®/AJ# J VREDE? OORLOG? De Vergiffenis van den Monnik MONASTIR SerbTe J s*%actut//el Wordt voortgezet. Heldenmoed van twee zwarte slaven De stokhouder der Parijzer Balie [o n Ff ff ^QFiA Bulgaria accuelle %&Parfiè%l toMrBu/gare J* pre vut •ff z ParL traite OKU W DA SALONtfiUE jf .^'GOLEMA-vam- ISCUTARI f t» J)fc% J^f? Wuj/ 3DURAZZ0 m m m iigne departage prèvue par traité si on na peut organiser la triangle A.B.C. en province autonome. Cast eet te lty.ee que les Seröas veulent tvmplaeer per la liyne du t/arddr. De bakermat van het geschil Vredepaleis van Den Haag Wij deelen hier eene kaart mede, die aan onze geachte lezers zal toela ten zich een juist denkbeeld te vormen van het geschil tusschen Bulgarië van den eenen kant, Servië en Griekenland van den andere. Men weet dat in 1912 tusschen S9rvië en Bu'garië een verdrag werd getee- kend waardoor de verdeeling der in te nemen grondgebieden werd voor zien. De vette punten lijn... gaande van Durazzo naar bet Koord Oosten (huidi- ge.grens van Serviëlteekent de Zuider grens af van het deel aan Servië af te staan. Van den anderen kant dekruis- kenslijn gaande langs de vallei van de Stroumo. Noord-Wcstwsarts ook tot aan den berg Bolona-Vren teekent insgelijks do Zuidergrens ef van het deel aan Bulgaria af te staan Bleef dan nog de driehoek A B C te verlee- len.j Datrin werd voorzien door het zelfde verdrag besloot die provinci" ofwel als onafhankelijk gebied in te richten, ofwel het in twee omtrent ge lijke deelen ie snijden door eene lijn gaande van het meer Ochrida naar den berg Golema-Vren. Zoo zou Monastiraan Bulgarie val len en Uskub aan Servie. Maar nu dat de verdeeling moet ge beuren bemerken de S-rviers, wat laat nochtans dat de lijn Ochrida- Golena hun nadeelig is en beter zou vervangen worden door de lijn ge vormd door de Vandarrivier Derwijze zouden de Serviers niet enkel eenen uitweg hebben op do Adriatische zee maar ook op den Archipel langs den golf van Salonika, wat voor hunnen handel heel wat verandering zou teweeg brengen. Bulgarië van zijnen kant wil voor den oogenblik van geene wijziging aan dat traktaat weten en houdt er aan dat het verdrag van 1912 worde uitge voerd, juist lijk het werd opgemaakt en onderteekend. Daarbij hoi ft dan nog gezegd dat de Grieken reeds feitelijk meester zijn van Salonika, waar zij sedert eeuwen op luimeren en dat de Bulgaren niet zonder wrok van die machtige zeeha ven hebben moeten afzien en slechts naar eene gelegenheid hunkeren om er weder meester van te worden. Terwijl men daar terug aan 'tvech ten is, spreekt men van eene nieuwe vergadering in 't Vredepaleis van Den Haag. Daar zullen weeral tal van rede voeringen uitgrsproken worden. Daar zullen weeral een aantal verdragen worden geteekend waarvan men geen de minste rekening zal houden. Daar zullen weeral denaliën elkander eeu wige vriendschap en eeuwigen trouw zweren, tot op den dag, dat zij bemer ken dat het in hun belang is het gege ven woord onder do voeten te treden en zij alles voor hun persoonlijke be langen zullen doen zwichten. 23' Vervolg Een geschil zegde R isales leven dig. hadden uw meester en meesteres dan geschil 1 Ik weet niet om welke reden. Mercedes bedroeg zich dikwijls. Gij hebt haar gekend, senor Gaspardo het was oen kind, van bloemen hou dende en van speelgoed. Gewoon om zich in alles te zien gehoorzamen, leed zij bij den minsten tegenstand, dien hare woorden of wenschen ontmoetteD Ik weet het wel, ik die haar op mijne armen gewiegd hebt, die haar de ster ren des hemels zou hebben willen geven,indien zij hare handjes uitstrek te om ze te vatten. Zijne Majesteit Philip IV, aan wieD de hemel eene lange regeering schenk- te, was gisteren in het atelier geko men. Het was eene groote eer voor mefster Alonzo, ja eene groote eer. Ik kan u alles niet naar waarde ver tellen, gij weet oude vrouwen sprin gen van den bak op den tak, en het verdriet maakt mij krankzinnig. Mijne a-me schoone Mercedes Indien ge wist hoeveel ik van u hield, Juana viel hier zich zeiven in de rede en bei stte in tranen uit. Een doorborende blik ging van de rechter naar de oule vrouw, daarna klopte hij haar op deD schouder. Moed, zegde hij,moed,gij spraakt daar van het geschil. Heb ik geschil gezegd, senor h-1 is te veel, veel te veel, het was een woordenstrijd, niets meer. -Zij bemin den elkander zoozeer, maar de arme Miicedes was jaloersch... een kind een waar kind. Thans weet zij hoe weinig grond hare ongerustheid had, maar op achtienjarigen leeftijd ge voelt men wel, maar redeneert men niet.Ik was bij het bezoek des KoniDgs tegenwoordig. Hij gewaardigde zich mijne meesteres uit te noodigen op een hoffeest en toen ik baar wederzag nadat Zijne Majesteit haar die konink lijke uitnoodiging gedaan had, sprak zij mij van hare kleeding, van haar galamantel, van de juweelen, die zij zou koopen zij hield veel van juwee len evenals van bloemen zij was jong ja nog zeer jong, Jacintha sprak met haar over de kleur van haar kleed en ik lachte bij de gedachte haar zoo schoon naar het bal te zien vertrek ken. O hoe kneuvelde en snapte zij onder het diner. Meester Alonzo Was ernstig en afgetrokken en wij wisten waarom. Hij had Lello Lelli wegge jaagd, dien gemeenen Italiaan. »- Gij haat hem Wanneer ik mij den duivel wilde voorstellen, zag ik L°llo L-lli aan. Had hij u persoonlijk kwaad ge daan Neen, senor, maar men giste in hem een verrader. Dus scheen uwe meester min vroo- lijk dan Dona Mercedes Toen kwam een bode hem een brief brengen. Kendet gij dezen bode Neen, senor, hij gaf zijn brief af en verwijderde zich zonder op antwoord te wachten. Een uur later ging mijn meester uit. Ik ging naar Mercedes die ik weenend vond. Zij redeneerde niet, zij sprak als dwaas Alonzo bemint mij niet, zegde zij hij heeft mij nooit bemind. Ik poogdehaar gerust t >stellen;nietskon haarde kalm te weergeven. Zij opende koffers en kisten, nam er hare kleederen uit en zegde dat zij den volgenden dag de woning van Alonzo ging verlaten. Waaraan hebt gij dat plots-linge besluit toegeschreven Aan een briet. Had haar echtgenoot haar dezen laten lezen Dat weet ik niet,maar zij had hem gelezen, Zij was er zinneloos van, zeg ik u. Met moeite kon ik haar overha len om te wachten, om haar noodlot tig verlrek tot heden uit te stellen. Mijn meester zou dien ongelukkige brief wel verklaren hij zou haar de waarheid wel mededeelen over dat ge heim, waarin zij hem met alle geweld schuldig wilde hebben. Zij hield veel van mij, zij stelde in mij vertrouwen. Ik raadde haar aan te bidden, een weinig later daalde de kalmte in hare ziel en toen ik haar verliet, was zij ingesluimerd. Weet gij wat van dien brief gé worden is Gij zult hem zonder twijfel, in de kamer van mijnen meester vinden, sei or. Men zal nieuwe onderzoekingen in het werk stellen. Ga verder. Juist weet ik niets meer te ver tellen, en ik aarzel zelfs... Spreek,zegde Gaspard, spreek in de naam der waarheid. Ik had moeito om in slaap te val len, zegde Juar.a, de herinneringen aan de tranen van mijne meesteres maalden mij door het hoofd.Vóór dat Alonzo de reden zou ophelderen, zocht k den sleutel van dat geheim. Ik zou juist io slaap vallen, toen ik zacht op de eerste verdieping hoorde loopen. Gijzijt zeker dat gij niet onder den invloed waart van een droom Zooveel te zekerder, omdat ik in mijne teederheid voor Mercedes, ik mij rekersc'-ap poogde te geven van hetgeen voorviel. Mijn God. mijn God, waarom heb ik niet getwijfeld,waarom ben ik in mijne kamer gebleven Maar welk noodlottig voorgevoel kon ik hebben Alonzo had een sleutel van het huis... ik hoorde iemand den trap opkomen.Wie anders dan mijn meesier kon zoo laat thuis komen En toch ik ben het. ik ben het die Mercedes gedood heb. Indien ik bij het hooren loopen naar buiten was gegaan, om mij te overtuigen dat ik mij niet be droog, zou ik den dief, den moorde naar gezien hebben en Mercedes was gered geworden. Juana begon te snikken. Wees bedaard, zegde Gaspardo drl Roca vriendelijk, wij hebben meer dan ooit uwe inlichtingen noodig. Dus, vroeg Rosales, zijt gij wel zeker dat het Alonzo Cano niet was, die ten twee ure in den morgend naar huis kwam Mijn meesier is weinig vroeger dan ÜEdelehier kwam,thuis gekomen, Gaspardo zagRosiles met een verrast gezicht aan. Wat wilt gij zeggen, vroeg hij. Niets niets, zegde Rosales deze zaak wordt ingewikkelder dan zij eerst scheen. De rechter hernam zich tot Juana richtende. Hebt gij veel leven gehoord in de kamer van uwe meesteres Iets als een meubel dat viel, zie daar alles Ik verklaarde mij dit ge luid op eene natuurlijke wijze. MijD meester konden trap zonder lichtzijn opgegaan Daarna vroeg de rechter. Daarna ging meer dan een k war tier voorbij en toen hoorde ik een ge luid van stappen op den trap; het bloo- dige werk was volbracht, de ellendige moordenaar verliet het tooneel zijner misdaad. En ik bij mijne gedachte blij vend en alles aan de terugkomst mijns meesters toeschrijvende maakte de volgende redeneering Alonzo Cano, die zeker op reis moest, plotseling op reis, maar eerst mijn arm kind wilde geruststellen en haar de redenen ko men zeggen, die tot dit plotseling ver trek hadden aanleiding gegeven'.Zoo denkende sliep ik gerust in. Juana brak opnieuw in snikken los. Gerust..! en op dat zelfde oogen blik lag Mercedes, den hals met vijf tiendolksteken doorboord, testerven zonder hulp, tot laatsten toevlucht slechts hebbende de. H. Maagd, op wie zij hare blikken kon vestigen. In de maand Juni van verleden jaar, verliet het schip «De Arend» de kusten van Azië om naar het eiland Mauritius te zeilen. Er waren aan boord vier reizigers en een veertigtal zwarte slaven behalve de matrozen om het vaartuig te besturen. Het schip was met katoen geladen. Drie dagen na het vertrek verklaarde zich het vuur in de lading en verspreidde zich met zoo veel kracht dat men aanstonds het vaartuig moest verlaten en de booten in zee steken om het gevaar te ont vluchten. Een der twee booten werd tngen de wanden van het schip verbrijzeld, en aanstonds wierpen zich allen in de tweede boot die maar ten hoogste der tig man dragen kon. De eersten die hem intraden verwijderden de over- blij venden met riemslagen en waren alzoo genoodzaakt hun de zee tot graf te geven om hun eigen bestaan te red den. De daarop volgende dag werd de zee buitengewoon onstuimig op iede- ren oogenblik verwachte men zich aan het vergaan van den brozen boot, die te veel geladen zijnde de zee slecht kon houden en niet vooruit wilde. Er werd beraadslaagd men was het eens om het lot te trekken om de slachtoffers aan te wijzen, die in zee moesten ge worpen wordei om de boot te verlich ten. Op dit oogenblik naderden twee zwarte slaven mevrouw Do Riivter, hunne meesteresseen verzochten haar op de dringendste wijze zich niet aan het lot bloot te stellen dat zij gereed waren om hun leven voor haar en hare kinderen op te offeren. Meesteresse, zegden zij, wij verkiezen liever te ster ven en u en onze kleine meesters te redden Ondanks de tegenwerpingen van Mevrouw De Ruyter, vielen de zwarten op de knieën kustten hare handen, diukten beurtelings de kinde ren in hunne armen, bevolen hunne ziel aan God en sprongen dan moedig in de zee. Zoo lang zij van verre het vaartuig zagen hieven zij de armeD omhoog en stuurden hunnen laatst°n vaarwel aan hunne meesteresse. Dit treurig vertoog maakte eenen grooten indruk op al de aanwezigen, zij gevoelden dat, alhoewel slaaf we - zende, men toch de edelste gevoelens kan bezitten, en zich kan verheffen boven de hoogst geplaatsten diejeene lage en meedoogenlooze ziel ten deele hebben. ADVOKAAT HENRI ROBERT Zooals het te verwachten was, is het ka M. Henri Robert, die M. Labori als stok houder der balie van Parijs, zal opvol gen. Geboren te Parijs in 1863, werd hij reeds in 1885 ter balie ingeschreven. Het jaar nadien trok hij met zijn pa troon en leidsman, den toenmaligen stokhouder M. Duner, maar Algiers, leb om aldaar de beruchte zaak Chambigé te pleiten. De pleidooi van dien 23jarigen ad- k n vokaat, deed zelfs zijn meester ver- liji baasd opzien. Van dan af was de naam van Henri Robert gemaakt en zijne faam als assi- at senadvokaat gevestigd. Alle beruchte misdadigers, korporaal Geomay, Ga- briëlla Bompard, luitenant Anastay, Chaumeulin, de medeplichtige van Ra- vachol, graaf Cornulier, de onderwij zer I.oizemon wilden hem als advo- kaat. De zaak war op voorhand verlo- mbt ren, en toch wist hij zijne pleidooi zoo «Vf overtuigend te maken, dat die voor de misdadigers zoo weldoende twijfel in iets den geest der gezwoornen oprees enten; dikwijls de vrijspraak volgde. ^>ld Zijue warme stem, gewoonlijk watpog diep, doch als het moet met verbazende tapa kracht uitgegalmd, sleept mede. GeeneCrt gebaren, geene uitroepingen. Hij overtuigt allen, dan nog, wan- neer de bewijzen opeengestapeld ligr- het c gen, bij zooverre, dat eens van hemten, gezegd werd, dat hij een misdadiger,hand die volledige bekentenissen aflegde,Joon zou bewijzen dat hij onplichtig is, aan het schelmstuk waarvan hij zichbe-|see tichtte. 't Is dus wel een meester in het vak,r0o dien de parijzer advokaten tot stok-- hebben.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1913 | | pagina 2