Sinte Oafliarina-Lombeek. Het Rood Krols Be!sisc!ie Katholieke Dagbladschrijvers Droeve plechtigheid VRIJHEID ©ETOüElfiEU TE ROME Voor den Bond der Katholieke Dagbladschrijvers van België WILDE PAARDEN I^emelfcoers 20 EN 21 APRIL 1913 Vrijdag morgend hadden onder een ovor- Igrooten volkstooloop do lijkplechlighedèn flaals, van den ougolukkigenEmiel Geeroms, liet 15 jarig zoontje van M. Leon Geeroms, jdie Dinsdag op zulke vaeeselijke wijze aan lijn einde kwam, I De talrijke vrienden en bekenden van den boer Geerajns haddon er aan gehouden, de familie, wier smart waarlijk hartroerend <vas, hunne deelneming te komen betuigen. Op het kerkhof werd de volgende lijkrede uitgesproken door M. Robert Simoens, leer ling der lalijnsche vijfde klas. I MIJNHEEREN, Met gebogen hoofde, staan wij hier voor dit iepen graf, en staren, met tranende oogen, het hart van droefheid gebroken, op die koude doodkist, waar de stoffelijke overblijfsels berus- jlcn van hem, die voor zijn hardbeproefde ouders een allerliefste zoon was, voor zijne meesters een voorbeeldig student, voor 'ons allen een goede en trouwe vriend,onze diepbetreurdc,dller- pestc studiemakker Emiel GEEROMS. I Over drie dagen nog, knielde hij nevens ons aan dc communiebank, speelde met ons op den iocr van het College, en studeerde bij ons in Studie en klas. 's Namiddags nog heeft menigeen van ons hem zien Wegrijden, vroolijk en vlug op zijn rijwiel, terwijl hij lachend tot weerziens groette.... Helaas een paar uren later vloog door de stad de schrikkelijke mare die ons allen met verstomming heeft geslagen. Hoe jammer toch! Hoe wreed!» Zoo stijgt sinds drie dagen de klacht uit alle monden. Waarom dat jeugdig leven ge- Smakt, gebroken, en, daar het zooveel belovend te bloeien stond, waarom zoo schielijk uitge doofd? Waarom in zulke akelige omstandig heden weggerukt? Zoo spreekt de mensch, en aoelvt vruchteloos het antwoord... Maar de christen weet dat God oneindig wijs en goed is, en zijne raadsbesluiten ondoordringbaar zijn. God ooTdeelt niet gelijk de menschentijden dupr zijn niets voor hem die eeuwig is. En daarom herhalen wij hier het woord der christe lijke gelatenheid) het eenig woord, dat de goede ouders te midden hun hartverscheurende droef heid spreken konnen Hij is te morgen te com munie geweest. Onze Lieve Heer is hem komen halen. Hij weet waarom, Hij weet het best. n Maar wij, wij zullen hem nooit vergeten. Hoe souden wij hem kunnen vergeten, die zoo hoog in onze achting stond, zoo vast in onze genegen heid, die het vertrouwen van al zijne meesters en de hartelijke vriendschap van al zijne makkers gewonnen had, omdat hij de beste van ons allen «yas. 'De schoone voorbeelden van vrome deugd die hij t'huis onder zijne oogen had, dc wijze oplei ding zijner doorchristelijke ouders, hadden reeds vroeg in die kinderziel veel belovende vruchten doen kiemen. Zoo groeide hij op, in jaren, in wijsheid en deugd, vol lustig leven en bloeiende gezondheid, Tijk begunstigd met de uitstekendste gaven van fcart en geest, bijzonderlijk met die vriendelijke gezelligheid van inborst, die onstuimige vurig heid in voord en daad, die ons, jonge studenten, zoo zeer bevallenbegiftigd vooral met de edel- fete deugden ernstige, overtuigde godsvrucht; hij kon zoo schoon,zoo ingetogen bidden; onver moeibare werkzaamheid: hij zou nooit zijne taak fen halve laten staan; eenvoudige, opgeruimde gehoorzaamheid plicht bovenal. Een levend \oonbeeld teas hij van den christen student. Zoo ging hij de toekomst te gemcet, in den bloei en le blijheid zijner 15 Jaren, hij, die eens de kroon rn het geluk zou worden van zijne teergeliefde "juders. Helaas! God heefter anders over beschikt. God gaf hem ons, God nam hem ons, Gods Banra zij gezegend Emiel scheen geboren om ieveraar te zijn. leveraar is hij geweest van hetkedel werk der icrre missiën, en geen onder ons die zich beter ran zync taak heeft gekweten. leveraar was hij fn de Congregatie. Hoe veel hij hield van rccré- Itie en apak en kampstrijd, het was Jiem eene treugde, spel en strijd en werk daar te laten om het Mariabeeld te gaan versieren in de kapel der Congregatie, waar hij met zooveel zorg het ambt zan koster vervulde. leveraar was hij van de veelvuldige communie, een der eersten, die alle aaenschelijk opzicht onder de voeten trad, in den Iroegen morgen, 's winters, 's zomers, door koude en door regen, naar de kerk liep, om §.L. lieer in de H.Communie te ontvangen alle iagen dat hij kon.Zulk een jongen was hij, dat, waar het er zou op aankomen baanbreker te worden, een goed werk te stichten, het gevaar Ie keer te gaan, hij nooit zou achteruit deinzen. een, nooit zou hij eene vreesachtige, een zwak keling zijn: een uitgelezene ziel, een edelmoedig Dart was hij, van wien veel tc verwachten stond! /Leb welk een schat komen wij vandaag in het graf nederleggen I u Wat zou cr van hem geworden zijn God alleen weet wat er in de ziel omgaat. Maar waarom, Emiel, bracht gij zoo gaarn een bloempje mede van uwe wandelingen, een bloempje geplaatst thnis voor het beeld van het y. Ilart of van de Heilige Maagd. Waarom waart gij bezig thuis een grot op te Houwen voor O. L. Vrouw van Lourdes, en hadi jij bij Vader en Moeder aangedrongen om een Ichoon Mariabeeld te krijgen voor uws grot TVearom hieldt gij zooveel aan uwe dagelijksche iommunio Waarom kwaamt gij een heelen winter, zoo vroeg, naar het College om er Mis ran den Eerw. P. Rector Je kunnen dienen JVrnrom, gij, die zoo hevig en onstuimig waart »p den koer en in 't spel, kont gij zoo diep Ingetogen bidden? Waarom droegt gij in uwe ïiel de godsvrucht en den iever van een apostel Wat is er van hem geworden God gaf hem ons, God nam hem ons, Gods Naam zij gezegend Toen men zijn lijk uit hot water haalde, waren Dijn handen samengevouwen, gelijk hij ze zoo schoon kon samenvouwen in hel gebed. Biddend is hij gestorven. Biddend is hij, wij hopen het feast, ten hemel gevaren. En daar zal hij voort bidden voor zijne dierbaro ouders en broeders, $11 voor ons, zijne beminde Tsfudiemakkcrs. En Wij, wij zullen voor hem bidden, en zijn schoon koorbeeld van stichtende deugd diep in ons ge- Heugen bewaren. Vaarwel, Emiel, onzo allerdierbaarste vriend, tot woderziens hierboven DE VOLKSSTEM Werkstaking 2 Gelijk we 't Zondag voorzegden, was er Maandag, op den grrrooten Maandag 14 April, op de markt van Lombeek van geene slaking spraak. De eiers bolden van de markt, dat het een plezier was. Luizenden en duizenden eiers, en nooit genoeg, nog altijd nieuwe marchands bij, voor eiers, boter en beesten, enz. Gunt dan allen, Lom beekenaars, al de voortbrengselen van uwe stede aan uwe markt, 't Is eene weldaad voor uwe schoone gemeente. De Volksstem is toch eén gazet Vrienden 1 go moet ze lezen deze dagen, niet 's Zondags alléén, maar ook nog onder de week, om al het nieuws to kennen over de Algemeene uitiiongerino. De algemeene (1) werkstaking is mislukt en gelijk we voorspelden ze zal en kan niet lukken. Als de socialisten voortgaan met den werkman zijnen buik te nijg toe te riemen, kan er nog wel voor of achter iets losbersten maar 't zullen op slot van rekening, zooals altijd weer de werkman met zijn vrouw en kinderen zijn; die de. potten "zullen betalen. En sla het maar goed ga, menschen !'t En is geene staking van generaalsDe gene raals der socialisten staken niet. De groote he6ren advokaten werken dat 't koecht, op het Justiciepaleis. Daar pleiten- ze voor goed en verdienen er Groote Preê terwijl de suk kelaars van werklieden op Anseele*s bevel dea buik toeriemen, 't Is een staking van Kaporaals die 't volk opruien tot algemeen stemrecht, opdat dat volk, de onbezonnen gasten van 21 jaar, die mannen van kaporaals tot generaals zouden benoemen met een traktementje van 4000 ballen, plus de bijvallende profijtjes op zijn Anseele's en Bertrand's; Directeur van hier en Administrateur van daar. Vieze mannen hebben vieze baarden Tegengekomen 'Maandag 'Nen zwaren gezonden brirur. die Maandag vierde naar gewoonte, en staking bij gelegenheid. 'k wou dat alle dagen Kermis was en Zondag in de weekZijn boenen droegen met moeite 't gevulde tonneke. Ah, sa 1 riep hij 't is vandaag de generrrale werkstaking 1 Ja maar toch voor 't druppeltje niet he 'K geloof het wel en morgen ga ik wer ken om or nog een meer te kunnen pakken. Zorg maar dat ge werkt om uwe vrouw en kinderen eten te geven. Watte 1 Daar zal ik voor zórgen Maar als Vandervelde vier stemmon heeft, moet het gouvernement mij zooveel stemmen geven als ik druppels kan verdragen (oef Zijne beenen stuikten onder hem, en hij viel in de naastbij gelegen herberg. Er komen in ^Lombeek van dag tot dag wat meer gedwongen stakers. De aansla gen op de vrijheid van den arbeid vermeer deren rond Brussel. Wat princiepen niet kunnen teweeg brengen bewerkt de vrees. De menschen worden er gram om, en, als het wat moest duren, zouden onze mannen wien men de vrijheid wil ontnemeu van te arbeiden, de vrijheid wel eens kunnen pak ken van er op te slagen. Zoo vroeg ik aan iemand of hij geen schrik bad van gaan to werken. De jongen antwoordde wie mij iets miszegt, die sla ik op zijne sra... Dat de overheid met strengheid het werk bescherme, is brood noodig of er gebeuren malheuren Niet lossen, mannen en, Weg met de Algemeene Uithongering l l Ware vrijheid is goed, valsche bedriegt den boer. Er is geen mensch die de vrijheid niet lief heeft, maar de rechtVeerdige eischt die tevens voor anderen, de onrechtveerdige alleen voor zich zelf. G'est ga; in Frankrijk zijn do katholieken niet vrij hunnen godsdienst binnen of buiten de kerken uit te oefenen. Scholen die zo voor hunne kinderen gesloten houden wor den hun opgedrongen. De kloosterlingen worden buitongèzet en de priesters die effenaf hun plichten kwijten worden vervolgd gelasterd en gestraft. In Porlugaal gaat het er nog erger. In Italië zou men ook al meer en meer den teugel der verkeerde vrijheid loslaten. En in ons katholiek Belgie zouden de frainas- sons en sooios en wat weet ik nog de vrij heid der katholieken willen bepalen en den muilband ontdoen aan onrechtvaardige hatelijke en schandelijke valsche.vrijheid. Dat kan, dat mag, dat zal niet of nooit. Ja zelfs niet met de zoogezegde bedreigen de werkstaking, want Eedje Anaeele, de Gentsche roode keizer wat te veel op zij non neus zet en 't treffelijk volk zoowel onder de liberalen als onder de ware katho lieken, handelaars, nijveraars, boeren en werklieden enz. geheel en gansch tegen zijn werkingen ziet optreden en zijn vooruitstre ven zal muilbanden, MARG. Hebt ge dat nog niet bemerkt 't is altijd op den rug en op de kop of beter op de haren muts dat de socialisten uitvallen en liunno woede bot vieren. De burgerwacht, de andere politie en zeker de soldaten die bij omwen teling en zelfs in andere gevallen hun plicht kwijten en hun stuk staan laten zij met rust. Waarom altijd met de gendarms opkomen^ Waarom die vrees en die benauwdheid Want gemoogt ervan zeggen wat ge wilt, 't is angst dat do soctalisten en't gespuis •ovoelen wanneer ze zulke sterke mannon van orde in 't verschiet zien. Zeg me eens wie is er benauwd van die treffelijke en dappere mannen, voor het meesten deel deftige boerenzoons uit Vlaan- drenland Gezonde, sterk gebouwde en fiere kerels zijn onze brave gendarmen. Mannen die niemand kwaad willen, maar die orde en tucht moeten en altijd en overal willen handhaven. Hunne vijanden dat zijn de bandieten, de -moordenaars, de dieven en de leegloopers die men voor twee jaar in de kostscholen van Hoogstraten of Merxplas of Wortel aan 't werk -zet. De oproerstokers en oproer makers, de volksverleiders en misleiders, de trawanten van onlusten en omwenteling zijn, 't spreekt van zelfs, de aartsvijanden der gendarmen. Men is maar tegen de gendar men als men tegen de goede orde is 1 Aan ons dus de gendarmen de eer te geven die hun toekomt enden dank te wijten die ze verdienen. Aan ons die deftige krijsmannon en orde handhavers te schatten naar weerde en hun toe te roepen Mannen van orde, regeltucht en ontzag kwijt uwen plicht, gehoorzaamt stiptelijk aan uwe oversten, vrijwaart ons van omwenteling en aanslagen. Marc. Te Rome wordt gemeld, dat de toestand van den H. Vader voortdurend betert, doch dat de geneesheeren- eene volkomene rust voorschrijven zoodat alle ontvangsten zijn geschorst. Z, Em. kardinaal Merry del Val heeft de Belgische bedevaarders in naam van Z. ïl. ontvangen. De ontvangst had plaats in het Vatikaan. Mgr. Heylen die zich op zijne reis naar Malta, te Rome had opgehouden, heeft de pelgrims aan Z. Em. den Kardinaal-staals- secreiaris voorgesteld. M. Mallió, secretaris van den bond der Katholieke Dagbladschrij vers, las het adres aan den H. Vader, en bood aan den Kardinaal de opbrengst dor Pauselijke Nieuwjaarsgift met het album de namen bevattende der inteekenaars. Zeer ïIrilige Vader, Elk jaar met do Kerstfeest, opent de Bond der Katholieke Dagbladschrijvers van België met de medewerking van al de katholieke dagbladen en onder de bescherming der Bisschoppen zijne inschrijving voor de Nieuwjaarsgiften Van den Paus. Vijftien jaren geleden ontstaan uit eene opzwelling van liefde on eerbied jegens de toen regeerende Paus Zijne Heiligheid Leo XIII, roemrijke gedachtenis, werd het werk van jaar tot jaar voorlgezet, ondersteund door de innuige getrouwheid der Belgische Katholieken aan dén H. Stoel en de diepe genegenheid welke zij U toegewijd hebben. Zeer Heilige Vader, 'tls dus uit de zuiverste bron van het Katholiek gevoelen dat het werk zijner levenskracht put en alzoo het luisterrijk zinnebeeld wordt van de rechtzin nige onderdanigheid welke de Belgische katholieken verbindt met het levende brand punt van de eenheid der Kerk. De inschrijving beloopt dees jaar eene som van 127,115,78 frank. Velen onzer inschrijvers, den oproep onzer bisschoppen beantwoordend, hebben een deel hunner gif len willen" toekennen aan de kerk welke aan de Milviusbrug te Rome zal opgericht worden tot aandenken van den zegepraal van Constantinus over MaxenLius. Het is voor hen eene ware vreugde, zich alzoo ta kunnen aansluiten bij de inzichten van Uwe heilig heid en bij te dragen om de gedenkenis te verheerlijken van e9ne gebeurtenis welke zulken diepen invloed uitoefende op de lots bestemming der wereld. Het Edikt van Milanen, het gevolg van dien zegepraal moost vooreerst de vrijheid van den christene eeredionst, die tot dan ver boden en vervolgd geweest was, bekrachti gen en de Kerk toelaten aan alle volkeren het zaad van waarheid en leven mee te dee- len dat in het vervolgde luisterrijke ontwik keling der christene samenleving moost voortbrengen. Op burgerlijk gebied moesten de uitslagen niet min verheugd zijn Met de waarheid bracht de Kerk aan die volkeren, heidenen en barbaren, ook do herlevendigo grondbe ginselen van broederlijkheid, vrijheid en ge lijkheid. Onder hunnen invloed werden de wetboeken menschelijker, de slaven vonden hunne eigenweerde terug, de arbeid werd veredeld, do familieversterkt, en langzamer hand ontstond in het bestuur der staatsgezel- schappen een wijs en beraden evenwicht van gezag en van vrijheid, bron van vrede en vooruitgang. Gave de Hemel dat dit verhe ven deel nooit ontaard geweest ware 1 Het past voorzeker die daadzaken te berin neren, nu do ongodsdienstige secten overal den weldoenden invloed der Kerk trachten te verminderen en de christene vrijheden in te krimpen, terwijl zij tevens, door hunne verderfelijke leeringen, in de samenlevin gen haat en nijd zaaien, die moesten zij de bovenhand bekomen, ons tot de schrikkelijk* ste dwingelandij der heidensche eeuwen te rugbrengen. Ook zullen alle katholieken Uwe Heiligheid ten zeerste dank wezen, omdat gij met luister het zestienhonderdjarig jubelfeest der gedenkensweerdige overwin ning van Gonstantinus hebt willen vieren. In dezelfde gevoelens vereenigd, hernieu wen wij aan de voelen van Uwe Heiligheid de betuiging onzer kinderlijke onderdanig heid aan den II. Stoel, en wij vragen U oot moedig Uwen Apostoliekon zegen te schen ken aan ons zelvej aan onze familie, aan onzen Bond, alsook aan al de inschrijvers, wier giften in dit album vermeld zijn, en waarvan wij§ U varzoeken, Zeer Heilige Vader, de inzichten in het bijzonder te willen zegenen. VAN UWE HEILHEID de onderdanige en verkleefde zonen De Schrijver, De Voorzitter, Leo Mallié. Albert De Moor. De Ondervoorzitters, Iemand Nextray, Jan Van Meuten. In Amerika, ten minste in sommige stre ken komen er nog in sommige steppen, onafzienbaar groot, wilde paarden en hon den voor. De Cowboys of de stoute en kranige ruiters in bet wilde Westen gaan op die peerdenjaebt uit. Tot het vangen van die dieren bedienen zij zich van hunne lasse of eene lange tong of zeel, dat ze eenige keeren zeer snel en rap boven hun hoofd rondzwaaien, zoodat de koord een spiraal vorm aanneemt, en hot dan met zelden mis sende zekerheid om den kop of pooten van de wilde paarden werpen, en deze zoo op den grond trekken, er zich meester van maken en in enkele weken tijds er tamme en zeer bruikbare lastdieren van welen te maken. Om hun jagen te vergemakkelijken jagen de Cowboys de paarden op in een mot palen omheinde ruimte, waar men ze gemak kelijker kan vangen. 't Moet waar zijn, want de Fransche gazctlen zijn reeds jaloersch en worden reeds verlekkerd om hot ook te zien en te krijgen* Wij gaan kunnen met eigen oogen besfa- tigen een kemelkoers. Baron Jozef de Grawez, burgemeester van Spa, groote automobielrijder dwarsdoor de woestijn, zet zulk een koers op touw. De woeslijnschepen of kemels zullen welwillend de afstand tusschen Spa en Oostende, langs Luik, Leuven, Brussel, Antwerpen en Gent moeten afloopen. Achter de velos of ijzeren- peerden, do autos of bloedchoezen, daarna de vliegers en vliegtuigen, de voetgangers op twee beenen en thans nen kemelkoers. 't Is dat 1 D' RUBBENS. HOOFDSTUK IV. Over het materieel. Art. 14. Do beweegbare gezondheids vormingen, zullen, als zij in de handen van den vijand vallen, hun materieel, de gespan nen bijbegrepen, welke ook de vervoermid delen en het leidend personeel is, behouden. Nochtans mag de bevoegde krijgsoverheid, er over beschikken voor den dienst van ge kwetsten en zieken de teruggave van het materieel zal geschieden in dezelfde voor waarden en zooveel mogelijk terzclfdertijd, dan deze voorzien voor het gezondhoidsper- soneel. Art. 15. Do gebouwen en het mate rieel der vaste gestichten blijven aan de krijgswetten onderworpen, maar zullen van hunne bestemming niet mogen worden ont trokken, zoolang zij noodig zijn aan ge kwetsten en zieken. De bevelhebbers zullen er cchtor mogen over beschikken bij hoogdringendheid, en na op voorband het lot der gekwetsten en zie ken te hebben verzekerd. Art, 16, Hot materieel der hulpge nootschappen, aangenomen volgens het ver drag en gelijkvormig aan de vereischte voorwaarden wordt aanzien als bijzondere oigendom, en als dusdanig, ten alle tijde geeerbiedigd, doch met recht voor de krijgs- voerders er over te beschikken volgens ge bruiken en wetten van den oorlog. HOOFDSTUK V. Over dc treinen gelast met 't afvoeren der gekwetsten. Art. 17. Deze treinen zullen behan deld worden als beweegbare gezondheids vormingen, behalve de volgende bijzondere schikkingen 1° De krijgsvoorder die een trein betrapt, mag indien de krijgshoofden het vereischen, uiteendrijven maar moet de zorg van ge kwetsten en zieken op zich nemen. 2° In dit geval, zal de verplichting voor zien in artikel 12, toepasselijk zijn aan gansch het militair personeel gelast met het ver dragen of hot bewaken van den trein, en dat regelmatig daartoe aangesteld is. De verplichting het gezondheidsmaterieel terug te geven, voorzien in artikel 15, zal, toegepast worden aan de treinen des ijzeren wegen, de binnenschepen bijzender aange legd tot het vervoer der gekwetsten, alsook aan de gewone rijtuigen, treinen en schepen toebehoorende aan den gezondheidsdienst, mogen ingepalmd worden met hunne ge spannen. Het burgerlijk personeel en de verschil- lige vervoermiddelen, er bij begrepen het materieel van den ijzeren weg en de voor vervoertreins gebruikte schepen, zullen aan de algemeene bepalingen vap de wetten der volkoren luisteren. HOOFDSTUK VI. Over het kenteeken van 't verdrag.* Art, 18. Als hulde voor Zwitser land is het wapenteeken roode kruis op wit ten grond, voortkemende van de verwisse ling der bondgenootschappelijke kleuren, behouden als zinnebeeld en kenteeken van den gezondheidsdienst der legers. Art. 1Ö. Dit zinnebeeld komt voor op vlaggen, armbanden en op al het gerief ge hecht aan den gezondheidsdienst, met toe lating van de militaire overheid. De monnikken van Reichenau in de Xc eeuw streden tegen de Hunnen te Ekkenhard onder de plooien van eene witte vlag met roode kruis. Turkeyën heeft ook zijne bijtreding aan 't verdrag van Geneve gegeven, doch, uit haat van 't kruis der christenen, heeft het kr uis ver- vervangen door de roode halve maan van den Profeet. Art. 20. Het personeel, beschermd krachtens art. .9, alinea 1®, 10, 11, draagt aan dor linkerarm eenen armband met roode kruis op witten grond, afgeleverd en ge stempeld door de bevoegde krijgsoverheid, alsook een indentiteitsbewijs voor de perso nen aan den gezondheidsdienst gehecht van de legers maar die geene soldatenkleedij dragen. AnT. 21. De witte vlag met roode kruis mag slechts geheschen worden op gezond heidsvormingen en gestichten welke zij be veelt te eerbiedigen, en met de toestemming der krijgsoverheid. De nationiale vlag van den knjgsvoerder ten wiens dienst de vor mingen of gestichten behooren, moet bene vens de witte vlag mot roode kruis aanwezig zijn. Nochtans, do gezondheidsvormingen in de handen der vijanden gevallen zullen slechts de witte vlag met roode kruis opste ken, zoolang zij in dien toestand zullen ver blijven. Art. 22. De gezondheidsvorming'en der onzijdige landen, die volgens art. 11, zouden gemachtigd zijn geweest hunne liulp te lee nen, moeten met de witte vlag met roode kruis, de vlag opsteken van den krijgsvoor der ten wiens dienst zij staan. Anr. 23. Het zinnebeeld van het roode kruis op witten grond en de woorden Roode Kruis. Verdrag van Genéve, zullen nooit mogen gebruikt, in vredestijd zoowel als in oorlogstijd, dan om aan te duiden en te be schermen de gezondheidsvormingen en ge stichten, personeel on materieel dat volgens 't verdrag recht op bescherming heeft. HOOFDSTUK VII. Over het toepassen en uitvoeren van het verdrag. Art. 24. De schikkingen van dees ver drag verbinden slechts de mogendheden die ze aanvaard hebben, en die onder elkaar zou den oorlog voeren. Van zoodra eene der krijgsvoerders niet door dees verdrag zou gebonden zijn, zijn de andere van alle ver plichtingen ontslagen. Art. 25. De opperbevelhebbers der strijdende legers worden gelast met het toe passen lot in de kleinste, van de maatrege len in vorige artikels vermeld. In niet voor ziene voorvallen zullen zij volgons dc inlich tingen hunner wederzijdscbe regeeringen en gelijkvormig aan de voorschriften van bet verdrag handelen. Art. 27. De landsbesturen die aan t verdrag aankleven zullen de noodige maat regelen nemen, om hunne troepen in te lich ten ovor de schikkingen van het verdrag, en zo aan do bevolking bekend te maken.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1913 | | pagina 6