DeVergiffenis van den Monnik De Grroot hertogin Maria-Adelaïda van Luxemburg tin ve Zij De groot hertogin Maria-Adelaïda van Luxemburg komt de bezoeken aan te vangen, die zij voornemens is af te leggen bij de vreemde hoven. Verleden week was zij de uitgenoo- digde van haren oom. den hertog van Baden. Daar werd zij met luister ont vangen. Nu was het de beurt aan Brus sel, en hier ook viel de hertogin eene luidruchtige en geestdriftige ontvangst ten deele, deels om de banden van bloedverwantschap die haar aan onze vorsten binden, deels ook om de na tuurlijke beminnelijkheid van haar karakter. Wat men in de jeugdige hertogin bewondert, is dat zij zich vooral tot de kleinen, de nederigen en de onge- lukkigen van haar land wendt. Bijna dagelijks ziet men ze, zonder gevolg en zonder het minste prachtvertoon, bezoeken afleggen aan kribben, aan verlaat de Statie van Leopoldswijk scholen, hospitalen en godshuizen; dik werf ontmoet men ze in de volkrijke kwartieren van de stad, waar ze van huis tot huis zich met eigen oogan wil overtuigen, of er daargeene noodlij denden of zieken naar [hare komst zit ten te wachten. Verleden jaar zelfs had zij haar bloempje »,dat even lijk hier eenen buitengewonen bijval ge noot, en waarvan de opbrengst aan de teringlijders werd overgemaakt. Geen wonder dat die prinses zich door een groot medelijden tot al de ongelukkigen getrokken voeit. Op zeer jongen ouderdom leerde zij het verdriet en het ongeluk vandichtbij kennende zwaarste beproevingen bleven haar niet gespaard. Zij was pas vijf jaar oud, wanneer eene dubbele beroerte-aanval haren vader trof. Dezes gezondheidsgestel tenis was zoo kloek, dat hij aan den Naar het Stadhuis laïda haren vader opvolgde, kon men op haar wezen reeds de trekken bespeuren van dat vroegtijdig lijden haar wezen droeg den ernst, haar glim lach de droeve tint die eigen zijn aan die wezens die maar al te vroeg gebukt gingen onder smart en droefheid maar de wonder schoone les van zelfopoffe- ling welke hare moeder haar had ge geven, ging voor haar niet verloren. En dat vooral verleent haar de gunst van haar volk en zal haar toelaten een wonderschoon apostolaat uit te oefe nen,in dat land dat door zijne ligging, door zijnen internationalen toestand, door zijne nijverheid en handel, geene wereldplaats bekleeden kan. Daarom ook is zij de lievelinge der Groot Hertogdommers. Er is enkel eene schaduwe, eene re den van zekere onrust. Men vreest ginder haar huwelijk met eenen Duit- schen prins. Zij zelve denkt nog aan geen huwelijk maar de toekomst houdt hare onderhoorigen bezig. De Luxemburgers willen immer hun eigen meester blijven en zij schrikken af van al hetgeen den inpalmingszucht van naburen zou kunnen doen ontwa-111 ken. t Onlangs zegde desaangaande een hoog geplaatste ambtenaar tot een^r Belgisch minister Wat is het spij-]Te tig dat uwe jonge prinsen geen twintig jaar tellen. he i Brussel heeft aan de prinses eene geestdriftige ontvangst geschonken^" zonder achterdocht. België was geluk Tlj kig aan de groot-hertogin een blijk te geven van de genegenheid die wij koes- teren voor haar en voor onze vrienden van het Groot Hertogdom. j U1 Oamen die den dienst van policieagenten waarnemen Sedert eenige jaren bestaat in ons land het werk dat den naam draagt van Werk ter be scherming der Vrouwen -. Het is vooral ingericht in groote centrums of steden en heeft voor doel de jonge vrouwen, welke in die steden eene plaats of bediening komen zoeken, te helpen en bij te staan in het verkrijgen van eene eerlijke betrekking, en vooral hen te vrijwaren tegen de me nigvuldige gevaren welke hen daar te gemoet komen. Damen en Juffers uit den begoeden stand, nemen, uit loutere zelfopofiering, die werking en die edele taak op zich. Zij doen dienst, vooral in en rond do spoorhallen. Men herkent ze ge makkelijk aan den wit-gelen band dien zij aan den arm dragen, en alle vreemde vrouwspersonen kunnen zich in volle vertrouwen tot hen wenden. In Amerika, waar de kwaal der - blanke slavinnen nog veel erger dreigt te woeden dan hier, en dat als het voornaamste invoerland van die akelige koopwaar moet aanschouwd worden, heeft men dergelijke instelling officieel ingericht, en de vrouwen politieagenten die ermede gelast zijn, dragen den titel en worden bezoldigd net als de andere bedienden der policie. Ontvangst van Brindejonc des Mouiinais te Villacoublay Stouter raid ondernam tot hiertoe geen enkele reiziger I Het mag ook een wonder heeten di hij eindigde zonder het minste ongeluk de braak aan een wiel bij het nederdalen tusschen Wa schow en St. Petersburg is immers van geenen tel. Spijts storm en onweder, wind of regel zette de stoutmoedige luchtreiziger zijne wandeling naar de Europeesche hoofdsteden voorts vreesde niets De Franschen vreezen niemand of niets, - antwoordde de jonge luchtvliege wanneer hij te Berlijn terug zijn toestel besteeg cm naar Warschow over te varen en wanna talrijke sportmannen hem baden en smeekten toch te wachten totdat de storm een weinig bi daarde. Men verwachtte hem dan ook met begeestering en bewondering in Frankrijk terug. waf De neer hij te Villacoublay aankwam en zijnen onvergetelijken tocht eindigde vond hij daar eeij g, heele luchtvloot die hem naar Parijs wilde vergezellen en eene ontzaglijke menigte die hem wC toejuichen en bewonderen en hem bloemen aanbieden. Brindejonc des Mouiinais staat van hedr af als een der stoutmoedigste luchtvliegers geboekt. r00r£ Mei 24' Vervolg Hoe laat kwaamt gij gewoonlijk in de kamer van dona Mercedes Omstreeks zeven uren. Heden als gewoonlijk heb ik mijne plicht ver vuld, en gij ziet Mijnheeren, welk vreeselijk schouwspel mijne oogen ge troffen heeft. Gij weet dus niets meer vroeg de rechter. Het kon vijf uren zijn. Ik ging eveneens uitdaar een mijner vrien den mij had uitgenoodigd in eene posada (herberg) op den weg naar Frankrijk gelegen, begaf ik er mij heen en daar zag ik gezeten op een mager paard en met zijn eeuwig ros achtig wambuis aan, Lello Lelli aan komen, die een glas wijn vroeg en zonder zich verder op te houden, zijn weg voortzette. Ik herkende hem, zonder dat het hem mogelijk was mijn gelaat te zien. En ik ben overtuigd dat hij niet wist dat ik daar was,anders had hij mij wel het een of ander scherp en bitter woord naar het hoofd geworpen. Castello gaf den naam op van den eigenaar der posada, waar Lelli een oogenblik had vertoefd en daar het verhoor van den laatste niet verder noodig was, liet men de bedienden van het huis, de eene na den andere, voor komen. Jacintha wist niets anders dan dat zij hare meesteres des avonds lachend en vroolijk bij het vooruitzicht van een feest had verlaten en dat zij haar 's morgends dood gevonden had. Juan verklaarde dat de meester bij zijn uitgaan hem gezegd had, dat hij niet behoefde op te blijven.De geheim zinnige zaak bleef duister. Gaspardo del Roca was zeer ontstemd, terwijl Rosales daarentegen de handen wreef met een gevoel van voldoening. Die Lello Lelli is sluw, zegde de rechter, al zijne voorzorgen strekken om de justjeie van het spoor te bren gen. En wie bewijst u dat Lello de schuldige is. Zijn haat tegen Cano opgewekt door zijne wegzendingde diefstal der juweelen,verklaarddoorde armoe de van hem, dien de leerlingen onder elkaar den <c arme heeten. Zijt gij niet van die meening, senor Rosales? Neen, antwoordde deze, zoo laag zoek ik de schuldigen niet. Wat wilt gij zeggen. Dat de staat van zaken nog zoo ingewikkeld en verward mogelijk is en dat wij al zoekende zullen vinden. Een plotselinge gloed vloog over het gelaat van Rosales, die opstond en de leden van het gerecht begaven zich opnieuw naar de sterfkamer. VH. HET VERMOEDEN Ditmaal werden de meubels met meer zorg en nauwkeurigheid onder zocht en nagezien. De minste hoekl van de doodenkamer,werden geinsp# teerd men zocht in de kassen, over waar men maar het minste spoor k' ^at vermoeden. Rosales was bezig in er0' he hoek van het vertrek te snuffelen, tcr6n 1 hij een verfrommeld papier opraa[$ree' half verscheurd,niet met onachtzaal De heid of gedachteloosheid maar onpond den indruk van een geweldigen toople ii Hij deed het met de uiterste zorgf Som digheid open, vouwde het op ziferootf knieën en liep het met een enkele of gen slag door. Een kreet van blijde veijigenc sing ontsnapte zijnen mond, en nkestre Gaspardo del Roca gaande, zegde, byerle met een grijns die voor lach mipondl doorgaan(Wordt voortgefijner dood ontsnapte, maar het was om een ellendig leven aan te vangen. Wan neer in 1905 die prins den troon moest beklimmen, was hij totaal lam, en ge durende zeven jaar lag hij eenen tra gen maar wreeden doodstrijd af te wachten achtereenvolgens verloor die armzalige prins het gebruik van al zijne zintuigen het woord, het zicht en het gehoor. Heel dien tijd was de groot-hei togin Maria-Anna, omringd van hare doch ters aan het lijdensbed van den hertog. Zij weigerde stellig alle vreemde hulp. Slechts een of twee uren per dag mocht een vertrouweling van 't paleis, meest altijd de majoor Van Dyck haar ver vangen bij den stervende, terwijl zij stilzwijgend en het hart vol verdriet met hare kinderen de zuivere lucht van het park een weinig ging inade men. Wanneer de hertogin Maria-Ade-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1913 | | pagina 2