Sinte Oafliarina-Lombeek.
Het Rood Krols
Be!sisc!ie Katholieke
Dagbladschrijvers
Droeve plechtigheid
VRIJHEID
©ETOüElfiEU
TE ROME
Voor den Bond der Katholieke Dagbladschrijvers
van België
WILDE PAARDEN
I^emelfcoers
20 EN 21 APRIL 1913
Vrijdag morgend hadden onder een ovor-
Igrooten volkstooloop do lijkplechlighedèn
flaals, van den ougolukkigenEmiel Geeroms,
liet 15 jarig zoontje van M. Leon Geeroms,
jdie Dinsdag op zulke vaeeselijke wijze aan
lijn einde kwam,
I De talrijke vrienden en bekenden van den
boer Geerajns haddon er aan gehouden, de
familie, wier smart waarlijk hartroerend
<vas, hunne deelneming te komen betuigen.
Op het kerkhof werd de volgende lijkrede
uitgesproken door M. Robert Simoens, leer
ling der lalijnsche vijfde klas.
I MIJNHEEREN,
Met gebogen hoofde, staan wij hier voor dit
iepen graf, en staren, met tranende oogen, het
hart van droefheid gebroken, op die koude
doodkist, waar de stoffelijke overblijfsels berus-
jlcn van hem, die voor zijn hardbeproefde ouders
een allerliefste zoon was, voor zijne meesters
een voorbeeldig student, voor 'ons allen een
goede en trouwe vriend,onze diepbetreurdc,dller-
pestc studiemakker Emiel GEEROMS.
I Over drie dagen nog, knielde hij nevens ons
aan dc communiebank, speelde met ons op den
iocr van het College, en studeerde bij ons in
Studie en klas. 's Namiddags nog heeft menigeen
van ons hem zien Wegrijden, vroolijk en vlug op
zijn rijwiel, terwijl hij lachend tot weerziens
groette.... Helaas een paar uren later vloog
door de stad de schrikkelijke mare die ons allen
met verstomming heeft geslagen.
Hoe jammer toch! Hoe wreed!»
Zoo stijgt sinds drie dagen de klacht uit
alle monden. Waarom dat jeugdig leven ge-
Smakt, gebroken, en, daar het zooveel belovend
te bloeien stond, waarom zoo schielijk uitge
doofd? Waarom in zulke akelige omstandig
heden weggerukt? Zoo spreekt de mensch, en
aoelvt vruchteloos het antwoord... Maar de
christen weet dat God oneindig wijs en goed is,
en zijne raadsbesluiten ondoordringbaar zijn.
God ooTdeelt niet gelijk de menschentijden
dupr zijn niets voor hem die eeuwig is. En
daarom herhalen wij hier het woord der christe
lijke gelatenheid) het eenig woord, dat de goede
ouders te midden hun hartverscheurende droef
heid spreken konnen Hij is te morgen te com
munie geweest. Onze Lieve Heer is hem komen
halen. Hij weet waarom, Hij weet het best. n
Maar wij, wij zullen hem nooit vergeten. Hoe
souden wij hem kunnen vergeten, die zoo hoog
in onze achting stond, zoo vast in onze genegen
heid, die het vertrouwen van al zijne meesters
en de hartelijke vriendschap van al zijne makkers
gewonnen had, omdat hij de beste van ons allen
«yas.
'De schoone voorbeelden van vrome deugd die
hij t'huis onder zijne oogen had, dc wijze oplei
ding zijner doorchristelijke ouders, hadden reeds
vroeg in die kinderziel veel belovende vruchten
doen kiemen.
Zoo groeide hij op, in jaren, in wijsheid en
deugd, vol lustig leven en bloeiende gezondheid,
Tijk begunstigd met de uitstekendste gaven van
fcart en geest, bijzonderlijk met die vriendelijke
gezelligheid van inborst, die onstuimige vurig
heid in voord en daad, die ons, jonge studenten,
zoo zeer bevallenbegiftigd vooral met de edel-
fete deugden ernstige, overtuigde godsvrucht;
hij kon zoo schoon,zoo ingetogen bidden; onver
moeibare werkzaamheid: hij zou nooit zijne taak
fen halve laten staan; eenvoudige, opgeruimde
gehoorzaamheid plicht bovenal. Een levend
\oonbeeld teas hij van den christen student. Zoo
ging hij de toekomst te gemcet, in den bloei en
le blijheid zijner 15 Jaren, hij, die eens de kroon
rn het geluk zou worden van zijne teergeliefde
"juders. Helaas! God heefter anders over beschikt.
God gaf hem ons, God nam hem ons, Gods
Banra zij gezegend
Emiel scheen geboren om ieveraar te zijn.
leveraar is hij geweest van hetkedel werk der
icrre missiën, en geen onder ons die zich beter
ran zync taak heeft gekweten. leveraar was hij
fn de Congregatie. Hoe veel hij hield van rccré-
Itie en apak en kampstrijd, het was Jiem eene
treugde, spel en strijd en werk daar te laten om
het Mariabeeld te gaan versieren in de kapel der
Congregatie, waar hij met zooveel zorg het ambt
zan koster vervulde. leveraar was hij van de
veelvuldige communie, een der eersten, die alle
aaenschelijk opzicht onder de voeten trad, in den
Iroegen morgen, 's winters, 's zomers, door
koude en door regen, naar de kerk liep, om
§.L. lieer in de H.Communie te ontvangen alle
iagen dat hij kon.Zulk een jongen was hij, dat,
waar het er zou op aankomen baanbreker te
worden, een goed werk te stichten, het gevaar
Ie keer te gaan, hij nooit zou achteruit deinzen.
een, nooit zou hij eene vreesachtige, een zwak
keling zijn: een uitgelezene ziel, een edelmoedig
Dart was hij, van wien veel tc verwachten stond!
/Leb welk een schat komen wij vandaag in het
graf nederleggen I
u Wat zou cr van hem geworden zijn
God alleen weet wat er in de ziel omgaat.
Maar waarom, Emiel, bracht gij zoo gaarn
een bloempje mede van uwe wandelingen, een
bloempje geplaatst thnis voor het beeld van het
y. Ilart of van de Heilige Maagd.
Waarom waart gij bezig thuis een grot op te
Houwen voor O. L. Vrouw van Lourdes, en hadi
jij bij Vader en Moeder aangedrongen om een
Ichoon Mariabeeld te krijgen voor uws grot
TVearom hieldt gij zooveel aan uwe dagelijksche
iommunio Waarom kwaamt gij een heelen
winter, zoo vroeg, naar het College om er Mis
ran den Eerw. P. Rector Je kunnen dienen
JVrnrom, gij, die zoo hevig en onstuimig waart
»p den koer en in 't spel, kont gij zoo diep
Ingetogen bidden? Waarom droegt gij in uwe
ïiel de godsvrucht en den iever van een apostel
Wat is er van hem geworden
God gaf hem ons, God nam hem ons, Gods
Naam zij gezegend
Toen men zijn lijk uit hot water haalde, waren
Dijn handen samengevouwen, gelijk hij ze zoo
schoon kon samenvouwen in hel gebed. Biddend
is hij gestorven. Biddend is hij, wij hopen het
feast, ten hemel gevaren. En daar zal hij voort
bidden voor zijne dierbaro ouders en broeders,
$11 voor ons, zijne beminde Tsfudiemakkcrs. En
Wij, wij zullen voor hem bidden, en zijn schoon
koorbeeld van stichtende deugd diep in ons ge-
Heugen bewaren.
Vaarwel, Emiel, onzo allerdierbaarste vriend,
tot woderziens hierboven
DE VOLKSSTEM
Werkstaking 2
Gelijk we 't Zondag voorzegden, was er
Maandag, op den grrrooten Maandag 14
April, op de markt van Lombeek van geene
slaking spraak. De eiers bolden van de
markt, dat het een plezier was. Luizenden
en duizenden eiers, en nooit genoeg, nog
altijd nieuwe marchands bij, voor eiers,
boter en beesten, enz. Gunt dan allen, Lom
beekenaars, al de voortbrengselen van uwe
stede aan uwe markt, 't Is eene weldaad
voor uwe schoone gemeente.
De Volksstem is toch eén gazet
Vrienden 1 go moet ze lezen deze dagen, niet
's Zondags alléén, maar ook nog onder de
week, om al het nieuws to kennen over de
Algemeene uitiiongerino.
De algemeene (1) werkstaking is mislukt
en gelijk we voorspelden ze zal en kan niet
lukken. Als de socialisten voortgaan met den
werkman zijnen buik te nijg toe te riemen,
kan er nog wel voor of achter iets losbersten
maar 't zullen op slot van rekening, zooals
altijd weer de werkman met zijn vrouw en
kinderen zijn; die de. potten "zullen betalen.
En sla het maar goed ga, menschen !'t En
is geene staking van generaalsDe gene
raals der socialisten staken niet. De groote
he6ren advokaten werken dat 't koecht, op
het Justiciepaleis. Daar pleiten- ze voor goed
en verdienen er Groote Preê terwijl de suk
kelaars van werklieden op Anseele*s bevel
dea buik toeriemen,
't Is een staking van Kaporaals die 't volk
opruien tot algemeen stemrecht, opdat dat
volk, de onbezonnen gasten van 21 jaar, die
mannen van kaporaals tot generaals zouden
benoemen met een traktementje van 4000
ballen, plus de bijvallende profijtjes op zijn
Anseele's en Bertrand's; Directeur van hier
en Administrateur van daar. Vieze mannen
hebben vieze baarden
Tegengekomen 'Maandag 'Nen zwaren
gezonden brirur. die Maandag vierde naar
gewoonte, en staking bij gelegenheid.
'k wou dat alle dagen Kermis was en Zondag
in de weekZijn boenen droegen met moeite
't gevulde tonneke.
Ah, sa 1 riep hij 't is vandaag de
generrrale werkstaking 1
Ja maar toch voor 't druppeltje niet he
'K geloof het wel en morgen ga ik wer
ken om or nog een meer te kunnen pakken.
Zorg maar dat ge werkt om uwe vrouw
en kinderen eten te geven.
Watte 1 Daar zal ik voor zórgen Maar
als Vandervelde vier stemmon heeft, moet
het gouvernement mij zooveel stemmen
geven als ik druppels kan verdragen (oef
Zijne beenen stuikten onder hem, en hij
viel in de naastbij gelegen herberg.
Er komen in ^Lombeek van dag tot dag
wat meer gedwongen stakers. De aansla
gen op de vrijheid van den arbeid vermeer
deren rond Brussel. Wat princiepen niet
kunnen teweeg brengen bewerkt de vrees.
De menschen worden er gram om, en, als
het wat moest duren, zouden onze mannen
wien men de vrijheid wil ontnemeu van te
arbeiden, de vrijheid wel eens kunnen pak
ken van er op te slagen. Zoo vroeg ik aan
iemand of hij geen schrik bad van gaan to
werken. De jongen antwoordde wie mij
iets miszegt, die sla ik op zijne sra...
Dat de overheid met strengheid het werk
bescherme, is brood noodig of er gebeuren
malheuren
Niet lossen, mannen en, Weg met de
Algemeene Uithongering l l
Ware vrijheid is goed, valsche bedriegt
den boer.
Er is geen mensch die de vrijheid niet lief
heeft, maar de rechtVeerdige eischt die
tevens voor anderen, de onrechtveerdige
alleen voor zich zelf.
G'est ga; in Frankrijk zijn do katholieken
niet vrij hunnen godsdienst binnen of buiten
de kerken uit te oefenen. Scholen die zo
voor hunne kinderen gesloten houden wor
den hun opgedrongen. De kloosterlingen
worden buitongèzet en de priesters die
effenaf hun plichten kwijten worden vervolgd
gelasterd en gestraft.
In Porlugaal gaat het er nog erger. In
Italië zou men ook al meer en meer den
teugel der verkeerde vrijheid loslaten. En
in ons katholiek Belgie zouden de frainas-
sons en sooios en wat weet ik nog de vrij
heid der katholieken willen bepalen en den
muilband ontdoen aan onrechtvaardige
hatelijke en schandelijke valsche.vrijheid.
Dat kan, dat mag, dat zal niet of nooit.
Ja zelfs niet met de zoogezegde bedreigen
de werkstaking, want Eedje Anaeele,
de Gentsche roode keizer wat te veel op zij
non neus zet en 't treffelijk volk zoowel
onder de liberalen als onder de ware katho
lieken, handelaars, nijveraars, boeren en
werklieden enz. geheel en gansch tegen zijn
werkingen ziet optreden en zijn vooruitstre
ven zal muilbanden, MARG.
Hebt ge dat nog niet bemerkt 't is altijd
op den rug en op de kop of beter op de haren
muts dat de socialisten uitvallen en liunno
woede bot vieren. De burgerwacht, de andere
politie en zeker de soldaten die bij omwen
teling en zelfs in andere gevallen hun plicht
kwijten en hun stuk staan laten zij met rust.
Waarom altijd met de gendarms opkomen^
Waarom die vrees en die benauwdheid
Want gemoogt ervan zeggen wat ge wilt,
't is angst dat do soctalisten en't gespuis
•ovoelen wanneer ze zulke sterke mannon
van orde in 't verschiet zien.
Zeg me eens wie is er benauwd van die
treffelijke en dappere mannen, voor het
meesten deel deftige boerenzoons uit Vlaan-
drenland
Gezonde, sterk gebouwde en fiere kerels
zijn onze brave gendarmen. Mannen die
niemand kwaad willen, maar die orde en
tucht moeten en altijd en overal willen
handhaven.
Hunne vijanden dat zijn de bandieten, de
-moordenaars, de dieven en de leegloopers
die men voor twee jaar in de kostscholen
van Hoogstraten of Merxplas of Wortel aan
't werk -zet. De oproerstokers en oproer
makers, de volksverleiders en misleiders, de
trawanten van onlusten en omwenteling zijn,
't spreekt van zelfs, de aartsvijanden der
gendarmen. Men is maar tegen de gendar
men als men tegen de goede orde is 1 Aan
ons dus de gendarmen de eer te geven die
hun toekomt enden dank te wijten die ze
verdienen.
Aan ons die deftige krijsmannon en orde
handhavers te schatten naar weerde en hun
toe te roepen Mannen van orde, regeltucht
en ontzag kwijt uwen plicht, gehoorzaamt
stiptelijk aan uwe oversten, vrijwaart ons
van omwenteling en aanslagen. Marc.
Te Rome wordt gemeld, dat de toestand
van den H. Vader voortdurend betert, doch
dat de geneesheeren- eene volkomene rust
voorschrijven zoodat alle ontvangsten zijn
geschorst.
Z, Em. kardinaal Merry del Val heeft de
Belgische bedevaarders in naam van Z. ïl.
ontvangen. De ontvangst had plaats in het
Vatikaan.
Mgr. Heylen die zich op zijne reis naar
Malta, te Rome had opgehouden, heeft de
pelgrims aan Z. Em. den Kardinaal-staals-
secreiaris voorgesteld. M. Mallió, secretaris
van den bond der Katholieke Dagbladschrij
vers, las het adres aan den H. Vader, en
bood aan den Kardinaal de opbrengst dor
Pauselijke Nieuwjaarsgift met het album de
namen bevattende der inteekenaars.
Zeer ïIrilige Vader,
Elk jaar met do Kerstfeest, opent de Bond
der Katholieke Dagbladschrijvers van België
met de medewerking van al de katholieke
dagbladen en onder de bescherming der
Bisschoppen zijne inschrijving voor de
Nieuwjaarsgiften Van den Paus.
Vijftien jaren geleden ontstaan uit eene
opzwelling van liefde on eerbied jegens de
toen regeerende Paus Zijne Heiligheid Leo
XIII, roemrijke gedachtenis, werd het werk
van jaar tot jaar voorlgezet, ondersteund
door de innuige getrouwheid der Belgische
Katholieken aan dén H. Stoel en de diepe
genegenheid welke zij U toegewijd hebben.
Zeer Heilige Vader, 'tls dus uit de zuiverste
bron van het Katholiek gevoelen dat het
werk zijner levenskracht put en alzoo het
luisterrijk zinnebeeld wordt van de rechtzin
nige onderdanigheid welke de Belgische
katholieken verbindt met het levende brand
punt van de eenheid der Kerk.
De inschrijving beloopt dees jaar eene
som van 127,115,78 frank. Velen onzer
inschrijvers, den oproep onzer bisschoppen
beantwoordend, hebben een deel hunner
gif len willen" toekennen aan de kerk welke
aan de Milviusbrug te Rome zal opgericht
worden tot aandenken van den zegepraal van
Constantinus over MaxenLius. Het is voor
hen eene ware vreugde, zich alzoo ta kunnen
aansluiten bij de inzichten van Uwe heilig
heid en bij te dragen om de gedenkenis te
verheerlijken van e9ne gebeurtenis welke
zulken diepen invloed uitoefende op de lots
bestemming der wereld.
Het Edikt van Milanen, het gevolg van
dien zegepraal moost vooreerst de vrijheid
van den christene eeredionst, die tot dan ver
boden en vervolgd geweest was, bekrachti
gen en de Kerk toelaten aan alle volkeren
het zaad van waarheid en leven mee te dee-
len dat in het vervolgde luisterrijke ontwik
keling der christene samenleving moost
voortbrengen.
Op burgerlijk gebied moesten de uitslagen
niet min verheugd zijn Met de waarheid
bracht de Kerk aan die volkeren, heidenen
en barbaren, ook do herlevendigo grondbe
ginselen van broederlijkheid, vrijheid en ge
lijkheid. Onder hunnen invloed werden de
wetboeken menschelijker, de slaven vonden
hunne eigenweerde terug, de arbeid werd
veredeld, do familieversterkt, en langzamer
hand ontstond in het bestuur der staatsgezel-
schappen een wijs en beraden evenwicht van
gezag en van vrijheid, bron van vrede en
vooruitgang. Gave de Hemel dat dit verhe
ven deel nooit ontaard geweest ware 1
Het past voorzeker die daadzaken te berin
neren, nu do ongodsdienstige secten overal
den weldoenden invloed der Kerk trachten
te verminderen en de christene vrijheden in
te krimpen, terwijl zij tevens, door hunne
verderfelijke leeringen, in de samenlevin
gen haat en nijd zaaien, die moesten zij de
bovenhand bekomen, ons tot de schrikkelijk*
ste dwingelandij der heidensche eeuwen te
rugbrengen. Ook zullen alle katholieken
Uwe Heiligheid ten zeerste dank wezen,
omdat gij met luister het zestienhonderdjarig
jubelfeest der gedenkensweerdige overwin
ning van Gonstantinus hebt willen vieren.
In dezelfde gevoelens vereenigd, hernieu
wen wij aan de voelen van Uwe Heiligheid
de betuiging onzer kinderlijke onderdanig
heid aan den II. Stoel, en wij vragen U oot
moedig Uwen Apostoliekon zegen te schen
ken aan ons zelvej aan onze familie, aan
onzen Bond, alsook aan al de inschrijvers,
wier giften in dit album vermeld zijn, en
waarvan wij§ U varzoeken, Zeer Heilige
Vader, de inzichten in het bijzonder te willen
zegenen.
VAN UWE HEILHEID
de onderdanige en verkleefde zonen
De Schrijver, De Voorzitter,
Leo Mallié. Albert De Moor.
De Ondervoorzitters,
Iemand Nextray, Jan Van Meuten.
In Amerika, ten minste in sommige stre
ken komen er nog in sommige steppen,
onafzienbaar groot, wilde paarden en hon
den voor. De Cowboys of de stoute en
kranige ruiters in bet wilde Westen gaan
op die peerdenjaebt uit. Tot het vangen van
die dieren bedienen zij zich van hunne lasse
of eene lange tong of zeel, dat ze eenige
keeren zeer snel en rap boven hun hoofd
rondzwaaien, zoodat de koord een spiraal
vorm aanneemt, en hot dan met zelden mis
sende zekerheid om den kop of pooten van
de wilde paarden werpen, en deze zoo op
den grond trekken, er zich meester van
maken en in enkele weken tijds er tamme
en zeer bruikbare lastdieren van welen te
maken. Om hun jagen te vergemakkelijken
jagen de Cowboys de paarden op in een mot
palen omheinde ruimte, waar men ze gemak
kelijker kan vangen.
't Moet waar zijn, want de Fransche
gazctlen zijn reeds jaloersch en worden
reeds verlekkerd om hot ook te zien en te
krijgen*
Wij gaan kunnen met eigen oogen besfa-
tigen een kemelkoers.
Baron Jozef de Grawez, burgemeester van
Spa, groote automobielrijder dwarsdoor de
woestijn, zet zulk een koers op touw. De
woeslijnschepen of kemels zullen welwillend
de afstand tusschen Spa en Oostende, langs
Luik, Leuven, Brussel, Antwerpen en Gent
moeten afloopen. Achter de velos of ijzeren-
peerden, do autos of bloedchoezen, daarna
de vliegers en vliegtuigen, de voetgangers
op twee beenen en thans nen kemelkoers.
't Is dat 1
D' RUBBENS.
HOOFDSTUK IV.
Over het materieel.
Art. 14. Do beweegbare gezondheids
vormingen, zullen, als zij in de handen van
den vijand vallen, hun materieel, de gespan
nen bijbegrepen, welke ook de vervoermid
delen en het leidend personeel is, behouden.
Nochtans mag de bevoegde krijgsoverheid,
er over beschikken voor den dienst van ge
kwetsten en zieken de teruggave van het
materieel zal geschieden in dezelfde voor
waarden en zooveel mogelijk terzclfdertijd,
dan deze voorzien voor het gezondhoidsper-
soneel.
Art. 15. Do gebouwen en het mate
rieel der vaste gestichten blijven aan de
krijgswetten onderworpen, maar zullen van
hunne bestemming niet mogen worden ont
trokken, zoolang zij noodig zijn aan ge
kwetsten en zieken.
De bevelhebbers zullen er cchtor mogen
over beschikken bij hoogdringendheid, en na
op voorband het lot der gekwetsten en zie
ken te hebben verzekerd.
Art, 16, Hot materieel der hulpge
nootschappen, aangenomen volgens het ver
drag en gelijkvormig aan de vereischte
voorwaarden wordt aanzien als bijzondere
oigendom, en als dusdanig, ten alle tijde
geeerbiedigd, doch met recht voor de krijgs-
voerders er over te beschikken volgens ge
bruiken en wetten van den oorlog.
HOOFDSTUK V.
Over dc treinen gelast met 't afvoeren der
gekwetsten.
Art. 17. Deze treinen zullen behan
deld worden als beweegbare gezondheids
vormingen, behalve de volgende bijzondere
schikkingen
1° De krijgsvoorder die een trein betrapt,
mag indien de krijgshoofden het vereischen,
uiteendrijven maar moet de zorg van ge
kwetsten en zieken op zich nemen.
2° In dit geval, zal de verplichting voor
zien in artikel 12, toepasselijk zijn aan gansch
het militair personeel gelast met het ver
dragen of hot bewaken van den trein, en dat
regelmatig daartoe aangesteld is.
De verplichting het gezondheidsmaterieel
terug te geven, voorzien in artikel 15, zal,
toegepast worden aan de treinen des ijzeren
wegen, de binnenschepen bijzender aange
legd tot het vervoer der gekwetsten, alsook
aan de gewone rijtuigen, treinen en schepen
toebehoorende aan den gezondheidsdienst,
mogen ingepalmd worden met hunne ge
spannen.
Het burgerlijk personeel en de verschil-
lige vervoermiddelen, er bij begrepen het
materieel van den ijzeren weg en de voor
vervoertreins gebruikte schepen, zullen aan
de algemeene bepalingen vap de wetten der
volkoren luisteren.
HOOFDSTUK VI.
Over het kenteeken van 't verdrag.*
Art, 18. Als hulde voor Zwitser
land is het wapenteeken roode kruis op wit
ten grond, voortkemende van de verwisse
ling der bondgenootschappelijke kleuren,
behouden als zinnebeeld en kenteeken van
den gezondheidsdienst der legers.
Art. 1Ö. Dit zinnebeeld komt voor op
vlaggen, armbanden en op al het gerief ge
hecht aan den gezondheidsdienst, met toe
lating van de militaire overheid.
De monnikken van Reichenau in de Xc eeuw
streden tegen de Hunnen te Ekkenhard onder
de plooien van eene witte vlag met roode kruis.
Turkeyën heeft ook zijne bijtreding aan
't verdrag van Geneve gegeven, doch, uit haat
van 't kruis der christenen, heeft het kr uis ver-
vervangen door de roode halve maan van den
Profeet.
Art. 20. Het personeel, beschermd
krachtens art. .9, alinea 1®, 10, 11, draagt
aan dor linkerarm eenen armband met roode
kruis op witten grond, afgeleverd en ge
stempeld door de bevoegde krijgsoverheid,
alsook een indentiteitsbewijs voor de perso
nen aan den gezondheidsdienst gehecht van
de legers maar die geene soldatenkleedij
dragen.
AnT. 21. De witte vlag met roode kruis
mag slechts geheschen worden op gezond
heidsvormingen en gestichten welke zij be
veelt te eerbiedigen, en met de toestemming
der krijgsoverheid. De nationiale vlag van
den knjgsvoerder ten wiens dienst de vor
mingen of gestichten behooren, moet bene
vens de witte vlag mot roode kruis aanwezig
zijn. Nochtans, do gezondheidsvormingen in
de handen der vijanden gevallen zullen
slechts de witte vlag met roode kruis opste
ken, zoolang zij in dien toestand zullen ver
blijven.
Art. 22. De gezondheidsvorming'en der
onzijdige landen, die volgens art. 11, zouden
gemachtigd zijn geweest hunne liulp te lee
nen, moeten met de witte vlag met roode
kruis, de vlag opsteken van den krijgsvoor
der ten wiens dienst zij staan.
Anr. 23. Het zinnebeeld van het roode
kruis op witten grond en de woorden Roode
Kruis. Verdrag van Genéve, zullen nooit
mogen gebruikt, in vredestijd zoowel als in
oorlogstijd, dan om aan te duiden en te be
schermen de gezondheidsvormingen en ge
stichten, personeel on materieel dat volgens
't verdrag recht op bescherming heeft.
HOOFDSTUK VII.
Over het toepassen en uitvoeren van het
verdrag.
Art. 24. De schikkingen van dees ver
drag verbinden slechts de mogendheden die
ze aanvaard hebben, en die onder elkaar zou
den oorlog voeren. Van zoodra eene der
krijgsvoerders niet door dees verdrag zou
gebonden zijn, zijn de andere van alle ver
plichtingen ontslagen.
Art. 25. De opperbevelhebbers der
strijdende legers worden gelast met het toe
passen lot in de kleinste, van de maatrege
len in vorige artikels vermeld. In niet voor
ziene voorvallen zullen zij volgons dc inlich
tingen hunner wederzijdscbe regeeringen en
gelijkvormig aan de voorschriften van bet
verdrag handelen.
Art. 27. De landsbesturen die aan
t verdrag aankleven zullen de noodige maat
regelen nemen, om hunne troepen in te lich
ten ovor de schikkingen van het verdrag, en
zo aan do bevolking bekend te maken.