Een antwoord
aan I. P. Daens
tiet Rood Kruis
De Mansleesten
GazedsgblaMospsrs
Onze Sledevaart naar Lsurdes
Jean De Cüyper,
St-Jansstraat, 39, Aalst.
TE AALST
9 EN 10 MAART 1913
De Maatschappij De plezante Boeren en
Boerinnon, van Aalst, heeft aan M. Petrus
Daens, per aanbevolen brief volgend ant
ivoord gezonden, op oen artikel in den
Werkman van 7 Maart verschenen
iVan don heer Daens, volksvertegenwoordiger
en Gemeenteraadslid.
Mijnheer,
In uw nummer de Werkman van 7
Maart komt gij to schrijven van de cortege
van Schaarbeek het volgende Zondag
calvakade te Brussel-Schaarbeek. Op Schaar-
boek waren 92 maatschappijen (indien Aalst
den gaz niet afgestaan had er konden groote
prcmiën gegeven worden om de stad te doen
overstroomen van vreemdelingen). De vrije
Volksboeren van Aalst hebben den 1® prijs
behaald, ze waren in frissche, schoone klee
ding, vroolijk hubs, terwijl de Barons
Boeren in klein getal, armtierig en maljon-
nig te voorschijn kwamen. De vrije Bulten
van Aalst, met Reus en Reusin, waren
frisch, aangenaam, prachtig, kunstrijk,
Lachende gekleed en behaalden te Namen
den le prijs. Ge ziet de vrije Aalstenaars zijn
niet vervrozen.
Antwoord aan M. Daens door de Maat
schappij «De plezante Boeren en Boerinnen»?.
M. Daens daar uw schrijven niet onder
teekend was, kunnen wij aan niemand ant
woorden dan aan u.
In den uitslag van de calvakade heeft
onze Maatschappij den 2® prijs bohaald op
92 maatschappijen. Indien wij in den smaak
van het volk niet gevallen waren en bijzon
der in den smaak van den jury, wij zouden
zulken schoonen prijs niet behaald hebben.
Gij schrijft de Vrije Volksboeren hebben
den 1® prijs dat is waar daar zijn we fier op
want als we in St. Gillis den eersten keer
met ons kostuum gingen dan hadden wij den
eersten prijs der 3 Maatschappijen van Aelst
Gij spreekt van Namen daar hebben de
Bulten den 2® Prijs maar niet den eersten op
30 tal Maatschappijen en waren vertegen
woordigd door een 50 tal leden, terwijl Gij
schrijft dat-de Barons-Boeren gelijk Gij ons
noemt in do Cortège van Schaarbeek verte
genwoordigd waren door 92 leden en nu 37
leden opnieuw door hun vrij gedacht bijge
komen zijn, daaraan ziet ge hoe onze Maat
schappij leden aanwint zooveel zij wilt en nu
indien onze Maatschappij aangevallen wordt
is het onze plicht ze te verdedigen, en nu zult
Ge zien wat de armtierige Baron-Boeren
zooals ge ons noemt al gewonnen hebben op
minder dan^een jaar tijd en,wat zal het dan
later zijn
1° uitstap, der Maatschappij van Aalst in
St. Gillis, 1° Prijs 135 fr.
2® uitstap, Bloomersstoet te Aalst, 1° Prijs
40 fr. en 3 bannier».
3° uitstap, Gortège Hal, 1® Prijs 185 fr.
4® uitstap, Charleroi, 150 fr. met afkeu
ring van het publiek omdat onze maatschap
pij maar zoo weinig had.
5® uitstap, Lacken, 1® prijs, prachtige
vlag. medalio en 100 fr.
G® uitslap, Schaarbeek, 2® prijs, vlag,
rnedalio en 205 fr.
Daarin ziet ge M. Daens dat de armtierige
en maljonnig gekleede Barons Boeren met
hun klein getal van 92 leden er nog aan
kunnen om prijzen te winnen en dat al van
ons eerste jaar.
En nu, aan u Boeren cn Boerinnen onzer
Maatschappij, vooruit op don ingeslagen
weg, vooruit opdat wij nog velo schoone
prijzen mogen behalen tot spijt van wie het
benijdt.
In naam der Maatschappij De plezante
Boeren en Boerinnen
De Voorzitter,
yV
De Regeering komt nu ook een wetsont
werp neer te leggen, dat den algemeencn
soldatendienst huldigt, en dat aan do
bespreking der Wetgevende Kamers on
derworpen In geval, 't geen zeer weinig
twijfel |lijdt, dit ontwerp wet wordt,
zullen do oudofs voor de toekomst meer
belang hebben dat goede maatregelen gono-
men worden, opdat in geval van nood, hunne
duurbare zonen den noodigon onderstand, de
onmisbare hulp zouden vinden.
Misschien, of liever waarschijnlijk spruit
®r uit deze krijgsverplichting, eene nieuwe
werkzaamheid, eenen nieuwen aangroei voor
de nationalo instelling van het Roode Kruis
van België.
Doch de menschlievende strekking van
Het Rood Kruis, de ontelbare diensten dage
lijks door zijne loden bewezen aan do slacht
offers van rampen of ongelukken, do echte
sociale invloed, zyn voldoende om ons nog
meer aan te zetten het werk te doen kennen,
waardeeren, bewonderen cn tot navolging
en bijtreding aan te bevelen.
En is het wol noodig op dien maatscliap-
pelijken invloed langer of breeder te druk
ken? Ons België is bij uitmuntendheid een
nijverheidsland waar duizenden armen dage
lijks zijn blootgesteld aan onheilen van allen
aard, en voor ons christenen is het plicht,
zooals Ozanam het zoowel zegt, do arme met
lief do en eerbied te behandelen, niet alleen
als ons gelijke, maar als meerwaardig dan
wij, omdat hij lijdt 't gene wij misscliien
niet in staat zouden zijn te kunnen lijden.
En 't zijn niet altijd armen of werklieden
die slachtoffers der ongelukken zijn doet
een dagblad op9n en 't krioelt erin van ver
halen van alle soorten van onheilen grooto
on kleine do onophoudende uitbreiding der
nijverheid, het aangroeiend gebruik van
werktuigen zoowel op den buiten als in de
stad, het gebruik van paarden, stoomkracht,
elektrieko toestellen, 't onzeggelijk verkeer
op ijzeren wegen, trams, mot rijwielen,
autos, vliegtoestellen het ontwikkelen van
allo soorten van sporten waaronder velen
niet zonder gevaar zijn, komen als zoovele
gelegenheden voor van ongelukken, wien
slachtoffers niet min medelijdenswaardig zijn
dan dez9 die in de fabrieken of op het slag
veld vallon. Zij zijn onze ouders, broeders of
zusters, bloedverwanten, vrienden t>f ken
nissen, knechten of meiden, ofwel zelfs on
bekenden die wij in 't verkeer van de woelige
wereld ontmoeten. Hun ongeluk, hunne
verminking of hunne dood wogen loodzwaar
op gansche huisgezinnen die met hun dagloon
in den onderhoud van 't leven moeten voor
zien.
Men zal misschien opwerpen, dat het op
treden van vrijwillige verplegers zoer nuttig
is, in oorlogstijd, in nabijheid van 't slag
veld, maar dat in onze dagolijksche omge
ving het wel aan de geneesheeren toekomt
hulp te bieden en zelf dat zij alleen bevoegd
zijn om zulks op onberispelijke wijze te ver-
wezentlijkoh. Ja... dat is waar. Maar is de
geneesheer altijd ter plaats waar een onge
luk gebeurt, heeft men de kans hem altijd
onmiddellijk bij de hand te hebben Neen...
er zijn zooveel gevallen die door vaardige,
en gepaste hulp zonder kwade gevolgen
blijven, die integendeel de ernstigste wen
ding kunnen nemen als er moet vertoefd
worden tot de geneesheer aanwezig zij, of
't geen meer gebeurt, als zij door personen
wier goeden wil, niet min groot is dan hunne
onbehendigheid of onwetendheid wordeu be
handeld.
In onze zoo ver gevorderde beschaving,
zou het nog mogen gebeuren dat iemand die
enkel in bezwijming of in schijndood ver
keert, werkelijk slerve, omdat er niemand is,
die met eene goede ligging of houding aan
den ongelukkige te geven, of door de kunst
matige ademhaling die zoo eenvoudig is om
toepassen, hem van eenen zekoren dood kan
reddon
Zou nog iemand mogen door bloedstorting
bezwijken, als 't zoo eenvoudig is, eene
goede bloedstslping te doen
Zou hot nog mogen gebeuren dat eene
eenvoudigo wonde doodolijke gevolgen
hehbo, omdat onbehendige helpers door
dwaze middelen er de besmetting in-jagen en
oorzaak zijn eener bloedvergiftiging, als
,'t zoo gemakkelijk is de kiemvrijo behande
ling eener wonde te bewerken
Zou het mogen gebeuren dat in gevallen
van beenderbreuken de aanwezigen uit on
wetendheid oorzaak wezen van do hevigste
pijnen, ja zelf van huidscheuring door het
onbehendig opnemen en verdragen van den
zieke
Dit zijn eenige der meest voorkómende ge
vallen in dewelke eene behendige en welbe
redeneerde tusschenkomst, het leven kan
redden, en aan do slachtoffers onzcggelijke
pijnen kan sparen.
Als er een ongeluk gebeurt dan ziet men
gewoonlijk eene aanzienlijke massa volk toe-
stroomen waaronder velen komen toegesneld
met het edelmoedig inzicht hulp te bieden,
anderen komen enkel uit nieuwsgierigheid
doch allen zijn ontsteld en verhinderen groo-
telijks het reddingswerk. Hoe wel komt
het in zulke gevallen niet van pas, personen
te zien optreden dio kalm en^bedaard 't volk
verwijderen, de richting van den hulpdienst
waarnemen en die in afwachting op de komst
van den geneesheer, er dadelijk in voorzien
alle inwikkelingen te voorkomen en belotten
dat onverstandige of uitzinnige middels wor
den aangelegd.
Op sommige uren van den dag, zooals in
den voormiddag en dan ook in den namiddag
r,al men soms goen enkel© geneesheer 't huis
vinden en bijzonder in do nijverheidscen
trums, wat ongelukken kunnen er niet voor
komen, wat menschenlevens kunnen er in
gevaar worden gebracht, welke som van
lijden kan cr niet worden verduurd Hadden
wij 't geluk overal do onderwijzers, dö poli-
tiebedienden, de leden van de pompierskorp
sen, de meestergasten der fabrieken, do
ontwikkelde thuiswerkende stieldoeners, wat
begoede burgers, edelmoedige damen en juf-
fors in 't bezit te zien van 't diploma van het
Roode Kruis, dan zou men mogen zeggen
dat elk ongeluk op het minste zijner kwade
gevolgen zou worden gebracht.
Welke bron van socialen vrede Do dank
baarheid huist in de harten onzer nederige
werklieden, en, slachtoffers van een ongeluk,
en geholpen door hoogergeplaatste personen
dan zij, zouden zij beter gevoelen dat deze
dio zij soms hooron uitschelden als hunne
uitbuiters en verdrukkers, hen waarlijk ge
negenheid toedragen en niet schromen zich
tot zelfopoffering voor hen toe te wijdon.
IN «1913
De eerste oefening na don middag is de
II. Kruisweg. De Kruisweg is opgericht op
een honderd stappen van de basiliek. Men
slaat den zijweg in, ter rechter hand van de
basiliek on zoo klimt men langzaam naar de
eerste statie, 't Is deze statie alleen die vol
trokken is. Deze eerste statie staat op den
top van een heuveltje en een trap leidt er
tot dicht bij. De pelgrims beklimmen dien
trap, op de knieën, evenals te Rome de hei
lige trap of Scala Sancta, nabij de kerk van
St. Jan van Lalranen.
(In 't voorbijgaan gezegd, zij die in Rome
hunne devotie niet goed duden, kunnen hier
herkansen.) De eigenlijke statie v<m den
Kruisweg is heel iets anders dan hetgeen
men gewoonlijk te zien krijgt, 't Is een heel
tooneel, eene voorstelling als m9t levende
heelden bijna. Op den achtergrond zit Pilatus
op zijn rechierstool, en boven hem staat het
wapen van Rome, de wolvin met Romulus
en Remus. Hij is omringd van romeinsche
soldaten en beulsknechten. Een weinig ter
zijde staat onzo minnelijke Zaligmaker in
't lange kleed, de handen stevig geboeid en
omringd van zijne vijanden en joodsche aan
klagers. Treffend tafereel, dat ons in den
geest doet herleven, de woeste kreten der
joden Niet hem maar Barrabas, kruist
hem, kruist hem.
't Zal een eingenaardig vertoon zijn, als de
14 statiën zoo zullen voltrokken wezen. De
andere siatiën zijn verbeeld door hooge zwar
te kruisen dia van afstand tot afstand op de
bergen geplant staan. Om deze oefening te
doen moet men glad to voet staan, want 't is
waarlijk een lijdensweg gaan, klimmen en
nog klimmen. Niet te veel verstrooid zijn en
ook niet rondzien, anders loopt men gevaar
armen of beonen te breken. K. Huysmans,
franscho schrijver, spreekt ook in zijn hoek
les foules a Lourdes, bladzijde 105, van
dezen kruisweg. Doch, mij dunkt, hij over
drijft moedwillig. Do een heeft soms andere
kunstsmaak als de ander.
Om 2 ure begon de oefening, 'k Spreek
van ondervinding en waarom zou men al
niet eens mogen lachen. Beter toch deed
men soms alleen en op stap zijn gebed, dan
wel al loopend. Als wij toen in den tijd,
gingen beginnen met ons handvol Belgen,
waren er juist verschillende honderden
Franschmannon bezig aan de 3® statie. Aan
iedere statie werd de overweging wel een
heel sermoon lang gelrokken.
Hun luidop bidden stoorde ons fel evenals
als wij hen in den weg liepen. Wij waren
ver de minderheid, en zeker kou O. L. Heer
ons gebed niet Looren, zoodanig gaven de
anderen katoen. Daarbij nog al verschillen
de van onze driekleurige gedecoreerden wa
ren afwezig. In alle geval, zij die mee d«e-
den hebben zich dapper geweerd. Vooruit
zegde onze geestelijke Bestuurder op een
drafken waren de eerste statie bezocht, iede
reen deed zijn best en aan de vierde stati©
waren wij veilig, en de Fransclien achter
den rag, ons deeren konden zij niet meer, cn
fier dat we waren zoo moedig gestreden te
hebben voor 't geloof. Rust nu maar
een oogenbliksken dappere helden, en
't slagveld eens overzien.
Maar, pardoefel daar valt een gaper van
zijn troontje en rolt omleeg. Gelukkig geen
leisel. Lachen dat ze allemaal deden en
wat kon de bloed al andoss doen dan méo
lachen, ora zijne verbabbereering te stoppen.
Weinig schold het, of hij geraakte nog met
bood en poot in 't gasthuis. God dank 't viel
goed uit en 't is alles zeker ter eere Gods.
'k Wod wel de engelbewaarder heeft dien
val opgeteekend in gouden schrift.
De kruisweg ging nu voort met moer
kalmte on zeker niet met minder godsvrucht
Eindelijk geraakten wij aan de 14® statie cn
aan do Kalvarieberg om te bidden voor de
kerk en Paus.
T^Was er gloeiend heet en de zon stond to
branden boven onze hoofden. Wat verder in
stond er eer. boom, met schoene dikke scha-
duwe. Daar zou bet wol goed zijn om onder
te vertoeven. Dus omleeg. Maar jawel de
schoenen waren glad geschoven op de ber
gen en pardoef daar lag dezelfde van do.
3® statie nog eens gerekt en gestrekt in
't gras. Of er in een lach geschoten werd
zoodra do vijf Onze Vaders gezegd waren.
Enfin, hij was do held van den dag. Jammer
't Was Christus slechts van verre nagevolgd
die is toch 3 maal voor ons gevallen en tot
onze zaligheid.
Na deze vrome daden gingen wij een toer-
ken maken in de grotten rond de Basiliek.
't Is eene aangename wandeling cn men
treft er schoone grotten aan b. v. des Spélu-
gues en du Loup..
De eerste vormen drij afdeolingen. Zij
zijn in kapellen herschapen en in de eene
staat het beeld van Maria Magdalena en is
aan die boetveerdigo heilige toegewijd. Onze
gids zelf wilde ons wijs maken, dat hier
eertijds Maria Magdalena verhloven had, na
hare verbanning naar Marseille. Ilier en
daar treft men smalle donkere gangen aan.
Met eene bougie in de grot gevonden kropen
wij erin om eens gaan te zien of er niets te
zien was. Er diende goed opgelet ora zijn
hoofd niet te stooten. Zoo kropen wij een 20
tal meters ver en toen bleef de moed steken
en vielon wij op een ander klikskon nieuws
gierigen die ons van voor waren. Alle oude
kennissen uit seminarie en kostschool.
Wij lachten en wij schreven de muren vol
met onze namen en al wat Vlaanderens
grootste dichters over natuur gedicht heb
ben. Gaat maar eens zien.
Eindelijk trokken wij terug voorzichtig
en op zijn zeeldraaiers ging het er uit. Wij
zagen eruit als we le voorschijn kwamen
en kregen veel kijven van den hoofdman van
ons kliksken. Later las ik in do reisgids
Conty dat èr afgronden bestaan in de grotten
Doch wat doet men al niet als men jonge
rakker is, zooals Luc toen was.
Gedwee volgden we nu onzen hoofdman
en trokken stil omleeg in eene schoone wan
deling langs de weg die heen en meder wen
telt nevens de Bassiliek af en in vorm van
eene overgrefote M ons terug bracht bij de
grot.
Wij hoorden er nog de slotrede van 't ser
moen door Mgr. Turinaz en maakten ons
gereed tot de H. Sacrament processie.
LUC.
vesü^iasn dagen.
Verleden Maandag, toen 't avond werd,
hoorde ik zeggen 't is van dezen avond den
eersten essemble voor de kooren der
Mariafeesten Doch eerst trok ik eens tot
aan don Werkmanskring, 't Is daar in de
zaal een groot werkhuis geworden. Op de
scène is 't atelier van den schilder geplaatst;
in de zaal is het een echt houtmagazijn..
Reeds ziet men eon deel van den planken
vloer gereed liggen. Hij zal aan het uiteinde
der zaal eene hoogte van lm20 bereiken.
Iedereen zal bijgevolg goed op zijn gemak
zitten en goed de scène kunnen zien. (Als
het vrouwvolk geeno torens opzet
Een hoekjo van 't doek dat geschilderd
wordt (want er zijn verscheidene nieuwe
dekors) is reeds zichtbaar en getuigt van
eene grootsclio opvatting iets in den aard
van 't boroemde Luciferdécor, uit 't College.
T Belooft een machtig groot werk to wezen,
die Mariaspelen intussehen zijn de spelers
reeds volop aan de herhaling bezig en wordt
hier koortsig gewerkt...- buitengewoon ge
werkt.
Haastig trok ik nu naar de SintJorïsslraat
om tc zien hoever het er daar mee zat.
Reeds van aan den trap bleef ik luisterend
staan. Van boven rolden klankrijke akkoor
den naar beneden en ik verkeerde een
oogenblik in den waan dat het de uitvoering
was van een meesterstuk van Benoit zoozeer
was ik door die statige muziek getroffen dat
ik aan den voet van den trap bleef luisteren
tot het einde.
Toen stoof ik naar boven en zag dat ik
mij bedroeg 't was een koor der Maria
spelen dat ik kwam te hooren.... 't Eene
koor volgde 't andere op en allen mochten,
met eenigo kleine reprisen, reeds goed door
gaan. Vooral 't koor dat de komst der
Koningin begeleidt trof me diep. De ooster-
sche muziek lieoft iets mysterieus in hare
klanken en het nabootsen van doedelzak-
muziek brengt ons dadelijk naar 't stalleken
van Betlehem. Do verwerking van den
Gloria in exelcis was ook bijzonder
machtig vooral in de orkestratie. In een
woord, die eerste essemble - uitvoering
was iets buiten verwachting. En voor er
veertien dagen verloopen zijn zal dit mach
tig werk, door den toondichter zelf geboet
seerd en hertoetst, een moestergewrocht
zijn.
Waren or in de muziek der passiespelen
schoone brokken, het valt al i dadelijk op,
hoe Meester Pape de studie zijner kunst
sedert dien zooveel dieper heeft doorgrond
en men mag zeggen dat DIT werk waarlijk
eenen morkwoerdigen vooruitgang daarste4t
tegen het werk geleverd in do Passiespelen.
Toé, mannen van Aalst, gewerkt, nog
veertien dagen, 't Is zoo kort en men ver
wacht zooveel van u. Gij hebt uw volk be
dorven, vertroeteld. Sedert jaren voedt gij
het jaarlijks met iets puiks
De Mariafeesten en vooral de TWEEDE
PAASGHDAG moeten geboekt stand in de
Aalstersche annalen als eene der merkwaar
digste feesten in onze stedelijke geschiedenis.
Vooruit Vooruit't Is ötodes Moedor,
Maria, dio vereerd moet worden ori gevierd
Dat dio viering haren naam wraardig weze 1
Luistervink
Wat ging de dagbladverltooper u dikwijls
voorbij met zijn lederen zak op den rug en
den horen in de hand Altijd even gezwind,
eenvoudig, zonder omzien, gewoon dcor den
gang gelijk het peerd in do kar...
Slaat het zes uren op den grijzen dorps-
toren, dan stapt hij af van den trein, cn Le-
gint zijne dagtaak. -Wanneer keert hij weer
•Ja, dat weet hij ook juist niet't valt moei
lijk te zeggen, als njen door drij, vier dorpea
moet omloopen, door allo wcêr en weg plon
sen, vooraleer men zijnen zak in den hoek
mag schuiven tot 's anderendaags.
De kinderen die hen zien aankomen, ken
nen hem zoo goed. Zij bewonderen aijn zwar
ten zak en blinkende trompet. Wanneer zal
hij er voor hen meebrengen? Morgen!
morgen Dat morgen duurt al maanden
on jaren. En in 't voorbijgaan knikt de brave
man al de dorpelingen too want waar hij
afkomt, gaat men niet loopen Oh, neen men
verwacht gretig zijne komst.
Nederig zullon er misschien denken, is uw
werk. Neen, brave man, heft fier het hoofd
op, nederig neen, maar verheven is uwe
dagtaak. Helpt gij immers niet meê aan d«
beschaving Draagt gij niet machtig hij, om
de goede pers, het goede zaad dus, tot in de
uiterste hoeken der samenleving uit te
etrooien.
De goede pers, 't machtigste wapen tot
het goede, helpt gij verspreidon, doordrin-,
gen tot bij lien die er wars van zijn. De goede
pers, waarvoor de uitstekendsle mannen
zulke bewondering uitdrukken, zoo diepe
overtuiging koesteren.
Hoorden wij immers kardinaal Morcior
niet verklaren, dat hij hol bouwes eener
kerk zou uilstellen om mede te werken aan
het stichten en 't verspreiden van een katho-*
liek blad.
Vergeten wij niet dat de onsterfelijke
Leo XIÏI in 1890 zegde Tegen de slechte
moeten wij de goede stollen.
Herinneren wij ons dat de groote en min
nelijke Pius X, eens al zijne kostbaarheden
verpandde, om een katholiek dagblad te
Venetië te helpen stand houden.
En uwe taak zou nederig genoemd wor
den Neen, uwe komst brengt hoop en
leven-, vreugd en wonne, blijde zonne
straal en misschien wel eons lustige
najaarsdag. lederen wacht u af. Iedereen
is gretig naar het nieuws dat gij aanbrengt.
Wie ook zou u willen missen bij zijn koffie-
ontbijt Noch denijveraars, noch de geld
man, noch de rentenier, wie gij getrouw
inlicht over de weroldbehoefte, den vooruit
gang der wetenschap, ovor de verschillende
nieuwe i£r?indingen. Gij loert hen d«
bloeienste uitbatingen kennen en als onmid*
delijk gevolg daarvan dezekersteen winst*
govenste geldplaatsingen. Do landbouwei
volgt er getrouw in op, do klimming ofc
daling der granen, de peerden- en veemark
ten, de mededinging der groote Amerikaan-
sche uitbatingen. Belangstellend ook zijn
voor hem de notarieele verkoopirigen van
landen, bosschen en weiden. Aan de vreed
zame burgers en de hevige politiekers vertelt
gij de wereldgebeurtenissen, geboorte,
sterfte en huwelijken, de omwentelingen,,
onlusten, den tweestrijd van de orde tegen
de wanorde, van den vrede tegen den twist
en oorlog.
Wat een echte strijd om 't leven.
Struggle for life wordt er op de 4® blad
zijde gestredeD, Defense, Standaert, Pink
en andere weldoeners der samenleving belo
ven er gezondheid aan hen die er geen meer
hebben. Hunne pillen, balsem en zoete
siroop geven rijk bloed, kleur en fleur aan
do verstokste anemieken en frisschen de
verlepste gezichte» weer op. Grijsheid en
kaalheid was goed in den tijd van den profeet
Eliseus. Met dit alles lachen nu de London^
do Milanaise en andere Eva's langhaar. VpJ
betaalde postjes en rijke burgerhuizen^»,' L
open voor al wie zijn geluk wil vinden, v, rj
loon, beste zwgen, echt familieleven, êfip
geen bezigheid wacht hen die zoo goed vil
len zijn hunnen evenmensch gezelschap ta
houden als knecht of meid. Zelfs zij die