WEEKKRONIJK
De iDiijcie intrede van Z. M. Koning ALBERT "te Gent.
ZONDAG 29 JUNI 1913
Bezoek van M. POINCARÉ Voorzitter van de Fransche Republiek aan den koning en de koningin van Engeland
1. De blijde intrede ran Z. M. Koning Albert te Gent 2. Bezoek van M. Poincaré Voorzitter der Fransche Republiek aan den koning en de
Koningin van Engeland. 3. De Vergiffenis van den Monnik 4. Zicht van de stad Taza —5. Koningin Victoria-EHgenia van Spanje
6. De Triceratops. 7. Het werk der kleeding der naakte Kongolanders 8. Allerlei
De po tboot Princesse Elisabeth komt met Koning Albert en de prinsen aan de aanlegkaai toe.
't Is Zondag voor onzen koning en voor de kleine prinsen een dag geweest van onverholen genot
daar onze vorst zich hoeft kunnen overtuigen, hoe zeer de Gentsche bevolking hem genegen is,
en de kleine prinsen in deze genegenheid ten volle doelden.
En wat zoude het geweest zijn, indien onze geliefde Koningin, de edelmoedige verkleefdeen
liefdadige Elisabeth met het prinsesje Marie-José aan die blijde intrede hadden kunnen deel
nemen.
Nu was er veel volk te Gent, van s' morgens vroeg tot s' avonds laat, doch dan hadde de hoofd
stad van Vlaanderen ongetwijfeld te klein geweest, want uit alle hoeken van Vlaanderen uit de
verwijderdste dorpen en gemeenten, zouden gansche drommen lieten naar Gent getrokken zijn,
om onze koninklijke familie toe te juichen.
Daar men aan Koning Albert wilde laten zien, welke merkwaardige verbeteringen aan de
Gentsche haven en bijzonderlijk aan de Terneusche vaart toegebracht zijn, werd hij van Langer-
brugge, waarheen hij per spoor gevoerd was, met de staatspostboot Prinses Elisabeth tot aan
de kaaien van Port-Arthur gebracht.
Daar, aan den havenkant en langsheen de vaart was er plaats voor vele duizenden om onzen
welbeminden vorst toe te j uichen en die duizenden waren op hun post.
't Is misschien wel de eerste maal, dat te Gent een vorstelijke stoet door een der volkswijken
trekt De wijk de Muide is wel een der meest bewoonde, waar bijna uitsluitelijk werkvolk woont-
Onze Koning is daar op eene eindelooze ovatie onthaald geworden en die werklieden hadden
Koning Albert neemt de afdeeling Burgerwacht in oogenschouw
meest allen hunne woning, op eenvoudige doch lieflijke wijze versierd en overal waren alle
huizen bevlagd.
Van aan de haven tot aan het Gouvernementshotel voor de morgendrït. en s' namiddags van
het Gouvernementshotel naar het Stadhuis, Belfort, Tentoonstelling en St. Pietersstatie, was het
nog een gedurig gejuich en geroep van «Vive le Roi» «Leve de Koning». In de straten stonden de
geestdriftige toeschouwers rp zeven, acht tot tien rijen achtereen, doch op de openbare plaatsen,
als de Muidebrug, Nijverheidsplaats, H. Kerstplein, Sluizekensplaats.Veerleplaats, Groenselmarkt
Koornmarkt. Kalanderberg, Botermarkt. Heuvelpoort en het plein voorSt. Pietersstatie, verdron
gen de toeschouwers zich wel in dertig of misschien nog meer rijen. Stoelen, banken, tafels,
ladders, vensterblinden, lantaarnpalen, boomen, alles was goed voor de menigte, om den vorst
te zien en te kunnen toejuichen.
Nooit genoot een vorst zulk onthaal in het oude Gent en mogelijks werd onze Koning nooit
elders in België zou blijmoedig gefeest als Zondag laatst te Gent. Wat er vooral veel toe bijdroeg,
om die genegenheid in geestdrift te doen overslaan, was wel de eenvoudige minzaamheid en lief
talligheid der kleine prinsen. Beiden hebben van hunne doorluchtige moeder, Koningin Elisabeth
de gaven gedeeld om aller harten tot zich te trekken, terwijl zij van hun vader de weetgierigheid
en de zucht tot onderricht hebben.
Koning Albert verrukt over het gulhartig onthaal, heeft zijn welgemeenden dank betuigd aan
de Gentsche overheden en deze verzocht in Zijne naam de bevolking te bedanken.
Het jaar 1904 heeft
voor de betrekkin
gen tuschen Enge
land en Frankrijk
een gansche om -
mekeer teweeg ge
bracht. Tot dan
toe had ertusschen
de twee naties een
eeuwenoude af
gunst geheerscht,
en een wederzijd-
sche afkeer die
nog scheen aan te
groeien.Het scheen
dat de gevolgen
van den honderd
jarigen oorlog nog
altijd voort duur
den
Het scheen dat
nogaltijdEngeland
zijne weerwraak
wou nemen om de Z. M.den Koning van Engeland
wijze waarop
Frankrijk het land behandelde tijdens de continentale
blokkade van Napoleon.
Negentien honderd bracht verscheidene erge inciden
ten mede, Pachodan, Kartoum, de zaak van Soudan,
de zaak van Nieuw Gevonden Land (Newfoundland).
Maar plots bemerken die twee eeuwenoude vijanden
dat eene andere mogendheid van hunnentwege meer
wantrouwen verdiende. En zie schier in een oogwenk
verandert en verdwijnt die oude veete,die nooit scheen
af te kooien en die twee vijanden vereenigen zich in
eene oprechte vriendschap,om zich des noods samen te
verweren tegen het land dat een gevaar schijnt Voor
den handel en de zeemacht van Engeland, een gevaar
voor de zelfstandigheid van Frankrijk,
M. POINCARÉ
Die vriendschap blijkt nu rechtzinnig en algemeen! Heel de Engelsche
natie, heel de Engelsche dagbladpers jubelt om de komst van den Voorzitter
der Fransche Republiek, 't Is feest heel Engeland door, niemand hadde zich
H. M. de Koningin van Engeland
ingebeeld dat de
doorgaans zoo
flegmatieke en zou
koude Engelsch-
man voor dergelij
ke geestdrift vat
baar W£ s.
Niemand in Enge
land herinnert zich
daar ooit eens prins
of vorst ontvargen
te hebben met die
ontzagelijke
vriendschap,welke
nu M. Poincaré te
beurt valt.
In Duitschland
vooral volgt men
met gruote belang
stelling en nieuws
gierigheid al de
gebeurtenissen van
die ontvangst.
De Pangerma-
nische dagbladen, zelfs de Germania van den Cen
trum, willen het politiek belang van dit bezoek be
twisten.
De Berliner Tageblatt schrijftDe heildronken
te Buckingham uitgesproken, verwekken heel Europa
door eenen hoogst voordeeligen indruk. Wij Duitschen,
wij mogen ook heel tevreden zij om die bewoordingen
en om den vreedzamen geest die thans de beide Staats
hoofden bezielt. En heeft M. Poincaré in zijne aan
spraak de gebeurtenissen van de Balkanen in het
geheugen geroepen, toch was er niets in zijn bewoon-
dingen, dat tegen Duitschland gericht scheen.