De Roode Vastenbrief oorlog i ix d e B alkanen ALLERLEI Zoo gebeurd het LUN-YAT SEN Er is thans een wapenstilstand ge sloten, zoodat de strijd rond Scutari voorloopig geschorst is. Wat er van Scutari zal geworden, weet men nog niet. Montenegro is bereid desnoods geheel te sneven, om zijne oude hoofd stad te heroveren, terwijl van den an deren kant de Europeesche mogendhe den vlakaf weigeren, zulks toe te laten en zelfs de belegeraars zouden willen dwingen, het beleg op te breken. De wapenstilstand -welke tien dagen zal duren, zal ongetwijfeld de onder handelaars toelaten een bepaald be sluit te nemen en misschien de Balkan- kwestie, definitief te sluiten. ft Ar Algemeen zich op Soutari Ciloj/en E/nite Van der velde door de gratie van Marianna en de gunst der dutsen kopstuk der roode sussen, aan allen die er zijn en komen zullen..., smakelijk 1 Van af den Maandag 14 April zullen le werklieden, zoowel hunne kinde- •en, de vrouwen en de ouderlingen als mannen, den rooden vasten ten Btrengste onderhouden 2. Van af den gezegden 14 April is het gebruik van melk. kaas, vleesch. lieren, vet en boter, aan al de werklie- len ten strengste verboden. Zij zullen lich te vreden stellen met eene korst droog brood en wat in water gekookte ijst boonen of patatten met kazakken. 3.Alle werklieden zullen een sterken vai|riem dragen, om buik en maag stevig rast te snoeren tegen allen weerstand lanonze oppermacht... 4. Allevelo-en duivenspel zijn ten irri strengste aan de werklieden verboden dat ze hun geld sparen en hunne dui- yen verkoopen om de opbrengst te u itorten in de roode kassen. 5. Bier is aan de werklieden streng verboden... water is toegelaten, als 't Tan de stad niet is waar wij meester tbi lijn, want daar zetten wij de pompen rast, 6. Wij staan toe van brood te eten i R evi roor zooveel het voorkomt uit onze roode bakkerijen brood of winkel- y waren uit de burgerwinkels zijn ter Btrengste verboden, evj i. Wij staan toe aan al de hoofdman- ieti uen der roode socialistische partij alle roo middagen en alle avonden in een groot hotel een goed degelijk noen- en avondmaal te nemen, lekker gebraad, kieksken en eene goede flejsch wijn opdat ze kloek zouden staan om te be- chti velen en met geenen ijlen buik zouden am alapen moeten. 8. Voorts zullen al de werklieden,ter im bereiding van den rooden vasten, hun ne laatste centen storten in de roode kassen, de revolutionaire liederen aan nai leeren die ze zullen zingen om de chi klachten van hunne hongerige magen testillen... Voor gelijkvormig afschrift ZO-OTï Dina Juffrouw Komt ge Ja juffrouw, ja ik kom al Ge staat zeker op den trap het feuilleton te lezen Maar juffrouw, hoe durft ge zoo iets zeggen ik lees nooit iets dan do aankondigingen op de vierde bladzijde. Nu geeft de gazet maar gauw hier. Daar juffrouw... wat 'n heks, mompelt Dina, ik moet nog een heele kolom lezen. Hier moeten we het gesprek onder breken. Het eenige geluid dit mea hoort is het ruischen van papier, dat haastig omgeslagen wordt. Lucie heeft het blad niet dadelijk naar moeder ge bracht. Evenmin als Trui de keuken meid en Dina de bovenmeid, kan Lucie weerstaan aan de bekoring om even gauw de feuilleton te lezen. Met begeertige oogen doorloopt ze het levendig verhaal van de ongeluk- ;e prinses... Bij enkele regels, die ze twee maal leest, wordt ze een beetje rood... een zucht kondigd aan dat de lezing geëindigd is. Ha! eindelijk! zegt mevrouw, stuurt hare dochter weg en verdiept zich op nare beurt in de lezing van het feuilleton. Ja, ik weet wel, mompelt ze, er zijn menschen die de feuilletons ver- oordeelen, maar... op mijnen leeftijd! Als ik twintig jaar oud was, dat was iets anders... maar iemand die zoo oud is... Bijvoorbeeld, daar hebt ge iets, dat zou... (en waarlijk de brave vrouw schrikt, terwijl ze voortleest en roept uitdat is toch wat te erg I Foeihoe durven ze zoo iets drukken En dan zijn er ouders, die hunne kinderen zoo iets laten lezen Maar dat zal hier niet gebeuren... ik wil niet,dat mijne doch ter zoo iets onder de oogen krijgt... het kind zou bedorven zijn... En de vrome mevrouw en de bezorgde moeder scheurt met verontwaardiging de ga zet aan stukken, werpt ze in het vuur en zegt, met innige voldoening nu zij het papier ziet branden nu ben ik zeker dat hier niemand zulke dingen lezen zal. Lucie I Moeder 'tis al tien ure... ga eens zien of ie gazet er nog niet is. Ja, moeder. voor één vooraf geprobeerd, waren nochtans goed. en allen Dina! Dina! Waar zit toch Hier, juffrouw, hier Ga toch eens zien of de gazet er nog niet is en brengt ze mij dadelijk boven.... Goed, Juffrouw. Zoo Trui Ha nu heb ik u vast. Hoe zoo Ge leest de gazet an mevrouw. Zeg in 's hemelsnaam niets, Dina 'tis toch zulk een schoon feuilleton.... ■ijl 0die schurken... die leelijke roovers... dan die schoone prinses... Ja, ja, maar daarmee heli ik de gazet niet en de juffrouw staat er op te iote(»achten... Nog één minuutje... maar tien re- ilsmeer... laat me eventjes kijken... t b zou hij haar vermoorden t Kijk. nu is bet uit, nu moet ik weer wachteD tot ïji. morgen om te weten, hoe het afgeloo- oi|pen is... hier hebt ge de gazet. Eindelijk I iegi BIJ HET WOORD GEVAT Onderwijzer Zeg eens, Sander, uw opstel deugd niet na de schooltijd moet ge vijftig malen schrijven: «Ik ben niet leerzaam hebt ge me ver- staaD, ezel Een uur nadien komt de onderwijzer terug en zegt Weihoe, Sanders, gij hebt nog niets geschreven SandersZeker niet, meester, een ezel kan immers niet schrijven. o BEDRIEGSTER BEDROGEN Een boer kwam bij eene waarzegster Toen het wijf hem uit de kaarten eene menigte schoone dingen voorspeld had vroeg ze om betaald te worden. Maar 't slim boerken gaf haartot antwoord: He, bazeert I ge zoudt ge me willen wijs maken dat ge alles weet, en ge weet alleens niet da'k geen geld in mijnen zak en heb. o— IETS DAT WAAR IS Zondergeld kan men toch niets ma ken, zegde onlangs een Brusselaar tot een Gentenaar. Dat is om te lachen, antwoordde de laatste want zonder geld maakt men schulden. o— REDEN TOT AFSLAG. Een koopman in olie komt bij eenen schilderen vraagt hem Mijnheer, ik zougeerne een portret hebben.Hoeveel moet het kosten Drij honderd frank. Drij hnnderd frank I het is wel wat duur. Ik kan het voor niet minder maken, mijnheer. Maar als ik zelf de olie lever, zal het mij dan niet minder kosten I o— LETTEL1JK OPGEVAT Een schoolmeester had zijne leerlin gen bevolen steeds mond in plaats van muil te zeggen. Bij eene les in de TUSSCHEN TWEE KOOPLIEDEN Gij, slim ik zou u verkoopen waar ge bij staat. Dat geloof ik wel goede waar is seffens verkocht. Maar probeer eehs om uw eigen te verkoopen. o— KWADE JONGENS TREK De Meester Zeg eens, Jantje, wel ke letter is dat Jantje —Dat zeg ik niet. De Meester Ik vraag u, welke letter is dat Jantje Ik zeg het niet. Ik ben niet op de school gekomen om u te leeren maar wel omdat gij het mij zoudt doen. o— IN DE STATIE TE GENT Een Boerin Menheer een kaartje voor Brugge De Bediende 'tIs'nen frank vijf- en-zeventig. Bobrin Kan het niet zijn voor 'ne frank vijftig Bediende 't Is'nen frank vijf-en- zeventig, zeg ik u. Boerin Toe, toe Daar, daar is 'ne frank vijftig. Bediende (ongeduldig) Asa, neemt gij het biljet, ja of neen De BoERiN(haargeld terugtrekkende) Och Heere, ge moet azoo van uwen neus nie maken, meê uwen ijzerenweg 'k zal algauw 'nen andereD pakken er zijn ijzerenwegen genoeg. o ZONDER KOMPLIMENTEN Foei, Sofietje I ge moet zulke leelij ke gezichten niet trekken als ge dat nog eens doet, dan zult ge later een af schuwelijk gezicht krijgen Hebt ge dan ook, toen ge jong waart, leelijke gezichten getrokken, tante o— SLIM BEDACHT. Een nieuwe burgemeester wilde op een Zondag een oogenschouw over de compagnie d« r Sapeurs-Pompiers doen. Begeerig dat niets dan luister van dit feest zou hinderen, liet hij eenige da gen vooraf het volgende bericht aan plakken Indien het 's morgens regent, zal de revue 's namiddags plaats hebben, en als het 's namiddags regent, zal de revue 's morgens plaats hebben. o— DE GEDAANTE DER WERELD. Een schoolmeester bezat eene ronde en eene vierkante tabaksdoos; de laat ste gebruikte hij alleen des Zondags. In eene geographie-les zeide hij eens tot de kinderenDe aarde is rond, Det als mijne tabaksdoos. Ééns vroeg hij aan een jongen, welke gedaante de natuurlijke historie wees op de afbeel- aarde had. In de week is zij rond en ding van een muilezel en vroeg hoe 's Zondags vierkant, antwoordde de dat dier heette Een mondezel .knaap. Kabinetsoverste van den Nieuwen Chineeschen republiek schreeuwden terstond aide scholieren, —o VOORAF BEPROEFD Z-kereheer gelastte zijnen knecht eene doos met goede fosfoor te koopen Dit werd gedaan, en reeds den volgen den avond wilde den heer eene keers ontsteken maar wat hij ook deed, geen der fosfoorkens was in brand te krijgen. Ten uiterste vergramd riep hij zijnen knecht en zegde Heb ik u niet gezegd dat ge goede fosfoorkens moest koopen en ziedaar, niet een die branden wil Hoe is dat mogelijk, mijnheer riep de knecht verbaasd, ik zelf heb ze één —o MIDDEL OM NIET TE LIEGEN. Doe zooals ik en lieg niet, zeide zekere student. Ik heb twee porte-mon- naies. De eerste heb ik gedooptPie- ter en Pauwel de tweede de gan- sche wereld. Mijn geld steekt in den eersten, en in den tweeden niets. Vraagt mij nu een gezel geld te leen, dan haal ik mijn tweede porte monnaie uit en zeg, dat ik geen cent in de gaDSche wereld bezit en dat, wanneer ik geld noodig heb, ik zelf dit eerst bij Pieter en Pauwel moet gaan halen. Zoo lieg ik niet, blijf goede vrienden en behoud mijn geld. EEN SLIMMERIK. M. Rikker zat op de bank en sliep rustig. De menschen moesten lachen, want naast hem stond een bord waarop men las in 't Fransch Pasop de verf! Maar toen M. Rikker was uitgesla pen stond hij op en nam het bord mede Het had hem alle lastige naburen van de bank afgehouden. o— Moeder Janneke mijn manneke, wat wilt ge worden als ge groot zijt 1 Janneke Soldaat, moeke. Waarom dat, Janneke Wel, nu slaat de meid mij altijd en dan zou ze me kussen o Zij Als de deurwaarder hier in huis komt, zal ik hem eens duchtig de tanden laten zieD, dat zweer ik u. Hu O, gij onvoorzichtige, maar dan slaat hij ze nog er bij aan. o— SPREUK Wacht u, o vriend, voor al te luide klagen. Als 't ongeluk van u eischt zwaren tol, De beker van 't geluk loopt spoedig over. Doch zelden wordt de maat van 't onheil vol I o— t GESCHOREN MET DEN LEPEL Onlangs bevond ik mij in een stadje van Luxemburg, Het bordje, gewoon uithangbord, wijst mij het huis van een barbier. Ik ga binnen en verzoek geschoren te worden. Met den duim of met den lepel, mijnheer Met den lepel, antwoordde ik, want daar ik 's landsgebruik niet kende, besloot ik mij er blindelings naartoe te voegen. Tot boven de oogen en achter de ooren met zeepnat bedekt moest ik van de rest afzien, toen ik zag dat de artist mij den lepel in den mond wilde sperren, maar een lepel waarvan het metaal biet te her- Kennen was, zoo proper zag hij er uit. De rondheid van het werk moest zeker dienen, om mijn gelaat een door den kunstenaar gemakkelijker en effener gedaante te geven. Denkelijk had de duim denzelfden dieDSt moeten verrichten. Van twee kwalen koos ik de minste ik droogde mij spoedig af betaalde en wachtte niet tot de bar bier van zijne verwondering bekwam. o— OP DE WAAG M. Vandeuren, die groot en sterk van lichaam, doch zeer strak van geest was, en bovendien de mannier had verstandige meDSchen voor den aap te willen houden, zegde onlangs tot een professor in rekenkunde Zeg eens, heer professor, als twee jonge verkens 20 kilos wegen, hoeveel weegt dan een volwassen zwijn I Stap maar even in de schaal antwoordde de professor, en ik zal het u terstond zeggen. o— UIT GEWOONTE. Ik begrijp niet, zeide een koetsier wat dat paard scheelthet kreeg dezen morgend toch genoeg drinken en bij elke pomp blijft het staan. Wel 't heeft geenen dorst, 't is uit gewoonte. Hoe, uit gewoonte Ja. vroeger was het in dienst bij eenen melkboer.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1913 | | pagina 3