13 Een idiale dienstmeid.
-n
De driejarige dienstplicht in Frankrijk. Militaire incidenten.
h' REDDENDE IEJNTG-EJLj
ALLERLEI
■s,
een
Generaal Pau.
Tengevolge van de talrijke militaire incidenten te Toul, Keifort, Nancy, te
Parijs en in andere garnizoensteden werd generaal Pau gelast desaangaande
een onderzoek te doen. Generaal Pau is eene oude figuur in het Fransche leger.
Hij nam deel aan den oorlog van 1870 tegen Duitschland en verloor er zijnen
rechtenvoorarm. De onlusten waren talrijk en erg. De straff' n zullen ook nog
al zwaar wegen, talrijke soldaten werden naar de Afrikaansche korpsen
overgestuurd en talrijke andere zullen volgen.
Men bestatigt van den anderen kant dat al de Fransche dagbladen zond< r
uitzondering die muiterij schandvlekken wat meer is die dagbladen die d n
driejarigen dienst hadden aangevallen, keuren hem nu goed, wanneer zij ho
merken tot welke spijtige buitensporigheden hunne antinationale politiek
h»eft geleid. Er is tengevolge uit die muiterij als eene heropheuri' g van hpt
nationaal eergevoel gesproten en een nieuwe bloei van vaderlandsliefde.
Talrijke huisz lekingen werden ook gedaan in de lokalen va t d.- C G. T.
Zulks op bevel van den onderzoeksrechter Drioux. Die huisz king ui eden
een aantal schriften en brochuren ontdekken tegen het leger. Ande e huiszoe
kingen werden nog gedaan te Marseille.
D iaruit blijkt dat de C. G T. en hunne syndicaten sinds lang rtimu'hrij
hadden voorbereid en op touw hadden gezet. Zij bewijst van den anderen kam
dat talrijke sy dikalisten hunne antimilitaire propaganda in de kazerne v»o t-
zetten Te Bordeaux werden ook Maandag namiddag huiszoeking n gedaan,
Zij leverden denzelfden uitslag. Men vond er tevens het bewijs, dal sulealen
die wilden uit het leger vluchten, daarvoor eene geldelijke belooniDg kregen
van de socialistische inrichtingen bij dewelke zij aangesloten zijn.
Kortom men ondervindt in de politieke wereld van FraDkrijk dat hij zich
verbrandt die met het vuur wil spelen.
•safest stuSfeSSSkOT-iX*
Huis der Vereeniging en de onderzoeksrechter Drioutf.
en
en
1 li Een Engelsch blad schetst het vol-
itèi m(ie tooneeltje, dat zich op een ver
00 lurkantoor van dienstboden te Londen
TS uhebben afgespeeld.
Een dame, die door haar dienstmeid
ouweloos in den steek was gelaten,
ad het kantoor binnen en koos van
dienstmeisjes, die zich daar bevon-
er een uit, dat haar werkelijk
jzonder bescheiden en vriendelijk
En de vreugde der dame was
oot, toen zij bemerkte dat zij een
keus gedaan had. Er ontspon
namelijk het volgende gesprek
Zoudt gij graag buiten willen
onen
Ja, mevrouw
Ik heb nog al veel kinderen.
Dan valt het good, wait ik houd
kinderen.
Gij moet koken, ook Zondags, en
bij mijn naaiwerk helpen.
ent
on
1UD
den
cha ek
te
agtedi
li aa
ers
lie
ie
ikk
zij
ho
ante)»11
ens
dui
ivei
dii
Dat is juist wat ik graag zou wil
len ik kan ook wel de wasch doen, als
gij het verlangt.
Ik kan u echter maar een vrijen
dag in de week geven.
Wanneer het u beter uitkomt, wil
ik zelfs dezen vrijen dag opgeven,
want ik blijf toch het liefste thuis.
Maar gij zijteen ideale dienstmeid
riep de dame geestdriftig uit.
Op het zelfde oogenblik trad er een
man in uniform binnen en maakte een
eind aan het gesprek, door op het
meisje toe te treden en het bij den arm
te grijpen.
Verschooning, zeide hij tot de
dame, ik moet het meisje naar het
krankzinnigengesticht terugbrengen
zij is er gisteren in geslaagd te ont
vluchten. De man groette beleefd, ter
wijl hij Je dame bijna bewusteloos van
schrik achterliet. Het ideale dienst
meisje bleek ook nu weer et n droom te
zijn geweest.
Eensklaps geeft hij teekens van on
geduld.
Hij staat op
Kellner roept hij.
Mijnheer
't Is buitengewoon Gij hebt mij
zooeven soep gegeven die geen smaak
had En nu krijg ik een beefstuk, dat
even flauw i„. Is er hier niets gezouten
dan
En de kellner buitenmate beleefd
Mijnheer, heb eenige minuten ge
duld.., ik zal u de rekening dadelijk
gaanbreDgen.
o—
Spiegels, waarom leest gij altijd
de trouwbeloften
Ik houd eene statistiek. Ik wil we
len of er meer mannen dan vrouwen in
den echt treden.
ir N
erst
i mi
voeg
bl
rilj|
t ge
ol
te n I
nil
uwtj
PAO
Mev. von Zampou, echtgenoote van den Oostenrijkschen gezant te Scutari
bees Nu de verwikkelingen rond Scutari geëindigd zijn, komt het uit, waardoor
bevolking nog betrekkelijk vol moed en geenszins uitgeput en ten einde
achten was, toen het garnizoen genoodzaakt was zich over te geven
Een reddende engel bevond zich in de belegerde stad,» in den persoon van
z' ivrouw von Zampou, echtgenoote van den Oostenrijkschen gezant aldaar.
Gedurende de lange belegering, was zij steeds op de bres, om de bevolking
te beuren, aan te moedigen en het noodige te verschaffen om in hun onder
lid te voorzien.
In hare woning had zij een weezenhuis opgericht, waar 30 kinderen door
6 ar op recht moederlijke wijze verzorgd, gespijsd en gehuisvest werden. In
inig hachelijk oogenblik, aarzelde die dappere vrouw niet, haar leven te
.onii jg,en om van anderen te redden en zoo zijn er thans te Scutari verschei-
ne personen die het haar te danken hebben, dat zij niet tijdens le belegering
dood werden
Dezer dagen is Mevrouw von Zampou naar Weenen teruggekeerd. Heel de
volking was te been, om van hare weldoenster afscheid te nemen en haar
idoeude een bewijs van erkentelijkheid te brengen, voor hetgeen zij voor de
0 gelukkige belegerden gedaan had
GEWETENSVOL.
Is uwen melkboer te betrouwen
Zeker!...Die steri I iseert het water
dat hij bij zijn melk doet.
o—
EEN VREEMD VERSCHIJNSEL.
Een oude zotte muts, nochtans te
leelijk om te helpen donderen, droeg
eenen hoed met een zeer groot aantal
schreeuwende rozen op.
Een schoenmakersjongen, die haar
ontmoette, bleef haar verbaasd staan
aankijken.
Waarom kijkt gii mij zoo vreemd
aan vroeg de dame.
Wel, antwoordde de schelm, het
verbaast me, dat er aan zoo'n ouden
stok nog zooveel prachtige rozen kun
nen groeien.
de kaarsvlam, en trots alles is hij
geslaagd.
Neen, mijne heeren, deze man schuwt
den arbeid niet, integendeel, hij ge-
trooster zich veel moeite voor...
De inbreker kreeg drij jaar om uit te
rusten en deadvokaat stond stom
Ge zegt gij dat
—o -
EEN DIE BELOOFT
Klein Jantje leerde zijne les van
geschiedenis. Och zegde Jantje tot
zijn vader, ik wou dat ik ten tijde van
Karei de Groote geboren was.
Waarom dat, mijn kind
Omdat ik dan alles wat sedert dien
tijd voorgevallen is, niet meer zou
moeten leeren.
Een reiziger stapte af aan de Zuid
statie, te Gent.
De expositie vroeg hij aan een
politieagent.
Tamelijk ver van hier, antwoord
de deze, dicht bij de St. Pieterstatie.
Welken weg moet ik volgen
Daar, langs de Lammerstraat.
Maar hier zijn auto-taxis, die er u
zuilen voeren, als ge wilt.
Hoeveel kost een rit
0.75 fr. den eersten kilometer en
0.25 fr. de volgende.
Zoo zoo I Welnu, als ik een rit te
doen heb per auto-taxi, zal ik den eer
sten kilometer te voet afleggen en
voor de andere zal ik een auto-taxi
nemen.
En onze reiziger zette zijn weg voort.
o
(edel
Ischi
lnu,
naar
ie hi
it vei
'T WORDT HOOG TIJD
Ja, waarlijk,'t wordt hoog tijd dat
men er eons ernstig aan denke. midde
len te beramen om de ongehoorde tijd
verspilling in de Kamer te voorkomen.
De minste beuzelarij is voldoende om
blauwe en roode haarklievers te doen
afstormen met hoopen ondervragin
gen. die tal van zittingen bekletsen en
ondertusschen alle ernstig werk laten
hangen
Gelijk het er tegenwoordig gaat, ge
lijkt onze wetgevende Kamer niet
slecht aan een vodden- of vischmarkt,
en dan vragen wij ons af of het geene
gekheid is, zoovele duizenden en dui
zenden te vermoorden als men voor de
zeilde waar op vodden- of vischmarkt
voor niet kan geriefd geraken
't Is niet, dat er geen werk op de
plank ligthonderden wetsontwerpen
roepen te vergeefs op oplossing.
Dat men dus eens en voor altijd er
duchtig door bijte
Er valt zoo nog menige verandering
of verbetering op alle gebieden inge
bracht het volk wacht er op met on
geduld en dat met des te grooter recht,
dat het bij slot van rekening, toch al
tijd het volk is. dat met zijne centen
die schadelijke en kinderachtige on
derbrekers den mond moet open hou
den.
Wij betalen en betalen goed, is het
dan te veel vragen als wij waar en
werk voor geld vergen
o—
IN EEN SPIJSHUIS
der tentoonstelling te Gent, zat e
vreemde.ing treurig te eten.
ONVERWACHT ANTWOORD
Onderwijzer. Zijn er soms geene
kinderen die naar den Hemel gaan vóór
zij gedoopt zijn
Leerling. Ja meester Ons Jan
tje... z'hebben eerst naar Den Hemel -
er een geweest op zetten en dan zijn ze
voort naar de kerk gegaan om hem te
doopen.
—o
DE TWEE KAALKOPPEN
Twee kaalkoppen, welke reeds lang
met elkaar in onmin hadden geleefd,
zochten onophoudelijk naar het een of
ander om elkander eene kool te stoven.
Op zekeren dag trof het dat zij el
kander ontmoetten, toen juist een van
hen iets opraapte, het zorgvuldig be
keek en het in den zak wilde steken.
Mij komt de helft er van toe, -
riep de andere uit, denkende dat het
een stuk van waarde was.
- Zeer wel, klonk het antwoord,
ik wil het u volgaarne geheel af
staan, en hoop dat gij er een beter ge
bruik zult kunnen van maken dan ik.
Daarop reikte hij aan zijne verwon
derde tegenpartij eenen kam.
o
UIT EENE PLEIDOOI
Verdediger van een inbreker. Zeer
onrechtvaardig mijne heeren, is het
verwijt, aan mijnen klant gedaan, dat
hij eenen afkeer zou hebben van wer
ken. Denkt eens de dikte der ijzeren
deuren, de slechte werktuigen, die hij
tot zijne beschikking had, deelleDdige
verlichting door slechts één flikkeren;
ONTGOOCHELING.
Hij. Wat mij het meest aan u be
valt, lieveken, is dat gij zoo eenvoudig
zijt in uwe kleeding.
Zij. Ah ja, papa is zoo gierig t
Wacht maat totdat wij getrouwd zijn,
ik zal mijn schti dan wel inhalen.
NOG GENOEG.
Uwe vrouw heeft zoo'n eigenaar
dige spraak... Ze slikt de helft harer
woorden in
Dat 's niks.., de andSre helft is
nog meer dan voldoende.
HOE LANGER HOE ERGER.
Een jong edelman, die op een acade
mie studeerde, kreeg eens door een
ouden knecht het volgende bericht van
thuis.
H»er. Hoe gaat het thuis is er niets
bijzonders voorgevallen
Knecht. Anders niets dan dat ODze
raaf dood is.
Heer. Zoo, weet ge niets meer
Maar waarom is die raaf gestorven
Knecht. Hij heeft zich overvreten
aan aas.
Heer- Wat voor aas
Knecht. Wel, van die vier koets
paardeD.
Heer. Zijn die dood waaraan zijn
die gestorven
Knecht. Zij zijn tengevolge van
het vele watersiepen dood gebleven.
Heer. Moesten zij dan water rijde
Knecht. Ja, op dien dag, dat het
slot afbrandde.
Heer. Is mijns vaders slot afge
brand Hoe ontstond dat ongeluk
Knecht. Als men niet zoo onvoor
zichtig met de fakkels geweest was,
zou het niet gebeurd zijn.
H»or. Wat moest er met al die
fakkels gedaan worden
Knecht. Die werden bij de begra
fenis van mevrouw, uw mama, ge
bruikt.
Heer. Is mijn moeder dood en be
graven, zonder Jat ik iets van haar
ongesteldheid wist? Het is onbegrij
pelijk.
Knecht. Zoo onbegrijpelijk niet,
want zij isniet aan eene ziekte, maar
van ergernis gestorven.
Heer. Maar wat was dan de reden
dier ijselijke ergernis
Knecht. Wel, omdat haar vrien
din een kostbaarder hoed droeg dan zij.