DeVergiffenis van den Monnik ONZE KOLONIE IN DE WERELDTENTOONSTELLING VAN GENT \?222S3| Het Paleis van den Belgisch-Kongo yisjjgg De Wereldtentoonstelling in vogelvlucht. blijft een der grootste aantrekkelijk heden der Gentsche Wereldtentoon stelling, een der leerzaamste bezoeken welke klein en groot aan een paviljoen brengen kan. Laat ons zonder talmen het koepole- gebouw intreden en begeven wij ons rechtstreeks naar het centerpunt van het paleis waar wij een wonderschoon Panorama, de stad Matadi en omlig gende streken voorstellende, kunnen bewonderen. De zeehavens van Matadi, getrouw in afbeelding, kleur en perspectief terug gegeven, zoo natuurlijk zoo echt dat al wie den Kongogrond ooit betreden heeft zich te Matadi terug denkt, uit gestrekte loskaaien, de twee ijzeren bruggen (Piers) tegen dewelke twee reusachtige stoombooten van de gere gelde scheepvaartlijn Antwerpen- Matadi stevig gevestigd zijn de bree- de Kongostroom door schepen en vreemde nationaliteiten doorkruist opgezien, versmalt de stroom merke lijk om de nauwe (Hel Ketel) te vor. men waar de onstuimige baren en de rukwinden de vaart van de aankomen de zeeschepen verhindertrechts de wattervallen, die duidelijk bewijzen dat Matadi het uiterste punt van be vaarbaarheid is van den kongostroom en zoo den ijzerenweg veroorzaakten van den Neder-Kongo, Matadi, Leo- poldstad. De belangrijke gebouwen der statie, de menigvuldige stapelplaatsen, de talrijke ijzeren riggels, het.druk ver keer van heen en weer rijden der trei nen voor het vervoer naar het binnen land. Matadi een punt van beschaving in de wildernis, eene bergstad vol bewe ging daar krioelen de reizigers die per stoomschip en ijzerenbaan worden aangebracht. Eene mengeling van volkenrassen die aan de openbare macht van Matadi- volle levendigheid geven. Het dooreen gewemel van kleuren, de schitterende kleedmgstuk- ken der zwarten en de witte kleedij der Belgen te weeg gebracht, doen denken dat men dit maal, zich op de Kongoleesche Floralies bevindt. Wat schepping en kunst was er niet noodig om het getrouw teruggeven van zoo een zonderling schouwspel Die ooit in Kongo geweest heeft, zal in het panorama menige genoeglijke stonden in Afrika dooi gebracht her- leven. Kunstschilders Mathieu en Basüen waren niet instaat geweest het uitzicht der stad, de ligging der streek, de eigenaardige boomen en planten en van het krioelende volksken met zooveel nauwkeurigheid van zeden en gebruiken op het doek terug te geven, had hun behendig penseel ter plaats geen schetsen kunnen opne men, hadden zij met eigen oogen de lichtschemeringen niet nagegaan welke onze kolonie kenmerken. Waar begint het doek, waar eindigt de schijnnatuur Ziedaar eene vraag die elke bezoeker zich stelt en deze gedurige twijfel is do triomph van de twee kunstschilders en de niet min kunstenaar staffeur Mijnheer Vinck die aan zijn proefstuk niet meer is daar hij meer dan 15 panoramas, in al de werelddeelen, met de beste uitsla gen heeft opgericht. In al de bijzonderheden treden ware het groot genot wegnemen welke bij het eerste bezoek u te wachten staat. Alwïe zonder veel tijdverlies eens waarlijk van de Kongo wil proeven die bezoeke het panorama, daar zal hij een goed gedacht bekomen van de achtereenvolgende bergen die in de Afrikaansche blauwe lucht, door de helderheid der zonnestralen, hun pur per, roos en goudgeel versmelten. Onze stonden zijn getold en er is nog zoo oneindig veel te zien in de ten toonstelling van dees paviljoen. Dalen wij dus met de trappen van het panorama af en daar staan wij in de ringronde gaanderij, waar al de in en uitvoerprodukten van Kongo prij ken. Leerzaam is het na te gaan welke koopwaren zoo meest in Kongo ge vraagd worden, de altijd aangroeiende invoerhandel en ruilhandel. Handels vennootschappen zijn daar op doel treffende wijze voorgesteld, het besluit dat ieder bezoeker voorkomt is dat de kolonie onmisbaar is geworden aan onze nationale nijverheid, de indruk dat de Belgische werkman daar be komt is, dat er reeds veel werk, dus volgeDS veel dagloon verdiend is ge weest, wat onvermijdelijk aangroeien moet. Elk handelsbuis heeft daar tentoon gesteld wat hem meest aanbelangt, ook was het aan het inrichters komiteit, het volksonderwijs te voltrekken het is voldoende te melden, dat de afdee- lingen van koophandel, wijze van kolonisatie, koloniaal materieel, bij zondere voortbrengsels bestemd tot invoer naar de koloniën, en landbouw onder het voorzitterschap staan van de heeren Olyff, Arnold, Denyn, Liebrecht, baron Capelle en Leplae om te mogen bevestigen dat de Belgen die na menigvuldige bezoeken aan het Paleis van den Kongo er zullen in ge lukt zijn. zich te doordringen van al de wetenschappen en onderwijs die men in het Paleis van den Kongo kan bekomen, de geschiedenis van hunne kolonie zullen kennen Afgezonderde uitstallingen op hun eigen eene gansche tentoonstelling uitmakende treft men hier aan De kunstmatige uitstalling van het wereldberoemd museum van Tervuren welke onder het behendig bestuur van heer baron de Hauieville de volledige verzameling van hoofddeksels der kongoleesche negers te zien geven. Een volkomene muzeumzaal van de machtige handelsmaatschappij De Kassai De firma Lever, gebroeders welke door een diorama hunne oliefabriek aan de Kwangostroom te zien geven en de reeds bekomene uitslagen en produkten doen kennen. De wonderbare uitslagen door mis sionarissen in lager en vakonderwijs bij de negerkinderen bekomen, de uit slagen onzer verdienstelijke zendelin gen tegenover de slaapziekte behaald verwekken de algemeene verwonde- ring. De tentoonstelling van de Belgische Caoutchoucplanters in Kongo en Java is een der grootste aantrekkelijkheden Op de aanschouwelijkste wijze staat hier het planten en bewerken van den Caoutchouc te prijken, daarnevens de produkteü van Cafe- Cacgo- Tabak- en Théplanterijen. Antwerpen is gewoon zijne onderne mingen in regel uit te voeren dit maal nochtans hebben de heeren Oosterriet en de Becker zich overtroffen, en men weet waarlijk niet wat men meesl moet bewonderen, de bekomeno uit slagen of de ijver en kosten die voor noemde heeren zich getroosten methet voorstellen van hun bijgebouw aan het ileis van den Kongo. Achter de tentoonstelling van Caoutchoucplanters zullen de lands mannen en de kolonisten de stand plaats van het ministerie van land bouw in Kongo vinden. De rasse vooruitgang die de Belgen in het dorre, woeste Katanga gedaan hebben is hier duidelijk om na te gaan. De Katanga die onuitputbare mijn- schatten onder zijne bergen begraven houdt, moet zijne levensmiddelen put ten uit den landbouw. Daarom die taaie wilskracht zonder dewelke men dien ongunstigen grond nooit zoude overwonnen hebben hier geeft men zich rekening van de beko mene uitslagen en kan men eene voor toekomst aannemen. Eene volledige verzameling van gezaagd hout bewijst den lijkdom binnen korte jaren; tot heden zijn de vervoer kosten nog te groot. Groote en kleine bezoekers scheppen genoegen met de verkleinde olifanten inde werkzaamheid gesteld belang rijk is het na te gaan hoe de Belgen het in Congo aan boord leggen, om die machtige wilde beesten tot gehoor zame lastdieren te hervormen. De naakten kleeden.De hongengen spijzen Ziedaar twee werken van bermhartigheid die in Kongo beter dan in andere landen hunne toepassing vinden. In Belgie treft men twee maatschap pijen aan Dames en liefdadige juffrou wen die elk een dier werken voor doel einde hebben. In het Paleis van den Kongo vinden zij eene schoone gelegenheid om door eene smaakvolle uitstalling hun werk te doen kennen en de medehulp van alle menschlievende personen te be komen. Op beide instellingen komen wij gansch in het bezonder eens terug. De Union Miniére - van Katanga heeft buiten en boven de landkaart van hun uitgestiekt mijngebied, zich ten van de kopermijnen aan de Kongo- ster en kambove, de kopergieterij van Elisabethstad alsook vergelijkingsta fels een doeltreffend en welsprekend bewijs van de macht en bedrijvigheid der genootschap, eene massa koperen klompen opeengestapeld die de dage lij ksche voortbrengst van twee smelt ovens voorstelt. Zulke tastbare aan schouwing spreekt tot eer van de be stuurders der Union Miniére voor namelijk van den heer baron De Moor. GOUD Goudklompen en schitte rende diamanten van den Katanga zijn ook in het Paleis van Kongo te vinden. KOLEN Over eenige dagen is er in het Paleis van den Kongo een staal houillekolen van Katanga tentoonge steld welke door de hoofdingenieur der« Germine heer Minette d'Ourlaie is ontdekt geworden. Koolmijnen waren er tot heden in Kongo niet ontdekt ook worden zij hooger geschat dan de goud- en diamantmijnen van Katanga. BOUWTRANT Het gebouw Paleis van den Kongo in den nieuwen bouw trant is zeer eigenaardig en gelukkig van opvatting, de verdeeling wonder wel begrepen en behendig uitgevoerd. De ronde Panorama gaf aan bouwkunnige heer Callewaerts de op vatting van een ringronde gaanderij welke eene afwisseling is me overige vierkante zalen der Geul Tentoonstelling. De bijgebouwen 4 Dioramas zaaluitstalling der bij zonderen gesteld, brengen aan het geheel lége digheid en geven van alle puntei B( het Paleis verre zichten waar oo |Ur est zich komen op uitrusten va vermoeienissen in de Wereldtenl stelling opgedaan. Deze eerezaal spant de kroon het gansche paviljoen. Fijn afgev te beelden prijken daar op hun heven voetstuk, ivooren beelden gouden kleederen, slanke licha leelen, fijne vingers, de kleinste I 0~! gingen van gewichten en slag; |6(j niets is daar gelaten, noch haa ken. wenkbrouwen en pinkers tenger heel die beeldjes, hoe lie aangezichten, hoe klaar die hoe veel beduidend die uitdrukk on zeggen dat ze gesneden zij lompe plompe oliefanttanden, ho; jaren misschien hebben diepuntiID diend als verdedigingswapens een dikhuid, duizende en dui 'j jaren zullen die ivoorbeelden ovei nu dat beeldhouwer Matton dii geslotene stukken herschapen h getrouwe afbeelding van reiP-" OU' ad di an, jzo ek. th teedere Negerkoppen door den heer in KoDgo afgegoten wekken algemeene aandacht. Voor het overige wat niet alle de eerezaal maar gansch het kol Paleis betreft overal zweeft de van Leopold II. Nu dat de djd den zichteinde zijn bestaan genoegzaam verse heeft, om alle kleinigheden mi meer te doen verdwijnen zal de en de faam van zijn stichten kolonie door die welverdiende aan alle bezoekers van het Pal de Kongo komen herinneren aan de koninklijke familie vooi lijk te danken is dat wij onze bezitten, dat de Kongo eene bro voorspoed voor onze nijverheid onuitputbare bron van welstan onze Belgische werklieden den is. De Vlamingen die het paviljo den Kongo reeds met <en vereerd hebben, zullen met ge bestatigd hebben dat alle of opschriften en veel andere talen prijken om zoo eens te bevestigen dat de kolonie mei dienen moet voor de helft der maar wel voor al de getrouwe danen van Zijne Majesteit den Albert. PAH 19" Vervolg. Ik heb zonder spijt al mijne hulp bronnen uitgeput, om armer dan ik ben te redden ;,maar op dit oogenblik heb ik paarden en geld noodig. In onze verlatenheid heeft Inez aan u gedacht. Heb dank mevrouw, heb dank zegde Alonzo. Ik begin mijne taak te begrijpen. Alssamenzweerder, José, beloof ik u geheimhouding op mijne eer, en als vriend, als broeder, als echt genoot van Inez Liano y Valdez, ver zoek ik u mijne diensten aan te ne men. De artist haalde uit zijn kleed de zware beurs voor den dag, die hij er in gestoken had voor dat hij uitging, en zegde De wijste partij welke gij te kie zen hebt, is onmiddelijk de stad te verlaten. Ik zal u vergezellen me vrouw zal mijn arm nemen een man- tille voor haar gelaat gehouden, zal haar voor Mercedes, mijne vrouw, doen doorgaan. Wat u aangaat, gij zult ons, in uw mantel gewikkeld, volgen in dien een nieuwsgierige alguazil u on dervraagt, laat mij spreken en hande- l0n- Heb dank, zegde Inez, gij redt ons beiden.' Wat ik ook doe, zegde Alonzo, ik zal nooit mijne schuld betalen. De jonge vrouw wierp een mantille over haar hoofd, die hare trekken ge heel en al verborg en José wikkelde zich in een langen grijzen mantel. Een oogenblik later was het zwarte huis van de steeg weêr eenzaam en verlaten, en drie personen, op een la gen, gedempten toon tot elkander spre kende, gingen door de straten van Ma drid. Nu en dan drong het refrein van eene serenade tot hunre ooren door, ofwel de doffe stap der alguazils, die de ronde door de straten deden, joeg hen een plotselingen schrik aan. José, zegde Alonzo, ik zal u tot aati de poort vergezellen, en ik zal mij niet eer op mijn gemak gevoelen, dan wanneer ik u de middelen verschaft heb om snel weg te vluchten geloof mij, geef een onderneming op, welke u, ten spijt van de beschuldigingen, welke gij tegen Olivarez aanvoert, noodlottig zou kunnen worden, en wan neer gij gered zijt. laat mij dan weten, waar gij zijt, opdat ik u kan schrij- ven. Op het oogenblik dat Alonzo Cano een herbei g passeerde, hoorde hij stampen van paarden in den stal. God komt ons misschien ter hulp, zegde hij. Hij klopte aan de poort van de her berg aan. Een jongen met half slaperige oogen opende de deur. Wat wil UEd. vroeg hij. Twee paarden, antwoordde Alon zo. Voor een langen rit Zoolang, dat gij uwe bees|Nu c meer terug zult zien. Gij huurt ze dus niet Neen, ik koop ze. Het zijn goede loopers, zivro knechtde meester zal er een som voor vragen. En gij krijgt een goeden penning als gij mijne boodscba dig bezorgt. Neem deze du| maakt u voort. Edelmoedig als een konii zij zullen duur zijn, vooral nu. De knecht spoedde zich naar mervan den meéster. Een goede zaak. zegde hi neer gij twee paarden wilt vei }(j( (Vervo ïe'u bev acbl Gedi te b md t ne p dooc

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1913 | | pagina 2