vorigen winter aan de officieren van zeker gar nizoen werd aangeboden, kwam een luitenant met zijn rug naar de kachel zitten. Ee' igen tijd verduurde hij de ondra: gelijke hitte, maar ten laatste was hij genoodzaakt om een vuursch' rm te verzoeken. De gastheer scheen deze aanmerking niette bevallen, en hij zeide eenigzins geraakt Een soldaat moet altijd het vuur kunnen verdragen. Maarniet in zijnen rug, mijnheer! was het passend antwoord. EEN DILEMMA. Pepernoot was eens aan '1 redetwi sten met een anderen kwidam. Gij zijt een kaaskop, zei Peper noot, want ge zijt te Amsterdam gebo ren. Ik ben 'ne Belg zei de andere. Ik ben wel te Amsterdam geboren, maar mijne ouders waren daar maar tijde lijk. Dat doet er niet toe,zei Pepernooi A s ge te Amsterdam geboren zijt, 'ian zijt gij een kaaskop. Ja maar zei de andere, als eene kat dan jongen legt in nen vischwinkel zijn dat thans haringen Hier ging Pepernoot loopen. DE NIEUWE MEID. Madame. Wie heeft dat melkpot- teken gebroken Meid. De kat. Mad. Welke kat Mei», Wij hebbéu g«sn kat? De Belgische overwinnende ploeg. Doelverdediger Jules Mayné. (Racing club vau Brussel); Achtersten Domien Baes, (CercleSportif, Brugge) en Gaston Hubln, (Racing,Brussel); Middenlijn Jozef Thys, (Union St-Gilluise) Oskar Bossaert, (Daring Club, Brussel); Prosper Braeckman, (Daring Club, Brussel) Voorsten Louis Bessems, (Daring Club, Brussel) Fernand Nisot, (Leopold Club, Brussel) Sylva Brébart, (Daring Club, Brussel) Jozef Musch, (Union St Gilluis- Clement De Meyer, (Daring Club, Brussel). Oskar Bossaert was kapitein van de Belgische ploeg en deze won met 3 doelen om 0. Daar het voethalspelen thans zoowat overal aan de dagorde staat, willen wij hier wel eenige woorden zeggen over den kamp welke verleden Zondag te Brussel plaats had tusschen de Bel gische en Fransche elftallen en meteen de photo mededeelen van de zegepra lende Belgische ploeg. De Belgen speelden den eersten tijd, met den wind in den rug en zon in d'oogen. Spoedig zijn zij aan den aan val en weldra moeten deFranschen hen een hoekschop toestaan. Het spel gaat zeer vlug over en weder, daar de hoek- spelers gedurig ontsnappen, He Belgen vallen meest aan. doch de Fransche doelverdediger ofte goalkeeper i» geen gemakkelijke. Na 21 minuten spelen.doen De Meyer, Musch en Brebart een gezamenilijken aanval. Nisot heeft goed gevolgd en een juist overzetten, brengt hem den bal. Nisot aarzelt niet en vooraleer de doelverdediger derFranschen zich kon verplaatsen, zit de bal reeds in zijn net. Het doel wordt op langdurige toe juichingen onthaald. De Franschen treden nu meer aan vallend op, doch de Belgische verde diging speelt goedVooral de Brugsche speler wordt opgemerkt wegens zijne ■krachtige tralverzondingen. Na een klein kwaart uurs schijnt Brebart heel alleen een doel te willen maken. De Fransche doelverdediger houdt hem goed in 't o"g, doch schie lijk zendt Brebart den bal aan Nisot, die evenals de eerste maat als een kanonbal den bal biDnenzendt. De Belgen schijnen nog niet voldaan te zijn, want pas een minuut later is de Fransche doelverdediger reeds we derom aan 't werk. Dan komt de rust poos. Algemeen is men van gevoelen dat de Belgen zeker zijn te winnen. Pas is de strijd hernomen, of de Belgen zijn wederom aan het doel der Franschen. Een der achtersten aarzelt Bessems te gemoet te gaan en Bessems schiet hem voorhij en het derde punt isaangeteekend. De Fransche doelver dediger heeft dan nog veel gelegenheid te toonen dat hij een fijn speler is. De Belgen echter ziende dat zij toch gewonnen zijn, geven niet meer zooals te voren Zij zenden zich gedurig den bal over en weder.Huu soel is wel goed doch er komt niets van en daar zij te lang wachten om naar het doel te zen den, kunnen de Franschen steeds hun kamp komen ontzetten. Zelfs gelukken de Franschen er nog in tweemaal zeer dreigend aan te vai- len. De Franschen poogden echter vruch teloos de eer te redden (door ook iets 'aan te tedtwnen), d»ch 't lukte niet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1913 | | pagina 3