De Wereldtentoonstelling
Brusselsche Kiekskens
NIEUWSBERICHTEN
De dooden gaan rap- Verloren tijd.
Wereldsch Brussel.
Schrikkelijk familiedrama
naiiij Leuven.
ZIJNE MOEDER
De vreeselijke misdaad
Eens laffe moord ts Ellezelles
,»u 2
(Van onzen bijzonderen briefwisselaar)
Brussel, 13*B Mei 1913
Ik heb u over eenige dagen geschreven
boe de laatste redevoering van M. Hector
Denis gansch gunstig was voor M. Levie.
Zulks gebeurde voor enkele dagen, rond
6 ure 40 minuteu van den avond. Vandaag
brachten al do partijen hulde aan dien geleer
den, sedert gisteren begraven.
Ik herinner mij geenen enkelen dood, zoo
schielijk en zoo onvoorzien. Niets in de
houding, in de stem, in de blikken van M.
Denis kon dat einde doen voorzien.
Het was een sympathieke figuur maar
wij, dagbladschrijvers, wij vermaledijdden
zijne redevoeringen, omdat hij maar een
flauwe stem had en dat hi] zijne redevoerin
gen versierde met eindelooze statistieken die
eenen professor van mathematiekon zouden
schrik aangejaagd hebben.
Hij heeft ons water en bloed doen zweeten
Wij troosten ons nochtans omdat er nu nog
M. Lorand overblijft, die ook de manier
beeft aangenomen zoo te spreken dat niemand
hem kan verstaan.
Nog een zitdag verloren met de interpella
tie Royer-Jourez.
Verloren voor de zaken van 't land, maar
toch niet voor de katholieke partij. De rede
voeringen van MM. Carton de Wiart, Woeste
en de Lalieux hebben de zaken onder bun
klaar daglicht doen inzien.
Uwe M. Daens heeft ook gesproken bij
vroeg vorhooging van de jaarwedden der
gendarmon,bij klaagdo omdat zij hunnen
dienst niet goed deden dan kloeghij omdat
do gendarmen door het gouvernement wor
den geexploiteerd en om lo sluiten vroeg hij
"bet algemeen stemrecht. Langs do linker
zijde hiold iedereen zich den huik van lachon;
langs den anderen kant lachte men uit
medelijden.
Wat al weelde te Brussel op doze dagen
Nu vooral kon men het zien, met den Groo-
ten Prijs. En vandaag begint de groole paar
den wedstrijd. Alvorens do stad te verlaten
om op den buiten de gezonde lucht te gaan
inademen loveren do damen van de hooge
wereld een echte wedstrijd van weelde en
Itostbare kleed ijMon moot die vergaderin
gen bijgewoond hebben om er zich een denk
beeld von to kunnen maken. Eene kenni3 die
jaarlijks dogroote vergaderingen van Parijs
bijwoont verzekert mij dat Brussel volstrekt
niet moot achterdoon on dat, voor wat de
weelde en de kleoderdracht aangaat wij aan
Parijs niets moeten benijden IIarold.
Een 17-jarige jongeling doodt zijn vador.
Eon vreeselijk drama bracht Maandag
avond het dorpje Linden, nabij Leuven, in
opschudding.
Sinds eenigen tijd heorschte groote on-
eonigheid in het huishouden van landbouwer
Louis Vermaolen. De oudste zoon Vermaelen
is gehuwd en woont niet meer tehuis. De
zevon andere kinderen en do moeder dedon
al wat mogelijk was, om den vader hol leven
ondraaglijk te maken.
Maandag avond nu, werd Louis Vermaelen
floor zijn 17-jarigen zoon Leopold, een mijn
werker, met een revolverschot gedood. De
moordenaar is door de gendarmen aange
houden.
Het parket kwam Dinsdag namiddag tor
plaats en deed een onderzoek.
Volgens de verklaring van Leopold Ver-
EERSTE VERVOLG.
Ongeveer twee of drio maanden geleden zyn
een twaalftal engelsche zeematrozen naar St
Malo gedeserteerd, en daarom hebben de En
gelsche officieren waar zij slechts konden,
matrozen geprest.
Ik woot het, zei Pier. Nog geen week ge
leden bobben ze van de westelijke kust by
Cancallebaai vijf man weggevoerd. Maar wat
moet ik doen Hoe zal ik zonder mijn arme
jongen leven llij was mijn alles zoo goed,
zoo liefdevol en daarbij zoo edelmoedig. O,
neen, ik kan zonder hem niet leveul
-- We inoeton hem vrymaken, sprak do
vreemdeling.
Wy? vroeg den visscher verwonderd en
Jleu vreemdeling uitvorschend. Wij hem vrij
maken?
Of, beter gezegd, ik moot hem vrijmaken.
Meent go dan dat go mijn ongelukkige
toon kunt redden?
Ik moen dat ik het beproeven zal. Ik
Goud niet van de engelschon, want ze zijn
linds lang mijue vyandon, oven als die myner
landslieden, en als er mogelijkheid is om uw
toon te redden, dan zal ik het doen.
De visscher naderde den vreemdeling en
ratte zijne hand. Zijn gelaat bad eensklaps
reno vroolijker uitdrukking aangenomen,
Joordien de zooevon gehoorde woorden eene
Jlyde hoop by hem hadden opgewekt.
O. riep hij, red hem, red mijn kind, en
God zal er u voor zegenen. Ik zal voor u bidden
ioolang God my in 't leven laat. Gelooft go
verkeüjk dat go hem redden kunt?
maelen, zat moeder Vermaolen Maandag
avond bij zijne tehuiskomst te weenen en
zegde dat vader haar mishandeld had. Toen
Louis Vermaelen zulks hoorde, schoot hij in
eene vreeselijke woede en greep zijn revolver,
't Is alsdan, dat volgens Leopold, hij/ou ge
poogd hebben zijn vader te ontwapenen en
zóó liet moordend schot deed afgaan.
Getuigen spreken die verklaring echter
tegen. Zij zeggen, dat vader Vermaelen
slechts lang na den zoon is tehuis gekomen.
Ook heeft het onderzoek bewezen, dat er vier
revolverschoten gelost werden. Het parket
heeft de lijkschouwing bevolen om op te
maken, of het mogelijk is, dat het schot zou
afgegaan zijn zooals do zoon Vermaelen het
wil doen gelooven.
VV
te St-joost-ten lVoocie
De moordenaar
Uit het eerste onderzoek is gebleken, dat
de moordenaar van Movrouw Michaux,
niemand anders is, dan haren knecht, zekeren
Richard Verruyst, slechts 18 jaar oud, ge
boren te Kortrijk. Deze is een klein-neef van
vrouw Michaux.
Verruyst, een zeer sterke kerel, die naar
de getuigenis van zijn patroon gemakkelijk
zakken bloem van 100 kgr. opnam- en ver-
logde, kwam regelmatig alle dagen dronken
te huis. Of men herrf over zijn gedrag be
rispte of niet, gaf hem niets.
Ziehier hoe de vermoedens op Verruyst
vielen.
De winkoldochter, Mej. Rosa DoBie, was
rond 10 ure naar hare kamer gegaan, terwijl
Mev. Michaux, na den winkel gesloten te
hebben, de lade van de toonbank geledigd
had, en ook naar hare slaapkamer ging.
Eenige minuten later, hoorde zij, dat Vor-
vuyst te huis kwam en hare meesteres riep.
Deze moet dan beneden gegaan zijn, om er
door den moordenaar op lafle wijze geslacht
te worden.
Weinig later kwam Verruyst op de ka
merdeur van. de winkeldochter kloppen en
vroeg een doosje slekskens.
Mejüfier De Bie gaf hem hef gevraagde
en kort nadien hoorde zij Verruyst de trap
pen afdalen en do straatdeur toetrekken.
Sinds dan heeft men alle spoor van den
moordenaar verloren.
Zijn signalement is in alle richtingen rond
gestuurd.
Hoe de misdaad gepleeyd werd.
De moordenaar moet zijne misdaad lang
voorbereid hebben en is met eene ware beest
achtigheid te werk gegaan.
Daar lüj oen neef was van vrouw Michaux,
kende hij goed de gewoonten van liet huis
er. zoo wist hij, dat alle avonden de lade der
toonbank geledigd werd en dat vrouw Mi
chaux het geld in hare nachttafel plaatste,
om het dan s'anderendaags morgonds weg
to bergen.
Verruyst wist ook, dat M. Michaux allo
avonden zijn kaartje ging doen in een der
koffiehuizen uit den omtrek en dat hij nooit
Voor middernacht te huis kwam. De moorde
naar koirdus in volle zekerheid handelen.
Toen hij rond 10 ure te huis kwam, heeft
hij Mevrouw Michaux onder een of ander
vóorwondscl uit hare kamer gelokt t>n haar
in de keuken een slag mot een hamer toege
bracht. Deze slag werd zoo geweldig gege-
von, dat de steel van den hamer brak.
Het slachtoffer verdedigde zich op wan-
ho~pigo wijze tegen haren aanvaller, doch
dezo greep nu een groot mes en bracht or de
vrouw verscheidene vreeselijke slagen mede
too. Toen zij bewusteloos ten gronde zakte,
sneed hij haar bijna heel de keel door, zoo
dat zij weldra don geest gaf.
De slrijd tusschen den ellendeling en zijn
slachtoffer moet akelig geweest zijn, inde
Ik zal het beproeven en ik heb een voor
gevoel dat het mij lukken zal. In elk geval
zult ge binnen vier-en-twiutig "uren den uit
slag mijner bemoeiingen kennon.
Zoo spoedig? vroeg Pier.
Ja, zulke zaken moeten snel gebeuren.
Morgen vroeg zult ge vernemen, of uw zoon
al dan niet vrij is. Ik weet 't een en ander om
trent den voorgenomen koers van 't schip,
want ik heb er belang bij dien te kennen. Vóór
morgen zal het niet onder zeil gaan, en wellicht
ook dan nog-niot.
Eu zult ge mijue hulp niet noodig hebben?
Neen. Slechts enkele personen kunnen
voor zulk werk gebruikt worden, daarom zal
ik het alleen doen.
Pier Fretart beschouwde den spreker aan
dachtig; vervolgens vroeg bij na eenige aarze-
ling:
Wilt ge mij nu ook zeggen, Mijnheer,
wion ik voor deze deelneming dankbaarheid
schuldig ben?
Hebt ge mij vroeger nooit gezien?
De oude visscher zag hem scherp in 't gelaat
en 't was duidelijk te bespeuren, dat er eenige
twijfel bij hem oprees.
-- Neen, ik ken u niet, mijnheer, sprak hij
ten laatste, en toch komt het mij voor alsof ik
u reeds vroeger gezien had. Misschien heb ik
u wel reeds eens ontmoet.
Go kent mij dus werkelijk niet?
Neen, waarlijk niet, mijnheer.
Hebt ge nooit van iemand gehoord, die
Marco Montmorillon heette?
Montmorillonstotterde de visscher ten
hoogste verwonderd, de groote smokkelaar
van St Malo!
Hom bedoel ik, antwoordde de vreomde-
liug mot een kalmen glimlach.
Zeker heb ik van hem golioord, sprak
DE VOLT&STEM"
duisternis, want heel de kelderkeuken is met
bloed besmeurd.
Demoordenaar moet' zich aan gewasschen
hebben, en heeft zich naar zijne kamer hege
ven, om andere kleederen te gaan aantrek
ken. De zijne waren heel bebloed, 't Is als
dan dat iiij hij de winkeldochter de steks-
kens is gaan vragen. Daarna moet hij het
geld gestolen hebben i-f* eene som van on-
goveer 450 frank waarmede hij de vlucht
nam....
Hoo de misdaad ontdekt werd.
Toen M. Michaux rond middernacht te
huis kwam, was hij hoogst verwonderd, in
den winkel te geraken doch de keukendeur
niet to kunnen openen. Hij ging dan recht
naar zijne slaapkamer ört steldo vast dat zijne
vrouw er niet was. Denkende dat zij eene
boodschap was gaan doen bleef hij wachten,
ging dan zelfs in de huurt een toertje doen,
doch altijd vruchteloos;i
Rond 5 1/2 ure ging hij een slotmaker
vragen, do deur to willen openen van de
keuken. Weinige stonden later werd de gru
welijke misdaad ontdekt... en de policio
verwittigd.
Demisdaad heeftin den omtrek der Wil
lemsstraat, waar de bchtgenooten Michaux
en Vorruyst goed gekend zijn, eene groote
opschudding verwekt.
Algemeen Avordt do meening geopperd dat
de moordenaar niet lang op vrije voeten zal
loopen en weldra achter slot en grendel zal
zitten.
TE GENT
liet Koloniaal Paleis
I.
Wanneer men bijna aan het uiteinde is van
de Natiënlaari, waarin de verscbillige pavil
joenen zich bevinden van de vertegenwoor
digde landen, ziet men1' een prachtige dóme
met rood dak en sierlijk opgesmukt door
eigenaardige ornementoi) dat is het Kolo
niaal Paleis.
Bij het binnentreden is men reeds getroffen
door de zoo nette rangschikking van al het
tentoongestelde.
Deze koloniale afdeeïing bevat twee zeer
afgescheiden deelen.Het eerste het algemeen
panorama van den Congo het tweede het
diorama van den Congo, waarvoor een hij
zonder inganggold wordt gevergd.
Wij zullen ons vergenoegen eerst te spre
ken ovor wat voor onze lezers het meeste
belang heeft, namelijk de deelneming van de
eerwaardige paters eu,< missionarissen die
zooveel good verrichten, zich zulke groote
inspanningen moesion getroosten om van
onzen Belgischen Congo een beschaafd land
te maken.
In de ronde zaal, hij het binnentreden, ziet
men groote kasten waarin zicli talrijke pho-
tografiën bevinden, betrok hebbende op ver
scbillige missiën die in Congo werkzaam
waren. k'
Zoo bemerkt men er die van de - Paters
Redemptoristen de scholon door hen inge
richt zoo heeft men1 de vrije school van
Matadi, waar de leerlingen gedurende drie
jaren de Fransche taal worden geleerd
merkwaardig zijn de bekomen uitslagen, ge
tuige daarvan de schrijfboeken en huiswer
ken die in de kasten ton toon zijn geteld. In
eene andere kast beschouwt mon de photo-
graliën van de slaapziekte die zoo erg woedt
in onze kolonie.
Verder bemerkt men photografiën, de
boomgaarden voorstollende in de Congo.
Zeer eigenaardig zijn de talrijke folos, de
verscbillige kerken en kapellen vertoonende;
zoo heeft men de kerkpn van Msona, Mbata,
Coquilhatville, Kenga on Matadi. Men heeft
ook de kerk der Pikers van Sellout te
Pier, terwijl hij den vreemdeling verwonderd
en eerbiedig aanstaarde. Wie op de fransche
kust zou niet van henï gehoonl hebben, van
hein die sinds jaren, trots alle tolwetten en
hare beambten, tusschen de heide koninkrijken^
heeft gekruist. Iedereen heeft van Montmoril
lon hooren spreken, ndynheer.
Dat geloof ik ook. Maar zoudt go wel
denken, als ik u zei dat die man voor u staat?
Wat? Gij zoudt die smokkelaar zijn? Gij,
mijnheer, zoudt Montmorillon wezen?
Op myn woord, ik ben het, ik zelf, goede
Pier! Nu, zie ik er alsveen monster uit? zie ik
er niet uit als een gewöón mensch? Wat is uwe
meening?
Pier Fretart wist niet wat hy zeggen zou. Do
gedachte dat hij naast den man stond, die als
do onverschrokkenste en koenstc smokkelaar
in beide koninkrijken bekend was, ontstelde
on verbaasde hom. Do,oude man had ten op
zichte van den smokkolaar allerlei vertolsels
gehoord, die allen aafi' het wonderbare grens
den. Het volk fluisterde elkander toe, dat
Montmorillon in vorbgnd stond met den booze;
hij genoot de vriendschap en de hulp van zijne
hclsche majesteit; hij zelf verstond de zwarte
kunst in allo deelen. Die vertelsels waren niet
uit de lucht gegrepen, maar werden door do
geloofswaardigsto bewijzen gestaafd. Als dat
toch niet hot geval was, hoe zou de stoutmoe
dige smokkelaar dan door steenen muren en
ijzeren deuren kunnen dringen en plotseling
voor aller oogen onzichtbaar worden? En dat
hij dit meermalen gedaan had, dat konden
duizenden elk oogonblik op eed bovestigen.
Nauwelijks eene maand geloden was hy door
een troep grenswachters gevangen genomen
en in oen vertrek zonder venster opgesloten
geworden, voor welks eenige deur men drie
levondc soldaten op post had gezet. Eu evon^
Baudouinville,die ganschgemaakt werd door
de negors en geheel en al werd gebouwd met
materialen van hun land. Verder bezichtigt
men de collectie van de afdeeïing van «Witte
Paters Men kan ook den houw bewonde
ren van het huis der missionarissen te Bau-
douinville. Men ziet eene collectie schrijf
boeken en huiswerkon van de missie van de
Pators van den Heiligen Geest
Daar bemerkt men ook leeshoeken in Con-
goleesche taal opgesteld, door een Belgische
missiounaris opgemaakt.
De ronde zaal is versierd met panorama's
dio de volgende tafereelen voorstellen Hel
vertrek van de Congoboot te Antwerpen,
do Katanga, de oliofabrieken van Al-
borta Lovei ville en dan een panorama van
do missiën in de Congo.
Wij kunnen niet genoeg de bezoekers aan
bevelen, van het Kolonial Paleis te bezichti
gen en zoo vast te stellen wat grootsch werk
wordt gedaan door do missionnarissen van
de verscbillige orden.
Het Koninklijk bezoek
Mon weet dat de Koning morgen namid
dag, te Gent aankomt, om de opening te
doen van het Koloniaal Paleis.
Indien het weder gunstig is zal de Koning
per auto naar Gent reizen en ongeveer rónd
2 ure aankomen. Hij zal binnengaan langs
de kant van de Heuvelpoort aan de Citadel-
laan en zal zicli naar het Koloniaal paleis he
geven langs het Park en do Natielaan. Onze
Koning zal ook do hallen bezichtigen van de
textielnij verheden.
De officieele opening
der Fransche Koloniën
Woensdag morgond is de heer Morel, Fran
sche minister dor Koloniën, de paviljoenen
komen inhuldigen van Tunisie, Algeria,
Marokko, Fransch-Congo, alsoook het
Paviljoen van den Kolonialen handel.
De Heer minister, die vergezeld was door
een talrijk gevolg, werd verwelkomd door
den lieer Pierre Marraud, algemeene kom-
missaris daarna spraken de heeron Grozier,
algemeen consul te Antwerpen en Brunei,
afgevaardigde van Parijs, voorzitter van het
Comiteit der Koloniale Tentoonstelling.
De lieer minister dankte allen hartelijk
en hoopte dal deze Tentoonstelling de vriend
schapsbanden tusschen België en Frankrijk
svog zou versterken.
Programma
tan hot Beiaard-co'ncert van 16 Mei, van 12
lèt 1 ure, door M. Karol De Melte,beiaardier
des Konings, stadsbeiaardier te Aalst
1. Faust, Chceur dessoldals Gounod.
2. Credo du pay san Goublier.
3; Le chemin du Cceur.Gavolle Lin^ke.
4. Cavatinc du Robert le Diable Meyerbeer
5. Galanterie, Polha Mazurka Tavan.
6. Mijn Vlaanderen Antïieunis.
7. lantuisie sur La fille du Régiment
Donizetto.
Maandag avond was er alhier ter gelegen
heid der vvijkkermis een bal ingericht. Een
landbouwer, Cotton genaamd had er zich
|ieen begeven in gezelschap zijner dochter en
den verloofde dezer laatste.
Laat in den nacht besloten zij huiswaarts
le keeron. Doch nauwelijks waren de drie
personen een honderdtal meters van de
danszaal verwijderd of een tiental kerels
itwamen to voorschijn gesprongen en zonder
een woord te sprekon, omringden hen. De
pngelukkige Cotton bekwam verscheidene
messteken, onder andere in de zijde en de
slaap. Daarna vluchtten do aanranders weg.
Op het hulpgeroep van Cotton's dochter en
haar verloofde, die ook alle twee gewond
'waren, snelde men toe. Men bracht do ge
kwetsten huiswaarts. Cotton ovorlccd 's an
derdaags 's morgends. De gendarmerie van
wel was Montmorillon den volgendon morgen
verdwenen. Honderden malen was hij vervolgd
geworden en had men hem in eene engte ge
dreven, waarin geen uitgang was, er. als men
de engte doorzocht, was hij nergens te vinden.
Dat alles was zeer vreemd, en daar de eerlijke
en rechtschapen Pier Fretart het ontelbare
malen had hooren vertellen, gevoelde hij zich
'in dit oogenblik niet zeer op zijn gemak. Hij
zag den vreemdeling strak aan, en terwijl hij
hem zoo aanzag, deed hij onwillekeurig eene
scbrode achteruit en vergat daarbij op zijne
vraag te antwoorden.
Komaan, herhaalde de smokkelaar la
chend, zeg me eens wat uw gevoelen is. Zie ik
er uit als een monster, zooals men gewoon is
mij af te schilderen?
Ik heb u nooit als een monster hooren af.
schilderen, antwoordde Pier dadolyk.Integen
deel, ik heb allen die u kennen slechts goed
van u hooren spreken.'klleb uwen naam hon
derd maal door do visscbers van St Malo met
lof hooren vermerden.
Ei ei! riep Montmorillon, zichtbaar ge
streeld door die lofspraak. Nu, dat is ook geen
wonder, want ik lieb onze arme landslieden
steeds geholpen, waar zy mijne liulp noodig
hadden. Maar ge hebt mij nog altijd niet ge
zegd wat uw govoelen is. Zio ik er uit als een
schurk, zeg het eens ronduit.
Neen, waarlijk in 't geheel niet.
Ik dank u, Pier, ik dank u, en ik zou wel
willen dat al mijne landslieden zoo over mij
dachten. Ja ja, ging de smokkelaar voort, ter
wijl in zijn blik en in den toon zijner stem een
diep gevoel lag, ik heb nooit iemand leed ver
oorzaakt, behalve eens dat ik mij tegen een
engelschen kruiser verdedigen moest. Als ik
iemand kwaad berokkend heb dan is liet alleen
de britsche regcering. Ik heb getracht mij van
15' MÉI 1913
Flobecq werd verwittigd en hield verschei
dene jongelingen aan. Er wegen zware
vermoedens op een genaamdon L..., van
Ellezelles. Het parket van Doornik is insge
lijks ter plaats geweest.
Brussel. Arme vrouw. Maandag
nacht bemerkten politieagenten aan deNaam-
schepoort eene vrouw die allerlei zottigheden
uitrichtte. De agenten traden naderbij en
wilden do onbekende ondervragen, toen deze
zich fier oprechtte en riep Ik hen de konin
gin der Belgen stapt vooruit en laat mij met
vrede, hel zou u anders duur kunnen te staan
konion». De agenten zagen spoedig dat zij
met eene zinnelooze te doen hadden.
«De plaats, waar Hare Majesteit zich be
vindt, is onveilig op dit uur; dat zij gelieve
ons naar haar palais të vergezellen». De
waanzinnige volgde daarop en kwam weldra
voor het zoogezegd paleis aan. Het was niets
anders dan hot politiebureel der Regencie-
slraat. Do zinnelooze, mej. Pliilomène D...,
30 jaar oud, wonende te Elsene, is in een
gesticht opgesloten.
Doodelijk ongeluk in de Noordstatie.
Maandag avond wilde in de Noordstalie, eene
vrouw, mad. Van E..., echtgenoote van een
diamanthandelaar van Antwerpen, op eenen
trein springen, terwijl deze zich reeds in be
weging zette. Do vrouw viel en kwam terecht
tusschen twee wagons. De ongelukkige werd
ijselijk vermorzeld en op don slag gedood.
Het lijk werd naar het doodenhuis overge
bracht.
De alkooi is de groote vijand van het
volk de chicoree der Trappisten Vincart is
zijn groole vriend. 1500U
Neder-ovor-Heembeek. Belangrijke
aanhouding. V..., van Laken, die nog
verscheidene gevangenisslrnffen had uit te
hoeten en sedert verscheidene maanden
vruchteloos door de politie werd opgezocht,
word Dinsdag morgen door den veldwachter
van Neder over-Heembeek aangehouden.
Daar deze laatste door den kerel werd mis
handeld, moest een voorbijganger hem hel
pen. V... werd in het gevang van Vorst op
gesloten.
Elsane. Loopjongen op den... loop.
Een handelaar van den steenwog van El
sene, M. T..., nam over acht dagen eenen
loopjongen aan, dio verklaarde Hector V....
te heeten, 17 jaar oud, en hij zijne moeder
te wonen in de II. Geeststraat. M. Tge
lastte Maandag zijn loopjongon per rijwiel
eenige boodschappen te gaan doen. De knaap
is mot velo en het geld, dat men hem toe
vertrouwd had, er van door getrokken. In
het opgegeven adres is hij geheel onbekend.
Erge botsing, Maandag avond had
er op den hoek der Troonstraat en van den
Waverschen steenweg, eene botsing plaats
tusschen een tram der lijn nr45 en een der
lijn nr 35. De schok was zoo goweldig dat de
ruiten van heide trams aan slukkon vlogen.
Twee reizigers M. Joseph B..., en Mad. W®
II..., werden erg gekwetst door de glas
scherven.
St0 Renilde. Bloedig gevecht. Toen
de landbouwer J.-B. De Volder, Maandag
nacht uil oene herberg kwam, werd hij op
eens aangerand door een genaamden Emiel
V...., die hem sinds lang een lievigen haat
toedroeg. Do Volder werd ten gronde ge
worpen en woest geslagen cn gestampt. Hij
moest in allerhaast naar 't gasthuis overge
bracht worden. Zijn toestand is zeer onrust
wekkend. Het parket van Brussel is Dinsdag
in de gemeente afgestapt. Vdio Maan
dag avond nog door de gendarmerie aange
houden word, is naar't gevang van Vorst
overgebracht.
Lede. Aangerand. Dezen morgend
rond 7 ure werd de genaamde Vereecko», I
dagbladverkooper, aangev,allon door eenj
soldaat welke hier eenige dragen in verlof is.
haren dwang vrij te maken, en ik denk datI
ook voortaan te doen. De Brit is altyd mijn
vijand en do vijand van mijn land geweest.
Meer dan honderd maal heeft hij ons schoone
land geteisterd, en eiken penning, dien hy
machtig kon worden, heeft hij ons afgezet.
Doch dit zullen we thans daar laten. Ik liebl
reden om te weuschen dat gij goed over mij
denkt, want ik zal in 't vervolg nu en dan uwe
hulp noodig hebben, evenals gij de mijne zult!
behoeven. Ik kwam ook hier om uwen zoonl
te zien, en ik zal hem zien.
Gij wilt hem redden? riep de oude man,
den smokkelaar naderende.
Ik zal het boproeven antwoordde Mont-j
morillon, en toen hij dit zei sloeg hij nogmaals
een onderzoekenden blik op het oorlogschip.!
Morgenochtend kom ik u hier in uwe woning
opzoeken.
Hij keerde zich om en verliet do plaats waafI
dit gesprek was gevoerd. Bowondereud zag del
oude Pier hem na, en de uitdrukking van zijnl
gelaat bewees dat hij mot eerbied voor heral
vorvuld was. Toen de smokkelaar uit zijn ge
zicht verdwenen was, wierp hy nog een blikl
op hét tfchip en ging met langzame schredenl
naar zijne eenvoudige hut. Daar gekomen,I
zette hy zich aan tafel, maar hij kon niet eten.1
De hut kwam hem zoo eenzaam voor, nu zynl
zoon er niet meer was, en de daad van geweld J
waardoor hij van zijn eenig kind en medegezel!
beroofd was, hield voortdurend zijne gedach-l
ten bezig. Evenwel gevoelde hij zich niet zool
diep ongelukkig als hij nog eenige oogenblikj
ken te voren was, want de belofte, die denl
smokkelaar hem gedaan had, gaf hem de hoopj
dat hij zijn dierbaar kind zou wederzien. I
(Wordt vervolgd)