li. De Vergiffenis van den Monnik boksmatch Carpentier Bombardier We UIT ONZE KOLONIE Invoer van Aardappelen en Vleesch in Kongo Wondere kracht der Liefdewerken m, Ben dorpje bij Bumba g®trouwe lezers pan De Volsstbm weten dat men koop en eetwaren m den Belgischen-Konga kan invoeren, langs de Katanga (of Zuid Afrika) als ook rechtstreeks van Antwerpen naar Neder Kongo (of Boma-Matadip In den loop der maand Juli 1912 werden er voor het verbruik der blanke klienteel van Boma en Matadi 13,478 kilogram, aardappelen van Belgische herkomst binnengevoerd, terwijl de invoer van Fransche, Hollandsche en Duitsche herkomst gedurende hetzelfde tijdverloop en voor dezelfde bestem ming, respectievelijk 3,924 kilogr. 850 kilgr. en 487 kilgr. bedroeg. Het gebeurt dat Boma en Matadi gedurende drie of vier weken van aardappe len beroofd zijn. Daaruit kan men besluiten dat de invoer op eene groote schaal zou mogen geschieden. Depujs der ingevoerde aardappelen verandert tusschen 10 en 18 frank voor een kist van ongeveer 25 tot 30 kilogr. BuiteD twijfel indien onze handelaars in aardappelen er zich willen op toe leggen. zouden de aardappelen van Belgische herkomst eene ernstige concur rentie kunnen doen aan de vreemde voortbrengselen. In alle geval zou de handel zich merkelijk uitbreiden daar nu een zeker getal particulieren voor eigen verbruik nu aardappelen uit de Polders binnen voeren. De inkoopprijs vrij aan boord te Antwerpen, verschilt tusschen 3,50 en 4 fr. de 25 kilogr. Men zal opgemerkt hebben dat er hier spraak is van kisten of kassen en niet van zakken, noch min van vaten. Alle vruehten moeten in stevi ge kisten verzonden worden om de verplettering in de zeeschepen te vermijden. De kisten 1 m. 20 lang op 0 m. 30 hoog en 50 breed, zijn van populieren hout. De planken vanJ12 m/m zijn uit een stuk of ten minste geklikt. De kas mag genageld worden, het deksel alleen is op de kas gevezen. Ten slotte zijn de twee uiteinden van de kas voorzien van zwartbandijzer van 2 centimeters breed en 1 millimeter dikte ten einde het geheel te versterken en de koppen der vijzen te bedekken. Alle aanteekeningen en adressen moeten op de twee zijkanten van de kist gebrand worden. Van dit alles dient er rekening gehouden te worden om den verkoopprijs vast te stellen. De veldvruchten moeten allen op die wijze ingekast en verzonden worden voornamelijk de ajuin. Gedurende den tweeden Trimester 1912 is er voor de som van 42,039,90 frs. aardappelen en ajuin in Kongo gevoerd; onvermijdelijk moeten die verzen dingen aanwinnen en wenschelijk en mogelijk ware het dat de Belgen alleen de verzenders wierden. Eene beenhouwerij te Boma Er is tot hiertoe groot gebrek aan versch vleesch. om reden dat de veestapel nog maar enkel als proef bestaat en zich tot eenige stuks beperkt. Buiten kieken en geiten is^er doorgaans niet veel te vinden. De prijs van het vleesch verschilt van gewest tot gewest maar bereikte schrikkelijke hooge prijzen in Katanga, Het is een ontegensprekelijke waarheid dat het eene allergrootste bron van groote winsten voor den kolonist zou wezen, zijn aantal runderen zooveel mogelijk te doen aangroeien. Te Boma bestaan er reeds slachthuizen en beenhouwerijen. Natuurlijk zijn daarnevens ook ijsfabrieken in werking gekomen, zij waren daar hoogst noodig, veel meer nog dan in ons land. De proeven tot hiertoe gedaan door veefokkers bewijzen dat de kweek van vee, ten minste in de grootste deelen van den Kongo de beste uitslagen opleveren kan, het ware dus gemakkelijk daar met den tijd eenen rijken veestapel tot stand te brengen; misschien zal die voorraad aan rundvleesch eens zoo groot worden dat hij onder den vorm van bevrozen vleesch naar de Europeesche markten zal moeten worden overgevoerd. PAULO. 20* Vervolg. Twee heeren, een jonge dame, dat gelijkt aan een geheim. Peerden ver- koopen ten 4 ure 's nachts of 's mor- gends zonder dat men wil zeggen waarheen de weg leidt. Zij zullen er dubbel voor betalen, zegde de herbergier, honderd dukaten geen cent minder. En voor mij, meestor Een nieuw kleed tegen Allerheili gen. Een oogenblik later kwam de her bergier naar beneden en niettegen staande al zijce pogingen om de koopers van de paarden te herkenuen was dat. toch onmogelijk, zoozeer was hun gelaat door de plooien van de mantels onzichtbaar. Jose kocht het tu g en een minuut later zat hij in den zadel, met zijne vrouw voor zich, terwijl de artist het tweede paard bereed. Bij het aanbreken van den morgend bevonden zich de drie reizigers in het open veld. Toen steeg Alonzo Cano van zijn paarden terwijl Inez eveneens wilde afstijgen, boog hij de knie opdat de jonge vrouw haar tot trede konde ge bruiken. Toen zij zijn paard bestegen had, nam de schilder zijn hoed af. God behoede u, zegde hij, Vaga von Dios.» Wij zullen u niet vergeten, antwoordden de beide echigenooten. De vluchtelingen gaven hunne paar den de sporen en Alonzo Cano, zich alleen op den weg bevindende, volgde hen met den blik, tot dat zij geheel en al uit het zicht verdwenen waren. Toen zette hij zich, vermoeid van nachtwaken, door de aandoening in hem^opgewekt, ten gevolge der ont moeting met de zuster van Sebastiaan op de steenen trede van een kolossalen Calvarieberg en bleef er langen tijd in een diep gepeins verzonken. Toen hij de zon zag klimmen, stond hij op en begaf zich in haast naai- de stad terug. De plicht dien hij had vervuld, was gebiedend maar Alonzo ontstelde een weinig bij de gedachte aan wat hij Mercedes moest zeggen, om haren toorn en hare jaloezie van den vorigen avond tot bedaren te brengen. Welke redenen zou hij tegen hare vermoedens aanvoeren? Welke veront schuldiging kon hij haar aapbieden Zou hij, om haar te bedaren, dat ge- meene, maar dikwijls geslaagde mid del aanwenden, door namelijk de kostbare fantasie van dat lichtzinnig schepsel te voldoen Neen, Alonzo had juist aan.den echt- gonoot van Inez het bespaarde geld gegeven, bestemd voor den aankoop van een nieuwen opschik voor Merce des. Zij zou hem van verraad, onver schilligheid en gierigheid beschuldi gen, en om haar tot bedaren te bren gen, zag hij zich in de onmogelijkheid om haar te zeggen, wat hij gedaan had, en haar duidelijk £te maken waaraan de vier honderd dukaten be steed waren,die zij den avond te voren meende voor haar baltoilet te mogen gebruiken. Van den anderen kant voelde zich Alonzo het hart verlicht bij de gedach te, aan Inez de verschrikkelijke schuld al betaald te hebben, welke hij met den dood van Sebastiaan had aange gaan. Langzaam naderde hij de stad, nu en dan stil houdende om de beweging van het volks- en burgerleven waar te nemen, alsof hij dit thans voor de eerste maal zag. De bloodaards leggen op deze wijze hunne aarzeling aan den alvorens zich iu een nieuw avontuur te storten. Groenten-en fruitverkoopers open den hunne winkels, frissche gezichten vertoonden zich boven de onder deuren. Het leven stroomde reeds langs de straten. Men zag er monikken in lange sobere kleeding, vrouwen die zich naar de mis begaven, waterver- koopers mtt hun gevulde blazen, bloe- menverkoopsters met. hare bloemen mandjes vol geraniums en anjelieren die zij te koop boden. En terwijl de artist eene levendige aarfhacht schonk aan bet tooneel, dat zich voor zijne oogen ontwikkelde, was hij in gedachte bij zijne vrouw die hij in tranen had achtergelaten. Eindelijk bereikte hij zijne straat. Juist toen Alonzo deze zou binnen treden, hoorde hij op eenen afstand een dof en verward rumoer. Hoe meer hij naderde, hoe meer Jat rumoer ver meerderde en de houding aannam van een volksoproer. Er moest iets vreemds en buitenge woons plaats grijpen in den omtrek zijner woning. Alonzo verhaastte zijne schreden Toen hij den hoek omsloeg, waar hij zijne woning juist in het gezicht kreeg ward hij niet weinig verrast bij het zien eener onstuimige beweging voor zijne woning. Men riep men schreeuwde, kreten van afgrijzen en medtlijden stegen uil die groepen nieuwsgierigen op,en toej men Alonzo Cano herkende werd ei eene plotselinge beweging in de massa waargenomen en de menigte zich van een scheidende, opende zich voor den vriend van graaf Olivarez. Maar het was niet alken om zijn eerbied te betuigen dat het volk aldus plaats maakte, en de artist voelde zich het hart benepen als stond hij voor eene vreeselijke ramp. Hij naderde doodelijk bleek, het oog onrustig, de lippen bevend, en op zijn weg ving hij de volgende woorden op .- Het is eene afschuwlijke, onbe grijpelijke gebeurtenis. VI. DE MISDAAD. Op het oogenblik, waarop de kunste naar den drempel zijner woning over schreed, verliet Miguël de groep leer lingen, die bij de deur van het atelier bijeenstonden en liep op den meester toe. Heb moed, zegde hij, heb moed De artist verbleekte. Het is dus waar, vroeg hij, mij is een ongeluk overkomen —Een groot ongeluk! voegde Bartho- lomeo Roman erbij. Alonzo Cano sloeg de hand aan het voorhoofd dat met koud zweet bedekt was en een plotselinge kreet slakende riep hij Mercedes Hij stormde den trap op, toen Miguël hem om den midden greep. Ga niet boven zegde hij, om Gods wil, ga niet boven. Het is te afschuw- lijk. (Wordt voortgezet). Een ouderling kwam een almoes vragen aan den E. H. Hamon, pastoor van Sint Sulpitius, te Parijs. Mijne aalmoes, zegde de pastoor zal u weinig baten, maar ik heb iets beters voor u ga bij de zusterkens der Armen, op mijn aanbeveling zullen zij uaanveerden, en daar zal u niets ontbreken. Neen,was het antwoord,voor niets ter wereld ga ik bij deze nonnen, zij zouden mij dwingen te biechten.Ik heb veel gelezen, mijnheer Pastoor en wanneer men veel gelezen heeft, weet men iets en men biecht niet meer. Mijn vriend antwoordde de Her der, ik heb veel meer gelezen dan gij en daarom ga ik te biechten.Maar ik voeg er aanstonds bij, men zal u bij de Zusters nooit dwingen te biechten. Ik zal u zelfs een geheim mededeelen hoe min gij biechten houdt, hoe meer zorg de zusters voor u zullen dragen. De vrijdenker liet zich overtuigen. De Zusterkens der Armen ontvangen hem zooals die engelen van weldadig heid de noodlijdende ontvangen kun nen. Hij bewondert hunne mensch- lievendheid en is bijzonder verbaasd daar een groot getal christenen te vin den die in het vak van godsdienst veel meer weten dan hij, niettegenstaande al zijne lezingen. Onder het getal zijner nieuwe gezel len, was de opstelier van een dagblad, die door ziekte en tegenspoed gedwon gen geweest was zijn toevlucht bij de Zusterkens te nemen. Deze opsteller, die wel begaafd was moest zekeren dag eene aanspraak doen ter gelegenheid des bezoeks van den algemeene overste der Zusters. In zijne redevoering deed hij de godde lijkheid van het christendom uitschij nen en bewees dat de godsdienst alleen bekwaam was zooveel heldenmoed te geven als de Zusterkens der Armen aan den dag leggen. Onze verstandige lezer luisterde met aandacht. Hij was des te'gemakkelijker overtuigd, daar hij ooggetuige was van de zelfopoffe ring der Zusters. Hij gaat aanstonds bij den E. H, Hamon, die daar ook tegenwoordig was, berst in tranen los en verklaart te willen biechten.Hij biecht inderdaad en vraagt daarna om zijne schoonzo nen, zijne dochters en hunne kinderen te zien. Ik heb hun, zegde hij aan den Heer Pastoor sedert 15 jaren eenen onverbiddelijken haat gezworen, maar nu ik mij met God verzoend heb, heb ik gevoeld dat ik mij met hen ook ver zoenen moest. Ik wil ze omhelzen en hun zeggen dat ik ze bemin en altijd wil beminnen. Georges CARPENTIER Fransche kampioen, overwinnaar ia el Bii lts Zondag is dus te Gent in de groi feestzaal der Tentoonstelling de bok partij geleverd, tusschen den Franse ;e en Engelsche kampioen, Georges Ca pentier tegen Bombardier Wells. Alhoewel Carpentier tegen eene vi sterkere partij te doen had, heeft toch gezegevierd. Het dient echter gfcr zegd to worden, dat hij zelf weini oogenblikken na den aanvang van strijd, schier buiten kamp gestd" werd, daar hij eenen hevigen stoi op de ribbenkast gekregen had. Bombardier Wells was zeer bevoo|stt deeligd, door zijne groote gestalte lange armen waardoor het hem z4e, gemakkelijk was, Carpentier te tref zonder dat deze hem kon raken. De slimme Fransche bokser h echter spoedig ingezien, dat hij zei verloren was, indien hij er niet kon gelukken den Engelschman bij het te komen. Ook vermeed hij weldra en op hendige wijze de vuisten van i tegenstrever, en zich aan den Eng schen kampioen vastklampende, gon hij op diens ribben en borst hameren dat men weldra meer bla vlekken zag dan gewoon vel. Natuurlijk stond zulks den Engel man weinig aaD, daar deze met zijl lange armen niets kon uitrichten weldra trok hij lange gezichten, evi als zijne talrijke landgenooten, die meend hadden dat Wells gemakkeli zijn tegenstrever kon verslaan. Carpentier aangemoedigd door zij I vrienden, volhardde in zijne taktiek weldra stortte de Engelschman als e stier die den genadeklop heeft ontva gen ten gronde. Hij moest in zijn hoek gedragen worden, terwijl Cl [a] pentier in triomf werd rondgedrag ve Zoover is het nu gekomen... en wille van het Sport mag men P Bombardier Wells Ik t< en at am i ild fal h> lilii

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1913 | | pagina 10