De Wereldtentoonstelling Brusselsche Kiekskens NIEUWSBERICHTEN De dooden gaan rap- Verloren tijd. Wereldsch Brussel. Schrikkelijk familiedrama naiiij Leuven. ZIJNE MOEDER De vreeselijke misdaad Eens laffe moord ts Ellezelles ,»u 2 (Van onzen bijzonderen briefwisselaar) Brussel, 13*B Mei 1913 Ik heb u over eenige dagen geschreven boe de laatste redevoering van M. Hector Denis gansch gunstig was voor M. Levie. Zulks gebeurde voor enkele dagen, rond 6 ure 40 minuteu van den avond. Vandaag brachten al do partijen hulde aan dien geleer den, sedert gisteren begraven. Ik herinner mij geenen enkelen dood, zoo schielijk en zoo onvoorzien. Niets in de houding, in de stem, in de blikken van M. Denis kon dat einde doen voorzien. Het was een sympathieke figuur maar wij, dagbladschrijvers, wij vermaledijdden zijne redevoeringen, omdat hij maar een flauwe stem had en dat hi] zijne redevoerin gen versierde met eindelooze statistieken die eenen professor van mathematiekon zouden schrik aangejaagd hebben. Hij heeft ons water en bloed doen zweeten Wij troosten ons nochtans omdat er nu nog M. Lorand overblijft, die ook de manier beeft aangenomen zoo te spreken dat niemand hem kan verstaan. Nog een zitdag verloren met de interpella tie Royer-Jourez. Verloren voor de zaken van 't land, maar toch niet voor de katholieke partij. De rede voeringen van MM. Carton de Wiart, Woeste en de Lalieux hebben de zaken onder bun klaar daglicht doen inzien. Uwe M. Daens heeft ook gesproken bij vroeg vorhooging van de jaarwedden der gendarmon,bij klaagdo omdat zij hunnen dienst niet goed deden dan kloeghij omdat do gendarmen door het gouvernement wor den geexploiteerd en om lo sluiten vroeg hij "bet algemeen stemrecht. Langs do linker zijde hiold iedereen zich den huik van lachon; langs den anderen kant lachte men uit medelijden. Wat al weelde te Brussel op doze dagen Nu vooral kon men het zien, met den Groo- ten Prijs. En vandaag begint de groole paar den wedstrijd. Alvorens do stad te verlaten om op den buiten de gezonde lucht te gaan inademen loveren do damen van de hooge wereld een echte wedstrijd van weelde en Itostbare kleed ijMon moot die vergaderin gen bijgewoond hebben om er zich een denk beeld von to kunnen maken. Eene kenni3 die jaarlijks dogroote vergaderingen van Parijs bijwoont verzekert mij dat Brussel volstrekt niet moot achterdoon on dat, voor wat de weelde en de kleoderdracht aangaat wij aan Parijs niets moeten benijden IIarold. Een 17-jarige jongeling doodt zijn vador. Eon vreeselijk drama bracht Maandag avond het dorpje Linden, nabij Leuven, in opschudding. Sinds eenigen tijd heorschte groote on- eonigheid in het huishouden van landbouwer Louis Vermaolen. De oudste zoon Vermaelen is gehuwd en woont niet meer tehuis. De zevon andere kinderen en do moeder dedon al wat mogelijk was, om den vader hol leven ondraaglijk te maken. Maandag avond nu, werd Louis Vermaelen floor zijn 17-jarigen zoon Leopold, een mijn werker, met een revolverschot gedood. De moordenaar is door de gendarmen aange houden. Het parket kwam Dinsdag namiddag tor plaats en deed een onderzoek. Volgens de verklaring van Leopold Ver- EERSTE VERVOLG. Ongeveer twee of drio maanden geleden zyn een twaalftal engelsche zeematrozen naar St Malo gedeserteerd, en daarom hebben de En gelsche officieren waar zij slechts konden, matrozen geprest. Ik woot het, zei Pier. Nog geen week ge leden bobben ze van de westelijke kust by Cancallebaai vijf man weggevoerd. Maar wat moet ik doen Hoe zal ik zonder mijn arme jongen leven llij was mijn alles zoo goed, zoo liefdevol en daarbij zoo edelmoedig. O, neen, ik kan zonder hem niet leveul -- We inoeton hem vrymaken, sprak do vreemdeling. Wy? vroeg den visscher verwonderd en Jleu vreemdeling uitvorschend. Wij hem vrij maken? Of, beter gezegd, ik moot hem vrijmaken. Meent go dan dat go mijn ongelukkige toon kunt redden? Ik moen dat ik het beproeven zal. Ik Goud niet van de engelschon, want ze zijn linds lang mijue vyandon, oven als die myner landslieden, en als er mogelijkheid is om uw toon te redden, dan zal ik het doen. De visscher naderde den vreemdeling en ratte zijne hand. Zijn gelaat bad eensklaps reno vroolijker uitdrukking aangenomen, Joordien de zooevon gehoorde woorden eene Jlyde hoop by hem hadden opgewekt. O. riep hij, red hem, red mijn kind, en God zal er u voor zegenen. Ik zal voor u bidden ioolang God my in 't leven laat. Gelooft go verkeüjk dat go hem redden kunt? maelen, zat moeder Vermaolen Maandag avond bij zijne tehuiskomst te weenen en zegde dat vader haar mishandeld had. Toen Louis Vermaelen zulks hoorde, schoot hij in eene vreeselijke woede en greep zijn revolver, 't Is alsdan, dat volgens Leopold, hij/ou ge poogd hebben zijn vader te ontwapenen en zóó liet moordend schot deed afgaan. Getuigen spreken die verklaring echter tegen. Zij zeggen, dat vader Vermaelen slechts lang na den zoon is tehuis gekomen. Ook heeft het onderzoek bewezen, dat er vier revolverschoten gelost werden. Het parket heeft de lijkschouwing bevolen om op te maken, of het mogelijk is, dat het schot zou afgegaan zijn zooals do zoon Vermaelen het wil doen gelooven. VV te St-joost-ten lVoocie De moordenaar Uit het eerste onderzoek is gebleken, dat de moordenaar van Movrouw Michaux, niemand anders is, dan haren knecht, zekeren Richard Verruyst, slechts 18 jaar oud, ge boren te Kortrijk. Deze is een klein-neef van vrouw Michaux. Verruyst, een zeer sterke kerel, die naar de getuigenis van zijn patroon gemakkelijk zakken bloem van 100 kgr. opnam- en ver- logde, kwam regelmatig alle dagen dronken te huis. Of men herrf over zijn gedrag be rispte of niet, gaf hem niets. Ziehier hoe de vermoedens op Verruyst vielen. De winkoldochter, Mej. Rosa DoBie, was rond 10 ure naar hare kamer gegaan, terwijl Mev. Michaux, na den winkel gesloten te hebben, de lade van de toonbank geledigd had, en ook naar hare slaapkamer ging. Eenige minuten later, hoorde zij, dat Vor- vuyst te huis kwam en hare meesteres riep. Deze moet dan beneden gegaan zijn, om er door den moordenaar op lafle wijze geslacht te worden. Weinig later kwam Verruyst op de ka merdeur van. de winkeldochter kloppen en vroeg een doosje slekskens. Mejüfier De Bie gaf hem hef gevraagde en kort nadien hoorde zij Verruyst de trap pen afdalen en do straatdeur toetrekken. Sinds dan heeft men alle spoor van den moordenaar verloren. Zijn signalement is in alle richtingen rond gestuurd. Hoe de misdaad gepleeyd werd. De moordenaar moet zijne misdaad lang voorbereid hebben en is met eene ware beest achtigheid te werk gegaan. Daar lüj oen neef was van vrouw Michaux, kende hij goed de gewoonten van liet huis er. zoo wist hij, dat alle avonden de lade der toonbank geledigd werd en dat vrouw Mi chaux het geld in hare nachttafel plaatste, om het dan s'anderendaags morgonds weg to bergen. Verruyst wist ook, dat M. Michaux allo avonden zijn kaartje ging doen in een der koffiehuizen uit den omtrek en dat hij nooit Voor middernacht te huis kwam. De moorde naar koirdus in volle zekerheid handelen. Toen hij rond 10 ure te huis kwam, heeft hij Mevrouw Michaux onder een of ander vóorwondscl uit hare kamer gelokt t>n haar in de keuken een slag mot een hamer toege bracht. Deze slag werd zoo geweldig gege- von, dat de steel van den hamer brak. Het slachtoffer verdedigde zich op wan- ho~pigo wijze tegen haren aanvaller, doch dezo greep nu een groot mes en bracht or de vrouw verscheidene vreeselijke slagen mede too. Toen zij bewusteloos ten gronde zakte, sneed hij haar bijna heel de keel door, zoo dat zij weldra don geest gaf. De slrijd tusschen den ellendeling en zijn slachtoffer moet akelig geweest zijn, inde Ik zal het beproeven en ik heb een voor gevoel dat het mij lukken zal. In elk geval zult ge binnen vier-en-twiutig "uren den uit slag mijner bemoeiingen kennon. Zoo spoedig? vroeg Pier. Ja, zulke zaken moeten snel gebeuren. Morgen vroeg zult ge vernemen, of uw zoon al dan niet vrij is. Ik weet 't een en ander om trent den voorgenomen koers van 't schip, want ik heb er belang bij dien te kennen. Vóór morgen zal het niet onder zeil gaan, en wellicht ook dan nog-niot. Eu zult ge mijue hulp niet noodig hebben? Neen. Slechts enkele personen kunnen voor zulk werk gebruikt worden, daarom zal ik het alleen doen. Pier Fretart beschouwde den spreker aan dachtig; vervolgens vroeg bij na eenige aarze- ling: Wilt ge mij nu ook zeggen, Mijnheer, wion ik voor deze deelneming dankbaarheid schuldig ben? Hebt ge mij vroeger nooit gezien? De oude visscher zag hem scherp in 't gelaat en 't was duidelijk te bespeuren, dat er eenige twijfel bij hem oprees. -- Neen, ik ken u niet, mijnheer, sprak hij ten laatste, en toch komt het mij voor alsof ik u reeds vroeger gezien had. Misschien heb ik u wel reeds eens ontmoet. Go kent mij dus werkelijk niet? Neen, waarlijk niet, mijnheer. Hebt ge nooit van iemand gehoord, die Marco Montmorillon heette? Montmorillonstotterde de visscher ten hoogste verwonderd, de groote smokkelaar van St Malo! Hom bedoel ik, antwoordde de vreomde- liug mot een kalmen glimlach. Zeker heb ik van hem golioord, sprak DE VOLT&STEM" duisternis, want heel de kelderkeuken is met bloed besmeurd. Demoordenaar moet' zich aan gewasschen hebben, en heeft zich naar zijne kamer hege ven, om andere kleederen te gaan aantrek ken. De zijne waren heel bebloed, 't Is als dan dat iiij hij de winkeldochter de steks- kens is gaan vragen. Daarna moet hij het geld gestolen hebben i-f* eene som van on- goveer 450 frank waarmede hij de vlucht nam.... Hoo de misdaad ontdekt werd. Toen M. Michaux rond middernacht te huis kwam, was hij hoogst verwonderd, in den winkel te geraken doch de keukendeur niet to kunnen openen. Hij ging dan recht naar zijne slaapkamer ört steldo vast dat zijne vrouw er niet was. Denkende dat zij eene boodschap was gaan doen bleef hij wachten, ging dan zelfs in de huurt een toertje doen, doch altijd vruchteloos;i Rond 5 1/2 ure ging hij een slotmaker vragen, do deur to willen openen van de keuken. Weinige stonden later werd de gru welijke misdaad ontdekt... en de policio verwittigd. Demisdaad heeftin den omtrek der Wil lemsstraat, waar de bchtgenooten Michaux en Vorruyst goed gekend zijn, eene groote opschudding verwekt. Algemeen Avordt do meening geopperd dat de moordenaar niet lang op vrije voeten zal loopen en weldra achter slot en grendel zal zitten. TE GENT liet Koloniaal Paleis I. Wanneer men bijna aan het uiteinde is van de Natiënlaari, waarin de verscbillige pavil joenen zich bevinden van de vertegenwoor digde landen, ziet men1' een prachtige dóme met rood dak en sierlijk opgesmukt door eigenaardige ornementoi) dat is het Kolo niaal Paleis. Bij het binnentreden is men reeds getroffen door de zoo nette rangschikking van al het tentoongestelde. Deze koloniale afdeeïing bevat twee zeer afgescheiden deelen.Het eerste het algemeen panorama van den Congo het tweede het diorama van den Congo, waarvoor een hij zonder inganggold wordt gevergd. Wij zullen ons vergenoegen eerst te spre ken ovor wat voor onze lezers het meeste belang heeft, namelijk de deelneming van de eerwaardige paters eu,< missionarissen die zooveel good verrichten, zich zulke groote inspanningen moesion getroosten om van onzen Belgischen Congo een beschaafd land te maken. In de ronde zaal, hij het binnentreden, ziet men groote kasten waarin zicli talrijke pho- tografiën bevinden, betrok hebbende op ver scbillige missiën die in Congo werkzaam waren. k' Zoo bemerkt men er die van de - Paters Redemptoristen de scholon door hen inge richt zoo heeft men1 de vrije school van Matadi, waar de leerlingen gedurende drie jaren de Fransche taal worden geleerd merkwaardig zijn de bekomen uitslagen, ge tuige daarvan de schrijfboeken en huiswer ken die in de kasten ton toon zijn geteld. In eene andere kast beschouwt mon de photo- graliën van de slaapziekte die zoo erg woedt in onze kolonie. Verder bemerkt men photografiën, de boomgaarden voorstollende in de Congo. Zeer eigenaardig zijn de talrijke folos, de verscbillige kerken en kapellen vertoonende; zoo heeft men de kerkpn van Msona, Mbata, Coquilhatville, Kenga on Matadi. Men heeft ook de kerk der Pikers van Sellout te Pier, terwijl hij den vreemdeling verwonderd en eerbiedig aanstaarde. Wie op de fransche kust zou niet van henï gehoonl hebben, van hein die sinds jaren, trots alle tolwetten en hare beambten, tusschen de heide koninkrijken^ heeft gekruist. Iedereen heeft van Montmoril lon hooren spreken, ndynheer. Dat geloof ik ook. Maar zoudt go wel denken, als ik u zei dat die man voor u staat? Wat? Gij zoudt die smokkelaar zijn? Gij, mijnheer, zoudt Montmorillon wezen? Op myn woord, ik ben het, ik zelf, goede Pier! Nu, zie ik er alsveen monster uit? zie ik er niet uit als een gewöón mensch? Wat is uwe meening? Pier Fretart wist niet wat hy zeggen zou. Do gedachte dat hij naast den man stond, die als do onverschrokkenste en koenstc smokkelaar in beide koninkrijken bekend was, ontstelde on verbaasde hom. Do,oude man had ten op zichte van den smokkolaar allerlei vertolsels gehoord, die allen aafi' het wonderbare grens den. Het volk fluisterde elkander toe, dat Montmorillon in vorbgnd stond met den booze; hij genoot de vriendschap en de hulp van zijne hclsche majesteit; hij zelf verstond de zwarte kunst in allo deelen. Die vertelsels waren niet uit de lucht gegrepen, maar werden door do geloofswaardigsto bewijzen gestaafd. Als dat toch niet hot geval was, hoe zou de stoutmoe dige smokkelaar dan door steenen muren en ijzeren deuren kunnen dringen en plotseling voor aller oogen onzichtbaar worden? En dat hij dit meermalen gedaan had, dat konden duizenden elk oogonblik op eed bovestigen. Nauwelijks eene maand geloden was hy door een troep grenswachters gevangen genomen en in oen vertrek zonder venster opgesloten geworden, voor welks eenige deur men drie levondc soldaten op post had gezet. Eu evon^ Baudouinville,die ganschgemaakt werd door de negors en geheel en al werd gebouwd met materialen van hun land. Verder bezichtigt men de collectie van de afdeeïing van «Witte Paters Men kan ook den houw bewonde ren van het huis der missionarissen te Bau- douinville. Men ziet eene collectie schrijf boeken en huiswerkon van de missie van de Pators van den Heiligen Geest Daar bemerkt men ook leeshoeken in Con- goleesche taal opgesteld, door een Belgische missiounaris opgemaakt. De ronde zaal is versierd met panorama's dio de volgende tafereelen voorstellen Hel vertrek van de Congoboot te Antwerpen, do Katanga, de oliofabrieken van Al- borta Lovei ville en dan een panorama van do missiën in de Congo. Wij kunnen niet genoeg de bezoekers aan bevelen, van het Kolonial Paleis te bezichti gen en zoo vast te stellen wat grootsch werk wordt gedaan door do missionnarissen van de verscbillige orden. Het Koninklijk bezoek Mon weet dat de Koning morgen namid dag, te Gent aankomt, om de opening te doen van het Koloniaal Paleis. Indien het weder gunstig is zal de Koning per auto naar Gent reizen en ongeveer rónd 2 ure aankomen. Hij zal binnengaan langs de kant van de Heuvelpoort aan de Citadel- laan en zal zicli naar het Koloniaal paleis he geven langs het Park en do Natielaan. Onze Koning zal ook do hallen bezichtigen van de textielnij verheden. De officieele opening der Fransche Koloniën Woensdag morgond is de heer Morel, Fran sche minister dor Koloniën, de paviljoenen komen inhuldigen van Tunisie, Algeria, Marokko, Fransch-Congo, alsoook het Paviljoen van den Kolonialen handel. De Heer minister, die vergezeld was door een talrijk gevolg, werd verwelkomd door den lieer Pierre Marraud, algemeene kom- missaris daarna spraken de heeron Grozier, algemeen consul te Antwerpen en Brunei, afgevaardigde van Parijs, voorzitter van het Comiteit der Koloniale Tentoonstelling. De lieer minister dankte allen hartelijk en hoopte dal deze Tentoonstelling de vriend schapsbanden tusschen België en Frankrijk svog zou versterken. Programma tan hot Beiaard-co'ncert van 16 Mei, van 12 lèt 1 ure, door M. Karol De Melte,beiaardier des Konings, stadsbeiaardier te Aalst 1. Faust, Chceur dessoldals Gounod. 2. Credo du pay san Goublier. 3; Le chemin du Cceur.Gavolle Lin^ke. 4. Cavatinc du Robert le Diable Meyerbeer 5. Galanterie, Polha Mazurka Tavan. 6. Mijn Vlaanderen Antïieunis. 7. lantuisie sur La fille du Régiment Donizetto. Maandag avond was er alhier ter gelegen heid der vvijkkermis een bal ingericht. Een landbouwer, Cotton genaamd had er zich |ieen begeven in gezelschap zijner dochter en den verloofde dezer laatste. Laat in den nacht besloten zij huiswaarts le keeron. Doch nauwelijks waren de drie personen een honderdtal meters van de danszaal verwijderd of een tiental kerels itwamen to voorschijn gesprongen en zonder een woord te sprekon, omringden hen. De pngelukkige Cotton bekwam verscheidene messteken, onder andere in de zijde en de slaap. Daarna vluchtten do aanranders weg. Op het hulpgeroep van Cotton's dochter en haar verloofde, die ook alle twee gewond 'waren, snelde men toe. Men bracht do ge kwetsten huiswaarts. Cotton ovorlccd 's an derdaags 's morgends. De gendarmerie van wel was Montmorillon den volgendon morgen verdwenen. Honderden malen was hij vervolgd geworden en had men hem in eene engte ge dreven, waarin geen uitgang was, er. als men de engte doorzocht, was hij nergens te vinden. Dat alles was zeer vreemd, en daar de eerlijke en rechtschapen Pier Fretart het ontelbare malen had hooren vertellen, gevoelde hij zich 'in dit oogenblik niet zeer op zijn gemak. Hij zag den vreemdeling strak aan, en terwijl hij hem zoo aanzag, deed hij onwillekeurig eene scbrode achteruit en vergat daarbij op zijne vraag te antwoorden. Komaan, herhaalde de smokkelaar la chend, zeg me eens wat uw gevoelen is. Zie ik er uit als een monster, zooals men gewoon is mij af te schilderen? Ik heb u nooit als een monster hooren af. schilderen, antwoordde Pier dadolyk.Integen deel, ik heb allen die u kennen slechts goed van u hooren spreken.'klleb uwen naam hon derd maal door do visscbers van St Malo met lof hooren vermerden. Ei ei! riep Montmorillon, zichtbaar ge streeld door die lofspraak. Nu, dat is ook geen wonder, want ik lieb onze arme landslieden steeds geholpen, waar zy mijne liulp noodig hadden. Maar ge hebt mij nog altijd niet ge zegd wat uw govoelen is. Zio ik er uit als een schurk, zeg het eens ronduit. Neen, waarlijk in 't geheel niet. Ik dank u, Pier, ik dank u, en ik zou wel willen dat al mijne landslieden zoo over mij dachten. Ja ja, ging de smokkelaar voort, ter wijl in zijn blik en in den toon zijner stem een diep gevoel lag, ik heb nooit iemand leed ver oorzaakt, behalve eens dat ik mij tegen een engelschen kruiser verdedigen moest. Als ik iemand kwaad berokkend heb dan is liet alleen de britsche regcering. Ik heb getracht mij van 15' MÉI 1913 Flobecq werd verwittigd en hield verschei dene jongelingen aan. Er wegen zware vermoedens op een genaamdon L..., van Ellezelles. Het parket van Doornik is insge lijks ter plaats geweest. Brussel. Arme vrouw. Maandag nacht bemerkten politieagenten aan deNaam- schepoort eene vrouw die allerlei zottigheden uitrichtte. De agenten traden naderbij en wilden do onbekende ondervragen, toen deze zich fier oprechtte en riep Ik hen de konin gin der Belgen stapt vooruit en laat mij met vrede, hel zou u anders duur kunnen te staan konion». De agenten zagen spoedig dat zij met eene zinnelooze te doen hadden. «De plaats, waar Hare Majesteit zich be vindt, is onveilig op dit uur; dat zij gelieve ons naar haar palais të vergezellen». De waanzinnige volgde daarop en kwam weldra voor het zoogezegd paleis aan. Het was niets anders dan hot politiebureel der Regencie- slraat. Do zinnelooze, mej. Pliilomène D..., 30 jaar oud, wonende te Elsene, is in een gesticht opgesloten. Doodelijk ongeluk in de Noordstatie. Maandag avond wilde in de Noordstalie, eene vrouw, mad. Van E..., echtgenoote van een diamanthandelaar van Antwerpen, op eenen trein springen, terwijl deze zich reeds in be weging zette. Do vrouw viel en kwam terecht tusschen twee wagons. De ongelukkige werd ijselijk vermorzeld en op don slag gedood. Het lijk werd naar het doodenhuis overge bracht. De alkooi is de groote vijand van het volk de chicoree der Trappisten Vincart is zijn groole vriend. 1500U Neder-ovor-Heembeek. Belangrijke aanhouding. V..., van Laken, die nog verscheidene gevangenisslrnffen had uit te hoeten en sedert verscheidene maanden vruchteloos door de politie werd opgezocht, word Dinsdag morgen door den veldwachter van Neder over-Heembeek aangehouden. Daar deze laatste door den kerel werd mis handeld, moest een voorbijganger hem hel pen. V... werd in het gevang van Vorst op gesloten. Elsane. Loopjongen op den... loop. Een handelaar van den steenwog van El sene, M. T..., nam over acht dagen eenen loopjongen aan, dio verklaarde Hector V.... te heeten, 17 jaar oud, en hij zijne moeder te wonen in de II. Geeststraat. M. Tge lastte Maandag zijn loopjongon per rijwiel eenige boodschappen te gaan doen. De knaap is mot velo en het geld, dat men hem toe vertrouwd had, er van door getrokken. In het opgegeven adres is hij geheel onbekend. Erge botsing, Maandag avond had er op den hoek der Troonstraat en van den Waverschen steenweg, eene botsing plaats tusschen een tram der lijn nr45 en een der lijn nr 35. De schok was zoo goweldig dat de ruiten van heide trams aan slukkon vlogen. Twee reizigers M. Joseph B..., en Mad. W® II..., werden erg gekwetst door de glas scherven. St0 Renilde. Bloedig gevecht. Toen de landbouwer J.-B. De Volder, Maandag nacht uil oene herberg kwam, werd hij op eens aangerand door een genaamden Emiel V...., die hem sinds lang een lievigen haat toedroeg. Do Volder werd ten gronde ge worpen en woest geslagen cn gestampt. Hij moest in allerhaast naar 't gasthuis overge bracht worden. Zijn toestand is zeer onrust wekkend. Het parket van Brussel is Dinsdag in de gemeente afgestapt. Vdio Maan dag avond nog door de gendarmerie aange houden word, is naar't gevang van Vorst overgebracht. Lede. Aangerand. Dezen morgend rond 7 ure werd de genaamde Vereecko», I dagbladverkooper, aangev,allon door eenj soldaat welke hier eenige dragen in verlof is. haren dwang vrij te maken, en ik denk datI ook voortaan te doen. De Brit is altyd mijn vijand en do vijand van mijn land geweest. Meer dan honderd maal heeft hij ons schoone land geteisterd, en eiken penning, dien hy machtig kon worden, heeft hij ons afgezet. Doch dit zullen we thans daar laten. Ik liebl reden om te weuschen dat gij goed over mij denkt, want ik zal in 't vervolg nu en dan uwe hulp noodig hebben, evenals gij de mijne zult! behoeven. Ik kwam ook hier om uwen zoonl te zien, en ik zal hem zien. Gij wilt hem redden? riep de oude man, den smokkelaar naderende. Ik zal het boproeven antwoordde Mont-j morillon, en toen hij dit zei sloeg hij nogmaals een onderzoekenden blik op het oorlogschip.! Morgenochtend kom ik u hier in uwe woning opzoeken. Hij keerde zich om en verliet do plaats waafI dit gesprek was gevoerd. Bowondereud zag del oude Pier hem na, en de uitdrukking van zijnl gelaat bewees dat hij mot eerbied voor heral vorvuld was. Toen de smokkelaar uit zijn ge zicht verdwenen was, wierp hy nog een blikl op hét tfchip en ging met langzame schredenl naar zijne eenvoudige hut. Daar gekomen,I zette hy zich aan tafel, maar hij kon niet eten.1 De hut kwam hem zoo eenzaam voor, nu zynl zoon er niet meer was, en de daad van geweld J waardoor hij van zijn eenig kind en medegezel! beroofd was, hield voortdurend zijne gedach-l ten bezig. Evenwel gevoelde hij zich niet zool diep ongelukkig als hij nog eenige oogenblikj ken te voren was, want de belofte, die denl smokkelaar hem gedaan had, gaf hem de hoopj dat hij zijn dierbaar kind zou wederzien. I (Wordt vervolgd)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1913 | | pagina 2