-
DeVergiffenis van den Monnik
Na de Ronde van Frankrijk
DE DIEF
Sinaïa (Rumenië) Het paleis waar de vrede zal geteekend w
(26,te Vervolg.)
Ziet gijzegde Alonzo Gano tot Mi
guel, die hem met verbazing aanstaar
de, ik wil, wat er ook gebeure, deze her
innering van Mercedes bewaren. Indien
ik sterf, zal ik haar u vermaken. Indien
ik dit vreeselijk drama overleef, welker
treurigste verwikkelingen waarschijn
lijk nog te wachten zijn. zal' ik in hare
voortdurende aanschouwing het bewijs
vinden van het weinige dat het leven
waard is. Zie Miguël, kort geleden zat
de koning van Spanje, Philip IV, in mijn
atelier, binnen een uur zullen de rechters
mijn hoofd vragen.
Hoe, riep Miguël, kunt gij over
zulke dingen met zooveel kalmte spre
ken
Mijn geweten, antwoordde Alonzo
is kalm, maar daarom wreekt zich het
hart zooveel te meer. Maar waartoe zou
den mijne kreten, tranen en wanhoop
dienen. Dit alles zal ik in dit beeld over
wegen. De doode Mercedes zal mij altijd
herinneren, niet slechts aan het ongeluk
dat mij heden treft, maar ook aan dat
ander.
Dat duëlbedoelt gij
Dat duël kostte een mensch het le
ven Miguël.
Alonzo zette zich voor zijn doek neer
en de kunstenaar thans de overwinning
behalende op den mensch, op den be
schuldigde, begon de trekken van Mer
cedes te malen, met eene vastheid van
hand, eene bezieling zooals hij maar zel
den gehad had; Miguël beschouwde hem
met eene verwondering welke aan verba
zing grensde. De bleekte des doods die
het gelaat van de jonge vrouw bedekte,
hare haren in wanorde verspreid, de
bloedende en nog versche wonden aan
haren hals, werden weergegeven met
eene verschrikkelijke werkelijkheid. De
gelijkenis met Mercedes grensde aan het
wonderbare. Nooit had Alonzo Cano
meer genie getoond, en het was aan de
opgewektheid der smart dat hij zijn
schitterendst doek te danken had.
De «lag was aan 't afnemen, toen het
penseel hem uit de handen viel.
Miguël, zegde Alonzo tot zijn leer
ling, ik weet niet wat er van mij zal
worden... neem dit doek, bewaar het
trouw, tot den dag waarop ik het zal te
rug vragen. Indien ik sterf, is het de
erfenis mijner vriendschap.
Miguël bedekte de hand zijns meesters
met tranen, toen hij het huis der mis
daad verliet.
Alonzo had tot hem gezegd met eene
stem welke geen tegenspraak toeliet.
Miguël kon dit bevel niet ongehoor
zaam zijn hij verliet de kamer op de
laatste trede van den trap vond hij Jua-
na, snikkende dat het hem de ziel door
boorde.
Gij vertrekt, senor Miguël? zegde
zij gij verlaat mijn ongelukkigen mees
ter. Is het dan waar wat uwe vrienden
van u zeggen? Gister nog verbood Alon
zo Cano u zijne woning en thans...
De jonge man nam de bevende vin
gers der oude vrouw in zijne handen.
Indien hij gebleven was wat hij
gister was, professor van den infant,
gunsteling des konings, dan zou ik het
huis verlaten hebben, dat mij is ontzegd
geworden. Streng of niet, het bevel des
meesters bleef mij heilig. Maar een groot
ongeluk treft hem, een ongeluk nog
zwaarder dan gij denkt.
Mercedes, mijne dochter is dood
Avat kan hem nog erger op de wereld
overkomen.
- Men kan Alonzo beschuldigen haar
vermoord te hebben.
Onze Lieve Vrouw van Barmhar
tigheid, riep Juana uit, hare vermagerde
handen omhoog'stekende. Dat kan niet
zijn. Dat zou schandelijk laag- zijn, om
dat het een laster is. eene misdaad groo-
ter dan de moord zelf van Mercedes.
Het is toch waar, zegde Miguël, ik
heb liet uit den mond van den meester
zelf gehoord.
Eensklap^ sloeg J uana zich voor het
voorhoofd met een soort van razerrój.
Rosales, zegde zij. Resales.
Hij is assessor van Gaspardo die
veel medelijden met hem aan den dag
ks4-.
Alles is mogelijk, alles is mogelijk,
zegde de oude vrouw, tot. zich zelve spre
kende. Maar ik alleen weet de zaak, de
meester niet Rosales zal hem in het ver
derf storten, hij heeft er belang bij dit
te doen.
Belang, welk dan
Voor Alonzo had hij Mercedes trn
huwelijk gevraagd
Zij weigerde hem?
Ja... Zij had het mij toevertrouwd.
En gij zoudt hem in staat achten., r
Tot alles, antwoordde Juana met
eene doffe stem... tot alles.
Wat te doen, wat te doen? vroeg
Miguël.
Hij dacht aan de makkers van zijn ate
lier en verliet snel Juana, haar de vol
gende woorden tot afscheidsgroet toe
roepende.
De meening, de justicie zijn thans
tegen don Michel Angelo van Spanje,
maar het betaamt de dappere jeugd van
zijne school hem te verdedigen en mis
schien is nog niets verloren.
VIII.
DE ALGUAZILS VAN MIGTJEL.
De rechters, de woning van Alonzo
Gano verlatende, begaven zich naar den
voorzitter van het oppergerechtshof. Na
hun verslag over het verhoor van den ar
tist en de verklaringen der getuigen ge
hoord te hebben, concludeerde hij tot
het aanhouden van Alonzo, tegen wien
hij meende dat genoegzame bewijzen be
stonden. Maar overwegende het hooge
aanzien, waarin de kunstenaar in de stad
Madrid stond en de bescherming welke
hij bij den koning genoot, beval hij de
aanhouding uit te stellen tot een ver ge
vorderd uur in den avond, om den artist
de vernederende nieuwsgierigheid der
menigte te besparen; indien hij hem ook
al den Calvarieberg deed beklimmen,
wilde hij hem echter niet eerst in het
voorhof voeren.
Gaspardo del Roca poogde de overtui
ging van den opperrechter aan 't wanke
len te brengen. Deze kriminalist uit ge
woonte, maakte Rosales een kompliment
over zijne scherpzinnigheid en verheelde
hem niet dat het proces van Alonzo Cano
een grooten invloed zou uitoefenen op
zijn vooruitgang.
Denkt gij dat de beschuldigde eeni-
gen weerstand zal bieden aan de wet?
vroeg de opperrechter aan Gaspardo.
Volstrekt niet, sterk in zijn gewe
ten, want ik blijf gelooven dat hij on
schuldig is, tot men op eene overtuigen-,
de wijze het tegenovergestelde zal be
wijzen. zal Alonzo zich begeven, waar
het u behagen zal hem te doen brengen.
De opperrechter trok aan eene bol.
Een officier verscheen.
Zorg, zegde hij, dat dezen avond,
om tien ure, zich een rijtuig voor de deur
van senor Gaspardo bevinde.
Deze stond schielijk op.
Zou Uedele mij willen verschoonen
vau dezen moeilijken plicht?
Rosales zal u vervangen, senor Gas
pardo del Roca, maar veroorloof mij het
u te zeggen deze overdrevene gevoelig
heid komt kwalijk overeen met het on
partijdig en hard mandaat Ann rechter.
Ik ben tot uwe orders, signor, zegde
Rosales.
(Wordt voortgezet.)
3Vr. Gliioiig,-Glii-I_.ing.
kabinetsoverste in China
De voorzitter der Chineesche Repu
bliek heeft den post Ann kabinetsoA'erste
aangeboden aan M. Chiong-Chi-Ling
Deze heeft die taak aanvaard. De gene
raal Tuan-Chi-Jui die deze bediening
had waargenomen, herneemt zijne taak
van minister van oorlog. De benoemin
Aan M. Chiong-Chi-Ling werd aan de
lvamer Ann Volksvertegenwoordigers
onderworpen en door dezelfde goedge
keurd, met eene groote meerderheid.
Men Aveet nog niet of de hoofdminister
Avijzi gingen zal toebrengen aan liet hui
dig ministerie, ofwel of hij zinnens is
met liet besiaaude kabinet voort te Aver
ken.
M. Chiong-Chi-Ling is geboren te
Hounan. Het is een geleerde en tevens
een vrijheidslievende man. Bij het begin
der regeering van keizer Kouang-San,
deed hij zich reeds kennen als hervoi-
mer. Hij Averkte A-ooral met den grooten
leider der hervormers, Liang-Chi-Chao
in 1898, gedurende het tijdperk der Hon
derd Dagen. Tijdens de regeering van de
keizerin Tsou-Tsé zette hij zijnen arbeid
voort en wanneer eindelijk het hof in
zag, dat hervormingen volstrekt nood
zakelijk waren en men eene bijzondere
commissie naar Europa en naar Amerika
stuurde om ter plaatse de A'erschillende
grondwetten te bestudeeren, dan werd
hij aanstonds aangeduid, om er deel A*an
te maken. Zijne benoeming is een bewijs
van de goede verstandhouding die er
heerscht tusschen Rusland en China. Zij
Avordt ook e\"eneens goed aangenomen
door de meest vooruitspringende elemen
ten van de Kamers.
Men is van gevoelen dat de keus welke
de voorzitter der Chineesche Republiek
deed allergelukkigst is voor den vrede
en den vooruitgang van de zoo jonge mo
gendheid.
Philippe THYS, van Anderlecht,
overwinnaar der Ronde van Frankrijk.
Toen op 29 Juni laatstleden de 140
leelnemers der Ronde Aan Frankrijk,
zich te Parijs in lijn stelden om de Ron
de aan te vangen was er Avellicht nv-
mand die dacht dat Philippe Thys, de
kampioen van Anderlecht, de zege rov.
behalen. Wel dacht hij zelf oAcaals de
anderen, «lat hij zich zou onderscheiden
en zijne kans dapper A-erdedigen, doch.
dat. hij zegevierend uit den strijd zou ko
uien, neen, daar dacht hij zelf niet aan
1)° klas, tegen welke hij te strijden had
aa*as al te sterk.
Hij zette evenwel moedig aan en ver
baasde zich zei ven en zijne vrienden bij
eiken rit. Nadat Defraye, Masselis,
Cliristophe en Buysse door het ongeluk
uit den weg geruimd waren, verdedigde
hij zich zoo hardnekkig, dat hij zich op
eerste plaats hield, ondanks hij ten
gevolge \*an een ongeluk bijna eene uur
verloor.
Het publiek dat Zondag de aankomst
bijwoonde heeft er hem weten voor te
beloonen. Hij Averd door eene menigte,
welke men gerust op 50.000 man mag
schatten, op eene geestdriftige ovatie
mthaald én zoo groot was de geestdrift
der menigte, dat de Belgen, die talrijk
Aanwezig waren in den velodroom te Pa
rijs, OA*er de omheining wipten, Thys
met bloemen overlaadden en hem dan in
triomf ronddroegen. En zoo Ai-at heel
België door zal Thys gefeest Avorden, als
hij ergens aan eenen koers zal gaan deel
nemen
Donderdag avond werden de Belgen
die met Thys heel de ronde hadden me
degemaakt, te Brussel feestelijk ontvan
gen door eene ontelbare menigte sport-
vrienden.
Deze Belgen, van wie wij toch ook een
Avoordje willen zeggen zijn Buysse, Lam-
bot, Spiessens, Van Daele, Deman, Le-
liaert en Petitjean.
Al de rijders zijn 't akkoord, om te
zeggen, dat Buysse de zedelijke over-
Avinnaar is van de Ronde van Frankrijk.
Hij toonde zich de beste bergbeklimmer,
verplichtte al de anderen te lossen als
hij eene ernstige poging deed om te ont
vluchten, en, wanneer het soms lukte
dat er toch rijders tot het einde toe bij
hem konden blijven, had hij geen<^
moeite, om hen allen in de laatste meters
hunne rekening te geven en te kloppen.
Zonder de ongevallen welke hem een be
langrijk tijdverlies bezorgden tijdens
den rit Aix-Nizza, kon men Marcel on
mogelijk van de eerste plaats weghou
den. Voegen wij hier nog bij, dat hij zes
A'an de vijftien ritten Avon.en zich twee
maal t weede plaatste. Zulks zegt genoeg
wat Marcel gedaan heeft.
Lambot en Spiessens zijn nog altijd
de tAvee moedige rijders gebleven. Lam
bot is ook met een ritje gaan loopen,
tei Avijl Spiessens, die er zooveel lust op
had, een rit te winnen, door een bandon-
geA*al moest aeliterblijAren juist toen hij
veel hoop had «le twee tegenstrevers wel
ke hij nog had, te kunnen overwinnen...
Spiessens zal Avel zijne weerwraak ne
men, men koude hem maar in 't oog.
Van Daele en Deman hebben niet ge
daan wat Avij van hen mochten A*erwach-
ten. Het dient echter gezegd te worden,
dat zij ten dienste stonden van Petit-
Breton en zij dus zich zeiven moesten af
beulen, om Petit-Breton te kunnen naar
A-oren halen. In zulk geval was het
niet mogelijk behoorlijk de kansen te
verdedigen. Leliaert. en Petitjean, die in
kategorie der onverzorgden reden heb
ben zich daar ook goed onderscheiden
en vele Franschen en Italianen in het
zand doen bijten.
Gezegd mag het worden, dat Frank
rijk zich duchtig laat wegcijferen voor
het wielersport. Destijds wonnen Fran-
sche baanrijders overal en alles. Thans
zijn het de Belgen die deze faam ver
worven hebben en dezen zijn besloten er
nog niet zoo gauw afstand van te doen.
Toen Pius IX, zaliger gedachtenis,
nog Aartsbisschop van Imola was, kreeg
hij van zijne geliefde moeder zeer kost
baar gouden tafelgerief dat hij maar zel
den gebruikte. In eene buitengewone ge-
lengenheid dat eenige zeer voorname
gasten aan zijne tafel genoodigd waren,
gebood de Aartsbisschop het tafelgerief
zijner moeder te gebruiken. Dit ge
schiedde.
De genoodigden kivamen allengskens
in de ontvangstzaal binnen de Aart bis
schop sprak op het minzaamste met hen,
toen hij geroepen werd bij eenen heei
die hem verlangde te spreken. De Aarts
bisschop, die nooit iemand weg zond,
gaf gehoor aan den bezoeker. Deze zeg
de Hoogweerdige Heer, gij weet dat
ik over eenige jaren als een Ier voor-
naamste burgers der stad aanzien Averd,
maar dat ik door \rerliezen in mijnen
handel zoo ver achteruit ben geraakt,
dat ik handelsbediende moest worden,
om met mijn huisgezin te kunnen voort
leven. Nogtans nu heb ik een Arooruit-
zicht om Aveder te worden wat ik eens
vas, indien mij eene zekere som verscho
ren Averd. Ik heb reeds aan eenige deuren
geklopt, maar werd overal Aveggezon-
den indien gij mij in den oogenblik niet
helpt, dan is alle kans atooi mij A*erlo-
ren.
De Aartbisschop antwoordde hem
vriendelijk
Goede man, 't is Avel niet aangenaam
dat ik het zeggen moet, maar 't is de
waarheid ik heb op dit oogenblik geen
enkelen scudo in mijne kas. Maar aan
gezien gij in zoo groote verlegenheid
•»zijt., moet er raad geschaft worden.
De aartsbisschop ging naar de eetzaa;
waar nog niemand was, nam het gomle'
tafelgerief en gaf het aan den mau zeg
gende
Ga hiermede naar de bank van lee
ning en neem een pandbriefje voor eene
maand ik denk dat ik het alsda
zal kunnen lossen, en zoo zult gij«j
dige som hebben.
De koopman vertrok en deed zoo
aartsbisschop hem gezegd had.
keerde naar zijne genoodigden tei
dacht niet meer aan hetgeen gt
Avas.
Het gewone uur om aan tafel te
ging voorbij de aartsbisschop ha
een Aveinig geduld, meenende dat
naars wat meer tijd noodig hadd
de tafel te bereiden A*oor een groot
tal personen dan gewoonlijk. Maa
het hem nu te lang scheen te durei
hij aan de bel, om te hooren wat
zaak Avas van dien langen uitstel,
dienaars kwamen binnen, wierpe
aan de voeten ven den aartsbisscl
riepen als uit eenen mond
Hoogweerdige Heer, ik ben he
ik heb eene zoo schandelijke daa
A crricht, en nogtans is er een dei
genooten aan schuldig, Avant
vreemde heeft er den voet gezet, i
De aartsbisschop kon zich niet
den wat dit beteekende en vroeg
gebeurd Avas. Allen antwoordden
Uw gouden tafelgerief is geste
wij zullen A*an hier niet weggaan
dat «le dief ontdekt is.
Au begon de aartsbisschop te
en zeide
Oh ik ben zelf de dief. Zet n
woon tafelgerief maar op, en zoi] ,n
«lc tafel spoedig gereed zij.
Het geheele huis Avas nu weder
en «le genoodigden zeiden schert»
Vandaag is het eene eer gei
aau «Ie tafel van een dief te eten
De onderneming gelukte aai [J
koopman, die door de geleende sa
werd. nij vergat nochtans de w
van den aartsbisschop niet, maai
op zijne beurt een groote weldoei
de "ader der armen.
,eA
51
De vergadering begon verleden Woensdag.
De vredesvergadering moest beginnen
verleden Woensdag onder voorzifter-
schap van M. Majoresca.
In die eerste vergadering heeft men
enkel de geloofsbrieven nagezien. De
minister van openbaar onderw ijs, M. Di-
zosco Averd als Aderde gevolmachtigde
voor Rumenië aangeduid en de kolonel
Chrestesena, onderoverste van den al ge
nieenen staf Averd als militair expert aan
geduid.
l)i Bulgaarsche afgevaardigden heb
ben verklaard dat de Rumeensche troe
pen die zich op Bulgaarschen bodem be
vinden, op voorbeeldige wijze gehandeld
hebben
M. Venizelos, afgevaardigde van Grie
kenland, A'oegde er bij dat Cavallu na den
eersten oorlog aan Bulgarië zou hebben
oegehoord, maar nu zou bet onmij
zijn eéne stad die totaal Grieksch
een ander land dan aan Griekenland
laten
Men heeft bestatigd dat al de
nlen de Aolmacht bezitten
voorbehoud ook hoopt me
de onderhandelingen zullen luk!
dit binnen eenen betrekkelijk
ti jd. Dinsdag laatst hebben de afgi
digden lieel den «lag door bezoek te
gelegd bij. M. Majoresco, kabinet
ste bij M. Take-Jonescu, ministo
binueulandsche zaken; naderham
bij M. 1'ach itch en Voukovitch, 1 v\
Bioudel, minister van Frankrijk
Schebego, minister Aan Rusland.
Woensdag Averden zij door den k au
Carol in A orhoor ontvange" j L
1!
et
ILl
Terug tot de oude gewoonte i.
Koning Joris V van Engeland in kleedij van het Badorde|ï<