DeVergiffenis van den Monnik
Vliegmachienen en
Automobielen in Kongo.
Plechtige Inhuldiging van den E. H. Abdon Van Herrewege, Pastoor van Sint-Jozefsparochie-Aals
Lang leve de E. H. Van Hen far;
op ZoudaB SO A_pril, om S ure namidLdag.
De Stoet zal bestaan uit de kinderen
der vrije scholen (bewaark lassen uit
gezonderd), de jongens en meisjes der
Zondagscholen, de jonge dochters der
Congregatiën, de jongelingen en meis
jes der Patronagen, de leerliDgen der
Ambachtsschool, de leden van den
Katholieken Volkskring Sint Jozef, met
Fanfaar, Bolders- en Kaartersmaat-
schappij en al de andere bestaande in
richtingen, maatschappijen en bonden.
VORMING VAN DEN STOET.
De kinderen, jongelingen en mannen
moeten bijeenkomen ten 2 1/2 ure op
de Speelplaats van Sint Martensge-
sticht (Esplanade) de meisjes, jonge
dochters en vrouwen om 2 1/4 ure in
het Klooster der Zusters Franciscaner-
sen (St-Jozefstraat).
Om 2 3/4 ure zullen deze twee afdee-
lingen (in rangen van vier/ zich bege
ven naar het Statieplein, alwaar on
middellijk de stoet zal gevormd wor
den in volgende orde
De flinke Ruiters van Schaarbeek
Koninklijke harmonie der stad Meis
jes der lagere school, Zondagschool,
kleine Congregatie en Patronagie
Twee bijzondere groepenJonge doch
ters der groote Congregatie en andere
Vrouwenatdeelingen
Jongelingen der lagere schoolZon
dagschool en Patronage Leergasten
der Ambachtsschool Fanfaar - Wil
len is Kunnen»; Leden van den Katho
lieken Volkskring, en van alle afdee-
lingen en bonden Bestuurleden, Bur
gerlijke Overheid, Heeren van den
Kerkraad en de Eerwaarde Heer
Pastoor met den Z. E. H. Deken en
Getuigen.
E. H. Abdon Van Herrewege
Pasloor van Sl-Josef, sedert 31 Maart 1913
E. H. P. Morre
Onderpastoor van Sint-Jozef
sedert 29 Maart 1901
E. H. C. Demeester
Onderpastoor van Sint-Jozef
sedert 3 September 1906.
E. H. H. Peirsman
Onderpastoor van St-Jozef sedert 29 Juli 1910
Om 3 OREN STIPT. Optock
den Stoet door de volgende strak
Albert Lienartstraat,Esplanade
Lange Ridderstraat, Vrijheid
Gentschestraat, Gentschen stet
Koolstraat, Dirkmartensstraat,
straat, Vooruitgangstraat, Stati
Statiestraat, naar de Kerk.
In de Kerk, Plechtige aans
van den Eerw- Heer Pastoor m<
spraak, door Z. E. H. Kanunnik
lands, Pastoor Deken. Al dezen
den stoet deel nemen (de kinden
gezonderd) zullen voor alle andi
de kerk toegelaten worden.
's Avonds om 8 uren, Verlichti:
straat en huizen in de gebum
Pastorij (Esplanade en Dender
sche steenweg),
's Anderendags, Maandag 21
om 8 uren,
Plechtige Mis van dankbaarl
Si
kt
door den E. H. Pastoor opge
voor het geestelijk en tijdelijk
zijner duurbare Parochianen.
I
ill
■ei
de
itn
tie
dei
;icl
Irc
Men verwacht
Alle huizen bevlagd en versierd I
Veel volk in den Zegestoet 1
Prachtige Verlichting der gebuurte
Talrijke parochianen in de Mis ïiirii
baarheid I
Pastoor vati Sint-Jozofsparocli^
vas
aan
14° Vervolg.
Mercedes trachtte zich te bedwingen
daarna hernam zij
Maar indien gij van avond niet
eens terugkwaamt...
Gij behoeft niet op mij te wachten,
Mercedes bid God voor uw echtgenoot
alvorens te gaan slapen.
Maar indien gij weggaat, zegde
Mercedes, kan ik niet naar het bal gaan
van den graaf van Olivarez, noch naar
het feest van den koning.
Neen, Mercedes, maar stel u ge
rust ik zal u dat later vergelden.
Alonzo greep hare hand en zegde
Laat de gedachten aan deze ver
maken nu eens varen het zal verstan
diger zijn. Een gebiedende reden ver
plicht mij dezen avond over de som te
beschikken die ik ter uwer dispositie
gesteld had.
Gij kunt vertrekken Alonzo, zegde
Mercedes met eene ijskoude stem;
maar bij uwe terugkomst zult gij mij
niet meer hier zien.
Groote God, wat wilt gij doen
Naar mijne moeder terugkeeren,
tot den tijd dat gij mij genoeg zult
achten om mij voor den helft in uwe
geheimen in te wijden.
Maar dat is wreed, monsterachtig
wreed, zegde Alonzo met eene stem
waarin teederheid en droefheid samen
kampten. Gij legt mij waarlijk op de
folterbank. Met uwe vrouwengrillen
en uwe kinderachtige jaloezieei,denkt
gij mij te bewegen om mijn geloof,
mijn geweten te verraden, om u een
geheim over te leveren dat mij iet toe
komt, om de Judas te worden van we
zens die op mij hun vertrouwen gesteld
hebben. Gij zult eens berouw hebben
over wat gij mij thans doet lijden. God
geve dat het dan niet te laat zij.
Blijf, riep zijne vrouw.
—Vaarwel, gaf Alonzo ten antwoord.
En zonder om te zien, vreezende nog
verteederd te worden door de tranen
van zijne vrouw, verliet de artist het
vertrek.
Hij snelde naar een ander vertrek,
dat eveneens vreemd gemeubileerd
was, haalde een sleutel van verguld
metaal uit zijn kleed te voorschijn en
bediende zich hiervan om eene kas te
openen, die met ivoor ingelegd was.
In een van de vele laden van dit meu
belstuk lagen dukaten, waarmeê hij
zijne zakken vulde toen sloot hij de
kas weer en verwijderde zich snel.
Toen hij den gang doorkwam,
zegde hij tot een knecht
Gij behoeft mij van avond niet te
wachten, Juan. Ik kom niet of heel laat
thuis maar ik heb den kleinen sleutel
bij mij.
Een oogenblik later bevond Alonzo
zich op straat en verwijderde zich met
rassche schreden.
Intusschen gaf Mercedes, alleen ge
bleven, zich aan eene dubbele, vlaag
van wanhoop over, ten eerste van spijt
dat geheim niet te kennen dat Alonzo
weigerde haar toe te vertrouwen, ten
andere het denkbeeld niet op het feest
des konings tegenwoordig te zijn.
Zooals wij reeds zegden, had Merce
des een zwak en lichtzinnig karakter
opgevoed door een moeder die meer
werk maakte van haren opschik dan
van iets anders, putte zij niet uit
het geloof den moed om de beproevin
gen des levens te verdragen. Het ge
ringste verdriet boog haar neer als een
riethalm.
Dona Soledad, hare moeder, had haar
onder alle vormen ingeprent dat een
vrouw thuis volstrekt baas moet we
zen zij was niet in gebreke gebleven
haar eigen voorbeeld aan te halen, en
Mercedes, wier vader een toonbeeld
was van echtelijke onderworpenheid,
volgde maar al te zeer de lessen van
Dona Soledad.
De tweede stelregel van de moeder
van Mercedes, was dat de schoonheid
van eene vrouw een volstrekte macht
is en dat alles moet onderdoen voor de
macht der uitwendige bekoorlijkheid.
Het gevolg van deze verkeerde op
voeding was dat Mercedes haar best
deed om de natuurlijke voordeelen te
doen uitkomen, waarmee de natuur
haar versierd had, terwijl zij geheel
en al de studie verwaarloosde van wat
de innigste bekoorlijkheid des levers
uitmaakt, zoowel als de beoef ming der
deugden die zooveel tot veitroosting
des levens bijbrengen.
Haar eigenliefde nam daardoor op
eene buitensporige v ijze toe, een
eigenliefde meer kinderachtig- dan
doordacht, maar dikwijls gevaarlijk
en nu.en dan zelfs wreed.
Alonzo Cano, te zeer afgeleid door
zijne groote werken om aan zulke
schijnbare kleinigheden te kunnen
denken, willigde maar al te gedwee de
grillen van Mercedes in.
In plaats van de liefdevolle meester,
de opvoeder van dit lichtzinnige en
onbedachts schepsel te worden, liet hij
haar in hare onwetendheid, en geheel
en al afgeleid door zijne bezigheden
te zeer ingespannen, d.ior lijnen groo
ten arbeid vergat hij dat deze ziel hem
was toevertrouwd als een kostbaar
pand en dat hij er God eens verant
woording van zou moeten geven.
De stormen die nu en dan in zijn huis
losbersten, schenen hem als zoovele
zomerbuien die opkomen en verdwij
nen tusschen twee zonnestralen.
Wist hij dan niet dat de hevigste
toorn van Mercedes zich onmiddellijk
legde bij de belofte van een nieuw
kleed
Zonder zich rekenschap te geven dat
hij door aldus te handelen aan de plich
ten van het huwelijk te kort deed en
zijn karakter verlaagde, liet hij de
lichtzinnigheid van Mercedes haar
gaDg gaan, en toen hij dezen dag zijn
huis verliet, al wist Alonzo Cano dat
hij zijne vrouw in de hevigste verbit
tering had achtergelaten, was hij er
toch verre af, de gevolgen hiervan te
voorzien en te berekenen.
Eene soort van wreede en jaloersche
razernij had zich van Mercedes mees
ter gemaakt.
Voor de eerste maal van haar leven
gevoelde zij zich in staat eene onedele
handeÜDg te verrichten, en zonder aar
zeling, maar ook zonder wroeging
zocht zij naar de middelen om haar
boozen lust te voldoen.
Alonzo was gewoon zijne papieren
van waarde en zijn goud weg te slui
ten in een Italiaansche kas die in een
naastgelegen kamer stond. Nooit kreeg
Mercedes den sleutel van dit meubel
in handen. Thans echter door hare
gramschap medegesleept, wilde zij zien
welke geheimen zij bevatte.
(Wordt voortgezet.)
Lescarts, wie van onze sportmannen
kent er de stoutmoedigen vlieger Les
carts niet
Zijne hooge en snelle vluchten ver
wonderden gansoh Belgenland en nu
is hij in de Katanga aan de zwarten
van Kongo een bewijs gaan geven dal
gelijk de negers het bij elke verwon
dering zeggen de witte man kan
alles.
Ge kunt denken hoe die zwarte rede
lijke schepsels daar moeten staan ga
pen en blijven gapei toen zij die
mensch-vogel in hunne blauwe Afri
kaansche lucht, als een arend zien drij
ven, duiken en klimmen.
Arme zwarte koppen zoo in eens in
volle beschaving vallen, het haar der
negers, Vrees ik zal niet lang meer
krullen, want meer dan eens daags zal
hun haar moeten te berge rijzen van
schrik en aandoening.
De dieren, vluchten bij Lescarts
opstijgingen de arend verlaat de
streek voor langde zebra loopt einde
verd'antiloop vlucht als een pijl uit
den boog; de luipaard kruipt langs
den grond als een wegsluipende kat
de buffel blaast en briest en breekt al
wat in zijne wille vaart hem dreigt te
belemmeren de olifant, die reus der
dierenwereld, ziende dat zijn snuit te
kort is om die moderne ronkende bie
te grijpen trekt er lomp en plomp van
onderde leeuw, de forsche, de fiere
leeuw, de koning der dieren, in woede
ontstoken, denkt zich verschrikkelijk,
maar eindigt met zich te verduiken in
het diepste des wouds wiens gewelven
onder zijn helsch gebrul dreunen.
En toch is Lescarts' vliegen maar
tot heden een proef geweest, kortston
dige omreizen, daar het lange grai
(de brousse) hem belet grondplaatsen
te ontdekken, waar het gunstig is om
met eene vliegmachine aan te landen
Lescarts moet dus onvermijdelijk zijne
luchtverovering beperken, daar hij
altijd op dezelfde plaats moet terug
komen.
Wat zal het zijn in het droog sei
zoen Wat zal Afrika verbaasd staan
wanneer de koene luchtreiziger zal op
stijgen tot Elisabethstad om een kort
bezoek te gaan brengen aan de Belgen
fat
vas
DC
roo
la.
ila;
8.
ben
I
kas
te 8
van Stanleystad, dan zijn ontbi lijn
nemen te Boma om langs de
terug naar de hoofdstad van
zijne hoedanigheid van tweev
gaan hernemen
Om in volle vluchtte kunnen
varen moet Lescarts het einde
regen-seizoen afwachter, dus
van af die maand zijn die gen
rukwinden en stortregens niet
vreezen en dank aan de droi Bid
men het lang gras kunnen i
steken en zoo aan vogel Lescart
plaatsen bij de vleet verschailei
opd
In afwachting laat onze lucht vel<
zijne ledematen niet verstram ll
is het door ae snelle vaart
auto dat Lesearts de negers in
king weet te houden voor hi
mobiel rijden beschikt men
goede banen in Katanga maiileei
overtreft de lust, zoo het schi kli
zijne machine in het lang grai
bekommernis van wegen, door
ven het lang gras, inderdaad:
hindeipaal, wel integendeel,
pijlen van drij, vier meters hoi
en onder den vooitrein van
de drukking van de pneus kt
alles plat en glad strijken,
Lescarts op een strooien tapijt
nog de hoedanigheid heeft
putten en kloven te doen ver
Denkt niet nochtans dat Le
eerste automobielrijder is ge' jln,
in Kongo roldein Boma enE
stad zijn er tuf-tufs sinds jarei
leden week is de sectie-overste
die met zijne dame in de Uélé
in Antwerpen aangekomen al
zijnen diensttijd uitgedaan
bestuurder van de automobiel
de Uélé.
Zes autokamions, door na
ploffingen bewogen,- stelsel F
daar regelmatig den openbi
voerdienstvanButatotTitule
elke auto Pipe kan 700 kilo t
mede nemen eri de autorij' Odi
gaz<
*ac
eenvoudige negers.
Arme zwarte koppen
Eerst waren het stoombooM
Kongostroom, die de zwarte
in verbazing steldendan
ijzeren weg. de negers uit h
vruchteloos liepen zij achte
rijdersde autos dachten zij,
laaiste, en nu staan zi] pa! bi
dat de Belgen de beschaving
Kongo voeren, zelfs per vlieg1
aog
bov.
I0U
het
mor
pen